zaterdag 31 oktober 2020

Waterpark Lankheet

Even op adem komen, tot onszelf, weg van alle verplichtingen. Zo dacht Marcel een paar weken geleden toen hij opmerkte dat ik een beetje doordraaide. Hij kent mijn behoefte aan rust en ruimte tegen zijn wensen van alles-samen-doen in. Hij gunt mij die ruimte en tijd. Het valt van maandag tot vrijdag ongeveer tussen 07.30 en 17.00 uur, wanneer hij werkt en mij thuis achterlaat. Zo heeft hij geen last van mijn alleen-willen-zijnerig-heid en ben ik bij thuiskomst weer helemaal het, ofwel zijn vrouwtje.
    Tot corona de wereld en mijn kinderen stil zette en één van hen fulltime thuis zit en werkt aan zijn thuisstage en YouTubekanaal. De andere is zeker vijf dagen per week thuis, dus… zoek ik mijn plekje in een huis vol leven. Waar?
    Buiten! De tijd van alleen thuis zijn, blijkt echt voorbij te zijn.
    Heeft iemand een zakdoekje?

Vakantiehuisje
Terwijl ik mijn tranen droog, zoekt manlief een vakantiehuisje. Hij vraagt al snel:
    ‘Wil je liever naar Zuid Limburg of zee?’
    ‘Pfoe, zee vind ik wel leuk, maar de herfstkleuren snuiven in Zuid Limburg lijkt me fantastisch.’
    ‘Goed, we gaan naar Enter.’
    ‘Waar?’
    ‘Dat ligt bij Almelo.’
    ‘Oké, logisch na je eerste vraag. Als er maar wel een openhaard is.’
    ‘Meid, jij krijgt er een sauna bij.’
    ‘Jippie wanneer gaan we?’
    ‘Dit weekend!’ Zie me zitten in huisje 1 op Landal Landgoed De Elsgraven. Eens wat anders dan huisje 1420.

Zonnig
Ondertussen weten we dat de Elsgraven een riviertje is. Ik wandelde er al twee keer rondom. Gisteravond samen en vanochtend na het wakker worden alleen, koeien en schapen begroetend.
    Om vanmiddag in navolging van de blog van instagrammers Westphilwandelt naar Waterpark Lankheet en de Oostenpolder Watermolen te rijden. Hun blog toonde zulke mooie plaatjes, die wilde ik eigen-oogig zien. Het begon al goed met een volle parkeerplaats. Logisch, want voor de rest van het weekend klaagt iedereen hetzelfde liedje: regen, regen, regen. Met vandaag als beste dag, is iedereen buiten. Ik moet die weermuppets eens omkopen en vragen slecht weer te voorspellen op een prachtige dag. Lijkt me heerlijk dan ergens alleen te zijn.

Vliegenzwam
Afijn, we parkeren de auto vlakbij de Watermolen, waar de route iets vandaan ligt. Boeit het of we nou 9 of 12 kilometer lopen? Nope, het gaat om wandelen. Wel heel vervelend dat mijn rugpijn niet weggaat ondanks een flinke dosis pijnstillers. Ik spreek mezelf toe:
    'Niet zeuren, lopen.' Gelukkig incasseer ik al bij het beginpunt verrassing nummer 1. Eindelijk vond ik een wanneer-vind-ik-nou-eens-een-rood-met-witte-stippen-paddenstoel. Allerlei andere vind ik bij bosjes, nu eindelijk deze en in verschillende gedaantes ook nog.

Schoten
Ik blij! Voor even, want wat jij mist is dat al vanaf het begin van de wandeling er onafgebroken schoten klinken. Omdat we niet alleen zijn in het bos, ben ik niet zo bang, hoewel het soms wel dreigend dichtblij klinkt en ik toch vooral mijn afscheidsspeech voorbereidde. Die vindt je onderaan de blog. En weer klonken schoten:
    ‘Marcel? Ligt hier een militair oefenterrein?’
    ‘Geen idee.’
    ‘Hebben ze hier een vogelplaag?’
    ‘Zou het niet weten.’
    ‘Waarom denk jij eigenlijk dat ze hier schieten?’
    ‘Hoe moet ik dat weten?’
    ‘Omdat jij altijd alles beter weet. Waarom nu niet?’

Superwoman
Even verderop, de zon vol in ons gezicht, mijn jas open en mijn das af zien we een bankje in de zon onder een kalende boom. Echt een plek voor ons. Ik ga zitten waarbij ik een kreetje van pijn uitkraam.
    ‘Je moet even gaan hangen.’ Marcel hangt wel eens aan de stijlen in het trapgat, daarmee maakt hij (volgens eigen wijsheid, denk ik) ruimte tussen zijn wervels en heeft hij minder rugpijn, als hij het al heeft.
    ‘En waar denk jij dat ik wil hangen?’
    ‘Aan deze boom.’ Er hangt inderdaad een tak mooi over het bankje heen.
    ‘Til jij me dan even op, dan ga ik hangen.’ Op het moment dat hij me optilt en ik de tak beetpak voel ik een pijnscheut in mijn schouder. Ik brokkel af. 
    ‘Dit is geen goed plan, zet me maar neer.’ Meneer de sportbabe geeft niet op.
    ‘Je moet de Quad Superman doen.’ Hij wil maar dat ik ruimte creeer in mijn rug.
    ‘Jij ziet me al met mijn redelijke nieuwe broek op handen en voeten in de hei staan?’
    ‘Nee, op het bankje. Die is schoon.’ Hij legt alles opzij. Daar ga ik!
    ‘Quad Superwoman in opleiding,’ roep ik uit. Alles ten spijt. Het helpt geen moer.

Fazant
We lopen verder onder het blijvende geluid van schoten.
    ‘Even GoogleMaps checken op een militair oefenterrein.’ Waarbij Marcel duidelijk ergens anders is met zijn gedachten:
    ‘Aangezien het eten hier niet uit de lucht komt vallen: wat eten we vanavond?’
    ‘Tja, wat denk je van…’ Schot, pfiew, boem!
    ‘Valt daar nou zo een fazant voor onze voeten? Het eten valt hier wel uit de lucht.’
    ‘Wacht ik zoek zo even op hoe ik fazant lekker maak, eerst dat militaire oefenter… Oh het is een kleiduiven vereniging. Waar ligt die fazant?’ Marcel bukt en raapt iets op.
    ‘Oh wacht het is een schoteltje.’
    ‘Was een vliegend schoteltje!’

Nieuwsflits
    Ben ik zomaar op 841 woorden. Ik moet schrappen, maar heb juist nog meer te vertellen. Is dit einde blog?
    Ja, voor wie er genoeg van heeft.
    Nee, voor de diehards, de echte fans, de meegenieters. Kom, we wandelen verder. Het is niet ver meer.

Getetter

Ondertussen zijn we ver over de helft. Ik verheug me steeds meer op het steppingstonepad dat ergens in deze tocht verstopt zit. Zo ongeduldig als ik word, liggen ze daar ineens aan onze voeten. Zei ik al dat het druk was? Oh ja de P was vol. Nou, iedereen, vooral twee gezinnen, zijn hier waar wij zijn. Jammer, want soms kom ik op een magische plek waar ik heel graag even helemaal alleen ben. Dan wil ik ronddraaien, kijken en genieten van de verrassing en geen last hebben van tetterende kleine kinderen aan de ene kant en een gillend doerakkie aan de andere kant.
    Soms heb ik gewoon geen zin in kleine kindjes. Ik heb niet voor niets grote!

Turnarounder
We vervolgen ons pad en komen bij een brug met één zeer nadrukkelijke regel: Fietsers afstappen. Ik wandel relaxed over de brug en bekijk aan de overkant de reflecties in het water. Ik hou van reflecteren. Nee, niet op mezelf, dat brengt me nergens. Ik zie graag wat het water toont aan turnarouders, wat mijn insta- en facebookvolgers al weten.
    Precies op het moment dat ik een foto wil maken, racet een wielrenner zo snel de brug over dat mijn:
    ‘Afstappen!’ door niemand anders wordt gehoord dan Marcel en mij.
    ‘Jij zou natuurlijk afstappen,’ zegt mij lief zelfvoldaan. Hij kent mij.
    ‘Nee!’ Weg zelfvoldaanheid.
    ‘Dan zijn we nu gezakt als perfecte koppel.’
    ‘Hoe dat zo?’
    ‘Nou, in de Libelle…,’
    ‘Lees jij de Libelle?’
    ‘Ja, als ik een interessant artikel zie. Deze ging over de beste relaties.’
    ‘Gewonnen! Dat zijn wij natuurlijk.’
    ‘Ja, want blijkbaar zijn de mensen die veel knuffelen het meest gelukkig met elkaar.’
    ‘Kom hier, dat ik je knuffel!’
    ‘Nee, want ineens blijkt dat ik je niet genoeg ken. Ik zou toch durven wedden dat jij van je fiets afstapt bij zo’n bordje.’
    ‘Ach schatje, zo braaf was ik vroeger. Alleen met ander gespuis op de brug zou ik afstappen. Waarom anders?’ Mijn man kijkt sip.
    ‘Dus jij zit in het criminele circuit? Jij beland nog eens in de goot.’
    ‘Ja, schatje, elke nacht beland ik in de goot tussen jouw en mijn matras.’

Geweren
Om even verderop gewandeld, mannen te ontmoeten met geweren aan hun armen.
    ‘Goedemiddag!’, spreek ik ze vriendelijk aan. Eerder op onze wandeling werden we vriendelijk begroet door een heel stel jongeren. We waren daarvan onder de indruk, mooi niet dat aan de rand van de Randstad jongeren ons oudjes begroeten in het bos. Hier in Twente wel. Nu begroet ik deze mannen, wat ik nooit zou doen als Marcel er niet bij was. Wie weet is er een enge bij.
    ‘Goedemiddag,’ groeten ze terug.
    ‘Zijn jullie de mannen die al dat geschiet veroorzaakten?’
    ‘Nee, mevrouwtje, hoe komt u daar nu bij?’, zegt er een en drukt zijn geweer wat steviger in zijn elleboog. Ik geloof er niets van.
    ‘Oh, goed dan. Fijne dag verder.’ We lopen snel door en Marcel merkt op:
    ‘Geloof jij ze?’
    ‘Nee, natuurlijk niet. Ik ben wel blond, maar niet gek.’
    ‘Schatje, je wordt grijs.’
    ‘Ja boeie. Ik vind ze stom, ze konden op een foto in mijn blog. Maar ja, zij schoten niet.’
    Klinkt er ineens een schot achter ons!

Afsluiter
Het bleek de inleiding naar mijn laatste shot, want bijna aan het eind van de wandeling komen we bij een waterboog. Een kunstwerk, maar wat een cadeau. Moet je zien, hoe de zon van achter de wolken precies in die boog ons gedag zegt.
    Zeg ik het bij deze ook. Gedag!









zaterdag 24 oktober 2020

Regendans

De drempel is hoog. Toch weet ik dat ik straks thuis kom en zeg:
    ‘Dat was heerlijk. Ik voel me topf*!’ Daarom schop ik mijn sloffen van de voeten en wissel die in voor sokken. Vervolgens prop ik mijn voeten in mijn stappers, strik de veters, grijp mijn rode jas van de kapstok, steek mijn armen in de mouwen, sluit de knopen, pak daarna mijn regenjas en trek die over mijn winterjas aan. Ik verstop mijn krullenkop onder de capuchon, steek het stekkertje van mijn oortjes in mijn phone, zet het beste nummer van Beste Zangers 2020, Sanne's "Door de wind, door de regen" aan en laat de phone in de binnenzak van mijn regenjas glijden. Ik ben klaar en stap naar buiten. De regen in de straten door.

Eerder postte ik deze foto met tekst: 
Het is echt 
Het is waar 
Het is een feit 
Het is me wat 
Herfst 
Natter vind ik niet zo erg 
Kouder wel 
Blèh! 



Krabbel 
Waarop uiteraard reacties volgden. Eén vriendin zei:
    ‘Voor mij andersom. Nat haat ik, op kou kan ik me kleden. En vandaag en gister zon en weinig wind, heerlijk.’ Daar krijg ik geen regendruppel tussen, hoewel ik als ik het voor het zeggen krijg, temperaturen rond de 23 graden verkies met daarboven een blauwe lucht, veel ruimte voor de zon en een zacht briesje rondom ons. Regen valt ’s nachts en kou verdwijnt in de prullenbak.
    Geef me een pen! Waar mag ik die krabbel zetten?

Kou
Geen zorgen, net als andere feestjes, gaat ook dit feestje niet door. We hebben het weer en andere zaken totaal niet in onze macht. Corona heeft dat eens extra duidelijke gemaakt. Wie heeft die walgelijke grap aan zien komen?!
    Waar ik op terug kan komen is de reactie van die vriendin.
    ‘Op kou kan ik me kleden.’ Zij misschien wel, ik niet. Eenmaal koud, warm ik moeilijk op. Het is verschrikkelijk en ongezellig. Vraag me niet hoe ik dan toch geniet van een flinke regenbui, want dan ben ik niet alleen nat, maar ook koud.
    Klopt! Het enige dat je dan hoort is geklaag over de kou. Niet over de nat. Het nat gaat uit, in de wasmachine en droge kleren weer aan. Ik kan alleen niet zeggen dat ik het warm krijg. Ik krijg mezelf niet gekleed tegen kou. Wat misschien verklaard werd door een vrouw die ik interviewde. Kou schijnt een bijverschijnsel te zijn van fibromyalgie. Ben ik dan klaar mee. Geef me mijn deken en een kruik!

Krullenbol
Nog iets later schrijft dezelfde vriendin:
    ‘Ik dacht dat je niet van nat hield vanwege je krullenbol.’ Daar zit een flinke dosis waarheid in. Mensen mogen niet aan mijn haar komen en mijn haar mag niet buiten de deur nat worden. Ik schreef aan het begin al dat ik de krullen onder de capuchon verstopte. Daarmee is ook mijn gehoorapparaat gelukkig, want die heeft een nog grotere hekel aan regen dan die vriendin. Noem het maar een allergie.
    Natuurlijk kan ik een paraplu mee sjouwen, maar hé, mijn armen hebben een hekel aan dat vasthouden. Geloof me lieverdjes, ik heb serieus nagedacht over al deze zaken en heb voor mij goed geldende redenen om te wandelen in de regen. Het is heerlijk!

Zorgeloos
    Ondertussen was ik al aardig verzopen en belde een vriendin.
    ‘Waar ben jij?’
    ‘Buiten aan de wandel.’
    ‘En jij dan?’
    ‘Ik sta op de parkeerplaats bij de wink… Oh, Irene weet je wat ik zie?’
    ‘Een olifant die op een skateboard voorbij rijdt?’
    ‘Nee, ik zie een klein meisje dat aan komt hollen en in de plassen stampt. Echt zo schattig. Ze huppelt heen en weer, steeds weer door de plassen. Zo zorgeloos, zo lief. Echt je moet dit eens zien.’

Dansen
Ik had het graag gezien, maar dacht even na. Stampte ik als kleine meid in de regen? Voelde ik me zo vrij en blij? Ik voelde een rilling. Mijn herinneringen van mij als kind zijn van ver na mijn vijfde jaar. Alles daarvoor ben ik kwijt, tot mijn tiende zie ik flarden van herinneringen en over mijn tienerjaren weet ik weinig goeds te zeggen. Ik wil het niet over doen. Ik werd enigszins gepest, meer nog genegeerd. Waar meisjes me niet goed genoeg vonden, trok ik op met jongen die me wel accepteerden of met meisjes die net als ik afweken van de perfectienorm. Ik was in some way een eenzaam meiske, met vreselijke krullen. Nee, ik zie me niet dansen in de regen.

Stampen
Verander ik gewoon even het gesprek met mijn vriendin:
    ‘Irene, ik zie een meisje dat aan komt hollen en in de plassen stampt. Echt zo schattig...’
    ‘Kijk eens goed, heeft ze krullen en een rode jas aan?’
    ‘Ja!’
    ‘Kijk eens beter. It’s me. Het is heerlijk! Ik durf nu kind te zijn, een gelukkig kind.’
 

* topf (niet door mij bedacht) zou een blog op zich kunnen worden, maar het is een combi van top en tof. Het is net als knusje (wel door mij bedacht), een kusje en knuffeltje in één. 

zaterdag 17 oktober 2020

Gewoonte

Het is 22.45 uur:
    ‘Irene, zet de wekker maar op 07.15 uur.’
    ‘Huh? Niet zoals altijd 06.45 uur?’
    ‘Nee, ik had vandaag weinig werk.’
    ‘Wat heeft dat met morgen te maken? Straks staan ze morgen om 07.30 uur op de stoep.’
    ‘Dan hebben ze pech!’ Wauw, dat mag hij vaker zeggen. Niet dat van die pech, maar dat van de wekker en 07.15 uur. Ik draai me om en druk de tijd een half uur vooruit.
    ‘Dit voelt fantastisch! Kunnen we dit niet altijd doen?’
    ‘Nee!’, klonk Marcel streng. ‘We doen dit één keer, anders wen je er aan.’
    ‘Oh zeker, NOG ÉÉN KEER EN IK BEN GEWEND. Dan ziet die wekker nooit meer een cijfer met een zes er in.’ Ondertussen bedenk ik hoe ik dat voor elkaar krijg.

Wakker liggen

Kijk zelf eens naar 06.nog-wat-uur. Het klinkt, oogt en voelt als een vreselijk tijdstip om door de wekker ruw, luid en hard uit heerlijk dromenland te worden geramd. Hoor ik sommigen zeggen:
    ‘Maar juist dan droom ik niet prachtig en ben ik allang aan het werk.’
    Voel ik intense respect voor jou. Heb jij wel een leven? Ik gun je ochtendmenselijkheid, anders kan het niet bestaan. Ik droom graag verder.
    Dat heeft te maken met het verloop van mijn nacht. Ik lig nogal eens wakker. Dat is niet omdat ik dan een liedje zing, dansje oefen of een eitje bak. Nee, dat is omdat ik gewoon ergens wakker van word. Gelukkig slaap ik meestal weer snel in.

Weer zo’n week
De laatste week veranderde dat weer. Alleen al het inslapen was drama. Alsof dat al niet zwaar genoeg was, werd ik per nacht vier of vijf keer wakker en wel op tijdstippen die ik niet eens durf te noemen. Waarom ik wakker wordt? Geen idee.
    Dit weet ik wel: ik wil slapen!!! Het wakker liggen is weggegooide tijd, verspilling van rust en kost me het herstel van energie voor de nieuwe dag. Ik roep al haast: HELP!!!
    Dat voor één keer de wekker op 07.15 uur staat voelt daarom tof, kan ik eens even langer dromen. 

Gedraai
De wekker gezet, draai ik me om, blik op manlief gericht. Hij slaapt al. Ik sluit mijn ogen. Om me al snel op mijn rug te draaien. Hopend dat ik dan lekkerder lig. Na een paar minuten draai ik door en zoals je al verwacht nog even later lig ik op mijn buik. Armen onder het kussen en al die tijd mijn ogen dicht. Want, zo zegt Marcel altijd:
    ‘Je moet gewoon je ogen dicht doen.’
    ‘Ja, duh, die sluit ik, maar ik ben niet als jij.’
    ‘Hoezo als ik?’
    ‘Jij slaapt al voordat je hoofd het kussen raakt. Op het moment dat jij die ruikt, ben je bewusteloos. Daarmee valt je hoofd gewoon vanaf een paar centimeter PLOP op het kussen. Ik snap wel waarom jij een zacht kussen wilt.’
    ‘Wat heeft dat ermee te maken?’
    ‘Als je hoofd valt, wil je een zachte landing.’

Dansje
Niet getreurd, ergens in de nacht val ik heus wel in slaap tot ik wakker word en het gevoel heb dat ik al heel lang slaap. Zegt de wekker: 23.24 uur. Ik geef de moed niet op, draaikont weer van buik naar linkerzij en alle andere kanten. Nu ik dat zo schrijf, besef ik dat ik dus wel in bed dans. Ik moet er misschien een wals van maken en gaan tellen: één schaapje, twee schaapjes, drie schaapjes en ik draai weer door, vanaf het begin.

Half acht
Over begin gesproken. Na wat slaapschokken van manlief die ik via zijn hand tegen mijn romp voel, begint hij te snurken. Ik zeg niks, hij beweert nog altijd in alle hoogten, laagten en toonaarden dat hij niets hoort. Wat moet ik daarmee?
    Precies! Draaien op mijn rechterzij en mijn oor diep in het kussen drukken en slapen tot ik voor de vierde keer wakker word en de wekker 06.34 uur toont. Ik ga nog één keer slapen en beland eindelijk in heerlijk diep dromenland.
    Waar ik over droom? Dat manlief met pensioen is en de wekker altijd op 07.30 uur staat en geen seconde eerder. Luister zelf even hoe alle verschillende tijden klinken:
    06.45 uur - kwart voor zeven. Het klinkt lelijk en oogt onooglijker. De zes moet weg.
    07.15 uur - kwart over zeven, klinkt nog slecht door die zeven, maar oké, de zes is verdwenen. Het is ietsiepietsie beter!
    07.30 uur – luister nou zelf: half acht. Hoe heerlijk! Niet belachelijk vroeg en zeker niet te laat. Het klinkt hemels… en de wekker gaat:
    ‘PieperdepiepPieperdepiepPIEPERDEPIEP!’
    Bam! Uit!

Gewend
De dag begint, gaat z'n gang en ’s avonds vinden we ons bed. Ik wil de wekker weer op 06.45 uur zetten. Zegt manlief:
    ‘Laat maar op 07.15 uur staan.’
    ‘TOP!’
    Wat schreef ik aan het begin?

zondag 11 oktober 2020

Egoïstisch

Ik ben niet zo van het egoïstische. Wat ik niet zeg om me op de borst te staan – in dat geval valt nergens op te slaan, als je begrijpt wat ik bedoel en zo niet ook goed. Feit blijft dat als ik iets lekkers te eten heb en het niet genoeg is voor iedereen, ik het altijd de ander gun, hoe lekker ik het ook vind.
    Is er nog één Danio-toetje, dan mag Rick het hebben. Tel ik maar één tompouce, geef ik ‘m mijn manneke, tenslotte mag hij er nog van groeien op buik en heupen. Vult een laatste mango de fruitschaal, gun ik ‘m Celine en Benjamin krijgt het laatste ei.
    Voor Lara was er carpacciosalade. Benjamin vond het vooral stom dat ik weggaf wat ik voor Celine en mezelf had gekocht. Ik kon niet weten dat Lara het ook lust. Juist daarom gaf ik het haar.

Salade
De trouwe bloglezer weet dat ik alleen moeite heb met het delen van salade. Hoe suf en maf ook: sla, komkommer, tomaat, rood uitje en wat er verder bij past, vermengd met een lekkere slasaus, is voor mij echt het lekkerste dat er is. Alles geef ik met gemak weg, maar salade? No way, als ik salade moet delen, maak ik gewoon een extra groot portie. Zo blijft er altijd genoeg over voor mij. Schuilt daar dus toch een salade-egoïsme in mij.

Middagdutje
Tot vorige week zaterdag er een nieuw egoïsmetje bij kwam. Ik had een off-day met  zo’n hoofdpijn dat ik er scheel van keek en ervoor koos te gaan slapen. Met al mijn hobby's en bezigheden is overdag slapen not done. Het is pure wegsmijterij van kostbare tijd. Mij tref je niet slapend aan. Daarmee zeg ik niet dat ik nooit toegeef aan zware ogen waarbij mijn oogleden de strijd winnen. Als ik precies dan net te lang onderuit hang, slaap ik. Die keer is op één vinger te tellen, één keer per jaar. 

Gehorigheid
Vorige week zaterdag besloot ik een enorme stap verder te gaan. Nog vol in de blog van vorige week, sloot ik de laptop, strompelde naar boven, plofte op bed en gaf toe aan hoofdpijn en vermoeidheid. Ik sliep overigens omringd door allerlei geluiden en onrust.
    In de kamer naast me keken ze een film. Geloof me, de muur tussen die en mijn slaapkamer is dun.
De andere aangrenzende kamer werd gevuld met gepraat en muziek van een ukelele. Gelukkig kan ik het geluid reduceren door op mijn rechter oor te liggen, want de linker oor hoort amper geluid. Helaas klonk de bas van de film aan de ander kant van de muur door via mijn kussen.
    Nog jammerder is dat ik niet veel beter op stond. Ze zeggen dat wat er ook aan de hand is: chocolade begrijpt en thee helpt? Ik koos beide met het idee dat het dan dubbelop moest werken. Gelukkig werd ik iets sneller wakker.

Herhaling
Ondertussen was het etenstijd. Mams inventariseerde de inhoud van de koelkast en zag zes kipvleugeltjes. Ik rekende even hardop:
    ,Vier inwonende gekken plus twee geliefden is zes! Ieder een? Dat is flut! Vanavond zijn de kipkluifjes voor mij alleen.’ Wetend dat manlief ze lekker vindt, zoonlief ze lust, dochterlief ervan smult, Rick ze wenst en Lara… Dat wordt een andere blog. Wat bleef? Ik was bereid ze te delen met mijn lief, me herinnerend dat ik eerder bijna ruzie kreeg om dit soort knabbels, lees maar hier.
    Marcel zei:
    ,Irene je mag ze hebben,’ en keek me meelijdend aan. ,Jij hebt een zware dag, geniet ervan.’ Waarna ik ze verwarmde en me erop verkneukelde.

Dwang
Eenmaal aan tafel, ieder een gerecht naar keuze, want zaterdag is kliekjes of maak-maar-wat-je-wilt-dag, kwam mijn pannetje met kipvleugels erbij.
    ,Zo, nu ga ik lekker genieten…’
    ,Van je kluifjes,’ vulde Marcel aan. Kijkend in het pannetje voelde ik toch wat schuld opkomen, zoals altijd als ik egoïstisch ben. Zes vleugels, zes tafelgenoten. Ik keek rechts van me, naar Benjamin.
    ,Zal ik dan toch maar delen, voor ieder één?’
    ,Mam!,’ zei hij beslist. ,Nee! Jij eet ze nu op ook.’ Vier anderen vielen hem bij. Als kleinste in mijn gezin voelde het of een vloedgolf van dwang over me heen kwam. ,En als jij ze niet snel opeet prop ik
ze eigenhandig in je mik,' vervolgde Benjamin in zijn herkenbare taal. Marcel vulde aan:
    ,Ik stel het even scherper, als jij nu niet snel een hap neemt, kom ik wel even proppen.’ Hij stond al bijna op om van zijn kant naar mijn kant te lopen. Celine vond dat ik vooral snel moest beginnen voordat zij me zelfs dwong de botten op te eten. Het werd steeds gekker, wat een opdringerigheid.
    Wat blijft? Ze smaakten ineens zo lekker niet meer, ze smaakten voortreffelijk!



zondag 4 oktober 2020

Ontgluren

Ze dubt: deel ik deze blog nu of bewaar ik ‘m voor volgend jaar.
    Hoor ik jou vragen: Volgend jaar? Moet ik zo lang wachten? Ben jij helemaal gek geworden?
    Ik ben absoluut gek. Je weet niet half hoe. Eergisteren stampte ik in plassen, gisteren stak ik mijn tong uit van achter mijn mondkapje en vandaag… Nee, ik vertel niet alle gektes. Het is beter jou in bescherming te nemen.

Teleurstelling
Het is natuurlijk helemaal niet gek om die blog te schrijven die sowieso bedoeld was voor 4 oktober 2020, vandaag dus. Waarom uitstellen wat voor nu geldt? Temeer omdat het volgend jaar onmogelijk zondag 4 oktober kan zijn. Er bestaat geen zondag 4 oktober in 2021, wel een zondag 3 oktober. Blok die datum meten even. Zet 'Gluren bij Typisch van Valen' tussen 12.30-18.00 uur in het Eetatelier in je agenda.
    Dan schrijf ik nu alsnog de blog. Eigenlijk een aftreksel van de blog de ik wilde schrijven, want Gluren bij de Buren (GbdB) 2020 werd afgelast. Die vieze stink corona gooide alles overhoop. Hoe begrijpelijk ook, de teleurstelling was groot. Wat mij betreft het meest voor de organisatoren die zich enorm inzetten om met de toen geldende regels alles rond te breien en het lukte. Tot de maatregelen veranderden en BAM! GbdB werd gecanceld!

Interview
Terecht belde Jeroen van der Maat, kok bij het Eetatelier, me op met zware teleurstelling in zijn stem:
    ,Gecondoleerd!’, zei hij. We voelden ons verslagen in al het verheugen. Onze net opgepakte samenwerking en het gedeelde enthousiasme en plezier raakten in shock. Net toen de voorpret los ging, was het over en uit. Geen GbdB voor ons. Wij zouden ons act showen in het Eetatelier, wat het gevolg is van een vraag van mijn redacteur:
    ,Irene, wil jij een interview doen met Jeroen? Het moet gaan over zijn werk bij het Eetatelier en de invloed van corona?’ Een bijzonder interview volgde, want ik ontmoette een man die met plezier en passie vertelde over zijn werk, zelfs in tijden van corona. Corona verandert niet alles! Iedere keer dat ik Jeroen ontmoet, zie ik zijn enthousiasme en grote glimlach. Bewonderenswaardig, I drink to that.

Samenwerking
Na het interview en het lezen van mijn naam, legde Jeroens vrouw de link tussen GbdB en mij. De eerst volgende keer dat ik met de laptop onder de arm bij het Eetatelier binnenwandelde, vroeg Jeroen:
    ,Deden jullie vorig jaar mee aan GbdB?’
    ,Ja, hoezo?’
    ,Tijdens het interview herkende ik je al, maar ik wist niet waarvan. Mijn vrouw zag de link tussen jou en GbdB. Wat jullie lieten zien was bijzonder. Jullie toonden wat GbdB ten diepste is - een act waarin je laat zien wat je als gezin doet.’
    ,Ik vind vooral heel kneuterig wat ik doe. Mijn dochter is de bomb!’
    ‘Dat is wat GbdB volgens mij is. Niks professioneel, maar juist huiselijk.’
    Bij navraag herinnerde Marcel zich inderdaad een dolenthousiast jong echtpaar met dochter. Hij zei:
    ,Zij beloofden volgende keer weer te komen en vrienden mee te vragen.’ Toen lande bij mij een kwartje. Ik herinner me die enthousiasme en de angst… nog meer kijkers?

Kijkcijfers
Inderdaad meer kijkers en niet omdat Jeroen vrienden mee vraagt. Hij kwam met een spannender idee:
    ,Ik vraag mijn baas of we jullie in het Eetatelier kunnen uitnodigen voor GbdB. Zeker met de coronamaatregelen is hier meer ruimte om meer mensen toe te laten. Ik gun jullie dat.’ Die zag ik niet aankomen. 
    ,Wauw, fantastisch, tof, maar voer jij vooral de spanning op! Nog meer mensen die komen kijken,’ bloosde ik. Hij heeft geen idee hoe eng ik het al vind, laat staan daar.
    ,Irene, doe het! Laat mensen hier zien wat GbdB is.’

Extraatje
Ondertussen wandelden Jeroens vrouw en dochter binnen.
    ,Nou,’ zei Jeroen: ,hier zit de journalist die mij laatst interviewde.’ Jeroen vertelde me dat zijn dochter een spreekbeurt voorbereidde over het artikel dat ik over hem schreef.
    ,Kan deze journalist iets voor je doen zodat je spreekbeurt nog leuker wordt?’, vroeg ik haar. Ze keek me verrast aan.
    Lang verhaal kort? Een week later werd ik geïnterviewd via een life-stream in het klaslokaal op de basisschool van Jeroens dochter. Het ging over mijn werk als journalist voor Houtens Nieuws. Daarna mochten leerlingen vragen stellen. De eerste vraag was:
    ,Heb je huisdieren?’
    ,Dat hangt ervan af of mijn man en kinderen daarin meetellen. Dan ja! Anders niet.’

Verheugen

Zo blijft een warme lijn tussen Jeroen, het Eetatelier en ons. Naast een favoriete werkplek, gezellige babbels en lekker eten, staan wij volgend jaar in het Eetatelier bij GbdB. Laten we even eerlijk zijn. Het klinkt toch wel tof dat wij optreden in het restaurant waar Youp van ’t Hek 2 oktober 2020 gegeten heeft. Dat geeft toch extra gewicht?
    Tot dan of misschien al eerder?