,Oh, dat lijkt me enig!’
,Denk je? Ik pak je genadeloos terug voor al die keren dat je mij afkraakte.’
,En terecht,’ erken ik. Dat meen ik van mijn langste krul tot het scherpste puntje van mijn kleine teennagel.
Stiekem weet ik dat hij die blog nooit schrijft. Vergeldingsangst is mij daarom vreemd. Mijn blog vindt namelijk eerder haar weg naar het Walgelijke Woelige Web, dan manlief ook maar één zin op zijn scherm tovert.
Niet dat hij het niet kan. Als lezer van veel van mijn blogs, weet ik zeker dat hij mijn sfeer neerzet. Mogelijk merk jij niet eens dat hij het schreef. Het ervoor gaan zitten vormt zijn crux. In de kern is manlief te ongeduldig. Hij klinkt als Bliksem McQueen uit Cars: “I am speed. Faster than fast, quicker than quick.” Dat schrijven, schaven, schrappen en herlezen duurt hem te lang.
Trouwens, bij het zien van een los naadje of gat in een kledingstuk, staat de naaidoos heel snel naast Marcel. Ik kan wel gaten en naden dichten, maar ben veel te prefectio…, pecfercio…, perfectiomistisch. Dan is Marcel beter: hij is speed.
Mondstuk
Hoe goed manlief naald en draad ook hanteert en de was niet buiten maar in de wasmand gooit - dat leerde ik hem zo’n 32 jaar geleden - er blijft genoeg om op te pikken. Ik bedoel maar: hoe krijgt meneer het voor elkaar om na eenmalig gebruik de stofzuigermond te mollen? Het maakt even niet uit dat hij deze gebruikte om mij in mijn ziek-zijn te helpen. Nou ja, dat was supertof en lief en geweldig en ja ik ben GEK OP DEZE MAN. Hoe krijgt hij het voor elkaar dat de knop zo uit fatsoen is dat die blijft steken op 7 over half 8? Het was amper twee weken oud. Het verving een oud versleten mondstuk, waar steeds een wieltje vanaf rolde.
Wasmand
Dus maak ik hem nog lekker een keer de pi*paal en roep bijna uit: “Mannen! Wat is dat toch met mannen!” Maar ik mag jullie niet over één borstel spannen. Sommigen van jullie mollen vast en zeker niet het stofzuigermondstuk bij het eerste gebruik. Of laten het deken niet gefrommeld achter op de bank. Natuurlijk zijn er die de kapotte sokken niet in de wasmand, of naast de wasmand, maar in de prullenbak gooien. Of ze stoppen. Trouwens, bij het zien van een los naadje of gat in een kledingstuk, staat de naaidoos heel snel naast Marcel. Ik kan wel gaten en naden dichten, maar ben veel te prefectio…, pecfercio…, perfectiomistisch. Dan is Marcel beter: hij is speed.
Mondstuk
Hoe goed manlief naald en draad ook hanteert en de was niet buiten maar in de wasmand gooit - dat leerde ik hem zo’n 32 jaar geleden - er blijft genoeg om op te pikken. Ik bedoel maar: hoe krijgt meneer het voor elkaar om na eenmalig gebruik de stofzuigermond te mollen? Het maakt even niet uit dat hij deze gebruikte om mij in mijn ziek-zijn te helpen. Nou ja, dat was supertof en lief en geweldig en ja ik ben GEK OP DEZE MAN. Hoe krijgt hij het voor elkaar dat de knop zo uit fatsoen is dat die blijft steken op 7 over half 8? Het was amper twee weken oud. Het verving een oud versleten mondstuk, waar steeds een wieltje vanaf rolde.
Daar gaat-ie! Pak ‘m.
Anyway, het voelde voor de portemonnee beter alleen een mondstuk aan te schaffen dan een hele nieuwe stofzuiger.
Gerommel
Even over die drie stofzuigermondstanden:
1. Helemaal naar links (zeg kwart voor 8) is voor vloerbedekking;
2. Helemaal naar rechts (kwart over 8) is voor gladde vloeren;
3. Recht omlaag (half 8) is voor… Ja, waarvoor eigenlijk?
Hoor ik Celine en Marcel in koor:
,Die is het minst zwaar.’ Wat klopt. Ik noem het de halvebak-knop. Die zuigt lichter ongeacht de vloer, maar werkt halfslachtig en gebrekkig, dus half zo goed. Wie bedacht die stand? Een man? Vast! De borstelharen slijten er sneller door, daarmee voelt het over-de-borstel-spannen minder pijnlijk.
Wat me herinnert aan ander gerommel van mijn lief: sokken met een gat erin vinden hun weg via de wasmand, de wasmachine, het wasrek, de ondergoedla naar zijn voet. En dat herhaalt zich tot ik Marcel met zijn neus in de prullenbak steek. Of de naaidoos voor zijn neus zet. Het stoppen van sokken gaat hem vast ook goed af. Hij koos laatst…
Tromgeroffel…
Rapapapam…
…toch de prullenbak.
Ik juich!
Vouwen
Vouw ik even door op dekens. Nee, dit gaat er niet over dat wij ons eronder verstoppen, zodat niemand ons ziet zoenen. Dit gaat erover hoe achteloos meneer die daarna aan de kant smijt en naar boven stiefelt om zich bed-klaar te maken.
Tot ik hem vorige week de les hoe-vouw-ik-een-deken-à-la-Typisch-Irene leerde.
Gerommel
Even over die drie stofzuigermondstanden:
1. Helemaal naar links (zeg kwart voor 8) is voor vloerbedekking;
2. Helemaal naar rechts (kwart over 8) is voor gladde vloeren;
3. Recht omlaag (half 8) is voor… Ja, waarvoor eigenlijk?
Hoor ik Celine en Marcel in koor:
,Die is het minst zwaar.’ Wat klopt. Ik noem het de halvebak-knop. Die zuigt lichter ongeacht de vloer, maar werkt halfslachtig en gebrekkig, dus half zo goed. Wie bedacht die stand? Een man? Vast! De borstelharen slijten er sneller door, daarmee voelt het over-de-borstel-spannen minder pijnlijk.
Wat me herinnert aan ander gerommel van mijn lief: sokken met een gat erin vinden hun weg via de wasmand, de wasmachine, het wasrek, de ondergoedla naar zijn voet. En dat herhaalt zich tot ik Marcel met zijn neus in de prullenbak steek. Of de naaidoos voor zijn neus zet. Het stoppen van sokken gaat hem vast ook goed af. Hij koos laatst…
Tromgeroffel…
Rapapapam…
…toch de prullenbak.
Ik juich!
Vouwen
Vouw ik even door op dekens. Nee, dit gaat er niet over dat wij ons eronder verstoppen, zodat niemand ons ziet zoenen. Dit gaat erover hoe achteloos meneer die daarna aan de kant smijt en naar boven stiefelt om zich bed-klaar te maken.
Tot ik hem vorige week de les hoe-vouw-ik-een-deken-à-la-Typisch-Irene leerde.
< Zo lag het erbij na één oefening.
Je ziet met één aai welke deken hij vouwde. De minst nette, de tweede. Of als je andersom kijkt de derde. Om alle twijfel weg te nemen: die lichtroze/witte.
Na nog één avond oefenen zei Marcel wijzend op de stapel dekens op de bank:
,Kijk!’ En veegde trots over de deken en veegde nog eens en nog eens: ,Zelfs de haartjes staan in dezelfde richting.’ Ineens besefte ik: deze man doet echt zijn best. Hij helpt me. Hij steunt me. He provides me. En ik? Ik klaag over sokken. Piep over stofzuigermondstukken. Zeur over een deken. Ik kijk hem aan en zeg:
,Jij hoeft echt geen blog te schrijven, schatje. De eerstvolgende keer biecht ik op dat ik eenongelooflijke perfectionitsische OCD-trut ben.’
Je ziet met één aai welke deken hij vouwde. De minst nette, de tweede. Of als je andersom kijkt de derde. Om alle twijfel weg te nemen: die lichtroze/witte.
Na nog één avond oefenen zei Marcel wijzend op de stapel dekens op de bank:
,Kijk!’ En veegde trots over de deken en veegde nog eens en nog eens: ,Zelfs de haartjes staan in dezelfde richting.’ Ineens besefte ik: deze man doet echt zijn best. Hij helpt me. Hij steunt me. He provides me. En ik? Ik klaag over sokken. Piep over stofzuigermondstukken. Zeur over een deken. Ik kijk hem aan en zeg:
,Jij hoeft echt geen blog te schrijven, schatje. De eerstvolgende keer biecht ik op dat ik eenongelooflijke perfectionitsische OCD-trut ben.’
,Mooi’, zegt-ie. Pakt de bovenste deken, trekt me er onder, zoent me plat, smijt de deken op de bank en vliegt naar boven.



