zaterdag 9 augustus 2025

Queen

,Kom op Irene, peddelen. We moeten loskomen,’ waarop ik peddel alsof ik vlucht voor een drie meter lange piranha. Geen idee hoe lang die beesten in werkelijkheid zijn, maar mijn leven hangt ervan af. Nog eens roept Marcel:
    ,Hup, Irene, je kunt het.’ Waarbij ik mijn hele lichaam van voor naar achter beweeg. Alles in de hoop dat de kano daarmee sneller in beweging komt.
    ,Naar voor, naar achter,’ moedigt Marcel me aan.
    Omdat we echter geen steen vooruitkomen en blijkbaar echt vastliepen, steek ik mijn peddel zo diep mogelijk tussen de rotsen naast de kano. Wat ik daarbij in mijn ooghoek zie?
    ,Hé, jij doet helemaal niets. Ik zit hier al het werk te doen,’ roep ik verbolgen. Marcel hangt relaxt achterover in de kano. Hij lacht zich wat extra water in de Ardèche.
    ,Het zag er zo leuk uit, om jou te zien zwoegen.’

Vlot trekken
En ik maar trots zijn dat we vlekkeloos door twee kanoglijbanen roetsjten en een aantal versnellingen foutloos bevoeren. Anderen liepen vast. Nu voelde ik me de kluns. Meneer wist dat we te vast zaten om los te komen en liet mij ploeteren.
    ,Weet je wat jij doet? Uitstappen en ons vlot trekken.’ Waarop Marcel - voor de eerste keer deze tocht - uit de kano stapt en ons niet los krijgt.

Queen
Even tussendoor: Ik voel me ineens niet meer zo koninginnelijk behandeld in de kano. Terwijl ik nog maar een uurtje geleden ‘Queen’ werd genoemd en trots plaatsnam in de kano. Daarom zei ik bij dit vastlopen tegen Marcel:
    ,Dit is je straf, omdat je me niet met zoveel respect behandelt als de vrouw bij de kano’s. Zelfs als jouw respect zo diep was als het diepste deel van de Ardèche, kwam je niet in de buurt van haar ontzag voor mij.’
    ,Haar ontzag geldt voor jouw krullen. Dat hoorde je toch wel?’
    ,Ja. Kun je nagaan. Zelfs al zit mijn haar door föhnloosheid voor geen krul, daar was zij. Ze vindt het koninklijk. Maar ja, haar lokken waren dan wel heel stijl.’
    ,Enne, respect zo diep als het diepste stuk van de Ardèche? Je weet dat we de hele tocht de bodem kunnen zien?’
    ,Hou je kop jij! Je snapt wat ik bedoel. Ik geniet van het feit dat ik de Queen ben, het wordt tijd dat jij ernaar handelt.’

Water lozen

Dus stapt Marcel uit de kano. Geeft mij zijn peddel en trekt en trekt en trekt. De boot komt niet los, zoals bij anderen. Het verlies van Marcels gewicht had de kano lichter moeten maken en daarmee gemakkelijker los moeten komen, maar niet dus.
    ,Irene, ben je nou zoveel aangekomen deze vakantie?’
    ,Wat? Moet je zien wie hier aangekomen is. De kano!’, blaf ik manlief, nou ja, manstout toe. Hij kijkt.
    ,Oh ja, die zit vol water.’
    Bij een eerdere stroomversnelling misten we de bocht zo hard, dat we vol tegen een rots op botsen. Daarbij lagen we zo schuin dat we flink water haalden. We zaten beide in een laag van vijftien centimeter. Maar we gingen niet om, zoals veel anderen. En dat water?
    ,Lekker koel,’ opperde ik bij een temperatuur van 33 graden.
    ,Zekerweten.’
    ,Al negeerde je wel mijn uitroep: BIJ DE DERDE STEEN LINKS! Je ging rechts of eigenlijk rechtdoor. En bam! Tot zover ons gevoel van wij-zijn-goed. Waar we anderen bij stroomversnellingen inhaalden.’
    ,Zeg Queen, kan jij het beter?’
    ,Wie weet. Maar als ik jou was zou ik nu heel hard links bijsturen anders gaan we vol die omgevallen boom in.’
    ,Te laat. We varen in ieder geval wel in de schaduw.’
    ,Ja ja,’ mompel ik terwijl ik wat afgerukte bladeren uit maar haar pluk.
    Ondertussen probeer ik water te lozen met een doek die ik meeheb om mijn schouders te beschermen tegen de oververhitte zon. Ik druk de doek in de kano tot die vol water zit en wring die uit boven de rivier. Pas bij de derde bocht van de Ardèche, is het waterpeil op een acceptabel niveau.

Waterdichte ton
Zie ons verder varen, deze tweede tocht van 14 kilometer. De vorige telde 17 kilometer. Ik zit weer koninginnelijk heerlijk in de kano, terwijl Marcel het meeste werk doet. Hij geniet daarvan en beschermt er mijn zwakke schouders mee. Ik mag alleen roeien bij stroomversnellingen om vaart te maken. Wat de kans op vastlopen verkleint. Dan krijg ik orders van achter. Want achter zit de stuurman en voor de roeier. Bij deze Queen, zitten die twee achter in één stoere man. Hij is gewoon de King, maar dat zeg ik nu pas. Anders zou hij tijdens het kanoën nog eens naast de boot roeien.
    En warempel we lopen opnieuw vast. Daar springt Marcel weer uit de boot. Sneller dan de vorige keer, komt de boot los, maar drijf ik zo snel weg, dat Marcel niet in kan stappen.
    ,Rennen!’, roep ik hem na. Gelukkig kom ik in rustiger vaarwater en weet de boot na even wat gestuntel toch best behendig terug te varen. Je dacht toch niet dat ik hem achter zou laten?
    Met een jump neemt Marcel zijn plek als stuurroeier in en neemt er een paar liter water bij mee. Hoor je hem klagen? Ja.
    ,Het had wel meer water mogen zijn zeg. Met deze warmte kan de boot niet vol genoeg.’
    ,Ach schatje, het maakt niet meer uit. We zijn bij het eindpunt. Kijk daar.’
    We varen naar de kant, stappen uit, leveren de kano af bij de bus en worden teruggebracht naar het beginpunt. Daar roep ik:
    ,The Queen is back!’ Waarop de vrouw achter de balie me toelacht.
    We legen de waterdichte ton. Net wanneer Marcel die overhandigt lees ik in grote letters QUEEN op de ton.
    ,Yes I see, there she is again,’ zegt de vrouw en neemt de ton van Marcel aan.
    ,Oh, het was de ton,' klinkt er eentje beteuterd.

donderdag 31 juli 2025

‘Bij volle verstand’

Zie me zitten aan de Ardèche. Nagenietend van een wandeling door Labeaume met uitzicht over het plein. Mannen spelen een spelletje Jeu de Boules. Ik slurp van een Calippo cola. Zonder enige aanleiding dwalen mijn gedachten naar mijn eigen camping. Hoe dat zo?
    Ja, dat weet ik eigenlijk ook niet. Ik denk dat ik mijn zotte kop even ter afkoeling in de Ardèche plons.

Schreeuwerds
Nog voor ik opsta voor die plons, deins ik geschrokken terug. Een paar kinderen zeilen het plein over onder luid geschreeuw.
    ,Waar is de beer?', roep ik uit. Ik bedoel maar. Geen idee waar ze het anders over hebben. Wel klinkt het hard en totaal onbegrijpelijk. Zo gemeen - zij spreken Frans. Zo klein en dat kunnen ze. En ik niet.
    Hun geschreeuw, waarbij de een harder klinkt dan de ander, komt ongehoord helder over. Zie ze staan, amper een meter uit elkaar. Toch schreeuwen ze elkaar toe alsof ze het hele dorpsplein, waar net de weekmarkt plaatsvindt, moeten overbruggen.

Camping
    ,Als ik ooit een camping begin…,’ verzucht ik.
    ,Waarom zou jij een camping beginnen?’, valt Marcel me in de rede.
    ,Oh, blaatte ik dat hardop?’
    ,Ja. Maar waarom zou jij een camping beginnen? Weet je wat een werk dat vergt?’ Ineens blaft een hond onafgebroken naar een andere hond.
    ,Natuurlijk weet ik dat niet. Wel weet ik, dat ik ‘als’ zei. Dus ‘als’ ik een camping begin is die verboden voor honden.’
    ,Honden?’
    ,Ja. Het heeft vier poten, een tong uit zijn bek en ik ben er bang voor. Kijk die blaffende joekel daar voor ons. Die vertrouw je toch voor geen hondendrol.’
    ,Nou, eigenlijk dacht ik dat je camping verboden is voor kinderen. Hoor dat geschreeuw.’
    ,Die hond leidde me af. Dat wilde ik inderdaad zeggen. Die dus ook.’
    ,Dus toch.’
    ,Ja, wat denk jij.’

Rust

Als een kind het kinderknietje tot bloedens toe kapot valt, dan mag zo’n blaag natuurlijk ontroostbaar huilen. Dan huil ik zelfs mee. Dat is toch zielig. Maar vallen, opstaan en doorgaan hoort bij het leven. Dus pleister erop, kusje ernaast, traantjes drogen en door.
    Het gejank omdat een kind overduidelijk aan bed toe is. Of dat het per se een ijsje wenst, terwijl het de hele dag al loopt te snoepzooien en mama zegt ‘nee’. Dat is geen reden tot huilen. Dat is huilen om niets en totaal nutteloos. Toch is dat wat ik hoor op de camping. Daarom stel ik helder:
    ,Dank je de koekoek. Op mijn camping komen mensen voor de rust en om angstvrij achterover te leunen.’
    ,Ja, want kinderen zijn angstaanjagend,’ vult Marcel aan.
    ,Neehee, honden zijn beangstigend,’ kreun ik. ,En wat te denken van onnodig geblaf op de camping. Een camping vrij van dat? Het idee… Heerlijk.’
    ,Nou, Irene…’
    ,Nou wat? Wil jij een hond?’
    ,Nee, zeer zeker niet, maar je weet dat jij behoorlijk kunt blaffen?’
    ,Oh ja? Wie stond er anders vanmiddag af te wassen?’
    Stilte.

Verdovende middelen
Tot ineens een walm sigarettenrook mijn neus binnendringt en ik vervolg:
    ,En…’
    ,Ja, ik ben het ermee eens,’ komt Marcel er doorheen. ,Roken is ook verboden op onze camping.’
    ,Yes! Het is al onze camping,’ merk ik vrolijk op. ,Maar goed geroken. Wat denk je, zullen we alle verdovende middelen verbieden? Dus ook alcohol en drugs?’
    ,Goeie.’
    ,Dan weet ik de perfecte naam voor onze camping. Ra-pam-pam, hoor de trommels roffelen. We noemen haar ‘Bij volle verstand.’ Waarna ik even plotseling als dit gesprek begon, besef dat er dan niemand komt. Ik bedoel maar. Iemand met volle verstand zou nooit kamperen.
    Je moet toch echt een beetje gek zijn, eigenlijk knetter, om te kamperen.
    Ja, echt! Ik kan het weten.

donderdag 19 juni 2025

Mama is!

Mama is niet meer.
Daarop volgt automatisch mama was.
Maar ik ga terug naar haar zijn.

Stel dat mams hier nu was. Ja, dan waren wij hier niet. Maar stel… Dan zat ze hier naast papa en stapte ik opzij van deze plek, draaide een rondje en zei: “Kijk, mama, ik heb een nieuwe jurk. Met blauw, speciaal voor jou. Het is niet helemaal het blauw van blauwe irissen, maar het is tenminste geen roze.”
    Ik zou haar aankijken, blij als een kind. Blij als haar kind. En mama? Ze zou me na mijn dansje met een kalme, lieve glimlach aankijken. Blij zijn met mijn blij. Ze zou deze jurk mooi vinden, omdat ik ‘m draag. Het ging haar volgens mij nooit om hoe ik eruitzag. Wel om hoe ik me voelde.
    Gelukkig.

Authentiek
Wist mama hoe mijn geluk van haar afhing? Zij leerde me dat ik mocht zijn wie ik was. Dat iedereen mag zijn wie die is.
    Mama wees nooit iemand af. Dat brengt me terug bij kleding. Ik snap wel dat papa op mama viel. Waar mama er alles aan deed om er als een dame bij te lopen – dat zie je aan haar foto’s van vroeger – liet ze mij erbij lopen als Pipi Langkous. Ik mocht aantrekken wat ik maar wilde. Iets met mezelf mogen zijn? Zie me lopen in mijn favoriete rok, met daaronder een vloekende, maar niet kriebelende maillot, en een trui die zwaar afstak tegen dat alles. Ja, ik liep voor gek! Ik was al een rare met die sabbat, vegetarisch eten en een kop met vreselijke krullen. Dit maakte het plaatje Irene compleet. En toch, als mama hier was, zou ik zeggen: “Dank je wel, dat je dit deed. Al lag ik eruit op school, je leerde mij mezelf te zijn.”
    Authentiek.

Handen
Door mama durf ik nu nog steeds voor gek te lopen. Kijk mijn wandelschoenen! Deze draag ik tijdens het wandelen. Logisch, denk jij, maar wel onder een jurk als dit. Het ziet er niet uit, maar ik heb in de avond geen last van mijn benen of voeten.
    Het zijn echter mama’s handen die me koesterden met tomeloze liefde en geduld. Ze ruimde mijn kamer op, wanneer ik door papier, plak en potloden mijn bed niet meer zag. Ze zat iedere ochtend bij mij tijdens het ontbijt. Dat deed ze vast ook bij papa, José en Heidi. Ze nam voor ieder van ons de tijd.        Haar zorgende handen, ik wist ze te vinden. Al raakte ik ze twee keer echt kwijt. Iedereen denkt dat mama alleen afgelopen 15 mei acht uur lang vermist was.
    Ik maakte het al eens eerder mee. Zevenaar was te klein. Mijn paniek eens zo groot. Het voelde als acht uur. Mama was niet thuis, toen ik uit school thuiskwam. Dat was ongehoord. Mama was er altijd.
    Ze stapte waarschijnlijk een minuut of tien na mij binnen en zei: “Ik was bij Ceciel.” Onze buurvrouw. Ik barst niet vaak uit in woede, maar ik denk dat ik zo boos was, dat mama nooit meer niet thuis gaf. Als ze nu hier was, zou ik mijn excuses aanbieden: “Sorry dat ik je zo kaapte. Het huis zonder jou was leeg en stil. Zonder jou voelde ik me onveilig. Jij was mijn veilig. Jij wist met één blik, door mijn toen loensende oog, hoe het met me ging. Ik kon niet zonder jou. Jij beschermde me. Jij was mijn rust.”
 
Rust
Daarover gesproken. Was het voor mama’s eigen rust, of alleen voor mijn rust, dat ze na mijn avonddiensten in het verpleeghuis klaarstond om me veilig thuis te brengen? Zie ons samen fietsen door de donkere Zevenaarse straten. Ze kende mijn angst voor het donker… Ze hielp me erdoorheen.
    Zoals ze mij ook beschermde voor de grote, overweldigende wereld. Het had toen nog geen naam, maar ze wist het van mij. Ze bood mij een veilig plekje thuis achter de bank of aan haar voeten tussen de kerkbanken. Zo was ik er altijd bij, maar in mijn eigen wereldje.
Veilig.

Bedplassen
Nooit hoorde ik een zucht. Ook niet toen ik als kleine meid, met mijn punt in de hand en mijn duim in de mond, ’s nachts naast mama’s bed stond. Mijn pyjama was nat. Net als mijn bed. Ik besef nu dat mama waarschijnlijk schone broekjes in haar kamer had liggen. Ze bood me er een aan en opende het bed aan haar voeteneinde, zodat ik de rest van de nacht veilig sliep. Daar ging haar nachtrust, voor die van mij. Ze cijferde zichzelf met liefde weg.

Het is allemaal langer geleden – deze veiligheid, deze rust, deze liefde die mama toonde. Het vormde de basis voor wie ik nu ben. “Dank je wel mama.”

Wat blijft?
Mama is niet meer.
Mama is…
in mijn hart.


zaterdag 10 mei 2025

Theeleut

Muntthee, ofwel Takkenthee, blijft mijn favoriete thee. Al hoor ik roddels dat gemberthee ontstekingsremmend werkt. Hoezo roddel? Mogelijk is het een feitelijke waarheid. Dat leest lekker in de ogen van iemand die snel ontstekingen en reumatische klachten vertoont.
    Misschien probeer ik maar weer eens gemberthee. Het smaakte me jaren geleden echt niet lekker.
    Liet ik stukken gember te lang in het water dobberen, waardoor het zo scherp werd? Weet jij het lekkerste gembertheerecept? Of hoe lang ik die stukken wortel in het water moet laten badderen? En hoeveel gember moet er in een glas? Bedenk erbij dat ik mijn theeën zoetloos drink. Dus haal suiker, honing of zoetstof uit de buurt.

Sprookje
In afwachting van lekkere varianten gemberthee, slurp ik van mijn muntthee. Het is niet zo erg als bij koffie, dat iedereen de mond moet houden of liever nog verdwijnen, zodat ik ongestoord en intens geniet van mijn bakkie cappuccino.
    Daar zul je het hebben, komt precies dan manlief thuis:
    ,,Vrouw, waar blijft mijn eten.”
    Nee, hoor, gein. Dat is onze grap. Deze zin uit het Eftelingluistersprookje Klein Duimpje maakte jaren geleden grote indruk op ons. Het is echt absurd hoe die zin blijft hangen. Onze kinderen tellen inmiddels 26 en 23 jaar. Stop de tijd! Breng me terug naar de sprookjes.

Goedkoopst
Maar niet zonder munt.
    Al zoek ik wel naar de goedkoopste variant. Want tja, het is niet de goedkoopste theesoort. Toch gun ik het mezelf wel, want tegenover allerlei calorieën die ik uitsluit (en toch aankomen hè), is munt mijn beloning. Het smaakt echter nog beter als de aanschafprijs keldert.
    Precies dat lukte me afgelopen week verrassend goed. Bij de Lidl. Kijk even mee: 40 gram munt kost bij de Appie €1,39. De zelfscankassa van de Lidl toonde echter een bedrag van €0,99 voor hetzelfde aantal grammen. Dat is winst! Tot ik bij diezelfde Lidl ‘bos munt’ zag in ruil voor €1,49. De weegschaal toonde daarbij 109 gram. Natuurlijk zet ik daar wekelijks graag wat extra stappen voor op de teller en slurp met een geruster hart een volgende beker leeg.
    Zie me de Appie voorbij banjeren en later terugkomen om… Nee, ik ga heus niet het zakje munt voor het gezicht van grote vriend groenteman heen en weer zwaaien met een ‘nanananana’. Dat vind ik ook zowat. Hij bepaalt de prijs tenslotte niet.

Bos munt?
Toch bleef ik zitten met één vraag. Bij de Lidl staat op het zakje van 40 gram gewoon ‘munt’. Op het andere zakje in dit geval van 109 gram staat ‘bos munt’. Komt dat uit het bos? Welk bos dan? En waarom is die zoveel goedkoper? Is het een nep soort? Van dichterbij gekomen? Meer bespoten? Machinaal geplukt? Genetisch gemanipuleerd?
    Alsof dat nog uitmaakt in alles wat gemanipuleerd is. Zelfs ik loop te manipuleren in mijn blogs, alleen niet genetisch. Al weet ik dat zelf ook niet eens zo zeker. Hoe puur ben ik zelf nog?

Navraag
Afijn, ik liep naar de Lidl groenteman en vroeg:
    ,,Wat is het verschil tussen deze bos munt en die munt?” Zie je me al wijzen van de hogere naar een lagere schap.
    ,,Er is geen verschil,” klonk kort en akelig krachtig.
    ,,Hoe bedoelt u? Hier staat bos munt op de verpakking en daar munt.”
    ,,Ja, want het is een bos munt.”
    ,,U bedoelt dus dat het een bos is, maar niet dat het uit het bos komt.”
    ,,Het is gewoon een bosje munt en dezelfde soort als die andere, maar bij elkaar gebonden, dus een bos.”

Dom

Ik voelde me zó dom, hè? Ik kon het als schrijver weten. Als het uit het bos kwam had er bosmunt op gestaan. Joehoe, schrijvertje. You should know.
    Om toch zeker te weten dat ik niet de enige domme was. Het voelt beter om dat zeker te weten, vroeg ik thuis, terwijl ik daar het zakje munt wel voor de ogen van manlief en dochterlief heen en weer wiebelde:
    ,,Wat zegt deze bos munt jullie?”
    ,,Dat het uit het bos komt,” klonk in koor.
    Ik juichte, sprong in de lucht en danste een geluksdansje. Nou ja, dat is allemaal een beetje overdreven, maar het zegt iets van mijn blijdschap. Tot manlief ineens zei:
    ,,Dat is het! Je wilt geen munt uit eigen tuin, want het woekert zo. Maar wat dacht je ervan om het in het bos te verbouwen.”
    ,,En waar is dat bos dan?”
    ,,Joehoe! Aan de andere kant van de rondweg. Iets met Bos Nieuw Wulven?”
    ,,Stttt, niet zo hard. Niet doorvertellen. Anders plukt binnenkort iedereen daar mijn munt.”

zaterdag 12 april 2025

Verbluffend Herwijnen

    ,,Wat denk je van deze wandeling?”, vraagt Marcel me. Daarop lees ik hardop: ,,Buitengebied, dorp, oude en nieuwe dijk, boomgaard, uiterwaarden, dorpskernen en monumentale panden. Wat denk je zelf dat ik hiervan denk? Dit wil ik. Maar Herwijnen? Waar ligt dat?”
    Gelukkig weet Google dat, want Marcel zou maar zo de andere kant op rijden.

Voorbereidingen
Ik loop de serre uit om mij voorbereidingsschema te doorlopen. Die van: sokken pakken en aantrekken, flessen vullen, appeltje wassen, rugzak vullen, schoenen aan en…
    ,,Zal ik een extra vest meenemen?”, vraagt Marcel en sprint naar boven. Hij propt die in zijn rugzak.
    ,,Ik doe nog even een tussenstop. En nee je hoeft niet te gaan zitten alsof ik heel lang weg blijf. Ik ben zonder poep en een scheet klaar." Ik duik het toilet in.

Gekwaak

Na zo’n dertig minuten in de auto stappen we uit bij de bakker in Herwijnen. En vinden al snel onze eerste routepaal. Die wijst ons naar een klein sluippaadje. Het leidt ons rond het terrein van voormalig kasteel Engelenburg. Het is er sereen en rustig, zoals rond Fort 't Hemeltje (voor wie het kent). Wat mij betreft een super goed begin. Mede door de prachtige roze bloesem. We staan dus eigenlijk alweer stil voordat we goed en wel op weg zijn.
    We zijn ook niet alleen, want ineens zet moeder-eend het op een luid gekwaak. Ik zie haar het water over zwemmen met twaalf kuikentjes achter zich. Ze zijn te snel voor een foto, maar dat ik ze zag telt voor mij.

Ooievaars
Even verderop zien we een eerste en nogal lage ooievaarsnest inclusief ooievaar. Hoger in de lucht ontdekken we verschillende ooievaars. Zo gaaf. Dan weer zetten we een paar stappen, dan weer staan we stil en kijken in de lucht, lopen ietwat door en wijzen naar weer een ooievaar. Zo staccato wandelend, vinden we onszelf na een meter of 200 op de Waaldijk terug. We laten de poort van Engelenburg achter ons.
    Met vóór ons een authentieke oude boerderij. We moeten rechts, maar zien links een prachtig natuurgebied met nog meer ooievaarsnesten in de bomen.
    ,,Jammer dat we daar niet heen gaan,” piep ik. ,,Kijk dan wat een heerlijk stukje natuur.” 
  
Buitenplaats
Na even zwijmelen, vervolgen we de route. Tot het hek van Historische Buitenplaats Frissestyn ons trekt. Het staat niet op de route. Wel staat op het bord dat we het terrein op mogen.
    ,,Jippie! Eindelijk geen VERBODEN TOEGANG,” juich ik en zie Marvel meters voor me lopen. Ik buig me nog even over het roestende poortbeslag. Eenmaal mijn lief volgend, blijkt het een klein rondje maar verbluffend mooi. Met uitzicht op Frissestyn, een oude loopbrug (mij daarop niet gezien) en vele ooievaarsnesten. Zelfs drie in één boom.
    ,,Dit rondje had ik niet willen missen,” merkt Marcel terecht op.
    Na het verlaten van de buitenplaats ontdekken we op de dijk verschillende fotogenieke huizen, boerderijen, een schuurtje, stadsmuur, boomgaard, ooievaarsnest op een schoorsteen en de kerk. Tussen dit alles wordt ons duidelijk waarom het hier wemelt van de ooievaars. Er is hier een ooievaarsopvang.
    ,,Aha!”
 
Graftrommels  
Voor de kerk lopen we de dijk af en bezoeken de begraafplaats onderaan de dijk. Hier leren we wat graftrommels zijn. Nooit eerder van gehoord, nooit eerder gezien. Ze intrigeren me met hun doorzichtige bovenkant, teksten en kunstbloemen. Het is een bijzondere vorm van ‘grafsteen’ als je het mij vraagt. Ernaar kijkend, weet ik welke tekst in mijn trommel moet staan: En als ik voor jullie een plaats klaargemaakt heb, kom ik terug. Dan neem ik jullie mee, en dan zullen jullie bij mij zijn.
    Voor altijd samen.
    Maar nog even niet. Ik ben springlevend! Jippie! En door. Achter het dorp langs, onderaan de dijk zien we alles van de achterkant. Het is al even indrukwekkend: van prachtig onderhouden tot bouwvallig - van verzorgde tuin tot ingestort dak. Herwijnen toont het allemaal.
 

 
Gehecht
We pauzeren op het eerste bankje dat we tegenkomen. Met 22 graden smaken water en een koekje me goed. Ik zie een mooi doorkijkje door een cortenstalen kunstwerk. De foto genomen, stap ik naar achter, maar wordt zonder waarschuwing aangevallen door een braamstruiktak. Terwijl ik met beleid mijn jurk van de tak pluk hoor ik achter me:
    ,,Ben je er al aan gehecht?”
    ,,Hoe snel ik me ook emotioneel aan dingen hecht, nooit aan een tak vol stekels die mijn nieuwe jurk aanvalt."

Wolligheid
Na onze pauze lopen we over het bruggetje, door het hekje en doorkruisen na een paar bochten een boomgaard. Dat de boer dat toestaat vind ik fantastisch. Ik had hem graag gevraagd waarom de bomen die tegen de houten palen staan aanmerkelijk meer bloeisel vertonen dan de vrijstaande stammen.
    Om niet veel later in een andere gedeelte van Herwijnen de wandeling te vervolgen. We lopen aan de voet van de dijk. Daar komt eindelijk, na járen hiephiephoera, helemaal uit zichzelf een schaap naar me toe. Ook zijn zwarte soortgenoot laat zich over zijn snuit aaien. Ik geniet van hun wolligheid in mijn handen.

Glijbaan
Verderop lopen we haaks terug de dijk op om zo bovenlangs terug te wandelen. Hiermee bewonderen we alles vanuit een andere hoek, met inbegrip van de schapen, uiteraard. Weer een aai en kroel. Eerder viel het me niet op, maar nu zag ik het huis met naast de trap een glijbaan die van de eerste verdieping naar de begane grond reikt. Als Benjamin dit ooit had gezien, had hij hierom gesmeekt, tot hij zijn zin zou krijgen. Zo'n glijbaan is dan ook fantastisch, natuurlijk. Ik zie mij, ik bedoel Benjamin al gaan.
    Vroeger zei ik overigens altijd: 'Ik wil ook wel eens wat.' Daarover gesproken: ik lust ondertussen wel een slokje water en mijn appel.
    ,,Kijk, een bankje," hoor ik naast me. Delen we toch weer één gedacht.
    ,,Het is misschien niet de mooiste plek, maar wel bij een prachtige tekst."
    Een prachtige uitsmijter, zou ik zeggen.

zaterdag 15 februari 2025

De app, de dobbelsteen en het stokje

We weten het, mensen vinden ons saai. Want iedere zondag wandelen is saai. Laten wij dáár nou anders in wandelen.
    ,,Waar zullen we onze benen eens strekken?”, klonk manlief vorige week. Zijn vraag verraste me. Zijn benen reikten van zijn love-seat tot mijn love-seat. Niet dat die seats zo ver uit elkaar staan. Ze staan in een haakse hoek bij elkaar. Manlief lag echter zo diep onderuitgezakt dat uit zijn seat komen een workout op zich leek.
    Oh ja, je leest het goed. Twee love-seats. We zijn de tijd van één seat voorbij gewandeld. Eén van ons moet er niet aan denken om de hele tijd iemand aan haar lijf te voelen en de ander wil alleen maar languit liggen. Kijk die lange poten.
    Geen zorgen, we vinden elkaar iedere avond in de hoek van onze bank en kijken samen een of andere serie. Straks Flikken Maastricht, spannend!

Aankleden
Eerst dit:
    ,,Waar zullen we onze benen eens strekken?”, vroeg Manlief dus.
    ,,Eigenlijk wil ik in de buurt blijven. Utrecht?” Hierop keek Marcel wat sloom uit zijn ogen. ,,Vind je dat saai? Vergis je niet. Utrecht verveelt nooit. Dat weet je.” Dat klonk als zijn wake-up call. Meneer hees zich getrainder dan ik verwachtte uit zijn seat. Hij stond al aangekleed en al bij de deur te trappelen, terwijl ik mijn wandelsokken nog van de waslijn ontknijperde, een dot extra leave-in in mijn haar kneedde en het kleinste kamertje nog even van binnen bekeek. Daarna trok ik mijn schoenen, jas en toebehoren aan en stond alles bij elkaar net op tijd buiten. Anders was Marcel opnieuw languit op zijn seat gezakt. Geen app die hem er dan uit kreeg.

App
Na een treinreisje en lunch, vonden we onszelf op de oude gracht terug.
    ,,Welke kant willen we op?”, vroeg ik waarop manlief links en rechts keek.
    ,,We zijn alle kanten al eens op geweest,” antwoordde hij, waarna hij zijn phone uit zijn jaszak peuterde. Hij ontgrendelt die en zei: ,,We staan voor de HEMA in Utrecht, gaan we links of rechts?”
    ,,Dat hangt af van waar je naartoe wilt,” antwoordde chatbot Gemini.
    ,,Nee, jij moet zeggen waar we heen gaan. Wij willen wandelen door Utrecht,” stelde Marcel helder.
    ,,In Utrecht kun je verschillende wandelroutes volgen. Bij de VVV…”
    ,,Nee!”, klonk Marcel resoluut. ,,Jij moet ons zeggen links of rechts te nemen.”
    ,,Dat hangt ervan af. Wil je een culturele, culinaire of historische route?”
    ,,Weet jij nou alles of niets?”, klonk Marcel boos en keek gefrustreerd naar zijn phone. ,,Geef me gewoon een richting. We hebben geen doel.”
    ,,Links,” klonk eindelijk.
    ,,Was dat nou zo moeilijk?”, verzuchte Marcel gericht naar zijn phone.

Dobbelsteen

Nadat Gemini ons twee keer links stuurde, lachte ik hard.
    ,,Nog één keer links en we staan weer voor de HEMA.”
    ,,Tot zover Gemini, ik ben door de gebruikstijd heen,” zei Marcel kijkend naar zijn scherm.
    ,,Steen-papier-schaar lijkt me geen optie. Hadden we maar een dobbelsteen,” opperde ik terugdenkende aan een eerdere wandeling met een dobbelsteen. Natuurlijk bestaat er een dobbesteenapp. Die downloadde ik en we spraken het volgende af: 1 en 2 is rechts, 3 en 4 is rechtdoor, 5 en 6 is links. Even later liepen we al dobbelend het winkelgebied uit. Heerlijk!
    Ja, ik bedoel maar, vinden jullie het ook altijd zo druk in de binnenstad? Het lijkt de A12 wel, daar is ook bijna altijd file. Al goed, we dobbelden door bekende straten en stegen. Waarbij we onverwacht uitkeken op de daken bij de Strosteeg. We ontdekten de Domtoren vanuit onverwachte hoek en ontdekten het huisnummer 1 is.

Stokje

    ,,Wacht even. De dobbelsteen zegt 4, maar kijk dat hek, hier links. Het staat open en mist een bordje VERBODEN TOEGANG. Ik wil daarheen,” wees ik en vond in Marcel een medewandelaar. Tot zover het dobbelen. Uit die app.
    We liepen het hek door en ontdekten de enorme plataan en kunstwerken in de Abraham Dolehof. We doolden en dwaalden van steeg naar steeg en van binnenplaats naar prachtig doorkijkje op de St. Catharinakathedraal. We staken de Lange Nieuwstraat over en ontdekten verderop de Bruntenhof. Zo liepen we door tot het Spoorwegmuseum en de wijk daaromheen. We zagen zoveel.
    En dan noemen ze ons saai? Echt niet, wij genoten!
    Trouwens, vandaag ontdekten we een nieuwe routeplanner: een stokje. Al schoppend wees de dikke kant ons op onbewandelde paden. Tot ik naast me hoorde:
    ,,Ik ben klaar met dat schoppen van dat stokje. Het is best vermoeiend wandelen.”
    ,,Blij dat jij het zegt: ik voel mijn heup. Kom we lopen naar de Kooikersplas. Die vinden we gemakkelijk zonder app, dobbelsteen of stok. Maar even iets anders: we missen nog een vakantiebestemming, wat denk je?
    App, dobbelsteen of stok?

zaterdag 25 januari 2025

Motorrijles

Met één familielid dat een date-behoefte kent, spreken we in huize Typisch van Valen nog wel eens over de vraag hoe je nou eigenlijk het best datet? Ik moet eigenlijk wel lachen. Wat weten de ouwgies met 34 verkeringsjaren achter zich nou eigenlijk over daten anno 2025? Wij dateten sowieso niet echt. Hoezo denken wij bij te kunnen dragen aan dit succesverhaal? We praten en denken echter vrolijk met zoonlief mee.

Motorrijden

Tot ik ineens bedenk dat we een vragenspel hebben. Hiermee bereiden we Benjamin goed voor op zijn eerstvolgende date. Ik open de spelletjes la en peuter het spel tussen andere spellen uit.
    ,,Tada, hier is VERTELL?S.” Ik duw de la dicht, open het doosje, draai me naar de tafel en pak de eerste kaart. ,,Wat heb je dit jaar niet bereikt dat je wel had willen bereiken?”
    ,,Mijn motorrijbewijs,” antwoordt Benjamin. Celine schrikt wakker uit het eigen wereldje.
    ,,Je motorrijbewijs? Echt?”
    ,,Ja, anders zeg ik dat toch niet?”, verduidelijkt zoonlief. Celine kijkt me ondertussen vragend aan.
    ,,Ja, Celine, ik wist hiervan. Benjamin vertelt mij wel eens dingen waar jullie niet bij zijn. En nee, ik juich niet. Ik vind het idee van zoonlief op een motor best eng.” Stiekem stel ik mezelf ietwat gerust met de gedachte dat hij al motorrijdend altijd zijn leren motorpak draagt. Hij hoorde ons echt wel 80.000.080 keer zeggen hoe suf wij motorrijders in spijkerbroek vinden. Dat klinkt overigens best wel als een goede titel: Motorrijder in Spijkerbroek.

Motorrijles
Ondertussen pakt Benjamin de volgende VERTELL?S vraag. Wij zitten er nieuwsgierig bij.
,,Waar zie je tegenop? Motorrijles.
Waar kijk je naar uit? Motorrijles.
Wat is je grootste wens? Mijn motorrijbewijs halen.
Waar is de tijd rijp voor? Motorrijles.
Hoe zorg je ervoor dat het komende jaar net zo goed, zo niet beter wordt dan vorig jaar? Met motorrijles.
Met welke slechte gewoonte wil je afrekenen? Met mijn motorrijbewijs niet hebben.”

Calisthenics
Je snapt het, we kennen de antwoorden op alle volgende vragen.
    Wat gun jij jezelf? Wat ga je doen of laten om je dromen waar te maken? Waar ga je meer tijd aan besteden? Wat ga je voor het eerst in je leven doen? Waar ga jij jezelf over een jaar mee feliciteren? Op welk gebied wil jij je ontwikkelen? Wat wil je volgend jaar, op dit moment, bereikt hebben? Wat ga je doen dat niemand van je verwacht?
    ,,Gewonnen! Alle antwoorden zijn motorrijles en -rijden gerelateerd. Ik ben zo goed,” zeg ik en steek er mijn tong bij uit.
    ,,Fout!”, roept Benjamin triomfantelijk. ,,Ik ga met calisthenics aan de gang.”
    ,,Kale-wat? Wacht, op welke vraag is dat het antwoord?”
    ,,De laatste.” Waarop ik net als jij even terugkijk naar die vraag.
    ,,Zo, dat is een verrassend antwoord,” zeg ik en schud mijn hoofd verrast.
    Vervolgens legt zoonlief uit dat calisthenics krachttraining is, waarbij vooral gebruikgemaakt wordt van het eigen lichaamsgewicht in plaats van machines en materiaal. Ha, dan heeft hij toch één groot voordeel op veel anderen. Hij weegt maar iets van 65 kilo.
    Ondertussen houdt Benjamin een foto onder mijn neus, waarop een man horizontaal aan een lantaarnpaal hangt. Ja, echt, de lantaarnpaal staat verticaal, de man hangt horizontaal en houdt de paal vast. Ik voel spontaan pijn aan mijn polsen. Sorry voor geen foto, ik vermijd liever gedoe met publicatierechten. Google zelf maar voor een foto ter illustratie.

Sacré-Cœur

Marcel keek over mijn schouder mee en merkt op:
    ,,Dus over twee jaar gaan we naar Parijs.”
    ,,Goed plan, op naar de trappen van het Sacré-Cœur,” zeg ik blij.
    ,,Hoezo?”, vraagt Benjamin met opgetrokken wenkies.
    ,,Om jouw kunsten te vertonen. Weet je nog die artiest die allerlei kunsten deed met een bal met als enige houvast een lantaarnpaal?”, verduidelijkt Marcel.
    ,,Oh ja. Toch maar niet. Ik pak er liever nog wat vragen bij,” lacht Benjamin. ,,Welke gewoonte van het afgelopen jaar neem je mee naar volgend jaar? Sporten,” klink hij resoluut.
    ,,Tja, motorrijles past daar niet, hè?”, lach ik.
    ,,Wat ga je het komende jaar doen voor je gezondheid? Meer sporten. Wanneer je volgend jaar terugkijkt naar je foto’s, welke staat er zeker tussen? Daarop zie je mij met mijn handen op het zadel en mijn hele lijf in zijn volle lengte boven de motor met mijn motorrijbewijs tussen mijn tanden,” klinkt hij trots.
    ,,Wauw, die foto wil ik maken,” zeg ik al vol bewondering.
    ,,Nog één vraag,” zegt Benjamin: ,,Wie of wat is jouw inspiratiebron?”
    Terwijl ik zijn antwoord afwacht loop ik al een beetje naast mijn slofsokken. Ik weet wat hij gaat zeggen? Let op, daar komt het mooiste woord van de wereld.
    ,,Mijn motorrijinstructeur,” klinkt Benjamin resoluut.
    ,,Oh,” mompel ik met vochtige ogen.
    ,,Oké, als hij of zij er niet was, dan was het mama.”