zaterdag 18 december 2021

Lockdown

Nu locken mijn woorden down
zijn als Brugman uitgepraat
weten niets kroms recht te praten
brengen niets op het tapijt
meten niets breed uit.

Zelfs koetjes en kalfjes blijven uit
en vergeet de ekster
uit mijn nek valt niets te kletsen
vuile woorden klinken niet
ze zijn onvindbaar
niet uit mijn mond te halen
of met een pen te beschrijven.

Welk kruit verschieten
als een mus ontbreekt
een gladde tong mist
alle rap uit de tong verdwijnt
de mond niet volloopt
geen hart op de lippen ligt
maar ik er juist op bijt

En waarom?
Wéér een lockdown
Zucht!!!

zondag 12 december 2021

Wandelroute kastelen Walenburg, Sandeburg en Groenestein

    ,,Dus het wordt een 5?”
    ,,Ja, want we moesten twee keer omlopen,” zei Marcel met een toon die geen tegenspraak duldde.
    ,,De varkens maakten toch wel iets goed, al waren het geen schapen.”
    ,,Een beetje, maar niet genoeg voor een zes, want we liepen te lang over de weg.”
    Zo bepaalden we de score voor onze zaterdagmiddagwandeling. De 8,63 kilometer die zij beloofden, werd een kilometer of twee langer, maar ach, stiekem genoten we wel.

Plaatjes
De oplettende instaverhaalvolgers weten dat ik tijdens het wandelen veel geduld vraag van mijn manneke. Eenmaal uit de auto, staan we na een paar honderd meter – een heel enkele keer drie meter – stil voor een eerste-van-vele-kiekjes.
    Wat ik nooit eerder beschreef is dat ik eerst moet landen op de plek waar ik ben; even de omgeving ervaren, rond kijken, de route een stukje lopen en dan ineens zie ik een mooi iets, pak de phone uit mijn zak en schiet het eerste plaatje. Dat is het moment dat ik land en de phone amper nog de binnenkant van mijn jaszak ziet.
    Deze keer waren we zo’n honderd meter op weg en jawel, daar zag ik een mooi beeld. Gevolgd door meer boomgaarden en een paar sterke peren die zich nog vasthielden aan de tak. Daar bleef ik wat langer hangen en hoorde achter me:
    ,,De volgende keer neem ik een klapstoel mee.”
    ,,Neem dan het opklapkrukje mee dat we twee jaar geleden in een kerstpakket aantroffen.” Zie jij dus binnenkort iemand met een klapstoeltje aan de wandel? Dan is het mijn lief, lekker ding hè?


Loopplank
Ik liep ondertussen achter mijn lief aan en zag ineens een prachtige weerspiegeling. Daarin verloor ik me volledig tot we weer verder lopend en de boomgaarden achter ons gelaten, het grasland, beter gezegd modderland op liepen. De route liep een lang stuk rechtdoor al toonde het gebied veel afwisseling. Na een keer links en rechts liepen we langs een stuk grond waar varkens verbleven, tenminste dat stond er. We zagen ze niet, waarbij ik dacht: ze kunnen evengoed zeggen dat er olifanten verblijven.
    Aan het eind van het pad klonk:
    ,,Hier moeten we links en bijna direct rechts het water over.”
    ,,Dan moeten we over water lopen. Heb jij dat ooit gedaan? Zitten we wel goed?”
    ,,Ja, we zijn hier,” zei meneer en wees op de kaart de plek waar ik stond. Hij had het goed en toch geen brug.
    ,,Daar ligt wel iets aan de overkant, kijk maar.”
    ,,Tja, het is een loopplank.” Het lag meer in dan over het water, daarom vervolgde hij met: ,,Of die ons houdt?” Hij stapte er op al wist ik dat het van mij af hing of we hier overstaken of niet. Hij kon heus wel over het diepste punt stappen, denk ik.
    ,,Laat mij even kijken hoe stevig en diep de plank gaat.” Het leek me stevig genoeg al zakte het dieper weg en voelde ik het water in mijn schoen lopen. Natte voeten is één ding, maar uitglijden, gevolgd door een plons en Irene te water, vond ik niet zo'n leuk verhaal. Al zou het een fantastische blog worden, ik vond het water te nat en te koud. Dan maar een saai verhaal. Ik durfde niet over die plank en keerde om.
    We kozen op de gok een andere weg, hopend dat we dan wel de route terug vonden.




 
Varkens
Gelukkig bewees zich één ding: de varkens. Die hadden we nooit gezien als we niet om liepen. Hun geknor inspireerde me tot het benoemen van een Knordag. Ik genoot van de ontmoeting.
    Daarna bevonden we ons met twee keer links bij het pad waar we eigenlijk vandaan moesten komen.
    Toch zakte, door de omweg, de score van deze wandeling met twee punten naar een 8.
    Even laten viel Kasteel Walenburg ons op. Het werd omgeven door een sloot en hek met ‘Verboden Toegang’. Ik liep tot het bord en een paar stappen er voorbij om een prachtige foto met water en bomen te maken. Het moest gewoon om daarna verder te wandelen richting het stralend witte Kasteel Sandenburg. Wat een plaatje. Wat een onderhoud. En wie wonen daar? Hoe is het om kasteelheer te zijn? Daar zou ik graag een blog over schrijven als de Sandenburgers me erover vertellen. Oh sorry, ik droomde a little bit away.




B-tour
Tot we opnieuw tegen een teleurstelling opliepen. Daar waar de route ons dichter naar het kasteel leidde hield een hek en vooral een bord ‘Verboden Toegang’ ons tegen.
    ,,En nu?”
    ,,Overnachten in het bos, want we kunnen niet verder.”
    Schreef ik net dat het zo leuk was die varkens te zien, weet ik niet wat daar zo leuk aan was als ik nu een hut moet bouwen om te overnachten en te leven op een fles water en acht, nee ieder vier bruine ballen. Zong ik ineens het liedje: ‘It’s gonna be a long night’ van The Kids From Fame en begon te knorren als een varken.
    Marcel, mijn route-held bedacht een B-tour, een omweg dus. Daarmee daalde de score met twee punten, de 8 werd POEF een 6. Al stelde de omweg niet teleur, want kijk de kleuring van de lucht en een paar mooie plekjes onderweg eens. Die mistten we als we de goede route liepen.
    Eenmaal het landgoed af, betraden we een weg die leidde langs Kasteel Groenestein. Herstel, we liepen langs de poort van het kasteel. Het kasteel bleef ongezien en de route over de weg duurde ons te lang, vandaar een puntje minder en bleef de score op een 5. De weg bracht onrust van voorbij rijdende auto's en vooral één brommer met een overdosis aan decibellen!!! Wat is er leuk aan een berg herrie die je minuten later nog in de verte hoort? Ik zie het niet; beter gezegd hoor het niet.
    Al goed, onze route ging rechts een natuurgebied in waar een bordje ons erop wees om vooral door te lopen. We mochten er na zonsondergang niet wandelen. En de zon gleed lager en lager.






 
Kromme Rijn
We vervolgden het pad tot aan de Kromme Rijn en liepen er een stukje langs. Het ging me te snel over in een wandelpad tussen weilanden door.
    Het eind kwam in zicht. Het restaurant waar onze auto stond kwam in beeld. Het was mooi, we voelden onze benen, wat kwam door de behoorlijk vochtige bospaden. Die liepen toch minder ontspannen. En toch genoten, want wandelen is altijd fijn. En thuis? Daar wachtte me een bakkie. Lekker. Zo blijft toch boven alles home sweet home.
    Mooie week voor jou!




Ps. We liepen de licht blauwe route. 
Aangevuld met rood, dat waren onze omwegen
en in zwart de delen die onbegaanbaar waren.

zondag 5 december 2021

Ouderwets gezellig

Hoe een oude doos van onder de kast een uurtje levendigheid bracht. Klinkt lekker hè? Vooral omdat ik die oude doos niet ben - ik pas niet eens onder de kast. Wendy noemde deze zin gisteravond en gaf daarmee mijn openingszin weg. Zij was gisteren met man Peter en zoon Tijmen bij ons. Dat staat gelijk aan fun in huis.
    Het is even geleden dat wij als gezinnen samen waren en vooral door Tijmen dat zij deze kant op kwamen en wij niet hun kant op reden. De laatste keer dat Tijmen hier was, verloor hij namelijk zijn hart op onze zolder. Hij wist goed raad met het drumstel, een mengpaneel en microfoon, de computer met Spotify en de wasmachine. Oh nee, niet de wasmachine. Die staat daar naast een berg was. Hij sloot er zijn ogen voor, dat kan ik ook.

Lunch
Na hun aankomst lunchten we en kletsen over kinderen, werk, kerk en zoveel meer. Tijmen at in no time zijn broodje op en had moeite met wachten op Marcel. Hij wilde zo graag naar boven, waarop Marcel zei dat hij wel alleen naar boven mocht. Hij kende er de weg. Het kind was zo blij, want hij kon eindelijk zijn programma ‘Sinterklaasradio’ maken.
    Zo zat hij, tien jaar oud, met een koptelefoon op zijn hoofd en praatte als een DJ het ene liedje aan het andere. Ik hoorde voor het eerst Sinterklaasliedjes van het Goede Doel en dat beide zangers Henk heetten. Ik leef blijkbaar onder een speculaaspop.

Pannenkoeken

Na een hele tijd op zolder vonden we het nog te vroeg om afscheid te nemen en boden aan om pannenkoeken te bakken. Marcel mocht die bakken.
    Wendy wilde de tijd doden door UNO te spelen met Tijmen. Hij ontdekte echter Monopoly en smeekte ons die te spelen. Al was de tijd te krap, we gaven de jongen zijn zin.
    Zie Peter, Wendy, Tijmen en mij spelen. Wendy belandde in een half uur tijd zes keer in de gevangenis, Tijmen kocht de ene na de andere straat, Peter kreeg weinig kansen om zijn bezittingen te vergroten en ik kreeg na het kopen van de Kalverstraat een boost waarna ik Tijmen volgde in het aankopen van straten. Tot Marcel riep:
    ,,Over twee minuten zijn de pannenkoeken klaar.”
    ,,Alleen Groote Markt is nog te koop, dat moet lukken,” zei Wendy.
    ,,Wie die krijgt is de winnaar,” antwoordde ik. We speelden ineens het spel een tandje sneller: Celine nam de bank over van Wendy, zodat zij zich alleen op het spel kon richten. Ook nam Celine de KANS en ALGEMENE FONDS kaarten onder haar hoede en las die zo nodig voor. De dobbelstenen en onderhandelingen vonden in rap tempo plaats. Steeds als iemand in de buurt van de Groote Markt kwam, telde iedereen de stappen mee en steeds klonk een vierstemmige ‘aaaahhhhh’ als iemand er net niet op kwam.

Winnaar
Marcel zette ondertussen poedersuiker, jam, chocoladepasta en kokosrasp, een stapel borden, bestek en placemats op tafel. We speelden als zotten verder.
    ,,Het gaat ‘m niet worden,” zei Wendy. ,,We gooien ieder nog twee keer en dan is het klaar. Ik wil wèl warme pannenkoeken.” We gooiden allemaal een keer; Peter, ik, Tijmen en Wendy en nog eenzelfde rondje tot Wendy de laatste worp nam en precies uit kwam op de Groote Markt.
    ,,Ja! We hebben een winnaar!”, riep ik uit, waarna Wendy haar armen in de lucht gooide. ,,Nu opruimen.”

Tafeldekken
Amper de doos dicht en het spel onder de tafel, schoof Marcel een placemat naar Tijmen.
    ,,Doorgeven!”, zei hij, waarop zes placemats over de tafel doorgeschoven werden; gevolgd door borden en bestek. Het leek een goed geoliede lopende band.
    ,,Een vierkant bord voor ronde pannenkoeken? Dit kan mijn hoofd niet aan,” lachte Wendy. Ik had harder gelachen als Marcel vierkante pannenkoeken serveerde.
    Ineens zei Celine:
    ,,Hebben jullie wel eens gekeken naar het woord ‘belangrijk’. Het is rijk van belang.” Waarna woorden als belatafeld, betoeterd, besuikerd, belachelijk en potjandikkie genoemd werden.
    ,,Ik vind betoeterd geweldig en zie voor me hoe een auto vóór iemand staat en toetert of dat iemand met een toeter aan de mond de ander in het gezicht blaast,” zei ik. ,,Dat is betoeterd."
    Bij potjandikkie deelde Celine deze theorie: Je hebt een pot en je hebt Jan. Jan wil iets dat in die pot zit en gaat er in. Het potje klapt uit elkaar en wat roept hij dan? Potjandikkie!
    ,,Niet echt een sterk verhaal," zei Wendy.

BH
Peter at ondertussen een mandarijn. Hij zei in alle rumoer ineens:
    ,,Er valt een stukje mandarijn in mijn bh.”
    ,,Dat is pas een sterk verhaal," zei ik. Of het waar is checkte ik niet. Ben jij betoeterd?
    Wel lachten we nog lang en gelukkig: Op vriendschap!