,,Dus het wordt een 5?”
,,Ja, want we moesten twee keer omlopen,” zei Marcel met een toon die geen tegenspraak duldde.
,,De varkens maakten toch wel iets goed, al waren het geen schapen.”
,,Een beetje, maar niet genoeg voor een zes, want we liepen te lang over de weg.”
Zo bepaalden we de score voor
onze zaterdagmiddagwandeling. De 8,63 kilometer die zij beloofden, werd een kilometer of twee langer, maar ach, stiekem genoten we wel.
PlaatjesDe oplettende instaverhaalvolgers weten dat ik tijdens het wandelen veel geduld vraag van mijn manneke. Eenmaal uit de auto, staan we na een paar honderd meter – een heel enkele keer drie meter – stil voor een eerste-van-vele-kiekjes.
Wat ik nooit eerder beschreef is dat ik eerst moet landen op de plek waar ik ben; even de omgeving ervaren, rond kijken, de route een stukje lopen en dan ineens zie ik een mooi iets, pak de phone uit mijn zak en schiet het eerste plaatje. Dat is het moment dat ik land en de phone amper nog de binnenkant van mijn jaszak ziet.
Deze keer waren we zo’n honderd meter op weg en jawel, daar zag ik een mooi beeld. Gevolgd door meer boomgaarden en een paar sterke peren die zich nog vasthielden aan de tak. Daar bleef ik wat langer hangen en hoorde achter me:
,,De volgende keer neem ik een klapstoel mee.”
,,Neem dan het opklapkrukje mee dat we twee jaar geleden in een kerstpakket aantroffen.” Zie jij dus binnenkort iemand met een klapstoeltje aan de wandel? Dan is het mijn lief, lekker ding hè?
LoopplankIk liep ondertussen achter mijn lief aan en zag ineens een prachtige weerspiegeling. Daarin verloor ik me volledig tot we weer verder lopend en de boomgaarden achter ons gelaten, het grasland, beter gezegd modderland op liepen. De route liep een lang stuk rechtdoor al toonde het gebied veel afwisseling. Na een keer links en rechts liepen we langs een stuk grond waar varkens verbleven, tenminste dat stond er. We zagen ze niet, waarbij ik dacht: ze kunnen evengoed zeggen dat er olifanten verblijven.
Aan het eind van het pad klonk:
,,Hier moeten we links en bijna direct rechts het water over.”
,,Dan moeten we over water lopen. Heb jij dat ooit gedaan? Zitten we wel goed?”
,,Ja, we zijn hier,” zei meneer en wees op de kaart de plek waar ik stond. Hij had het goed en toch geen brug.
,,Daar ligt wel iets aan de overkant, kijk maar.”
,,Tja, het is een loopplank.” Het lag meer in dan over het water, daarom vervolgde hij met: ,,Of die ons houdt?” Hij stapte er op al wist ik dat het van mij af hing of we hier overstaken of niet. Hij kon heus wel over het diepste punt stappen, denk ik.
,,Laat mij even kijken hoe stevig en diep de plank gaat.” Het leek me stevig genoeg al zakte het dieper weg en voelde ik het water in mijn schoen lopen. Natte voeten is één ding, maar uitglijden, gevolgd door een plons en Irene te water, vond ik niet zo'n leuk verhaal. Al zou het een fantastische blog worden, ik vond het water te nat en te koud. Dan maar een saai verhaal. Ik durfde niet over die plank en keerde om.
We kozen op de gok een andere weg, hopend dat we dan wel de route terug vonden.
VarkensGelukkig bewees zich één ding: de varkens. Die hadden we nooit gezien als we niet om liepen. Hun geknor inspireerde me tot het benoemen van een Knordag. Ik genoot van de ontmoeting.
Daarna bevonden we ons met twee keer links bij het pad waar we eigenlijk vandaan moesten komen.
Toch zakte, door de omweg, de score van deze wandeling met twee punten naar een 8.
Even laten viel Kasteel Walenburg ons op. Het werd omgeven door een sloot en hek met ‘Verboden Toegang’. Ik liep tot het bord en een paar stappen er voorbij om een prachtige foto met water en bomen te maken. Het moest gewoon om daarna verder te wandelen richting het stralend witte Kasteel Sandenburg. Wat een plaatje. Wat een onderhoud. En wie wonen daar? Hoe is het om kasteelheer te zijn? Daar zou ik graag een blog over schrijven als de Sandenburgers me erover vertellen. Oh sorry, ik droomde a little bit away.
B-tourTot we opnieuw tegen een teleurstelling opliepen. Daar waar de route ons dichter naar het kasteel leidde hield een hek en vooral een bord ‘Verboden Toegang’ ons tegen.
,,En nu?”
,,Overnachten in het bos, want we kunnen niet verder.”
Schreef ik net dat het zo leuk was die varkens te zien, weet ik niet wat daar zo leuk aan was als ik nu een hut moet bouwen om te overnachten en te leven op een fles water en acht, nee ieder vier bruine ballen. Zong ik ineens het liedje: ‘
It’s gonna be a long night’ van
The Kids From Fame en begon te knorren als een varken.
Marcel, mijn route-held bedacht een B-tour, een omweg dus. Daarmee daalde de score met twee punten, de 8 werd POEF een 6. Al stelde de omweg niet teleur, want kijk de kleuring van de lucht en een paar mooie plekjes onderweg eens. Die mistten we als we de goede route liepen.
Eenmaal het landgoed af, betraden we een weg die leidde langs Kasteel Groenestein. Herstel, we liepen langs de poort van het kasteel. Het kasteel bleef ongezien en de route over de weg duurde ons te lang, vandaar een puntje minder en bleef de score op een 5. De weg bracht onrust van voorbij rijdende auto's en vooral één brommer met een overdosis aan decibellen!!! Wat is er leuk aan een berg herrie die je minuten later nog in de verte hoort? Ik zie het niet; beter gezegd hoor het niet.
Al goed, onze route ging rechts een natuurgebied in waar een bordje ons erop wees om vooral door te lopen. We mochten er na zonsondergang niet wandelen. En de zon gleed lager en lager.
Kromme RijnWe vervolgden het pad tot aan de Kromme Rijn en liepen er een stukje langs. Het ging me te snel over in een wandelpad tussen weilanden door.
Het eind kwam in zicht. Het restaurant waar onze auto stond kwam in beeld. Het was mooi, we voelden onze benen, wat kwam door de behoorlijk vochtige bospaden. Die liepen toch minder ontspannen. En toch genoten, want wandelen is altijd fijn. En thuis? Daar wachtte me een bakkie. Lekker. Zo blijft toch boven alles home sweet home.
Mooie week voor jou!
Ps. We liepen de licht blauwe route.
Aangevuld met rood, dat waren onze omwegen
en in zwart de delen die onbegaanbaar waren.