Kom, we gaan wandelen. Hup, schoenen aan, vest mee en steek je arm door die van mijn nicht en mij. Op naar de Sallandse Heuvelrug. Of het gezellig wordt? Wat denk jij zelf?
Dit is mijn nicht Sophie: bij het maken van een heidefoto, sprong zij beweeglijk en vrolijk als ze is in beeld. Ze telt zestien jaar jong en zit midden in pubertijd 1.0. Dat matcht perfect met mijn pubertijd 2.0. Ze is de jongste dochter van mijn oudste zus, die toen ik in paniek uitriep waar mijn blog over moest gaan, riep: ,Over mij!’
,Dank voor de tip.’
Jongste
Sophie veroverde al voor haar geboorte mijn hart, omdat ze net als ik de jongste is. Zij lijkt zich er beter door heen te slaan. Ze oogt zelfverzekerder en minder gevoelig. Ik ben trots op haar en duikelde naast haar achterin onze auto. Mijn zwager belandde aan mijn rechterkant. Dit alles omdat dochterlief wilde rijden. Mijn zus zat naast haar als navigatie. Zo achterin kreeg ik spontaan zin om te keten en draaide me met een big smile naar Sophie. Als keek ik in de spiegel draaide zij zich met eenzelfde glimlach naar mij. Dat plezier bleef de hele dag.
Mais ,Kijk een veld suikerriet!’, riep ze onderweg. Ik keek en wees mijn zwager erop. Hij weigerde te kijken, stak nog net niet zijn tong uit. Hij zat erbij toen mijn neef, zijn zoon, het volgende zei:
,Het verbaast me hoe dom sommige hoog opgeleide mensen zijn.’
,Precies! Beter is praktisch opgeleid en slim, kijk naar mij.’ Ik kuchte hard. ,Wat bedoel je?’
,Ik vind dat iedereen wat algemene kennis moet hebben.’
,Nu word ik bang.’
,Tante,’ verzuchtte hij: ,Jij weet toch hoe een maisveld er uit ziet?’
,Jazeker, wat denk jij nou?’
‘Ik hoorde eens een paar hoger opgeleide grieten bij een maisveld vragen of dat suikerriet was.’
,Jippie, dan zit het goed met mijn algemene kennis.’
,Ja, tante!’
Rotzooi
In de auto boog Sophie zich naar de grond.
,Wat is dit?’
,Dat is één van de twee speeldoosjes van Scheepslag’, antwoorde ik, waarop zij het opende en we een hoop pinnetjes en één bootje ontdekten.
,Oh ligt die hier? Ik was het al kwijt,’ mengde Celine zich in het gesprek.
,Het lag al die tijd aan je voeten,’ zei ik en plaatste terwijl Sophie meekeek het bootje in het veld en vroeg: ,Rara, waar ligt de boot?’
,Daar op de grond!’ Ik volgde haar vinger en zag half onder de automat meer pinnen en bootjes verscholen liggen.
,Hoera, je hebt gewonnen! Snel hang slingers op!’
Steen
,Wat doet deze hier?’, vroeg mijn zwager en hield een steen op.
‘Die komt uit Frankrijk.’
,Jullie zijn daar toch niet geweest?’
,Dit jaar niet nee, maar alle 18 jaar hiervoor wel. Ik weet niet van welk jaar die is, maar ja, ik zit nooit achterin. Sophie ik weet een spelletje: wie de leukste troep in de auto vindt. Daar ligt een herfstblad.’
,Delen!’, riep Sophie.
,Ik kan er niet bij.’
,Ik zie een schroevendraaier.’
,Bij mij ligt een wit pluizenballetje.’ We keken er beide naar met een “ah wat schattig”.
‘Tante Irene, jij wint de wie-vindt-de-leukste-rotzooi-wedstrijd. Gefeliciteerd.’
Oproep
Inmiddels aan de wandel, vroeg ik Sophie’s broer of er een meisje in zijn hart leeft.
,Nee.’
,Ik gun hem een leuke vriendin. Zullen we een oproep doen via jouw blog?’, opperde Sophie even later.
,Ja, stel een profiel op.’
,Een meisje van een jaar of negentien, hoog opgeleid, maar niet dom; ze moet tegen grappen kunnen en goed met mij om kunnen gaan. En ze moet er wel een beetje goed uitzien.’
,Waarom niet gewoon super goed, je broer ziet er ook top uit.’
,Dan stellen we wel heel hoge eisen hè?’
Bij deze de oproep geplaatst.
Boom
,Irene! Ik vond een stok. Mag die mee?’, riep Rick ineens. Hij trok aan een boom van zo’n zes meter.
,Als je ‘m meekrijgt, ja. Je bent net zo’n hond met een te grote tak die de deur niet in kan. BOEM, tegen de deurposten opgebotst.’
‘Er bestaan ook Chihuahuas,’ zei Sophie. ,Die zijn zo klein, het lijken ratten. Ooit stamden ze af van de wolf. Wat is er mis gegaan met de mensheid dat ze zulke hondjes ontwierpen?’
,Dat is echt een levensvraag meid. Ik weet het ook niet.’
Theelepel
Weer thuis, schotelde mijn zwager me een Latte Macchiato voor. Raar eigenlijk voorschotelen, drink jij van een schotel? Het is dus voorbekeren.
,Sophie, pak even een theelepel, please?’
,Nee!’
,Jij staat toch bij de la?’, vroeg ik verbaasd.
,Ja, maar je krijgt geen theelepel. Het is vandaag eetlepeldag.’
Zo roerde ik, na toevoeging van een kwart eetlepel suiker, met die eetlepel in mijn koffie. Het smaakte prima. De hele dag smaakte heerlijk.
Wens ik jou een week met net zulke smakelijke contacten!