zondag 18 juli 2021

Grifpark

Onze wandelzin gaat onverminderd door, hoewel de vraag:
    ,,Waar gaan we vandaag eens wandelen?”, steeds met een spontane wij-wandelen-achter-onze-neus-aan-wandeling wordt beantwoord. Blijkbaar hebben we niet altijd meer zin in de voorgekauwde paaltjes of online wandelroutes in de natuur. We kiezen vaker voor cultuur en stad. Zeker nadat manlief een tip kreeg van een opdrachtgever:
    ,,Je kunt via het Krommerijnpark, over de Oosterspoorbaan, langs de Singel naar het Griftpark. Het is een wandeling in de stad, maar leidt van park naar park." Voor wie deze plaatsen niet kent, ze liggen allemaal in Utrecht, Stadsie waor!!!
    Natuurlijk bekeken we dit idee op de kaart en zagen tot onze verrassing, dat het inderdaad een behoorlijk groene lint vormde. We gingen ervoor en besloten er een NS-wandeling van te maken met startpunt Station Utrecht Lunetten.

Lunet I
De start was daarmee het minst mooi, want we wilden vandaar uit naar de Koningsweg. We moesten het
spoor onderdoor, lieten daarmee Lunetten direct achter ons en liepen het Maarschalkerweerdpad op.
    Let op: de fietsers fietsen er rakelings langs je heen, al loop je nog zo duidelijk op het gedeelte voor wandelaars.
    Het volgende stukje over de Koningsweg was evengoed niet het mooiste gedeelte, maar aangekomen bij Fort Lunet I maakte voor mij alles goed. Nou ja, bijna alles. De brug naar het fort stond vol mensen, anders had ik er gestaan, kijkend door en met beide handen aan het hek, me afvragend wat er allemaal te zien was. Ja, ik ben nieuwsgierig en ja, forten boeien me.

Jaagpad
We liepen het fort voorbij om tot het Jaagpad te lopen. Ons idee was deze links op te gaan, de brug onderdoor en door het Krommerijnpark te lopen. Tot we op dat punt belandden en rechts keken.
    ,,Zijn we verplicht links te gaan als rechts ons roept?"
    ,,Nee," klonk rechts van me, waarop ik direct rechts het pad op liep.
    ,,Hoe ver is de eerste brug?”
    ,,Niet zo ver.”
    ,,Dan wacht het Griftpark maar wat langer, dit eerst.” Even verder op dat pad, besefte ik dat aan de overkant de parkeergarage van Stadion Galgenwaard lag. Ik besefte nooit eerder dat dit stukje natuur zo dichtbij dit bouwwerk kon liggen. Zo gaaf, lekker verrassend! Mijn wandeling kon al niet meer stuk. En voor me lag het leukste: lekker luieren in het Grifpark.
    Bij de brug liepen we de Kromme Rijn over en via de andere kant weer terug. Nog even de ophaalbrug op de foto geslingerd en door.


Kasteeltoren
De Kromme Rijn volgend kwamen we uiteindelijk uit bij de Oosterspoorbaan. Wat een gave plek. Ooit lag er een treinspoor. Bewijzen daarvan zijn de nog aanwezige bovenleidingen, de rails die hier en daar nog in de grond liggen en een stootblok. Voor de rest oogde het pad als een lint vol bloemen- en plantenpracht waar wandel- en fietspad gescheiden van elkaar de eigen ruimte hadden. We liepen over de baan tot we tussen de daken door een kasteelachtige toren zagen.
    ,,Ken jij die toren?"
    ,,Geen idee kom we gaan er naartoe." Hup daar namen we een D-tour om op de gok de weg naar dat gebouw of die toren te vinden. Op de gok liepen we links de wijk in; pas later beseffend dat de hoek die we maakten enorm om was, maar wel wat leuke opvallende kiekjes geschoten. In 'straattaal' liepen we de Oosterspoorbaan af, links de Abstederdijk in, vervolgens de eerste rechts. Dat was de Looierstraat, nooit van gehoord. nooit geweest, nu wel. Daarna rechts de Tolsteegsingel op, waar we ineens die toren en het bijbehorende gebouw zagen en moesten lachen.
    Jarenlang reden we er voor langs op weg naar de kerk. Nu pas viel de schoonheid ons op, Koninklijk Caritas lnstelling de stad Utrecht (KCU) mocht er zijn. Google wilde er zoals gewoonlijk veel meer over vertellen, maar jij mag dat zo nodig zelf opzoeken, terwijl ik de leuke straatnaamborden met Nijtje vereeuwig.
    Het gebouw, gezien namen we de eerste weg rechts, de Parallelweg en kwamen achter het gebouw op 30 meter van de Oosterspoorbaan uit.
    ,,Dus eigenlijk hebben we enorm omgelopen, want kijk, als we hier de straat in liepen, kwamen we achter het gebouw en daar is de poort die we net van de andere kant al zagen,” merkte ik op met een toontje van: lekker bezig.

 

  
  

Minstroom
Even later vroeg ik:
    ,,Marcel, ligt hier het Wilhelminapark dichtbij" Hij keek op de Maps van Google en zei:
    „Beste wel, hoezo?”
    „Ik ben daar nog nooit geweest, is het een volgende D-tour waard?"
    ,,Waarom niet? We kunnen gaan en staan waar we willen. Het Griftpark wacht wel."
    ,,Daar uitrusten kan ook een half uur later.”
    Tot onze verrassing ontdekten we het wandelpad langs de Minstroom. Zo leuk! Daar kanoden we al een paar keer doorheen, met de wens dit pad eens te zoeken en bewandelen. Tada! Hier waren we.
    We kozen dit pad tot we de Piet Heinbrug over moesten en liepen aan de andere kant over de Zonstraat verder. Tot aan de Homeruslaan, waar we links afsloegen. Alsmaar het water volgend.

 

 

Wilhelminapark
De Homeruslaan werd belachelijk snel de Mecklenburglaan, waar we de boel al evengoed snel voorbijliepen, want links wachtte ons de Nicolaasweg tot aan de Abstederdijk. Ja ja, die hoorde je al eerder langskomen. Het bewees alles van we-volgen-onze-neus, wat duidelijk niet de snelste, maar wel route touristique was. De mooiste dus, in onze ogen. Sowieso, de spontaanste.
    We volgden het water tot we weer de Mecklenburglaan bereikten, gingen links en heel snel rechts en liepen de Rembrandtkade op. Daar bewonderden we de Sint-Aloysiuskerk. Jammer dat een paar grote bomen in de weg stonden. Nog jammerder; ik had mijn bijl niet mee.
    Nog altijd het water volgend, bereikten we de Colignybrug, waar we links af over liepen, zo de Louise de Colignystraat in. Nu rechtdoor, waarna we zo het Wilhelminapark in liepen.
    Het was druk! Het ene feestje na het andere werd gevierd. Versierde tafels, partytenten en muziek waren overal.
    ,,Zou het opvallen als we gewoon ergens bij gaan staan?”
    ,,Waarom zou je?”
    ,,Gratis drankjes, schatje!”
    ,,En hoe wil jij je aanwezigheid verklaren?”
    ,,Door te zeggen: Ik hoor bij de bruid.” Alleen zagen we haar niet. Toch maar niet gedaan.
    We besloten de drukte te laten en namen het rustigste pad; de buitenrand tot we bij de grote vijver een vrij bankje zagen. Van waar we zaten bleef het leven achter ons en het water voor ons. Een goede plek om te pauzeren, met een appeltje en drankje.


Waterlinieweg
Het park uit viel een muurtekst aan de Koningslaan op. Deze slingerde ik op de foto om vervolgens de andere kant op, de Oudwijk op te lopen in de richting van Rosarium Oudwijk. Hier plofte Marcel opnieuw op een bankje, waar ik een rondje Rosarium liep. Prachtig al die rozestruiken, bankjes en pergola’s.
    Het Rosarium uitgelopen lonkte een volgend stuk groen. Het bleek, al lopend, een pad rondom Begraafplaats St. Barbara te zijn, en leidde ons langs een andere gedeelte van onze kano-vaarroute, vlak bij plas de Zilveren Schaats. Een ongelooflijk dicht stukje natuur dat naast de drukke Waterlinieweg lag. Door de natuur beseften we bijna niet waar we waren. De goede kant op kijkend zagen we vooral natuur en niet de volgespoten geluidswal.
    We liepen verder langs het water, niet wetend waar het toe leidde, om aan het eind niet verder te kunnen dan terug of onder de Waterlinieweg door en maar zien waar we uitkwamen. Wij zijn niet van dezelfde-weg-terug types, dus vervolgden onze tour over het fietspad langs de Waterlinieweg en bewonderden even verderop de tegels in de Berenkuil. Een klus waar Marcel eens aan meewerkte. Ik verbaasde me er vooral over hoe diep de bussen onderdoor reden om zelf verder lopend en met moeite niet de rijen tegels tellend, de tunnel door te lopen richting de Biltstraat. Wie kent die niet van monopoly?


 

  


Beeldenlaan
We kozen voor de eerste weg links, de Museumlaan in en helemaal uit, want daar lag de Maliebaan met de beeldenlaan. Vaak langs gereden nooit bij stil gestaan. Het werd tijd.
    Het ene beeld volgde het andere. We lazen ieder bordje dat erbij stond. Ook weer iets waar manlief bij betrokken was. En eerlijk? Die bordjes lezend bij wel of geen mooi beeld, vond ik het van grote creativiloosheid getuigen dat een kunstenaar een werk maakt zonder titel of naam. Hoezo? Als iemand niet creatief genoeg is om een naam bij zijn werk te bedenken laat dan maar zitten. Ik noem verder ook geen namen, maar hé, ik pretendeer geen Maliebaanwaardig beeldmateriaal te maken en daar te stallen zonder naam. Ook niet met naam, maar dat is een ander verhaal.
    De leukste kunstwerken deel ik even. Alhoewel bij de eerste foto ik niet het kunstwerk, maar de tekst op de sokkel het leukst vond. … and life (het hoekje om) just goes on… Zoals ook deze blog.


 

Hartje Utrecht
Aan het eind van de Maliebaan vervolgen we onze route rechts, de Maliesingel op tot de eerst brug links, de Herenbrug. Die liepen we over, de Herenstraat in, met in onze herinnering de vele voetstappen daar gezet toen we in het verlengde van deze straat naar de kerk gingen. Ooit…
    We bereikten de Korte Nieuwstraat, waar we rechts richting het Domplein, de Domtoren en de Domkerk liepen. Bij de Domtoren viel ons op hoe gaaf de panelen er omheen nog waren. Geen spoortje graffiti stoorde het beeld. Het bestaat.
    We liepen onder de toren door, de Zadelstraat in en door tot aan de Mariaplaats, staken de weg recht over en liepen Pandhof Sainte Marie in. Voel je de haast? Het was druk en we voelden zoveel onrust in hartje Utrecht. Het Pandhof was ondanks de vele mensen en alle bankjes die bezet waren een oase van rust. Tussen de gebouwen door liepen we richting de Mariahoek en kwamen opnieuw uit op de Mariaplaats.
    We beseften dat het mooi was. We vervolgenden onze weg de Marga Klompébrug over, het Moreelsepark in tot we rechts het stationsgebied zagen liggen.
    ,,We nemen de roltrap,” hoorde ik naast me en knikte.
    De roltrap deed het niet, we moesten de trap op. Zei ik dat we de drukte voelden? Dat was nog niets bij wat we voelden in onze benen. We waren klaar. Utrecht Centraal Station bereikt en kozen het hazenpad, oh nee, spoor 21. Lekker weer naar huis.


  




 

 
Griftpark
Oh wacht, helemaal het Griftpark vergeten.
    Doen we die de volgende keer.


Tot de volgende tocht,
Ireen

ps. Route van bijna 10 kilometer zien? Klik hier





zaterdag 10 juli 2021

Rugzak

Nieuwtje: Ik heb een rugzak!
    Zo dat is er uit en lucht op zeg. Je hebt geen idee hoe fijn ik het vind dat eens gezegd te hebben. Voor de rest is het oud nieuws voor wie mij dagelijks lopend aantreft. Ik heb ‘m al zo lang, niet deze, maar een rugzak. En zie je ‘m niet? Dan zit ie verstopt. Weet je waar?
    In mijn fietstas, waarvan iemand ooit zei:
    ,,Fietstassen zijn zó burgerlijk.” Ik dacht: boeie! Voor jou burgerlijk, voor mij onmisbaar. Kwam ik er een paar maanden later achter dat zij ook fietstassen had. Mijn rugzak zakte er van af, zo de fietstas in. Ik dacht: geen oordeel, gewoon laten zijn.

Blijvertje
Wel draag ik die rugzak vaak op mijn rug, want eens op mijn rug zit ie niet in de weg. Wat bijna klinkt alsof ik ‘m bij het aankleden op mijn rug hang en pas ’s avonds voor het douchen weer af doe. Oh boy, nee! Ik ben gek, noem me burgerlijk, maar zo debiel ben ik niet. Geloof het of niet, hij gaat alleen mee en dan ook altijd, als ik het huis verlaat. Zie je mij, zie je de rugzak. Ik moet ‘m eigenlijk een naam geven, dat verdient ie. Wie denkt er mee?
    Nou zeg ik wel dat ik ‘m altijd meeneem; dat is niet waar. Ik ben een grote liegbeest. Voor een kort rondje-er-om-heen of bij een snel heen-en-weertje, wil ik wel eens mijn mini tasje ‘Pixel’ meenemen. Daar kreeg ik afgelopen week zo’n spijt van. Ik bedacht spontaan om even naar Kasteel Schonauwen te wandelen, maar verlangde onderweg naar paracetamol, had ik niet bij me. Ik kreeg last van hooikoorts, geen zakdoekje mee. Mijn haar hing los in mijn nek en wilde ik opsteken, haarklem zat er niet in. En het ergste? Bij kasteel Schonauwen bleek het hek hermetisch gesloten. De enige oplossing die ik bedacht kon ik niet uitvoeren: er zaten geen pen en papier in Pixel. Ik kon geen briefje achterlaten. Wat voor nep-schrijver ben ik dan?
    Liep ik helemaal voor niets 37 minuten heen en hetzelfde terug. Oh nee, ik genoot enorm van de wandeling!

EHBOtas
Vraag dus niet waarom ik altijd mijn EHBO-kit bij me heb. Denk naast bovengenoemde aan een nagelknipper, hand- en haarcrème, maandverband dat ik al lange tijd niet nodig heb, maar waar anderen wel om vragen, een veiligheidsspeld, schaartje en zakdoekjes voor de ongelooflijk vele emoties van de laatste maanden, een kotstasje, mijn zonnebril, pasjes, de buitenboord batterij met oplaadsnoer en zo meer. Er staan best persoonlijke dingen tussen hè? Viel het kotszakje extra op?
    Daar begon het dragen van de rugzak mee.
    
Duizelingwekkend
We schrijven het jaar 2005. Een arts ontdekte dat ik de ziekte van Ménière had, wat toen betekende dat ik op de meest onverwachte momenten flinke duizelingen kreeg en dus binnen no time van ellende omviel en kotsmisselijk werd. In de sportschool tijdens de leg-press; in de kerk tijdens een gebed; in de Appie als ik net de appels woog; in het park aan het water; ik kon maar zo gaan duizelen om in afwachting van mijn lief een plastic zak en keukenrol als noodoplossing (in plaats van een emmer) te gebruiken. Het is alles bij elkaar de reden dat ik altijd mijn rugzak bij me heb, ik wil dingen bij me hebben als het mis gaat. Met dit verschil: Ménière is al jaren onder controle. De rugzak blijft. Vooral ook omdat anderen bewezen dat er hulp uit kwam:
    ,,Irene, heb jij een veiligheidsspeld?”, vroeg mijn schoonmoeder eens.
    ,,Tuurlijk!” Ik diepte ‘m op.
    ,,Jij hebt echt alles bij je.”
    ,,Tja, ik ben een mum hè, kinderen hebben altijd een pleister, paperclip of maandverband nodig.”
    ,,Paperclip?”
    ,,Ja, die kwam ik van de week tegen en dacht: dat kan ook wel in mijn tas. Je weet maar nooit, hoe ik er eens iemand mee help.”

Maxi-tampon
Ander nieuwtje: Ik heb behoorlijke nekklachten en grote vriend de kipboer kreeg dat door.
    ,,Waarom draag jij ook altijd die zware rugzak?”
    ,,Nou, gewoon omdat! Voor werk? Omdat ik ‘m graag mee neem? Wie vroeg laatst om paracetamol?”
    ,,Ja ja, geef hier, dan zet ik ‘m in mijn kast en kun jij zonder die ballast naar de Appie.” Hij hield zijn hand dwingend op. Ik liet de rugzak van mijn rug glijden.
    ,,Wat als ik daar binnenloop en plotseling iets nodig heb?”
    ,,Als jij een tampon nodig hebt bel je maar, dan breng ik ‘m. Dan loop ik de Appie in en roep: ‘Irene, hier is je tampon!’”
    ,,Ik zie je al lopen met een maxi-tampon hoog in de lucht.”
    ,,Ik krijg er al zin in.”
    ,,Ik ook, ik ken je dan gewoon even niet en hoop dat de andere Irene er is. Zij kijkt vast nietsvermoedend op, sta jij tegenover haar.”

zondag 4 juli 2021

Rosandepad Oosterbeek - een must go

 Belachelijk veel foto’s en vier uur wandelen later zei ik:

    ‘Het Rosandepad in Oosterbeek is schitterend.’ Wij vonden 'm hier. Ik noem het voor mezelf een trage tocht, want iedere paar minuten stopten we voor een foto of meer, waardoor deze wandeling veel tijd in beslag nam. En wat dacht je van twee flinke pauzes? Weet je wat? Wandel lekker de route mee via deze blog en kijk of je  me binnenkort in de voetsporen volgt.

Picknick
Wij kwamen op lunchtijd aan en wisten Park Hartenstein bij het startpunt. De mini-picknick werd meegedragen en de zoektocht naar een lekker zitplekje gestart. Die vonden we snel, tot ineens van achter de struiken vandaan, een oudere dame in dezelfde richting tussen ons en het bankje liep. Ik zei lacherig:
    ‘Als ik nu een sprintje waag, win ik,” maar zo asociaal ben ik niet. Deze dame, die slechter ter been was dan ik, nam plaats op het bankje. Wij liepen door, wat een fantastisch plan bleek, want we vonden een ander bankje in de schaduw met uitzicht op een paar bijzondere uitheemse bomen: twee enorme Mammoetbomen en een paar Cypressen. Echt indrukwekkend.

  

Wandelstart
Nadat de lunch op wonderlijke wijze verdwenen en mijn buik er vol van was, zetten we onze wandeling in. Het begon met een verwijzing naar de Hemelse berg route. Dat voelden we, we liepen al snel heuvel op. Voor de rest baadde het bos in de zon, waardoor het een hemelse tocht was: lekker licht en zonnig, maar vooral door de bomen lekker koel.
    Al snel wachtte de gedenkzuil voor echtpaar Kneppelhout-van Braam ons op. De zuil was een blijk van dankbaarheid voor wat het echtpaar betekende voor Oosterbeek. Meer hierover vind je hier
    Even verderop stond een heel aparte vork in de weg. We vermoedden dat het een Cypres was, ons verstand van bomen en planten is niet om over naar huis te wandelen. Hoe dan ook stond die boom er gevorkt bij.

 

Waterpartijen
Tot bruggetjes afwisseling in het landschap toonden. Het waren er niet weinig, net als het aantal beekjes dat in het bos stroomde. Het maakte deze wandeling met, voor mijn gevoel, nog amper een kilometer op de teller al bijzonder. Hier kwamen bos, water, bruggen, wonderlijke bomen, zon en warmte elkaar tegen.
    We liepen op een watervalletje af, waarna ik ineens zag dat een hele rij watervalletjes elkaar opvolgden. Aan het begin, of bovenaan, stond een granieten boog. Op de site van wandeleninoosterbeek.nl zeggen ze dat het herinnert aan een fontein die in de bovenste vijver stond. Jammer dat die er niet meer is.



Grothuisje
We volgden de beek heuvel af en ontdekten even verderop een grothuisje. Hoe leuk dat gezin dat rustig onderaan de trap zat te eten. Toen wij voorbijliepen, off stairs, bood mams haar excuses aan.
    ‘Geen zorgen,’ zei ik, ‘Jullie zitten zo relaxed. Ik maakte een foto voor een blog, dat wel, maar hé, zolang ik jullie namen niet weet, kan het toch geen kwaad?' Stiekem was ik jaloers, want dacht met heimwee terug aan de tijd dat wij als gezin de bossen onveilig maakten. Dat is voorbij… Snel door voordat ik een tissue nodig heb.
    Bij het grothuisje ontdekten we een waterval waar we achter langs liepen en verkoeling vonden, hoewel ik het water niet fris vond ruiken. Aan de overkant op de heuvel lag Tuin de Lage Oorsprong. Het blijkt een tuin/kunst/orangerie complex te zijn. We liepen er voorbij, want de ingang lag elders. Bovendien zou een bezoek aan deze tuin einde wandeling betekenen. Geen krul op mijn hoofd die daar aan dacht! In het voorbijgaan zagen we een ensemble zich voorbereiden op een muzikale bijdrage in de tuin.
    ‘Jammer dat we te vroeg hier voorbij lopen, anders hadden we even kunnen luisteren,’ opperde mijn man terecht.
    ‘Wat ik thuis in ieder geval even doe is grote wijsneus Google vragen naar deze tuin, want het trekt me.’

 

 

Afwisselend
Verder wandelend kwamen we op een plateau, dat een uitkijkpunt vormde vanaf de Hemelse berg. We namen de trappen naar beneden en vervolgden de route via paden langs weilanden en bos. Het moet gezegd, zomaar tussendoor. Deze wandeling is enorm afwisselend.
    We wandelden maar zo een volgend park in. De Gielenbeek stroomde er, maar of het park daarnaar genoemd was, weet ik niet. De netheid van de aangelegde natuur was een welkome afwisseling.        Doorwandelend volgden waterpartijen elkaar op. Tot we een stukje bebouwde kom van Oosterbeek schampten en via smalle paadjes langs het dorp af, zelfs een vlonder pad bewandelden, het prachtig, pittoreske, kleine Oude Kerk van Oosterbeek ontdekten. We liepen er alle kanten omheen en hielden er pauze onder een boom. Mijn radijspauze, voor wie het interessant vindt.

 

 

  

 

Uiterwaarden
Vanaf hier liepen we een heel ander gebied in, de uiterwaarden van de Neder-Rijn. Het was daar dat ik me afvroeg: Waarom heet dit pad eigenlijk het Rosandepad? Nu weet ik dat waar wij liepen de Rosandepolder heette en verderop ontdekten we een bord waarop stond dat in het hoge gras en onzichtbaar ooit kasteel Rosande stond.
    ‘Vandaar!’, klonk ineens in de polder. Waarbij we richting de rivier wandelden, over een camping stapten en er weer af een bordje zagen met: ook in de winter.
    ‘Wat ook in de winter? Tandenpoesten? Voeten vegen? Kruimels van de grond vegen?’ Ik hoopte er verderop achter te komen aan de hand van een ander bordje, maar daar stond geen tekst op. Dus wat dan ook, moet ook in de winter. Lekker duidelijk.



Huwelijksaanzoek
Midden in het landschap kruiste de spoorbrug. We merkten beide op dat het niet eens stoorde. We vonden ‘m alleen niet roestig genoeg. Dat cortenstaal dat we vaak tegen komen vinden we wel wat. Deze brug was gewoonweg te netjes. Al goed, we liepen er onderdoor en vervolgden onze weg.
    Tot we bij een meer aankwamen en direct één dingen deden: we trokken onze schoenen en sokken uit om pootje te baden. Heerlijk even pauze houden op een bankje aan het water en bij een heel aparte strandtas. Na deze pauze liepen we verfrist verder langs de plas. Waarna we eerdergenoemd bord met informatie over kasteel Rosande ontdekten. We zwaaiden even later naar een kameel en zagen op de spoorbrug de tekst: Els wil je met me trouwen?
    Manlief was ooit schilder en bekeek het werk grondig om te beoordelen hoe de tekst geschilderd was. Hij vermoedde vanaf de grond met een hele lange roller. Daarom respect. Bij mij speelde alleen deze ene vraag:
    ‘Els, zei je ja?’



 

Bedstee
We vervolgden onze weg door landerijen en een wijngaard en wandelden via een waterval en nog een meer het bos weer in langs het prachtig Landgoed Mariëndaal af. Hier opperde mijn man:
    ‘Degene die deze route heeft gemaakt, dacht: daar is een bruggetje, daar wil Irene heen.’ Daar liepen we, er overheen. De zoveelste brug, de zoveelste beek en het verveelde niet. Op naar de Groende Bedstee, zoals de tunnel van bomen op het landgoed worden genoemd. Een bijzondere tunnel van bomen met takken die alle kanten op kronkelen, maar vooral mooi en sprookjesachtig. Ik voelde me een prinses... in mijn jurk en wandelschoenen. Heel sexy.





Laatste loodjes
Vervolgens wandelen we een helling op tussen weilanden door. Bovenaan de heuvel stond een stenen tafel. Ik vond het wel wat voor thuis, maar het verplaatsen was ondoenlijk, daarbij paste het niet in de rugzak. Ach ja, het stond verder niet in de weg.
    Bij een weiland trof ik een koe die ons een zoentje stuurde. Ik geef het door aan jou en wandelde ondertussen recht op een theekoepeltje af. De route verliep verder langs beukenlanen naar Oosterbeek waar we de militaire Airborne begraafplaats naderden. We hielden stil, in respect om de gevallenen. Waarna we via een stuk door Oosterbeek onszelf terugvonden in Park Hartenstein.
 


Gedag
De wandeling was rond. Goed aangegeven aan de hand van paaltjes. Geen spijt, het was lang, we liepen 'm langzaam, maar zo genoten. Wij zeggen: doen!

Tot wandels,
Irene