‘Goedemiddag!’ klink ik
opgewekt als ik binnenstap.
‘Hooi,’ klinkt madam zacht en
binnensmonds. Ze heeft de smartphone weer eens op zichzelf gericht.
‘Je bent vroeg thuis, had je
uitval?’
‘Huhu…’
Verder vragen doe ik niet. Ik weet dat er niet veel gezegd zal worden. Met
de telefoon in haar hand is ze bijna onbereikbaar. Zonder woorden klinkt: niet
storen. Eerlijk gezegd word ik er gek van. Zie ik mijn dochter, zie ik haar
Galaxy. Haar aandacht vangen gaat beter via de Galaxy dan via direct contact.
Niet dat het alleen kommer en
kwel is. Via whatsapp krijg ik vooral veel lieve berichten, vooral van haar. Zo
heeft een smartphone ook een goede keerzijde.
Wat ik vooral niet mag vergeten, is dat haar phone de live-line is met haar vriendje. Ze
zouden eens een minuutje van elkaars leven moeten missen. Dat is natuurlijk ondenkbaar.
Zo lijkt de smartphone belangrijker dan the air she breaths.
Daar komen weer een paar
berichten binnen en weg is ze.
Tot dat ene moment dat ik na een klop op de deur haar kamer in stap.
‘Heb jij tijd voor een cursusje
aan mij?’ Ze fronst haar wenkbrauwen en zonder opkijken zegt ze:
‘Wat voor cursus?’
‘Nou, ik heb heel wat van jouw
selfies gezien tussen de vakantiefoto’s. Daarom denk ik dat jij de aangewezen
persoon ben om mij te leren hoe ik dat nou bij meselfie doe.’ Ze legt haar Phone
direct weg, ja echt! Springt enthousiast van haar stoel en wijst mij die.
‘Leuk mam! Ga zitten. Hier is
het beste licht.’ Daar heb je het al; ze weet de beste plek en zet me op haar
bureaustoel bij het raam. Ze grist mijn telefoon uit mijn hand, zoekt de app
Retrica op en geeft mij mijn telefoon terug.
‘Kijk mama, je moet ‘m voor je
houden en dan een minuut of tien zoeken naar de beste hoek.’
‘Tien minuten?’ Ik wil al bijna
weer opstaan. Die is gek, ik heb wel wat beters te doen. Ik word liefdevol teruggeduwd
in de stoel.
‘Je wil er toch op je best
uitzien? Dat kost tijd’, klinkt madam zelfverzekerd.
‘Wat mij betreft is een minuutje
genoeg, want mijn rechterkant is mijn beste kant. Ik vind het best zo,’
triomfeer ik.
‘Nu moet je even stil zitten,
stel je schermpje scherp en klikken maar.’ Vervolgens maakt mijn telefoon vier
selfies die tevoorschijn komen in één bestandje. Het resultaat is…
‘Rijp voor de prullenbak!’
We proberen het nog op wat
verschillende andere manieren: liggend op bed, hangend in de stoel, met mijn
kin op mijn hand, steunend op de bedrand en als laatste in de deuropening. Al
met al was het gezellig zo samen: de prof en de amateur. Echter één ding is duidelijk:
ik mis de fotogeniekheid die mijn dochter zo eigen is.
Dat gemis blijft ondanks dagenlang oefenen. Ik vereeuwig mezelf keer op
keer naar de prullenbak.
Niet veel later sta ik op het punt Celine te storen, maar zie haar door
de kier van haar kamerdeur. Eén keer raden waar ze mee bezig is.
Ze doet de kraag van haar
blouse goed, duwt een piek haar dat uitsteekt in haar nek bij haar staart, ze knoopt het
sjaaltje los en doet 'm af en wimpelt een pluk haar van haar pony opzij. Als laatste draait
ze haar stoel een beetje bij en ‘klik’! Ze is helemaal gericht op zichzelf.
Als ik dan binnenstap en haar
selfies bewonder, ken ik haar niet meer terug.
‘Wie is dat lekkere ding?’
Bij het verlaten van haar kamer, weet ik wat mis is met mij. Ik wordt kriebelig
van de op-mezelf-gerichte-modus van de camera. Het zien van mezelf, van zo
dichtbij is akelig confronterend. Wat een oneffenheidjes tref ik aan. Hier en
daar gapen diepe rimpels in mijn gezicht en de grijze haren steken het meest
uit. Het schreeuwt me allemaal tegemoet middels de camera: you’re getting older mom!
Ik moet maar stoppen met selfies willen maken. Mijn kop is daar gewoon niet geschikt voor en dat doet mij geen goed.
Daartegenover staat mijn
selfie-gerichte tienerdochter met nog een mooi strakke huid en prachtig frisse
haarkleur van de jeugd. Ze is gewoon mooi en knap! Ik beaam het volmondig. Wat natuurlijk heel goed is voor haar zelfvertrouwen.
Terwijl het selfie-vertrouwen van mij juist de laatste week wat deuken
heeft opgelopen!