,,Irene, zullen we de Vogelenbuurt eens ontdekken?”
,,Leuk, vogels spotten.” We namen de trein naar Utrecht Centraal, waar we na uitchecken in zuidelijke richting naar het Moreelsepark wandelden. Daar had ik vooral oog voor de poort waar bussen af en aan onderdoor rijden. Bij het achterom kijken verraste het contrast van oud en nieuw me. Kijk zelf, hoe verbluffend.
Vergat ik daarbij helemaal de zo bekende Inktpot, het hoofdkantoor van ProRail, te vereeuwigen. Daarom een foto van eerder dit jaar. Hij staat rechtsboven. Extra leuk is de verdwaalde UFO op het gebouw. Die mistte duidelijk de UFO-landingsbaan in Houten.
Theepot
De Catharijnesingel en Marga Klompébrug overgestoken liepen we in noordelijke richting naar Hoog Catharijne en mengden ons in het winkelend publiek. Zin in die drukte hadden we niet, daarom liepen we flink door. Wel spotten we de Theepot die vroeger bovenop Hoog Catharijne en de Catharijnesingel stond. De pot is verplaatst, wat logisch is: thuis staat ie dan op het aanrecht, vervolgens op tafel, dan weer in de tuin. Tja, waar staat de pot de volgende keer?
Start
We wandelden doelgericht dwars door Hoog Catharijne The Mall om uit te komen op de Vredenburgkade. Hier startte onze wandeling officieel. Vanaf hier volgden we dwalend onze route. Al dwaalden mijn ogen direct richting alle fietsen. Ze stonden overal!!! Tegen bomen, hekken, palen en op plekken waar het niet mag. Zo Nederlands.We liepen het prachtig restaurant Bunk voorbij. Een binnenwaartse blik maakte dat ik er best even wilde zitten, we waren echter nog maar net op weg. Nu al pauze was wat overdreven. We liepen door Park Paardenveld op; een voor ons fris nieuw stukje park in centrum Utrecht. We liepen door tot aan de Monicabrug. Eigenlijk moet ik zeggen er onderdoor. Dat het kon wisten we niet. We rijden er meerdere keren per jaar overheen als we de vlaggen in de Jacobitoren uithangen, maar er onder lopend deed ik nooit eerder. Of ik er ooit nog over of onderdoor durf? Boy, wat rammelt die brug onder al dat verkeer! Aan de andere kant lagen rondvaartboten aan de kade, dat me direct inspireerde tot een ander schrijfsel.
even stil te liggen
aan de kant gaan
de wereld aan je voorbij
even niet mee doen
maar juist opladen
energie en kracht winnen
rust pakken
om daarna weer door te stomen
Vergeet niet af en toe
even achterover te leunen
armen over elkaar
eerste even jij
Nijntje
Links aan de overkant van het water zagen we de Weerdsluis. Zo dichtbij en we konden alleen maar rechts met de bocht mee. Mijn plan was de sluis straks van dichtbij te bekijken, maar eerst naar Nijntjepleintje.
Daar deed de tekst van ’t Zusje me wat. Ik dacht terug aan een telefoontje met mijn oudste zus, drie dagen eerder. We beseften dat ik met bijna 50 jaar op mijn naam, eigenlijk geen zusje meer ben. En toch zei ik dat ze me altijd zusje mag blijven noemen. Het voelt gewoon veilig, ze is mijn grote wijze zus en ik ben de fladderaar. Heerlijk! We bellen snel weer zus.
Ondertussen stond ik, tegenover Nijntje met haar kleine oogjes en neusje, midden op het plein. Een troetelgevoel maakte zich van me meester al stond ze daar in steen. De schattige griet. Ik maakte een foto met spijt dat ze geen zon pakte.
Ondertussen stond ik, tegenover Nijntje met haar kleine oogjes en neusje, midden op het plein. Een troetelgevoel maakte zich van me meester al stond ze daar in steen. De schattige griet. Ik maakte een foto met spijt dat ze geen zon pakte.
Pleintje
Vanaf hier trok de 1e Achterkerkstraat ons. Die lag groen en in al zijn smalligheid voor ons. Met het volgen van die straat verlieten we Nijntjepleintje en vergaten de Weerdsluis volledig. Voor de rest bleek het een toffe keus, want bij de kruising met de Van Asch van Wijckstraat bereikten we een pleintje.
In de bomen hingen kaartjes met tekstje en achter ons sierde een grote wandschildering de muur. Hier fladderde ik even over het plein.
,,We schieten al aardig op he?”, zei ik hardop, wetend dat manlief zich voegt naar mijn fotografie-gekte. Hij wijst mij zelfs op interessante zaken. Hij kijkt met me mee.
Doodloper
Vervolgens staken we de Van Asch van Wijckstraat over en liepen de volgende straat in. Het was opnieuw groen, smal en een oranje fiets en plantenpotten op een muur trokken ons. Soms loop je zonder het te weten een retourtje; de straat eindigde met een hek, een huisnummer en vol begroeiing. Pas terug bij het begin van de straat viel de straatnaam op: de 2e Achterstraat.
Opnieuw viel een muurschildering op. Al verpestte de bekladdende graffiti de good fibe. Het werd een oefening kijk-door-de-rommel-heen. Grappig dat de watertoren in de schildering in werkelijkheid achter ons stond.
Vervolgens staken we de Van Asch van Wijckstraat over en liepen de volgende straat in. Het was opnieuw groen, smal en een oranje fiets en plantenpotten op een muur trokken ons. Soms loop je zonder het te weten een retourtje; de straat eindigde met een hek, een huisnummer en vol begroeiing. Pas terug bij het begin van de straat viel de straatnaam op: de 2e Achterstraat.
Opnieuw viel een muurschildering op. Al verpestte de bekladdende graffiti de good fibe. Het werd een oefening kijk-door-de-rommel-heen. Grappig dat de watertoren in de schildering in werkelijkheid achter ons stond.
Marcel merkte een nepraam op aan de andere kant van het plein. Scherp gezien. Ik keek er overheen.
Rondjes
We liepen de Lange Lauwerstraat in, puur op het beeld van de boom verderop. Het maakte die straat groener dan alle andere vanaf het kruispunt. We passeerden de Lauwerhof.
,,Ho! Zo dicht bij een watertoren kwam ik nooit. Ik wil er een rondje omheen. Leuk!” En keek omhoog.
,,Leuk?”, zei Marcel en sprong aan de kant. ,,Ik snap dat de bewoners willen dat het net geplaatste speeltuintje verdwijnt. Ze klagen over onrust.” Zei ik al dat we ons leven waagden? Kinderen fietsten rond en rond en rond en niet in langzame vaart. Nee, ze fietsten flink hard met die kleine beentjes.
Ons rondje toch veilig gehaald, kwamen we uit bij de boom die ons eerder aantrok. Het bleek een plein met plantsoentjes.
,,Dit is nou een botanisch rommeltje,” zei Marcel, waarop ik een foto maakte, want het is precies dit verval dat de herfst zo typeert. Nog even en alles is kaal. We liepen door en ontdekten dat we de 3e Achterkerkstraat in liepen. Wie kon vermoeden dat de Lange Lauwerstraat, overgaat in de 3e Achterkerkstraat? Beetje onlogisch, maar hé, zo is het leven soms ook.
,,Nu naar de 4e Achterkerkstraat,” riep ik uit, opende Google en ontdekte dat die niet bestaat niet. Zie je, onlogisch.
,,Ho! Zo dicht bij een watertoren kwam ik nooit. Ik wil er een rondje omheen. Leuk!” En keek omhoog.
,,Leuk?”, zei Marcel en sprong aan de kant. ,,Ik snap dat de bewoners willen dat het net geplaatste speeltuintje verdwijnt. Ze klagen over onrust.” Zei ik al dat we ons leven waagden? Kinderen fietsten rond en rond en rond en niet in langzame vaart. Nee, ze fietsten flink hard met die kleine beentjes.
Ons rondje toch veilig gehaald, kwamen we uit bij de boom die ons eerder aantrok. Het bleek een plein met plantsoentjes.
,,Dit is nou een botanisch rommeltje,” zei Marcel, waarop ik een foto maakte, want het is precies dit verval dat de herfst zo typeert. Nog even en alles is kaal. We liepen door en ontdekten dat we de 3e Achterkerkstraat in liepen. Wie kon vermoeden dat de Lange Lauwerstraat, overgaat in de 3e Achterkerkstraat? Beetje onlogisch, maar hé, zo is het leven soms ook.
,,Nu naar de 4e Achterkerkstraat,” riep ik uit, opende Google en ontdekte dat die niet bestaat niet. Zie je, onlogisch.
Opvallend
We sloegen links de weide Begijnestraat in en namen rechts de Van Asch van Wijkskade tot aan de Plomptorenbrug en liepen de Wolvenstraat in. We ontdekten mooie kiekjes en pandjes om bij een vroegere gevangenis een filmfestival route te ontdekken. Die doen we een andere keer. Hier maakten ze ooit opnames voor de film Helleveeg.
Weer door, liepen we langs een gebouw aan de Wittevrouwen waarop de letters SvPO stonden.
,,Daar huist de Stichting voor Politieke Onrust.”
,,Nee, joh, dat is de Stichting voor Persoonlijke Ontwikkeling,” antwoordde manlief wijs.
,,Dat klinkt wel serieuzer, maar of jij gelijk hebt?” Weet jij het, mijn lieve blogfan?
We liepen de Kloksteeg in, voorbij een schattig klein tafeltje met kleine theepotjes en kopjes en een menukaart. De steeg bleek een doodlopertje. Al vond ik de zon als spot op de wandschildering een mooi plaatje.
,,Daar huist de Stichting voor Politieke Onrust.”
,,Nee, joh, dat is de Stichting voor Persoonlijke Ontwikkeling,” antwoordde manlief wijs.
,,Dat klinkt wel serieuzer, maar of jij gelijk hebt?” Weet jij het, mijn lieve blogfan?
We liepen de Kloksteeg in, voorbij een schattig klein tafeltje met kleine theepotjes en kopjes en een menukaart. De steeg bleek een doodlopertje. Al vond ik de zon als spot op de wandschildering een mooi plaatje.
maar je werk
er even bij neer
Leg het weg
laat het los
kom tot rust
Kopje thee
chocolaatje
benen languit
verleg je focus
Breng het dichter bij jezelf
kruip in je eigen schulp
laat de ander even wachten
Kom tot rust
en bid
zing
rust desnoods bij God
laad weer op
En go!
Tivolituin
Via de Singel bereikten we het Lucasbolwerk, waar Stadsschouwburg Utrecht staat met aan de muur en prachtig beeld. Ik waagde het onder haar rokje te kijken. Sttt… niet doorvertellen. Gelukkig leidde Marcel me af en zei dat we dichtbij de Tivolituin waren.
,,Zullen we daar even kijken?”
,,Tuurlijk! Klinkt goed.” Via de Kruisstraat ontdekten we al snel de ingang. Opnieuw voelde ik dat herfst iets doet met de natuur. Het was minder bloemrijk dan we wensten. Tot ik de stenen pilaren met teksten erop opmerkte. Heel raar, ik heb iets met teksten.
Terwijl ik de woorden las, vertelde een onbekende vrouw het een en ander over de dichters van de teksten op deze en een andere pilaar in de tuin. Ik kan niet lezen en luisteren tegelijk, dus van wat ze zei onthield ik niets, behalve dat ze graag vertelde. Nog even rondgewandeld zei ik:
,,Volgend jaar wil ik terug, als alles bloeit en groener is.”
Bij de uitgang aan de Mulderstraat stak de vrouw opnieuw een verhaal af over de geschiedenis van de tuin. We hielden haar verhalen echter af, niet omdat we geen tijd hadden, wel omdat we lekker op onszelf de bomen, ik bedoel de aantrekkelijke straten wilden volgen.
,,Zullen we daar even kijken?”
,,Tuurlijk! Klinkt goed.” Via de Kruisstraat ontdekten we al snel de ingang. Opnieuw voelde ik dat herfst iets doet met de natuur. Het was minder bloemrijk dan we wensten. Tot ik de stenen pilaren met teksten erop opmerkte. Heel raar, ik heb iets met teksten.
Terwijl ik de woorden las, vertelde een onbekende vrouw het een en ander over de dichters van de teksten op deze en een andere pilaar in de tuin. Ik kan niet lezen en luisteren tegelijk, dus van wat ze zei onthield ik niets, behalve dat ze graag vertelde. Nog even rondgewandeld zei ik:
,,Volgend jaar wil ik terug, als alles bloeit en groener is.”
Bij de uitgang aan de Mulderstraat stak de vrouw opnieuw een verhaal af over de geschiedenis van de tuin. We hielden haar verhalen echter af, niet omdat we geen tijd hadden, wel omdat we lekker op onszelf de bomen, ik bedoel de aantrekkelijke straten wilden volgen.
Liedje
Onze tocht liep langs verschillende andere mooie plekken.
,,Kijk! Het huis van Romeo en Julia. Ik zie jou al staan op dat balkon. De onderste dan wel.” Iemand weet van mijn hoogtevreezerigheidje.
,,Ik vind het huis vooral opvallen tussen de andere, waarbij de auto’s werkelijk lelijk in de weg staan voor de foto.” Verderop in de Kerkstraat doemde Orgels en Piano’s op. Hoe toepasselijk de Ebony en Ivory. Een keer raden welk lied ik vanaf dat punt zong. Door het verbodsbord zie je dat het geen zwart-wit foto is. We denken dan ook niet zwart-wit toch?
,,Ik vind het huis vooral opvallen tussen de andere, waarbij de auto’s werkelijk lelijk in de weg staan voor de foto.” Verderop in de Kerkstraat doemde Orgels en Piano’s op. Hoe toepasselijk de Ebony en Ivory. Een keer raden welk lied ik vanaf dat punt zong. Door het verbodsbord zie je dat het geen zwart-wit foto is. We denken dan ook niet zwart-wit toch?
Weer doorgelopen kwamen we uit op Park Lepelenburg.
,,Voel jij je benen ook?”
,,Ja, ik heb er twee.” Het wandelden met iedere vijf minuten een tussenstop voor een foto. Dat eiste zijn tol.
,,Zullen we zo langzamerhand richting Station Vaartsche Rijn lopen?”
,,Ja, maar kan dat via dat pand daar?” Ik wees naar de Buntenhof waarna we uitkwamen op het Servaasbolwerk waar we een stukje Zocherpark kozen om rond Sonnenborg Museum te lopen. Daar spotte ik een tekst op de muur en Marcel wees op een bankje, met een tekstplaatje dat hij regelde. Heerlijke tekst hè?
,,Voel jij je benen ook?”
,,Ja, ik heb er twee.” Het wandelden met iedere vijf minuten een tussenstop voor een foto. Dat eiste zijn tol.
,,Zullen we zo langzamerhand richting Station Vaartsche Rijn lopen?”
,,Ja, maar kan dat via dat pand daar?” Ik wees naar de Buntenhof waarna we uitkwamen op het Servaasbolwerk waar we een stukje Zocherpark kozen om rond Sonnenborg Museum te lopen. Daar spotte ik een tekst op de muur en Marcel wees op een bankje, met een tekstplaatje dat hij regelde. Heerlijke tekst hè?
Afsluitend
Via de Agnietenstraat en Nicolaaskerkhof liepen we richting de Twijnstraat, vandaar liepen we naar de Twijnstraat aan de Werf, waar het zo mooi lopen is en we nog een bankje tegen kwamen. Het is dat ie niet in de zon stond, anders… zat ik daar misschien nog te wachten tot de eigenaar er wilde zitten.
We liepen door naar de Oosterkade, waar we nog net wat zon hoopten te pakken. En jawel, boven het water, op de steiger pakten de laatste zonnestralen en namen twintig minuten later ons boeltje bij elkaar om de trein te pakken op station Vaartsche Rijn.
Geen vogel in de buurt of in straatnamen gezien, maar geweldig genoten.
Via de Agnietenstraat en Nicolaaskerkhof liepen we richting de Twijnstraat, vandaar liepen we naar de Twijnstraat aan de Werf, waar het zo mooi lopen is en we nog een bankje tegen kwamen. Het is dat ie niet in de zon stond, anders… zat ik daar misschien nog te wachten tot de eigenaar er wilde zitten.
We liepen door naar de Oosterkade, waar we nog net wat zon hoopten te pakken. En jawel, boven het water, op de steiger pakten de laatste zonnestralen en namen twintig minuten later ons boeltje bij elkaar om de trein te pakken op station Vaartsche Rijn.
Geen vogel in de buurt of in straatnamen gezien, maar geweldig genoten.
Op naar de koffie.
Tot de volgende wandeling. Misschien dan echt de Vogelenbuurt. Al weet je nooit met ons en onze spontane acties.
Tot de volgende wandeling. Misschien dan echt de Vogelenbuurt. Al weet je nooit met ons en onze spontane acties.
Met een fladder en een groet,
Ireen