(Let op, dit is een vervolg
op Operatie-live)
Het is toch wat…
Beertje zit al de hele week in my system. Constant
verschijnt hij voor mijn ogen. Die operatie en alles eromheen. Ik ben
natuurlijk zijn verpleegkundige, dat snap je. Iedereen is druk doende met de
eigen zaken, zeker nu het vakantie is.
En wie mag Beertjes verband verwisselen? Zijn wond controleren?
Ikke!!!
Hoewel Beertje op de bank zou moeten liggen om te
herstellen, lekker verwend door iedereen, kijkt niemand naar hem om. Niemand neemt
Beremansje weer mee naar boven waar hij hoort te zijn: op het nachtkastje. Daarom,
als iedereen even weg is, pak ik de lieverd in mijn handen en vertroetel hem,
want hij moet zich toch best zielig voelen. Niemand die zich om het beertje bekommert…
“Ho!” Hoor ik iemand roepen: “Dat is niet waar!”
Inderdaad! Zit ik
toch gewoon te liegen waar je bij zit zeg! Zal het gelijk weer recht zetten.
Zo heel af en toe valt iemands oog op Beertje, pakt hem op
en houdt hem liefdevol vast. Het troetelbeertje wordt zo zacht en lieflijk
toegesproken, met woorden vol zorg en warmte dat ik groen en geel zie van
jaloezie. Werkelijk, dat kleine oude, kale, dode knuffeltje wordt vertroeteld!
Dat wil je niet weten.
Wat ik echter wèl weet: het duurt maar even. Wordt weer
vergeten en daar ligt hij achter de bank tot ik het zielenpootje vind; tijdens
het stofzuigen nog wel. Of daar piept er eentje van onder een kussen vandaan tot
Marcel hem tegenkomt en oh, daar gaan we weer, klinken er woorden vol
medelijden van “Hoe we Béértje toch zo hebben kunnen laten stikken” en “welke
lompe os die kussen maar zo bovenop hem heeft gelegd.” Ik zeg: “gesmeten”.
Als ik het zo over Beertje heb, denk ik ineens. Wie heeft die
naam bedacht? Dat kan Marcel toch niet zijn geweest? Hij bedacht namelijk een
super-originele en mooie bedrijfsnaam: “RitsRatsReklame”. Met de tekst groot op
de auto horen we het zelfs uitgesproken worden in het Frans, Engels, Duits en
Belgs. Het klinkt altijd weer leuk! Deze naam kwam als uit de lucht gevallen in
Marcel op en zo is het na 15 jaar nog. Wat mij betreft een begrip… en dan is
daar Beertje. Zo’n doordachte naam.
Het enige wat ik wil weten: Wie bedacht die naam?
Zie mijn gang naar Marcel, het is tenslotte zijn knuffelbeertje.
Ik praat hem bij hoe het nu met Beertje is en vraag tenslotte: “Wie heeft die
naam eigenlijk bedacht?” Hij dus.
“Was jij altijd zo origineel met namen? Van wie heb je dat?”
Antwoord hij doodleuk: “Van mijn ouders, we hadden ook hamsters.” Wat die er
ineens mee te maken hebben!?
“Hoe heetten die dan eigenlijk?” waarop hij lachend zegt:
“Hammie!” Ja, lach maar, deed ik ook terwijl hij verder vertelde: “En de
volgende heette Hammie de tweede”. Ja hoor, daar heb je het al, origineel dus.
“Hoeveel hamster hebben jullie gehad?” is mijn volgende vraag en hij telt
hardop: “Hammie, Hammie de eerste, de tweede, de derde… ik denk een stuk of
zes.” Och ja, als ze allemaal Hammie heten zou ik ook de tel kwijt raken.
Dit maakt me nieuwsgierig naar hoe Marcel onze kids zou
hebben genoemd als ik er niet voor nodig was geweest?
“Marcel, hoe zou jij je eerste kindje hebben genoemd?” Kijkt
hij me droog aan: “Kindje!”
Hoor mijn zucht. Nog één vraag: “En je tweede kindje?” met
een stalen gezicht, werkelijk een pokerface zegt mijn wederhelft: “Die heet
natuurlijk Tweede Kindje!”
Ik ben nog nooit zo blij geweest met mijn bestaan! Al is het
maar om de namen van de kids!