,,Waar gaan we vandaag eens wandelen?”, steeds met een spontane wij-wandelen-achter-onze-neus-aan-wandeling wordt beantwoord. Blijkbaar hebben we niet altijd meer zin in de voorgekauwde paaltjes of online wandelroutes in de natuur. We kiezen vaker voor cultuur en stad. Zeker nadat manlief een tip kreeg van een opdrachtgever:
,,Je kunt via het Krommerijnpark, over de Oosterspoorbaan, langs de Singel naar het Griftpark. Het is een wandeling in de stad, maar leidt van park naar park." Voor wie deze plaatsen niet kent, ze liggen allemaal in Utrecht, Stadsie waor!!!
Natuurlijk bekeken we dit idee op de kaart en zagen tot onze verrassing, dat het inderdaad een behoorlijk groene lint vormde. We gingen ervoor en besloten er een NS-wandeling van te maken met startpunt Station Utrecht Lunetten.
Lunet I
De start was daarmee het minst mooi, want we wilden vandaar uit naar de Koningsweg. We moesten het
spoor onderdoor, lieten daarmee Lunetten direct achter ons en liepen het Maarschalkerweerdpad op.
Let op: de fietsers fietsen er rakelings langs je heen, al loop je nog zo duidelijk op het gedeelte voor wandelaars.
Jaagpad
We liepen het fort voorbij om tot het Jaagpad te lopen. Ons idee was deze links op te gaan, de brug onderdoor en door het Krommerijnpark te lopen. Tot we op dat punt belandden en rechts keken.
,,Zijn we verplicht links te gaan als rechts ons roept?"
,,Nee," klonk rechts van me, waarop ik direct rechts het pad op liep.
,,Hoe ver is de eerste brug?”
,,Niet zo ver.”
,,Dan wacht het Griftpark maar wat langer, dit eerst.” Even verder op dat pad, besefte ik dat aan de overkant de parkeergarage van Stadion Galgenwaard lag. Ik besefte nooit eerder dat dit stukje natuur zo dichtbij dit bouwwerk kon liggen. Zo gaaf, lekker verrassend! Mijn wandeling kon al niet meer stuk. En voor me lag het leukste: lekker luieren in het Grifpark.
Bij de brug liepen we de Kromme Rijn over en via de andere kant weer terug. Nog even de ophaalbrug op de foto geslingerd en door.
Het volgende stukje over de Koningsweg was evengoed niet het mooiste gedeelte, maar aangekomen bij Fort Lunet I maakte voor mij alles goed. Nou ja, bijna alles. De brug naar het fort stond vol mensen, anders had ik er gestaan, kijkend door en met beide handen aan het hek, me afvragend wat er allemaal te zien was. Ja, ik ben nieuwsgierig en ja, forten boeien me.
We liepen het fort voorbij om tot het Jaagpad te lopen. Ons idee was deze links op te gaan, de brug onderdoor en door het Krommerijnpark te lopen. Tot we op dat punt belandden en rechts keken.
,,Zijn we verplicht links te gaan als rechts ons roept?"
,,Nee," klonk rechts van me, waarop ik direct rechts het pad op liep.
,,Hoe ver is de eerste brug?”
,,Niet zo ver.”
,,Dan wacht het Griftpark maar wat langer, dit eerst.” Even verder op dat pad, besefte ik dat aan de overkant de parkeergarage van Stadion Galgenwaard lag. Ik besefte nooit eerder dat dit stukje natuur zo dichtbij dit bouwwerk kon liggen. Zo gaaf, lekker verrassend! Mijn wandeling kon al niet meer stuk. En voor me lag het leukste: lekker luieren in het Grifpark.
Bij de brug liepen we de Kromme Rijn over en via de andere kant weer terug. Nog even de ophaalbrug op de foto geslingerd en door.
Kasteeltoren
De Kromme Rijn volgend kwamen we uiteindelijk uit bij de Oosterspoorbaan. Wat een gave plek. Ooit lag er een treinspoor. Bewijzen daarvan zijn de nog aanwezige bovenleidingen, de rails die hier en daar nog in de grond liggen en een stootblok. Voor de rest oogde het pad als een lint vol bloemen- en plantenpracht waar wandel- en fietspad gescheiden van elkaar de eigen ruimte hadden. We liepen over de baan tot we tussen de daken door een kasteelachtige toren zagen.
,,Ken jij die toren?"
,,Geen idee kom we gaan er naartoe." Hup daar namen we een D-tour om op de gok de weg naar dat gebouw of die toren te vinden. Op de gok liepen we links de wijk in; pas later beseffend dat de hoek die we maakten enorm om was, maar wel wat leuke opvallende kiekjes geschoten. In 'straattaal' liepen we de Oosterspoorbaan af, links de Abstederdijk in, vervolgens de eerste rechts. Dat was de Looierstraat, nooit van gehoord. nooit geweest, nu wel. Daarna rechts de Tolsteegsingel op, waar we ineens die toren en het bijbehorende gebouw zagen en moesten lachen.
Jarenlang reden we er voor langs op weg naar de kerk. Nu pas viel de schoonheid ons op, Koninklijk Caritas lnstelling de stad Utrecht (KCU) mocht er zijn. Google wilde er zoals gewoonlijk veel meer over vertellen, maar jij mag dat zo nodig zelf opzoeken, terwijl ik de leuke straatnaamborden met Nijtje vereeuwig.
Het gebouw, gezien namen we de eerste weg rechts, de Parallelweg en kwamen achter het gebouw op 30 meter van de Oosterspoorbaan uit.
,,Dus eigenlijk hebben we enorm omgelopen, want kijk, als we hier de straat in liepen, kwamen we achter het gebouw en daar is de poort die we net van de andere kant al zagen,” merkte ik op met een toontje van: lekker bezig.
Minstroom
Even later vroeg ik:
,,Marcel, ligt hier het Wilhelminapark dichtbij" Hij keek op de Maps van Google en zei:
„Beste wel, hoezo?”
„Ik ben daar nog nooit geweest, is het een volgende D-tour waard?"
,,Waarom niet? We kunnen gaan en staan waar we willen. Het Griftpark wacht wel."
,,Daar uitrusten kan ook een half uur later.”
Tot onze verrassing ontdekten we het wandelpad langs de Minstroom. Zo leuk! Daar kanoden we al een paar keer doorheen, met de wens dit pad eens te zoeken en bewandelen. Tada! Hier waren we.
We kozen dit pad tot we de Piet Heinbrug over moesten en liepen aan de andere kant over de Zonstraat verder. Tot aan de Homeruslaan, waar we links afsloegen. Alsmaar het water volgend.
Wilhelminapark
De Homeruslaan werd belachelijk snel de Mecklenburglaan, waar we de boel al evengoed snel voorbijliepen, want links wachtte ons de Nicolaasweg tot aan de Abstederdijk. Ja ja, die hoorde je al eerder langskomen. Het bewees alles van we-volgen-onze-neus, wat duidelijk niet de snelste, maar wel route touristique was. De mooiste dus, in onze ogen. Sowieso, de spontaanste.
We volgden het water tot we weer de Mecklenburglaan bereikten, gingen links en heel snel rechts en liepen de Rembrandtkade op. Daar bewonderden we de Sint-Aloysiuskerk. Jammer dat een paar grote bomen in de weg stonden. Nog jammerder; ik had mijn bijl niet mee.
Nog altijd het water volgend, bereikten we de Colignybrug, waar we links af over liepen, zo de Louise de Colignystraat in. Nu rechtdoor, waarna we zo het Wilhelminapark in liepen.
Het was druk! Het ene feestje na het andere werd gevierd. Versierde tafels, partytenten en muziek waren overal.
,,Zou het opvallen als we gewoon ergens bij gaan staan?”
,,Waarom zou je?”
,,Gratis drankjes, schatje!”
,,En hoe wil jij je aanwezigheid verklaren?”
,,Door te zeggen: Ik hoor bij de bruid.” Alleen zagen we haar niet. Toch maar niet gedaan.
We besloten de drukte te laten en namen het rustigste pad; de buitenrand tot we bij de grote vijver een vrij bankje zagen. Van waar we zaten bleef het leven achter ons en het water voor ons. Een goede plek om te pauzeren, met een appeltje en drankje.
,,Waarom zou je?”
,,Gratis drankjes, schatje!”
,,En hoe wil jij je aanwezigheid verklaren?”
,,Door te zeggen: Ik hoor bij de bruid.” Alleen zagen we haar niet. Toch maar niet gedaan.
We besloten de drukte te laten en namen het rustigste pad; de buitenrand tot we bij de grote vijver een vrij bankje zagen. Van waar we zaten bleef het leven achter ons en het water voor ons. Een goede plek om te pauzeren, met een appeltje en drankje.
Het park uit viel een muurtekst aan de Koningslaan op. Deze slingerde ik op de foto om vervolgens de andere kant op, de Oudwijk op te lopen in de richting van Rosarium Oudwijk. Hier plofte Marcel opnieuw op een bankje, waar ik een rondje Rosarium liep. Prachtig al die rozestruiken, bankjes en pergola’s.
Het Rosarium uitgelopen lonkte een volgend stuk groen. Het bleek, al lopend, een pad rondom Begraafplaats St. Barbara te zijn, en leidde ons langs een andere gedeelte van onze kano-vaarroute, vlak bij plas de Zilveren Schaats. Een ongelooflijk dicht stukje natuur dat naast de drukke Waterlinieweg lag. Door de natuur beseften we bijna niet waar we waren. De goede kant op kijkend zagen we vooral natuur en niet de volgespoten geluidswal.
We liepen verder langs het water, niet wetend waar het toe leidde, om aan het eind niet verder te kunnen dan terug of onder de Waterlinieweg door en maar zien waar we uitkwamen. Wij zijn niet van dezelfde-weg-terug types, dus vervolgden onze tour over het fietspad langs de Waterlinieweg en bewonderden even verderop de tegels in de Berenkuil. Een klus waar Marcel eens aan meewerkte. Ik verbaasde me er vooral over hoe diep de bussen onderdoor reden om zelf verder lopend en met moeite niet de rijen tegels tellend, de tunnel door te lopen richting de Biltstraat. Wie kent die niet van monopoly?
We kozen voor de eerste weg links, de Museumlaan in en helemaal uit, want daar lag de Maliebaan met de beeldenlaan. Vaak langs gereden nooit bij stil gestaan. Het werd tijd.
Het ene beeld volgde het andere. We lazen ieder bordje dat erbij stond. Ook weer iets waar manlief bij betrokken was. En eerlijk? Die bordjes lezend bij wel of geen mooi beeld, vond ik het van grote creativiloosheid getuigen dat een kunstenaar een werk maakt zonder titel of naam. Hoezo? Als iemand niet creatief genoeg is om een naam bij zijn werk te bedenken laat dan maar zitten. Ik noem verder ook geen namen, maar hé, ik pretendeer geen Maliebaanwaardig beeldmateriaal te maken en daar te stallen zonder naam. Ook niet met naam, maar dat is een ander verhaal.
De leukste kunstwerken deel ik even. Alhoewel bij de eerste foto ik niet het kunstwerk, maar de tekst op de sokkel het leukst vond. … and life (het hoekje om) just goes on… Zoals ook deze blog.
Aan het eind van de Maliebaan vervolgen we onze route rechts, de Maliesingel op tot de eerst brug links, de Herenbrug. Die liepen we over, de Herenstraat in, met in onze herinnering de vele voetstappen daar gezet toen we in het verlengde van deze straat naar de kerk gingen. Ooit…
We bereikten de Korte Nieuwstraat, waar we rechts richting het Domplein, de Domtoren en de Domkerk liepen. Bij de Domtoren viel ons op hoe gaaf de panelen er omheen nog waren. Geen spoortje graffiti stoorde het beeld. Het bestaat.
We liepen onder de toren door, de Zadelstraat in en door tot aan de Mariaplaats, staken de weg recht over en liepen Pandhof Sainte Marie in. Voel je de haast? Het was druk en we voelden zoveel onrust in hartje Utrecht. Het Pandhof was ondanks de vele mensen en alle bankjes die bezet waren een oase van rust. Tussen de gebouwen door liepen we richting de Mariahoek en kwamen opnieuw uit op de Mariaplaats.
We beseften dat het mooi was. We vervolgenden onze weg de Marga Klompébrug over, het Moreelsepark in tot we rechts het stationsgebied zagen liggen.
,,We nemen de roltrap,” hoorde ik naast me en knikte.
De roltrap deed het niet, we moesten de trap op. Zei ik dat we de drukte voelden? Dat was nog niets bij wat we voelden in onze benen. We waren klaar. Utrecht Centraal Station bereikt en kozen het hazenpad, oh nee, spoor 21. Lekker weer naar huis.
,,We nemen de roltrap,” hoorde ik naast me en knikte.
De roltrap deed het niet, we moesten de trap op. Zei ik dat we de drukte voelden? Dat was nog niets bij wat we voelden in onze benen. We waren klaar. Utrecht Centraal Station bereikt en kozen het hazenpad, oh nee, spoor 21. Lekker weer naar huis.
Oh wacht, helemaal het Griftpark vergeten.
Doen we die de volgende keer.
Tot de volgende tocht,
Ireen
ps. Route van bijna 10 kilometer zien? Klik hier