De winterbleus en -dips voelden deze afgelopen winter dieper dan ooit. Mijn theorie is dat de kou in huis bijdroeg aan die bluesdips. Niet alleen buiten was extra bekleding nodig, ook binnen speelden dekens en dikke vesten de hoofdrol. Ik was bijna blij met de regelmatige vliegoppers, want dan kreeg ik het tenminste even warm, maar eerlijk? Die hitte is echt to much. Weg ermee… plies?
Dips en bleus weerhielden me echter niet van buitenspelen. Mijn telefoon staat vol met foto’s van stadswandelingen, boswandelingen en rondjes-er-omheen. Buitenspelen tilde en tilt me steeds boven mentale dalletjes uit – het is mijn redding, naast thermokleding, een dikke das, handschoenen en geen muts. Ja, geen muts. Die verpest alle curlpower. Een muts komt pas tevoorschijn als de ijsberen aanbellen met de vraag om chocolademelk.
Speelgoed
Nu de lente na de magnolia’s en de kersenbloesem ruimte geeft aan de appelbloesem, is het buitenspelen nog leuker. Zie me genieten aan Werk aan de Groene Weg. Die gele zee vormt een prachtige speeltuin. Laat me lopen, laat me lezen.
En een poosje geleden wandelde ik met een vriendin een rondje om de Reeuwijkse Plassen. Onderweg vond ik een oud stukje hout met daaraan een oud scharnier.
,,Dat vind ik nou mooi speelgoed. Doe die even in mijn rugzak.”
,,Dat verrotte hout?”
,,Nee, die verroeste scharnier. Kijk hoe mooi.”
,,Ben jij gek?”
,,Ja! Dat weet je toch? In de herfst geboren en in de lente jarig maakt je uiteraard gek. Maar je wist niet dat ik van oud en versleten hou, hè?”
Bejaard
Versletenheid is iets waar ik mezelf steeds meer mee vereenzelvig. Zelfs Celine beaamde het afgelopen vrijdag:
,,Ik word 25. Zo oud!”
,,Dat vind jij oud? Dat maakt mij hoogbejaard.”
Benjamin zag het gelukkig heel anders. Hij vroeg laatst:
,,Mama, kom je volgende week jouw LEGO-bouwwerk maken?” Wel een creatieve uitnodiging hè?
,,Of ik kom spelen? Natuurlijk!” De laatste klus-dag met zijn vader mocht ik een LEGO bouwwerk bouwen tot ik zag dat ik in plaats van bouwen beter kon sjouwen. Dat bouwwerk maakte Benjamin zelf maar, dacht ik. Al weet hij hoe leuk ik het vind. Ik reageerde superblij dat hij me alsnog hiervoor vroeg. LEGO bouwen is net als puzzelen. Heerlijk. Zo schoof ik een week later aan bij Benjamin. Hij bouwde een ander pakket.
Bagger
Way back, met little Benjamin mocht ik altijd helpen; blokjes uitzoeken uit een berg LEGO en meneer bouwde. Dan zaten we op de grond bij een deken vol LEGO. Het was us-time ten top, dat zich nu aan zijn eettafel herhaalde. Met dit verschil: ik mocht iets bouwen. Helemaal zelf.
Het startte met het openscheuren van de zakjes, de blokjes er uit schudden en…
,,Oh, gooi jij de zakjes gewoon over je schouder? Dan kan deze er wel bij.” Hup. Mijn zakje kwam echter niet verder dan de andere kant van de tafel. Bij een volgende worp viel het op Benjamins werkplek. Via hem kwam het evengoed op de grond.
Tijdens het bouwen keek Benjamin af en toe even op en bemerkte dat ik waarschijnlijk de leukste van de twee pakketjes had. Wat hij bouwde noemde hij ‘bagger’, wat ik bouwde noemde ik ‘pure industrie’. Al herstelde zoonlief me
,,Jij bouwt de Death Star Trench Run.”
,,Die dus. Al weet ik wat de Death Star is, ik denk dat ik niet verder kom dan een 1 bij een StarWarstoets” Al zegt een LEGO blokje dat ik meer in mezelf mag geloven. Kijk maar, het zegt: The Force is strong with this one.
Versletenheid is iets waar ik mezelf steeds meer mee vereenzelvig. Zelfs Celine beaamde het afgelopen vrijdag:
,,Ik word 25. Zo oud!”
,,Dat vind jij oud? Dat maakt mij hoogbejaard.”
Benjamin zag het gelukkig heel anders. Hij vroeg laatst:
,,Mama, kom je volgende week jouw LEGO-bouwwerk maken?” Wel een creatieve uitnodiging hè?
,,Of ik kom spelen? Natuurlijk!” De laatste klus-dag met zijn vader mocht ik een LEGO bouwwerk bouwen tot ik zag dat ik in plaats van bouwen beter kon sjouwen. Dat bouwwerk maakte Benjamin zelf maar, dacht ik. Al weet hij hoe leuk ik het vind. Ik reageerde superblij dat hij me alsnog hiervoor vroeg. LEGO bouwen is net als puzzelen. Heerlijk. Zo schoof ik een week later aan bij Benjamin. Hij bouwde een ander pakket.
Bagger
Way back, met little Benjamin mocht ik altijd helpen; blokjes uitzoeken uit een berg LEGO en meneer bouwde. Dan zaten we op de grond bij een deken vol LEGO. Het was us-time ten top, dat zich nu aan zijn eettafel herhaalde. Met dit verschil: ik mocht iets bouwen. Helemaal zelf.
Het startte met het openscheuren van de zakjes, de blokjes er uit schudden en…
,,Oh, gooi jij de zakjes gewoon over je schouder? Dan kan deze er wel bij.” Hup. Mijn zakje kwam echter niet verder dan de andere kant van de tafel. Bij een volgende worp viel het op Benjamins werkplek. Via hem kwam het evengoed op de grond.
Tijdens het bouwen keek Benjamin af en toe even op en bemerkte dat ik waarschijnlijk de leukste van de twee pakketjes had. Wat hij bouwde noemde hij ‘bagger’, wat ik bouwde noemde ik ‘pure industrie’. Al herstelde zoonlief me
,,Jij bouwt de Death Star Trench Run.”
,,Die dus. Al weet ik wat de Death Star is, ik denk dat ik niet verder kom dan een 1 bij een StarWarstoets” Al zegt een LEGO blokje dat ik meer in mezelf mag geloven. Kijk maar, het zegt: The Force is strong with this one.
Verrukkelijk
Waar ik als buitenspeler helemaal blij van word, zijn bloemetjes en kleurtjes. Vraag Marcel maar. Stel je dus voor hoe happy ik reageerde bij het zien van kleurige blokjes tussen alle grijs. Iets met blij en kinderlijk. Een ander zou zeggen: gestoord, maar daar sluit ik mijn oren voor. Ik weet in al mijn gestoordnessheid wie toch van me houden en dat telt. Tegen lunchtijd plaatste Benjamin zijn laatste steen.
,,Klaar. Ik ga lunch maken.”
,,Oh lekker dat jij eens voor lunch zorgt.”
,,Zie je mij al jouw lunch maken?”
,,Ja, je weet wel, brood, boter, kaas, Marmite, hagelslag.”
,,Ik heb geen kaas.”
,,Da’s pech, kaas weg. Dan maar pindakaas en hagelslag.”
,,Als ik nou teveel boter of te weinig pindakaas doe? Niets is zo persoonlijk als beleg.”
,,Schatje, zolang ik mag blijven spelen, boeit het me niet hoeveel van wat op mijn boterhammen zit, al doe je er niets op. Het idee dat jij voor mijn zorgt is gewoonweg verrukkelijk.”
Ik bouwde verder aan mijn bouwsel, terwijl Benjamin in de keuken rommelde. Ineens zette hij een bord met twee onbelegde boterhammen onder mijn neus:
,,Eet smakelijk dan maar.”
,,Klaar. Ik ga lunch maken.”
,,Oh lekker dat jij eens voor lunch zorgt.”
,,Zie je mij al jouw lunch maken?”
,,Ja, je weet wel, brood, boter, kaas, Marmite, hagelslag.”
,,Ik heb geen kaas.”
,,Da’s pech, kaas weg. Dan maar pindakaas en hagelslag.”
,,Als ik nou teveel boter of te weinig pindakaas doe? Niets is zo persoonlijk als beleg.”
,,Schatje, zolang ik mag blijven spelen, boeit het me niet hoeveel van wat op mijn boterhammen zit, al doe je er niets op. Het idee dat jij voor mijn zorgt is gewoonweg verrukkelijk.”
Ik bouwde verder aan mijn bouwsel, terwijl Benjamin in de keuken rommelde. Ineens zette hij een bord met twee onbelegde boterhammen onder mijn neus:
,,Eet smakelijk dan maar.”