Oh nee, net nu komt er een auto achter me staan. Natuurlijk zit er een
man achter het stuur.
Ik had nog zo gehoopt op géén
achterop naderende parkeergarage-bezoeker en al zeker geen mannelijke
achtervolger. Ik hoor ‘m denken: ja hoor, een vrouw achter het stuur!
Tja, ik kan met de beste wil
van de wereld geen man van mezelf maken. Wel haat ik zijn gedachte over mij, alsof
ik niet kan rijden! Hallo! Ik heb veertien schadevrije jaren op mijn naam
staan. Herstel: ik heb in de zeventien jaar dat ik een eigen karretje heb, niet
één keer eigenhandig schade berokkend aan mijn wagentje.
De schade die op mijn auto’s naam staat, is opgelopen door een mafketel,
nooit ontdekt wie, die het nodig vond om in plaats van om mijn auto over mijn
auto te lopen. Ik noemde het toch al OPgelopen schade! Nadeel is dat mijn
autodak daar niet voor bedoeld was. Meer hierover of foto’s, lees hier.
Nu rij ik alweer ruim vier jaar schadeloos. Of telt een kapotte autoraam
als schade?
De laatste keer dat ik het raam
met het indrukken van de knop wilde openen, ging dat gepaard met gekraak in de
binnenkant van de deur. Het klonk alsof het raam binnenin de deur tot moes werd
gekraakt. Het kraakte, kraste en rammelde alsof er van alles brak. Gelukkig kwam
het raam in zijn geheel omhoog toen ik het raam wilde sluiten, maar onder
blijvend gekraak bleef het raam vijf centimeter te laag hangen. Ik moest ‘m handmatig
omhoog en daarmee volledig dicht duwen.
Gelukkig kon Marcel een dag later naar de garage. Lekker makkelijk voor
mij en part of our deal: ik de auto - hij
de lasten. Geen zorgen: de garage woont naast de zaak van manlief.
Later hoorde ik dat de
bedrading van het raam zo goed als gebroken was. Een nieuwe kabel is besteld en
kan vier weken duren! Vier hele weken rondrijden met een kapot raam. Moet die
kabel soms per boot uit Zuid-Korea komen?
Waar die ook vandaag moet komen, ik stond voor de slagboom om de
parkeergarage in te gaan. Hoe pak je een kaartje uit de automaat als het raam niet werkt?
Antwoord: Omslachtig! Mijn werkwijze was
al volgt: auto iets voorbij de automaat stilzetten, deur op een kiertje zetten, autogordel los en me in
een bocht wurmen, die ik twee dagen later nog in mijn onderrug en schouder voel, om half uit de auto hangend een kaartje te pakken. Snel deur dicht en rijden maar.
Alles onder het toeziend oog van die man in de auto achter mij en zijn gedachte:
ja hoor, een vrouw achter het stuur!
Ik weet wel beter, maar voel me
toch eventjes dom en geloof echt dat hij me nooit meer zal vergeten. Hoe kan
het ook? Om mijn rood wagentje vol vlinders kun je niet heen. Begrijp ik ineens
waarom die eerdergenoemde mafketel er overheen liep!
Afijn, na een hoop gedoe om weer uit de garage te rijden kom ik geïrriteerd
thuis.
‘Vier weken wachten op de bedrading.
Wat een gedoe! Ik schaam me dood bij de slagboom; ben klaar met mannen die me
aankijken alsof ik te stom ben om mijn auto goed bij een automaat te zetten. Ik
ga nog liever drie keer per week op de fiets boodschappen doen, dan nog één
keer met de auto als het zo moet.’
‘Maar mam!’, mengt Benjamin zich
in het gesprek. ‘Mijn raampje doet het toch wel? Dan trek ik het kaartje uit de
automaat.’
‘Dat klinkt als een geweldig
plan.’
Rijden we twee dagen later de garage in en kijk ik naast me.
‘Hé, jij had achterin, achter me
moeten zitten. Kruip even snel achterin.’
‘Vergeet het maar mam, jij kan
toch zo goed rijden? Rij jij nou maar gewoon achteruit de garage in. Hoe
moeilijk kan het zijn om een kaartje te pakken?’