Met de kinderen ruim zes weken thuis, want zij hebben vakantie, bedacht
deze mama dat zij ook wat meer vakantie verdient. Waarom zij wel en ik niet,
dat voelt super oneerlijk! Dus moeten de Van Valen jonkies wat meer in huis
meedraaien. Te beginnen met hun eigen kamers stoffen en zuigen.
Zo begint tegelijkertijd de
opleiding naar zelfstandigheid. Het kan nooit kwaad te leren hoe het huis
gehouden wordt. De koksopleiding volgt vanzelf.
Eigenlijk verwacht ik dat Benjamin zijn huishouding net als mijn man zal
laten doen door een ander, zijn vrouw of zo. Of zij dat zal willen, laat ik
even in de blog. Echter Benjamin met een stofdoek in de hand lijk me ongewoon
eigenaardig.
Helaas voor Benjamin mag hij onder
het mom van holiday-time is quality-time, de stofdoek in de hand nemen. Nou ja,
vergeet die stofdoek. In mijn huis doen we niet aan stofverplaatsing maar aan vochtig
stoffen. Weg met ongewenst huisstof. Dit is het echte werk. Dat Benjamin nodig
moet leren.
‘Benjamin, het is hoog tijd om je
kamer onder handen te nemen.’
‘Ja, maar, ik wil eerst…’
‘Nee, nu!’
‘Hoe moet dat?’
‘Pak een emmer.’
‘Waar staat die?’
‘Onder de gootsteen.’ Om vooral
te vermijden dat deze blog te lang wordt vanwege meneertjes onbekendheid met
mijn kastinrichting, kort ik ‘m in. Ik vertel hem waar emmer, doek en
allesreiniger te vinden zijn om vervolgens de bovenverdieping onveilig te maken.
Hij met een emmer sop, ik met de stofzuiger in de hand.
Onder het genot van Benjamins fantastische muziekkeus, lees hier vooral
heel veel cynisme achter de boodschap, gaan we aan het werk.
‘Je begint met de deurklink en
de deur zelf.’
‘De deurklink en deur? Worden
die vies dan?’
‘Schatje daar zitten je handen
elke dag heel vaak aan. Doe nou maar en vandaar gaan we de kamer rond.’
Hij slaat doodleuk zijn boekenkast en bed over en wil naar de
vensterbank.
‘Hé, hallo, moeten de
boekenkast en je bed zichzelf stoffen of zo?’
‘Wat moet ik daar aan stoffen
dan?’
‘Wat dacht je van de planken
van de kast en de randen en handvaten van je bedlades? Moet je zien wat een
stof?’ Daar gaat mijn vinger over de randen en tonen een grijze vingertop.
‘Mam, je wordt grijs!’
Als meneer zijn vensterbank en bureau onder handen neemt, zucht hij
luid.
‘Doe jij dit allemaal elke
keer?’
‘Schatje, dit is nog maar een
gewone poetsbeurt. Ik zal je een grote schoonmaakbeurt besparen.’ Volgens mij
krijgt er eentje respect voor mijn werk.
Na een kwartier of drie zijn we klaar en mijn zoon een schoonmaakles
rijker. Zelfs in de vakantie leert hij door. Celine heeft mijn poetslessen niet
nodig. Zij heeft vaker haar boeltje zelf aangepakt en blijft achter met een
enorm gevoel van voldoening waar Benjamin praat van tijdsverspilling.
Tijdens onze vakantie in Frankrijk, bleef mijn vrijheid lonken en wilde
ik nog wat meer vakantiegevoel ervaren. Daarom stelde ik een afwasploeg in:
Celine en Benjamin. Ze mochten zelf bekijken hoe ze het verdeelden, als het
keukengerei maar schoon was voor de volgende maaltijd.
Benjamin werd verantwoordelijk
voor het afwassen van ontbijt- en lunchpuin, Celine bekommerde zich om de avondmaaltijdvaat.
Zij hoopte op veel maaltjes buiten de tentdeur.
Nog amper de rollen verdeeld bedacht Benjamin dat we minder borden, bekers
en bestek moeten gebruiken. We konden toch vooral met elkaar van de tafel eten
en met één mes. Wat een fantastisch idee!
Vooral als ik denk aan zijn
haat aan smeersels aan zijn mes. Er mag absoluut geen boter, chocopasta, bebogeen
of speculoos op het mes zitten. Laat staan dat het in de buurt mag komen van Marmite.
De oplossing: hij smeert zijn
boterham als eerste en dan mogen wij. Zo blijven één glas en mes over om af te
wassen.
Ik zie hem ineens als student op kamers. De drempel van zo’n kamer durf
ik eigenlijk niet over. Tenzij ik mijn zoon moet redden van de vergiftigings-
of rommeldood.
‘Maar, hoe ga jij dat dan doen
als je op kamers bent?’
‘Hoezo?’
‘Je zal dan toch ook moeten
eten, drinken en afwassen.’
‘Of niet!’, zegt manlief.
‘Oh ja, de vaat kan je
natuurlijk ook laten staan. Bah!’
Eigenlijk weet ik al hoe dat zal gaan. Stel dat ik op lunchtijd op
bezoek kom en toch die drempel over kom rond lunchtijd, zal ik hem op één plek
vinden. Hij wil net zijn boterham in de pot pindakaas steken en houdt een fles Cola
in zijn andere hand. Zo zit hij op het aanrecht voor zijn vaatvrije maaltje.
Eigenlijk alleen maar fijn voor
mij: kan ik stoppen met sparen voor zijn uitzet.