zaterdag 28 december 2019

Puzzelen


Wat is het soms toch een gepuzzel, zeker als het in 1000 stukjes ligt en alle blauwe stukjes op elkaar lijken. Afwisselen naar groen werkt al niet veel beter. Dan nog de stukjes die het katje vormen. Al dat haar! Ja een katachtige, de puzzel toont een schattig poesje.
    Zei ik trouwens iets over een stijve nek? Puzzelen is niet goed voor je nek!

Ontstaan
Het begon allemaal bij een vrouw die ik interviewde. Het blijft een feestje mensen te ontmoeten. Hun verhalen te horen maakt het extra bijzonder en dan nog een hobby herkennen? Dat had ik nooit ingepuzzeld. Het is de slagroom. Bij het betreden van haar huiskamer, wilde ik bijna het interview skippen en puzzelen aan de Ark van Noach bestaande uit 3000 stukjes. Ik koos toch het interview om bij thuiskomst Celine te vragen:
    ‘Heb jij in je overvolle kamer een puzzel?’
    ‘Ja hoor mama!’ Ze stoof naar boven en kwam terug met een puzzel van 1000 stukjes.

Vrije tijd
Niet dat ik omkom in vrije tijd. Sterker nog, ik kan me beter sterk maken voor de eis van de dagelijkse 10.000 stappen. Veelal lukt het nog, maar soms is het te nat, ben ik te lekker bezig en ontbreekt af en toe de puf. Smoes één, te nat, is werkelijk belachelijk. Ik heb een nieuwe regenjas. De andere twee vragen om doorzetting. Dat lukt me met genoeg wil; ja, ik wil!
    Die keus gemaakt, nam ik de puzzel van Celine aan.
    ‘Ik doe mee hoor mama,’ zei madam en samen ontruimden we de eettafel om te ontdekken hoe groot de puzzel werd. We zochten alle randjes en legden ze in elkaar. De puzzel kostte een derde van de tafel waarbij vijf zitplaatsen overbleven. Precies genoeg zolang Benjamin geen vriendin heeft. Was manlief blij, want we kunnen aan tafel eten en puzzelen.

Unstopable
Celine en ik pakten ieder vrij moment om puzzelstukjes te passen. Zelfs tijdens het ontbijt en avondeten gingen onze ogen richting puzzel. We pasten hier en daar stiekem een stukje. Soms stond ik in mijn uppie over de tafel geboden, dan weer zat Celine in haar eentje te puzzelen. We lieten alleen los zodra de plicht riep. Die moest hard roepen.
    Zelfs ’s avonds vóór bedtijd paste ik puzzelstukjes in elkaar. Wist ik veel dat ik na een kwartiertje puzzelen ook nog eens veel beter slaap? Ontdekte ik ineens een tweede remedie tegen inslaaptrouble: de eerste is lezen tot de ogen zwaar worden en ik manlief zwaar hoor ademen, de andere is puzzelen in mijn enige uppie. Gedachteloze puzzelrust is wonderbaarlijk goed voor madam-ik-kom-moeilijk-tot-rust.

Testmoment
Tot ikzelf onderworpen werd aan een interview. Ons kind-aan-huis, ik schreef wel meer over onze huisvriendin, wilde me uithoren over de Whatsapp Buurtpreventie, de wijkagent, mijn gevoel van veiligheid en meer voor haar opleiding in de veiligheid. Ze kwam samen met een medestudent die eerder vertrok. Daarna viel het oog van ons kind-aan-huis op de puzzel.
    Wil je een lang verhaal kort? Ze vertrok pas toen ze echt moest eten om op tijd bij een afspraak te zijn. Tot die tijd sorteerde ze puzzelstukjes op vorm en kleur, wat het puzzelen versnelde en ging los.
    Ziehier de test om iemand te leren kennen: pak er een puzzel bij. Kijk wie rustig gaat voor het proces en ontdek wie met een blik op oneindig gaat voor het eindresultaat.

Wending
Een dag later, vergezelde ze ons naar onze kerstdienst. Achteraf snapte ik waarom; ze wilde verder puzzelen. De slimmerik. Ik had andere dingen aan mijn hoofd en Celine was bij haar lief, daarom ging kind-aan-huis ongestoord haar gang. Wat zeg ik? Vier uur later liet ze mij werkloos achter. De puzzel was gelegd. Het was klaar!
    Wacht, nee. Na haar vertrek bracht ze binnen vijftien minuten drie nieuwe puzzels in één doos. Die bleef dicht tot vandaag, want met de kerstdagen wilde ik de tafel vrij kunnen gebruiken. Wel gaf Celine me een klein tussendoorpuzzeltje. Die telde 300 stukjes. Echt flauw, maar zeer geschikt om in één avondje uit te spelen. Het werd een latertje gisteravond, dat wel.

Wens
Neem ik mijn eerdere uitspraak over lekker slapen terug: ik sliep afgelopen nacht verschrikkelijk. Ligt dat in de spanning van een nieuw jaar op de drempel? De onbekende nieuwe uitdagingen, leuke verrassingen en spannende teleurstellingen? Ze liggen op de loer om uitgepuzzeld te worden.
    Waar soms de oplossing in één avond gevonden is, lijkt andere keren de uitkomst eindeloos ver weg. Ik blijf geloven dat op een dag het laatste stukje wordt gelegd.
    Wel leerde ik deze les: hoe graag ik ook alleen puzzel, soms is samen doen echt beter, sowieso gezelliger. Dat geldt vast net zo goed voor de oplossingen van de puzzels in het nieuwe jaar.
    Ik wens je ten diepste een mooie uitkomst voor 2020. Puzzel ze!



Onze kerstgroet nog niet gezien? Bekijk het hier:




zondag 22 december 2019

Spiegel


Stond ik net met mijn handen in het afwaswater, ging de deurbel. Marcel beantwoorde de call, maar draaide zich eerst nog naar mij:
    ‘Goed luisteren, hier leer je van.’
    ‘Ah, leuk, een cursus afpoeieren.’ Mister Afwimpel opende de voordeur:
    ‘Goedenavond.’
    ‘Goedenavond meneer, goed dat ik u aantref! Hoe gaat het met u?’, klonk de ander. Oh boy, dat was de foutste openingszin. Alsof mijn lief zou zeggen hoe het met hem ging.
    ‘Wat wil je verkopen?’, vroeg hij beangstigend koel.
    ‘Ik wil niets verkopen.’
    ‘Dan zij we nu uitgepraat. Fijne avond.’ Marcel gooide de deur dicht en stapte de kamer weer in. Dat was niet bot. Zo doe je dat met ongevraagde verkopers. Waarom het gesprek aangaan? Ik hoop ooit mee te maken dat mijn lief juist iemand aan de praat houdt. Hij lijkt me er perfect toe in staat.

Vasthouden
Ik hield er geen rekening mee, dat ik die kans zelf kreeg.
    Ik wandelde vorige week om tien uur ‘s ochtends in Utrecht centrum. Kerstverlichting sierde de straten. Ik was zo goed als alleen. De rust waar het anders druk is, voelde goed. Klonk daar ineens:
    ‘Goedemorgen!’ Ik schrok op. Wie zei dat en tegen wie? Het gold voor mij.
    ‘O hoi.’
    ‘Wilt u een zeepje ruiken?’ In een nanoseconde stelde ik mezelf de vraag: speel ik dit mee of mag ze in de zeep zakken? Ik koos het eerste.
    ‘Ja hoor.’ De vrouw met een flinke laag make-up op duwde een zeepje onder mijn neus, gevolgd door een tweede geursel.
    ‘Welke vindt u het lekkerst?’
    ‘De eerste.’
    ‘Die krijgt u van me, loop u even mee naar binnen, dan doe ik het in een zakje.’

Instinker
Het begon ineens echt te stinken. Madam kon maar één doel hebben: dat is aan mij te verdienen. Ik bedacht mijn tegenprestatie: ik ging haar tijd verdoen. Het zeepje verdween in een zakje. Ze reikte het aan en keek tegelijkertijd naar mijn hand:
    ‘Mevrouw, verzorgt u uw nagels wel goed?’
    ‘Vast niet.’ Mevrouw tuttebel pakte een-af-andere blok waarmee ze mijn nagel prachtig glad en blinkend wreef. Ik had mijn zonnebril bijna nodig. Vervolgens smeerde madam een olie-tje op mijn nagelriem en kletste er mij-niet-overtuigend op los.
    ‘Mooi he, mevrouw, deze nagel? Dat kunt u altijd zo houden met dit setje dat 40 euro kost.’
    ‘Ja mooi, maar ik vind het niet nodig er zoveel geld voor neer te leggen.’
    ‘Alleen het blok dan, die is 15 euro?’
    ‘Nee, dank je.’
    ‘Heeft u nog even tijd?’
    ‘Ik heb tijd zat!’
    ‘Gaat u dan even zitten. Ik zie dat u last heeft van rimpels.’ Alsof ik dat zelf al niet wist, hield ze me een spiegel voor.
    ‘Och, ze horen erbij.’
    ‘Wat gebruikt u op de huid rond uw ogen?’ Ik wist dat als ik dat zou zeggen, ik zeker geen vrienden werd met deze kletser.
‘Nivea dagcrème.’
    ‘U moet speciale serum gebruiken. Kijkt u die rimpels eens.’ Kwam weer die spiegel erbij.

    ‘Ik ken mijn rimpels.’
    ‘Dat wilt u toch niet? Kijk er goed naar.’ Plopte de spiegel weer op. ‘Mag ik wat serum op uw ooghoek smeren? U wilt toch dat uw huid langer meegaat?’
    ‘Doe je best maar.’ Ze smeerde iets onder mijn rechteroog en tada! Daar was de spiegel.
    ‘Kijk hoe de rimpels verminderd zijn.’
    ‘Ik zie het, ze zijn minder ja.’ Ze bleef doordrammen over hoe goed dit spul was, legde van alles uit over collageen en andere stofnamen en wiebelde geregeld de spiegel voor me langs. Ik stond bijna op het punt dat ding door de winkel te meppen, tot ineens de echte boodschap uit haar mouw schuimde:
    ‘Deze serum kost online 400 euro. Wij verkopen het voor 140 euro.’
    ‘En ik koop het niet.’
    ‘Mevrouw, kijk dan goed in de spiegel.’ Hij bleef komen, die spiegel.
    ‘Ja, ik zie mij.’
    ‘U gebruikt het serum zeven dagen lang en dan een jaar niet. Het werkt als een facelift.’
    ‘Ik hoef geen facelift.’
    ‘Maar uw huid moet nog even mee.’ Tada, de spiegel.
    ‘Dat valt wel mee hoor.’
    ‘Zo oud bent u toch niet?’
    ’Dat ik 47 ben, doet er niet toe. Die serum wil ik gewoon niet.’ Ze viel even stil…
    ‘Om u over te halen, biedt ik u 50% korting.’
    ‘Ik denk dat ik maar weer ga.’ Ik stapte van de kruk en pakte mijn tas van de grond. ‘Ik heb alleen maar je tijd zitten te verdoen. Ik wilde al niets kopen toen ik binnenkwam.’ Even verdween de vriendelijke glimlach…

Gevoeligheid
Weer buiten, vroeg ik me af wie valt voor deze nonsens.
    Had de verkoopster echter meer Irene kennis, dan had ze mijn echte gevoeligheid moeten aanspreken: iets met krullen en dat die goed moeten zitten. Maar ja, bij de eerste en elke volgende blik in de spiegel zag ik: dat zat allang en helemaal goed!


zaterdag 14 december 2019

Zuinigjes


Even mijn hart luchten: ik heb nieuwe schoenen! Zo, dat lucht op!
    Eindelijk verving ik de versleten schoenen voor nieuwe. Nu niet meteen denken dat ik net als alle andere vrouwen… Herstel, even voorkomen dat vrouwen over elkaar buitelen om mij de haren uit mijn hoofd te trekken of hun stilettohak in mijn voet drukken.
    Daarom zeg ik: ik heb niet net als veel vrouwen drie kasten vol schoenen. Ik heb twee paar winterschoenen: wandelschoenen en nette schoenen. Nieuwe nette schoenen.

Zuinig
Eigenlijk heb ik me nooit afgevraagd waarom ik maar twee paar winterschoenen heb. Wel maakt het kiezen gemakkelijk: ga ik vandaag voor degelijk of netjes of allebei? Van ieder één aan, is ook een optie. Klaar! Nu ik mezelf er zo op wijs, denk ik dat het komt door mijn liefde voor sandalen.
    Nee, die draag ik niet in de winter. Zie je me al lopen? Wel hou ik van warmte, daar besteed ik duidelijk liever geld aan. Ik tel vier paar sandalen. Mijn teentjes jubelen vrolijk in mijn sloffen. Ze verheugen zich op de warme seizoenen. Ik verheug me het meest.
    In mijn kast liggen nog een paar fel roze Nikes en een paar pumps. De eerste droeg ik jaren geleden bij fitness, de andere draag ik soms. Ik loop niet graag op hakken.

Koud
Gek hè, de ontdekking dat mijn schoenvoorkeur mijn liefde voor warmte verraadt. Tel daarbij op dat ik schoenen kopen in de winter niks vind. Alles, kleding, jassen en schoenen zijn zo donker. Niks gezellig, alles donker en koud. Ik krijg er koude voeten van. En eenmaal koude voeten, duurt het een eeuwigheid voordat ze warm zijn. Daarom draag ik steeds vaker lange kousen onder mijn broek, daarom draag ik een broek. Ik trek die kousen lekker op tot vlak onder mijn knie in de hoop dat ze mijn beentjes warm houden.

Kuiten
De waarheid is dat ik laarzen wilde, die zijn lekker warm om de beentjes. Als ze om mijn kuiten passen, dan wel. Mijn kuiten zijn echter huge!!! Men noemde ze vroeger fietskuiten, maar ik ben geen fietser. Dat ene jaar dat ik als dertienjarige 26 kilometer per dag fietste van huis naar school en terug, veroorzaakte toch niet zulke onderbenen? Zo wel, dan heb ik nog meer reden om dat ene jaar te haten.
    Anyway, laarzen schreef ik op mijn kuit, ze kunnen niet tot bovenaan dicht. Natuurlijk wel als ik er drie extra geldbuideltjes bij neerleg, maar hé, dan zijn het laarzen die ik tien jaar draag. Ik wil vaker afwisselen. Nu zeggen ze al: daar heb je haar weer, die met de krullen en de rode jas. Daar worden dan die laarzen bij opgeteld.

Bevestiging
Daarom korte zwarte laarsjes. Die passen overal bij.
    Over passen gesproken, tijdens het onderzoeken of ik ze geschikt vond, appte ik mijn hoofdsponsor. Zijn oordeel over mijn schoeisel is belangrijk. Ik hoopte op een snelle reactie, maar om hem wat ruimte te gunnen liep ik nog een extra rondje, keek nog wat rond of er echt niets leukers was en...
    Pling!
  


Mooi, schoenen uit, de doos in en naar de kassa. Die bleek onbemand.
    ‘Ik kom er aan hoor,’ klonk al snel links van me.
    ‘Neem je tijd,’ riep ik terug. Ik ben van geduldig wachten. Meestal wel. Wie haast heeft moet niet achter mij in de rij staan. Sterker nog, ik laat me niet opjutten door snelheidsduivels. Dan had je maar eerder moeten zijn.

Verrassend
Stond toch ineens de verkoper tegenover me. Hij checkte of de schoenen in orde waren.
    ‘Moeilijk hé om de juiste schoenen te vinden als je tussen de 30 en 40 bent?’
    ‘Hoe bedoelt u?’
    ‘Je wilt niet te hippe schoenen maar ook niet van die degelijke oma-schuiten.’ Hij zei het tactischee, maar bedoelde dit wel.
    ‘Meneer, ik ben niet tussen de 30 en 40.’
    ‘Je kunt niet onder de 30 zijn, maar je bent toch niet ouder dan 40?’
    ‘Als je het zo stelt, sta ik zelfs ver aan de verkeerde kant van de 40.’ Als in een reflex schoten mijn handen boven de toonbank, onder zijn kin. Zijn ogen werden zo groot, dat ze bijna uit zijn oogkassen schoten. Ik wilde ze opvangen voordat ze ergens in een schoenendoos stuiterden. Hij hapte naar adem.
    ‘Je sport zeker veel?’
    ‘Als je wandelen meetelt, sport ik zes dagen in de week. Zaterdag is mijn rustdag.’
    ‘Dus wandelen is jouw geheim?’
    ‘Geen idee eigenlijk.’ Het pinautomaat zei piep, waarna ik mijn pasje eruit haalde.
    ‘Wat dan wel?’
    ‘Nivea.’
    ‘Nee.’
    ‘Dan is dit het: ik ben een gelukkig mens.’ Ik krijg een tasje aangereikt.
    ‘Blijf gelukkig!’
    ‘Jij ook!’

Deze man maakte mijn dag. Weg winterdip! Als sokken in de wasmachine. Schoenen kopen is leuk. Volgende week ga ik weer! Oh wacht. Ineens snap ik waarom vrouwen zoveel schoenen kopen!



zaterdag 7 december 2019

Glimlach


Niets

Dan deze paar woorden
Die enkele zinnen vormen
Het maakt nog geen verhaal
Ik weet, het voelt als...

Laat maar
We kunnen beter glimlachen
Dat blijkt minder vermoeiend
Dan nors te kijken


Tot volgende week,







zaterdag 30 november 2019

Huiskat

Daar stond het: kat naar buiten doen is in strijd met EU regels. Ik juichte het uit en wilde al bijna een advocaat bellen, een kat in zijn nekvel grijpen en in de beklaagdenbank zetten. Met de wet achter me, hoor ik het vonnis: levenslang binnen zitten.
    Dat de EU zich met dit soort regels bezighoudt wist ik niet en voor even was ik heel blij. Om er een blog aan te weiden leek me overbodig. Jij bent een trouwe bloglezer? Ja, toch? Jij weet allang waar ik sta als het gaat om binnenhuizige of buitentuinse katten? Hoe vaak moet ik er nog over spinnen? Of wil je weten of het nog hoog op mijn huiselijke agenda staat? Geloof me, het staat nog hoop op de planning gekrabbeld.

Huiskat
Even terzijde, ik begrijp één ding niet. Misschien wel als ik het beschrijf. Het gaat over huiskatten. Lees jij daarin buiten of tuin? Lees ik ergens overheen? Ik lees echt alleen huiskatten! Als in thuis, binnen, warmpjes, knus en niet in mijn tuin. Dekentje erover, kaarsje aan en een kopje verse takkenthee. Ik bedoel schoteltje brokjes, bakje water en de kattenbak in de gang. Alles staat binnen, wat zoekt de kat dan buiten?
    Niets zeggen, ik weet het: vogels. Alsof dat mijn begrip voller maakt. Naast het gif tegen buxusmotten zijn nu katten vogelmoordenaars. Daarover gesproken: wat is het stil in de tuin, waar zijn de vogels? Geef ze terug!

Metafoor
Wilde ik nog even het artikel van het AD terugpakken en zette bijna een feestmuts op, kon ik het bericht van het scherm swipen, want het werd achterna gezeten door een volgend bericht van de concurrent.
    Zo las ik het pijnlijke feit dat de Nederlandse regering zijn eigen plan trekt. Ze schroeft de kattenregels aan de stoel. Het klinkt best Hollands: handhaven is niet te doen, daarom gedogen we en de katten lopen vrolijk buiten. Ze mauwen al bijna: nanananana!
    Ik geef toe dat dit heel kort door de bocht mijn interpretatie is van wat de NOS schreef.  Ik maak er mijn verhaal van. Ik ben dan ook gefrustreerd en heb de allergietranen in mijn ogen staan. Zou jij dan alles scherp zien?

Beweging
Las ik weer een nieuw verzinsel om katten buiten te mogen laten: als katten niet meer buiten mogen rondstruinen, krijgen ze te weinig beweging. Hou toch op! Veel te veel mensen krijgen te weinig beweging, als we die eens allemaal buiten zetten en de katten binnen, wordt het nog gezellig buiten. Op naar een gezondere levensstijl, waarin we de gezondheid van de mens bovenaan zetten.
    Of de mens wel of niet meer gaat bewegen, ik weet één piepeltje, die by far minder beweegt dan alle katten die mijn tuin betreden. Dat is mijn zoon. Hebben we het over huiskatten, dan is hij er één. Laat de katten bij hem in de leer gaan. Ik wist niet dat iemand zo lang en veel binnen kan en wil zitten als hij. Ik zou gillende gek worden.
    Nu niet beginnen over opvoeden, want ik geef kattig toe dat ik mijn fouten heb gemaakt, maar als ik ter verantwoording word geroepen om de opvoedfouten die ik maakte, roep ik kattenbezitters ter verantwoording voor het ontvoeden van hun katten. Ik hoor ze al zeggen:
    ‘Maar ik heb mijn kat opgevoed. Hij poept in de kattenbak.’
    Tot zover de binnenhuise opvoeding, voor de rest doen die beesten hun behoeften buiten in mijn tuin en het liefst op het gras.

Dichtgemaakt
Wacht even, dat schrijf ik wel, maar ik moet eerlijk zijn. Ik heb al een tijdje geen katten in mijn tuin gezien. Zou de 220 eindelijk… Nee hoor, geintje. Ik zou nooit 220 rondom mijn tuin leggen. Niet om de katten, maar om mezelf. Ik zou zelf vergeten dat mijn tuin ermee omgeven is. Zie je mij al in de tuin met de krullen recht omhoog aan de kabel hangen?
    Wel heb ik de enige ingang en dus uitgang voor de katten dichtgemaakt met takken en bladeren. En waarom bladeren? Omdat ik hoop dat de egel die soms langs onze schutting waggelt, in mijn tuin zijn winterslaapplek vindt.

Recht van overpad
Waarbij ik me ineens realiseer, dat katten wel degelijk over een deel van mijn grond mogen lopen. Dat bewijst mijn plaatselijke haat. Ik aai zelfs katten die ik onderweg tegenkomen en die mij lijken te mogen. Het is soms ook andersom hoor, de weerzin. Je moet ze soms naar mij zien kijken.
    Maar waar katten dan wel mogen lopen? Daar waar recht van overpad geldt. Dat houdt dan weer taakverzwaring voor kattenopvoeders in, want zij moeten de beesten leren wat recht van overpad is en het verschil tussen openbare ruimte en privé terrein.
    Volgens mij heb ik zojuist ontdekt waarom ze zeggen: maak dat de kat wijs!



zaterdag 23 november 2019

Deksels


Mijn vaders ogen werden groot als deksels toen hij vroeg:
    ‘Wat zeg jij nou?’
    ‘Paps, ik leg het nog eens uit. Weet je zeker dat je al mijn blogs las?’
    ‘Ja, hoezo?’, antwoorde hij zelfverzekerd.
    ‘Volgens mij beschreef ik deze theorie al eens, maar oké, komt ie paps. Deze is voor jou!’

Kruidenkast*
Stel je een kast voor, nee geen boekenkast. Ik zei een kast, ik zei niets over boeken. Zo zei ik ook niets over kleding. Schrijf de klerenkast direct op je buik. Aan een medicijnkast hebben we bij deze ook niets en de nachtkast staat prima naast het bed. Natuurlijk bedoelde ik zeker geen nestkast en nog het minst een poppenkast. Hoewel dit alles er wel heel erg op begint te lijken.
    Weet je wat? Hou het maar op een kruidenkast. Als het dan toch op een kast moet lijken, houdt dat voor ogen. Zo’n kast met smalle plankjes en daarop allemaal potjes. Hoewel in dit geval zeven potjes genoeg zijn, bedenk daar het kastje omheen. Sorry, als je een kamer vullende kast in gedachten had; die is bij deze afgebroken.

Etiketten
Zie ze staan: zeven potjes. Eén potje draagt het etiket wijsheid, een tweede zegt organisatietalent, weer een andere toont tomeloze energie, de vierde noemt zorgzaamheid, op etiket nummer vijf staat danstalent, waar de zesde doorzettingsvermogen laat zien en de laatste – wie weet het al? De zevende zit vol krullen.
    Hoe gek ook, dit kastje kan jij je toch wel voorstellen? Zo niet, dan kan je nu nog afhaken, het wordt alleen maar gekker.

Keuzes
Had ik al gezegd dat het kastje inpandig is? Als in mijn moeders baarmoeder…
    Werkelijk waar. Stel je voor, er zit een meiske in haar buik. Dat is echt gebeurd, zo’n 52 jaar geleden op de dag af. Sterker nog, 52 jaar geleden zat mijn oudste zus hartstikke vast in mijn moeders buik en liet haar koppie over ongeveer zes dagen zien. Vlak voor die dag, de 30ste, keek ze voor de laatste keer naar het kastje in mums-belly en graaide de inhoud van de potjes met de etiketten wijsheid, tomeloze energie en doorzettingsvermogen van de plank. De slimmerik. Ze draaide de deksels open en nam de drie inhouden mee naar buiten.
    Je snapt het, ze heeft een stel hersenen waar ik jaloers op ben, energie waar ik u tegen zeg en ik heb flink respect voor haar doorzettingsvermogen. Die potjes bewezen zichzelf.

Deksel
Gaan we naar zus twee: Zij dobberde 51 jaar geleden in de buik van ons mam. Ja, dobberde, tot 4 mei duurt nog wel even. Het potje dansen opende ze al binnenin de buik, waarna madam verschillende danspasjes in het vruchtwater oefende. Toen haar lijfje richting uitgang ging, griste ze op het laatst nog net de potjes organisatietalent en zorgzaamheid van de plank en liet de deksels achter.

Boeie
Een aantal jaar later, twee weken voor hun emigratie naar New Zealand hoorden mijn ouders dat ze zwanger waren van jawel: tada, mij! Het werd de achterblijvende familie verteld toen ze zes weken later van de boot aan land stapten, want de familie zou hen anders vast niet naar downer dan under laten vertrekken. Eenmaal in New Zealand, zond mams een bericht over een derde kleinkind naar mijn opa’s en oma’s. Geen idee of dat via postduif, koerier of telefoon ging.
    Mij boeide het eigenlijk niet, ik dobberde rond en bedacht wat ik moest met het potje op dat plankje. Krullen stond er op. Daarbij verwonderde ik me over de deksels die rondom mij dreven. Ze verbleven steeds in mijn ruimte. Wat een rommel! Het lef om dat te laten slingeren. Ik besloot ze bij elkaar te leggen, tegen de wand te drukken en er bovenop te gaan liggen. Wist ik veel dat ik daarmee dwars voor de uitgang lag. Als er nou een bordje UITGANG hing, had ik het gesnopen. Aan een ronddrijvend etiket wijsheid had ik net zo min iets.
    Tot op 1 april, wat een grap, een mes mijn volgeboekte kamer open sneed en mijn oog nog net viel op het potje krullen. Terwijl twee handen mijn kamer binnen kwamen en ik aanvoelde dat ik elk moment naar buiten zou worden gesleurd, griste ik het potje krullen mee.

Trots
    ‘Dit verhaal verklaart alles, papa.’ Hij lag compleet dubbel. Heerlijk dat ik nog samen kan lachen met die lolbroek. Ik koester het, zoals ik de aanleiding van dit verhaal in mijn hart sluit. Het kwam allemaal door zijn trots op zijn dochters. Hij stopt dat nooit in potjes op een plankje, maar houdt het mij regelmatig voor ogen.
    ‘Ik ben trots op ieders kwaliteiten,’ vertelt hij dan.
    ‘Ho wacht ouwe. Pas op jij! Anders moet jij in een potje, ik bedoel, in de hoek! Papa, je bent trots op hullies kwaliteiten en op mijn krullen. Ja?’
    ‘Ja.’

* Met dank aan neef Luuc, voor de kruidenkastfoto.


zondag 17 november 2019

Toilet angst


Waar ik het niet zo met spinnen heb, springt Celine drie salto’s door de huiskamer bij het zien van één spinnetje waar ik zelfs met mijn nieuwe bril geen zicht op krijg. Zou ik ‘m wel zien, dan zet ik een stapje achteruit en spreek mezelf toe.
    ‘Niet gillen, niet gillen, niet gillen.’ Het gaat dan wel om een grote spin. Zo’n dikke bolle die je al ziet voordat je goed en wel de kamer binnen stapt. Mijn angst lijkt in de poten van die monsters te zitten, het geluidloze getippel, zo sneekerig, gluiperig, stilletjes, en kriebelig. Ieuw!
    De ergste zijn de gluiperds die rondom het bed tevoorschijn piepen. Mij krijg je het bed niet meer in. Het is hij er uit of ik er uit. Eén keer raden wie dan de spin opsnort en verwijdert, terwijl ik onder de douche de herinnering aan mr. spider laat verwateren, huppakee het putje in. Bij terugkomst verzekert Marcel me:
    ‘De spin is de deur uit.’

Toilet-angst
Terug naar Celine. Ze vertelde me eerder deze week, dat ze bij de ouders van haar vriend niet meer naar het toilet durft:
    ‘Mama, in elke hoek van het toilet zit een spin of twee.' Haar vriend zat erbij en beaamde het.
    ‘Het heeft geen zin om ze weg te halen, want in het boerengat waar wij wonen, verhuizen soortgenoten gewoon weer naar binnen.’
    Ik zie voor me hoe een spin met een koffer onder de poot het toilet in wandelt. Afijn, de vriend van Celine vertelde dat hij ooit de kans had een Tarantula vast te houden. Hij vond kijken genoeg. Ik schaam me ineens minder om mijn spinnenangst. Je bent bang of niet bang voor spinnen, klaar. Het is soms gewoon wel zwart-wit.

Total loss
Rick, zo heet het vriendje van Celine. Ik noem hem overigens Rikketik, want hoor Celine’s hart kloppen: rikketik, rikketik, rikketik.
    Rick vertelde van een filmpje over een vrouw die in de rechterbovenhoek van haar auto een Tarantula ontdekte en gewoon 20 minuten door reed. Ik vrees dat ik een eenzijdig ongeluk veroorzaak bij zo’n ontdekking. Auto en ik total loss. Waar Celine een ander beeld vormde: bij haar zit de spin recht voor haar om bij een noodstop full in her face te stuiteren. Kijk haar gillend gek van angst aan de eettafel zitten.

Schepje bovenop
Dat kan erger, zo dacht ik en vroeg:
    ‘Weet je wat er gebeurt als je spinnen opzuigt?’
    ‘Ja, die gaan dood’, antwoordde ze.
    ‘Dus niet! Ze overleven in de stofzuiger, vertelde iemand me ooit.’
    ‘Wat mama? Nee!’, gilde Celine.
    ‘Helaas, meiske, ze schijnen de stofzuiger nog net niet fluitend uit te lopen.’
    ‘Lopen ze dan allemaal in deze kamer rond?’, vroeg ze met ogen zo groot als spinnenwebben.
    ‘Vast niet, waarschijnlijk voelen zij zich prettig in de voorraadkast en bouwen daar een nestje.’
    ‘Nee, mama, nee! Drie keer per dag pak iets uit die kast, omdat ik zo’n vreetzak ben. Nu durf ik die kast nooit meer in.’
    ‘Heb ik mooi een goede bezuinigingstip gelanceerd. Als jij weigert de kast in te duiken, hoef ik de voorraad niet meer aan te vullen. Laat maar komen die spinnen - in de wetenschap dat als ik ze aantref in mijn slaapkamer, Marcel mijn spinnenredder is.

Foto
Ineens bedacht ik dat ik Rikketiks moeder eens een berichtje moet sturen.
    ‘Hey, zou jij me een foto kunnen sturen van één hoek van jullie toilet?’
    ‘Nou ja! Hoezo dat? Is dit schoonmaakcontrole op afstand?’, vroeg ze me.
    ‘Hahaha, nee, Celine zegt dat daar spinnen zitten en ik schrijf daar een blog over.’
    ‘Oké, maar ik denk dat ze weg zijn, want spinnentijd is voorbij’, antwoordde de kenner.
    ‘Wat mij betreft is het nog herfst, dus hoe kunnen ze weg zijn?’, reageerde ik, maar zij bleek zelf weg. Naar het toilet natuurlijk. Al snel volgde het verlossende antwoord:
    ‘Ik zei het al: er zitten geen spinnen in de hoeken van ons toilet.’

Fotoshop
Moest ik toch een foto-oplossing zoeken. Zonder foto geen blog. Ik vroeg Benjamin onze Photoshop-artist een foto te shoppen. Hij mompelde iets dat klonk als:
    ‘Ik denk niet dat ik daar tijd voor heb.’ Nu overweeg ik zelf iets te prutsen. Iets waarop ieder van verre ziet dat het een nep foto is. Dat past wel in dit verhaal, want Celine’s verhaal van spinnen in de hoek blijkt evengoed oplichterij.
    Wacht! Is het verhaal van Marcel dan wel waar? Ik betwijfel ineens of hij wel spinnen rondom ons bed verwijdert. Terwijl ik alweer zingend onder de douche sta, gniffelt hij in zichzelf, pakt zijn boek, vlijt zich tegen het kussen en zegt zodra ik de kamer in wandel en de spin zoek:
    ‘Hij is weg hoor!’
    Wat een nep! Bah, dit bloggen maakt zelfs mij wantrouwend over de waarheid in mijn blogs.



zondag 10 november 2019

Potje


Het verbaast me iedere ochtend hoe fit en fruitig Celine aan de ontbijttafel verschijnt. Ik ben er gewoonweg jaloers op. Of toch niet? Kijk, ik ben jaloers op het feit dat als het meiske wakker is, ze echt AAN staat. Na het openen van haar ogen, staat ze op en tada, wakker! Ze kleedt zich aan, zorgt voor een leuke coupe op haar kop en staat binnen een kwartier beneden. Die snelheid kan ik niet evenaren. Haar energie om 07.02 uur stemt me jaloers! Ik wil ook zo alive zijn om die tijd.

Uitersten
De afgunst stopt op het moment dat manlief de deur uit is. Ja echt, bij het dichtslaan van de voordeur opent Celine haar bekkie. Kwebbel, de vriendin van Kabouter Plop, is er niets bij. Dat is waar mijn jaloezie ophoudt. Een rustiger begin voelt heerlijk. Daar past Benjamin beter bij me. Als hij de kamer in komt en aanschuift, mompelt hij iets wat lijkt op ‘hallo’, neemt plaats aan tafel en eet in stilte.
    Wat dit alles betreft past onze kinderen één woord: uitersten.

Potje
Dat was een paar weken geleden enorm herkenbaar. Op tafel stond een potje gelige vloeistof. Iemand, ik gun deze persoon zijn anonimiteit, moest naast een bloedtest ook een urineonderzoek. Nu hebben wij een vrij grote eettafel, daarop valt een potje urine toch niet op? Gelukkig bewees Benjamin dat; hij zag het potje gewoonweg niet staan en genoot van zijn ontbijt.
    Vervolgens liep Celine de trap af, opende de huiskamerdeur en stapte vrolijk binnen. Ineens zag ze het potje op tafel en keek alsof de plasemmer uit onze tent op tafel stond – dat is een joekel! Daar wil ik never nooit niet mee gezien worden, weet je nog?

Afstandelijk
Ze stapte minder enthousiast dan ik van haar gewend ben de kamer in, duwde zichzelf tegen de salontafel, schuifelde naar het laatste stukje van de hoekbank, duwde zich tegen de kast om eenmaal bij haar stoel te gaan zitten. Ze liep die route, want wilde zo ver mogelijk van het potje vandaan blijven. Al die tijd leek haar blik vastgezet op het potje.
    ‘Wat is dat?, wees ze met haar linkerhand vlak onder haar borst en de wijsvinger op het potje gericht.
    ‘Dat is een potje met urine.’
    ‘Van wie is dat?’
    ‘Tja, dat fluister ik je wel toe, de blog lezers mogen het niet weten.’
    ‘Waarom staat het hier?’
    ‘Omdat iemand het naar de huisarts moet brengen. Wie denk je?’
    ‘Gelukkig jij, ik zou daar nooit mee over straat durven. Hoe neem je zoiets mee?’
    ‘In mijn hand. Dan loop ik de hele weg naar de Molenzoom met gestrekte arm, want ik hou dat potje ook graag ver van me af en maar roepen: “Is niet mijn urine, ik ben geen zeikerd!”’
    ‘Serieus mama, hoe neem je dit mee?’
    ‘In mijn fietstas natuurlijk en daarna leg ik daar de verse groenten voor het avondeten in.’
    ‘Ik ga vanavond bij omi eten!’

Privéaangelegenheid
Feit was dat het potje echt van A naar B moest en graag zonder heel Houten als getuige. Het potje was gecheckt op lekdichtheid en de fietstas was een perfect vervoermiddel, bleef de route tussen fietstas en balie van de doktersassistente een obstakel. Daar tel ik (gokje) 56 stappen. Daarom zocht ik toch maar even een tasje, een niet zo groot tasje, valt namelijk niet op, toch?
    Daar ging ik, op weg naar de huisartspraktijk. Aan de balie diepte ik het potje uit het tasje, vulde een formuliertje in en leverde het in. Nee over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd. Wel ging ik naar de Appie, want maandagochtend is boodschaptime! Was ik amper door het poortje, kwam Ton op me af:
    ‘Waar is je zonnebril?’
    ‘Hoezo? Zo’n zonnetje ben jij nou ook weer niet op de maandag’, lachte ik hard.
    ‘Dit gaat niet om mij, maar om dat tasje,’ hij wees in mijn karretje, ‘dat tasje verblindt me.’ Ik keek hem vervolgens aan of er sinaasappelsap uit zijn oren liep.
    ‘Dat is toch een prachtig tasje? Kijk nou toch.’ Ik hield het tasje voor zijn neus.
    ‘Doe weg dat tasje, je verblindt alle klanten. Waarom heb je die trouwens mee?’
    ‘Geloof me, je wilt nog liever dat ik hier iedereen verblind, dan dat ik jou vertel wat hier in zat.’
    ‘Oh, nu word ik nieuwsgierig!’
    ‘Hoeft niet, lees mijn blog maar. Want dit wordt onderhand blogwaardig.’

Bling bling
Na de AH evalueerde ik het weekend bij de Sterpoelier. Eén keer raden waar hij over begon.
    ‘Wat heb jij een opvallend tasje bij je?’
    ‘Begin jij nu ook al?’
    ‘Hij is wel erg bling bling hoor.’ Waarop ik het tasje extra in de lucht wapperde en René zijn handen voor ogen sloeg.
    ‘Tja, ik dacht maar zo, als ik niet meer opval, dan toch in ieder geval mijn tasje!’




zaterdag 2 november 2019

Gezond bewegen

Natuurlijk ontstond hier een discussie toen ik Marcel een sportbabe noemde.
    ‘Mam,’ zei Benjamin, ‘dat kan echt niet. Voor niemand niet, maar zeker niet voor papa.’ Celine vulde aan:
    ‘Inderdaad, het is vast iets uit jouw tijd, maar die is voorbij.’ Waarop Marcel gesterkt door hen zijn mening luchtte:
    ‘Hoe kan ik nou een sportbabe zijn. Kijk nou!’ Hij balde zijn vuisten, bracht ze als een bodybuilder omhoog en liet zijn spieren opbollen.
    ‘Ja ja, laat maar weer los,’ klonk ik geschokt. ‘Dat was voldoende biceps voor vandaag. Sportbabe is out, maar hoe noem ik je dan? Ik gun je een krachtige naam waarmee ik je op een voetstuk plaats, want je bent een ware sportman gebleken. Dat ik een jaar geleden durfde geloven dat jij het niet ver zou tillen in de fitness is gewoonweg schandalig.’
    ‘Ja, wat ben ik een bink hè?’, klonk Marcel trots.
    ‘Een bink! Dat is het, weg met sportbabes!,’ reageerde ik en stompte manlief tegen zijn schouder. ‘Tijd voor een wave voor paps.’ Ik bewoog mijn rechterarm in een vloeiende beweging omhoog en weer omlaag, halverwege gevolgd door mijn linkerarm in dezelfde beweging. Mijn tafelgenoten volgden mij op hun beurt soepeltjes op.

Skeeleren
    ‘Als papa de bink is, wat ben ik dan?’, vroeg Celine vervolgens.
    ‘Papa is the bomb!’, bedacht ik ineens. Dat klonk sterker.
    ‘Inderdaad mam, mag ik dan de bink zijn?’
    ‘Ik vind babe dan toch wel weer goed klinken, want als jij gaat skeeleren ben jij werkelijk heel babe-erig. Je ziet er goed uit op wielen en daarbij houdt jij het sporten al langere tijd vol.’ Na mijn woorden straalde mijn dochter lang na. Het moet gezegd, ik vergeet soms hoe goed dochterlief bezig is. Ze begon maanden geleden met hardlopen, maar maakte de overstap naar skeeleren. Ik begrijp dat wel.

Hardlopen
Ik heb zo mijn mening over hardlopen en twijfel of ik die wel moet luchten, zo niet herhalen. Ik maak er vast geen vrienden mee. Het is niet verkeerd om je mond te houden als je iets wilt zeggen dat een ander kwetst. Daar tegenover leven we in een vrij land en mag ik mijn zegje aanpassen. Dus zeg ik niet dat vrouwen niet bedoeld zijn voor hardlopen. Wel zeg ik dat ik niet geschapen ben om hard te lopen. Ik kan het niet, het voelt niet goed en ziet er vast onaanzienlijk uit. Celine is in veel dingen typisch moi. Daarom vermoed ik dat rennen niet bij haar past. Let op, ik noemde het een vermoeden, want ik zag haar nooit hardlopen. Ik ben stiekem gewoon jaloers. Zij heeft een strakker lijf en geen vetrolletjes die mee deinen op de cadans van het rennen. Zij ziet er vast strak uit in haar ren-kledij, hoewel ze dat inruilde voor skeeleren. Daar zag ik haar eens gaan, echt heel smooth.

Opstaan
    ‘Tof!’, zei ik bij het besef dat ik samenleef met een sportbomb en sportbabe. Voordat ik mezelf op de borst sloeg, melde Benjamin zich.
    ‘Ik ben ook sportief hoor.’ Drie personen keken hem aan alsof hij met een pompoen op zijn hoofd aan tafel zat.
    ‘Wat voor sport doe jij dan?’, vroeg ik nieuwsgierig.
    ‘Ik sta vaker op,’ antwoordde hij. Dat maakte het niet echt duidelijk, daarom vroeg ik:
    ‘Oh ja? Hoe moet ik dat voor me zien? Zet jij je wekker ’s nachts een paar keer, zodat je even opstaat om weer verder te slapen? Alles best, als ik die wekker maar niet hoor.’
    ‘Nee, mam,’ klonk Benjamin zoals hij altijd klinkt als ik denk leuk te zijn, maar het niet ben.
    ‘Sta je steeds vaker op voor een oude dame in de trein?’, vroeg Marcel. ‘Irene, dat opvoedtrucje is je gelukt! Boks!’, waarop Marcels en mijn vuisten tegen elkaar botsten. Benjamin zuchtte luid terwijl ik Marcel antwoordde:
    ‘Ik denk dat hij nog eerder opstaat om snoep uit de kast te pakken of voor een glas cola bij zijn lunch.’
    ‘Wat? Drinkt Benjamin cola bij zijn lunch?’, vroeg Marcel verbaasd.
    ‘Tja, dat is dus een mislukt opvoedkunstje,’ gaf ik teleurgesteld toe. ‘Ik deed nog zo mijn opvoedbest. Laten we even eerlijk zijn Benjamin, als jij opstaat om snoeptroep te pakken, kan je net zo goed blijven zitten.’

Verklaring
Wat Benjamin bedoelde met vaker opstaan, was precies wat hij zei. Sinds hij zichzelf verliest in het werk aan de computer, lijkt hij vastgeplakt aan zijn stoel en niet even een uurtje, maar werkelijk hele dagdelen. Blijkbaar staat hij tijdens die bezigheden vaker op. Waarschijnlijk om een plasje te lozen, een drankje te pakken of pizza te bakken. Soms drukt hij zich tussen de 2 tot 300 keer op en knuffelt zijn mum. Wacht, dat laatste moet hij gewoon vaker doen.
    Over gezond bewegen gesproken.