Deze blog begint direct met een uitdaging, want Struinen in de Tuinen draagt geen thema waar ik mijn verhaal aan op kan hangen. Nu moet ik zelf bedenken waar dit verhaal over gaat. Dat is dus een uitdaging.
Dat is het thema: Uitdagingen in Houten. Neem ik je meteen terug in de tijd. Het jaar dat Willy, je weet wel die van Maxima, ons dorp bezocht. Een maand of twee na hem fietste ik voor het eerst over de Houtense fietspaden.
Wacht even… Ineens besef ik dat heel Houten Zuid toen niet bestond.
,Jeroen, waar woonde jij toen? Vast niet in een hutje in de boomgaard die het toen was. Heb ik je vorig jaar uitgebreid ondervraagd, kwam deze vraag niet eens in me op.' Ik wacht niet eens zijn antwoord af en kwebbel door.
,Mensen, het is door Jeroen van der Maat, jullie en onze gastheer, dat wij hier staan, maar niet zonder te stikken van de zenuwen. Je ziet het niet. Als ze meetbaar waren, zou het een waarde op de schaal van Richter geven. Ik zeg 2,5 op die schaal. Hoe is dat bij jullie Marcel en Celine? Neem het maar even over, voel het maar.'
***
Terug naar het jaar van Willy; het jaar dat wij de sleutel van ons huis kregen. Het was april. Madam ik-heb-twee-linker-handen, werd weggestuurd:
,Zoek jij eens uit waar het centrum ligt.’ Een uitdaging dus, want Google Maps bestond in de verste verten niet. Mijn enige routebeschrijvingen waren mijn gevoel volgen of mijn neus achterna lopen.
Daarbij geeft Marcel zonder twijfel toe dat die navigatietools sowieso vele malen beter werken dan zijn richtingsgevoel.
Ik besloot de meeste fietsers op hun weg te volgen. Links dus en nam de negen maanden oude Celine mee in de wandelwagen. Nog amper de wijk uit, overviel me een intens geluksgevoel. Ken je dat? Het gevoel dat de zon voor jou alleen schijnt en een overvloed aan narcissen in alle tinten geel je dag opfleuren. De waarheid is dat het mijn werkelijkheid was. Narcissen sierden de route, de zon scheen. Het was een perfecte dag.
Ik bereikte het Kant, het Onderdoor en het Rond. Ik kan nog steeds voelen wat ik toen voelde, ik was thuis.
Huis uit
Het was ook de tijd dat huizen belachelijk snel van eigenaar wisselden. Net als nu, alhoewel toen zonder belachelijke overwaarde. Onze zoon, Celine’s broertje, droomt nu van zijn eigen huis. Een huis, waarvan de cijfers hetzelfde waren als ons huis in 1999. Voel je ‘m? Toen waren het guldens, nu zijn het euro’s. Wat het extra absurd maakt? Hij, het broertje die helemaal geen tje meer is, is twintig.
Het was nog maar pas, 2001, dat ik in zijn kleine afhankelijke oogjes keek. De start van levenslang. Een levenslange verliefdheid van mijn kant. Hij keek terug alsof ik zijn hele wereld, nee, zijn hele universum was. Nu weet ik beter: zijn wereld zijn YouTube en Lara, met wie hij zijn huis wil delen. Daarmee verruilt hij zijn pixel van tweeënhalf bij drie meter voor een eengezinswoning. Dan kruipt hij niet meer onder de wol onder mijn dak, maar in zijn eigen stolpje.
De uitdaging in deze? LOSLATEN, in grote letters. Heeft iemand een zakdoekje? Celine zing even iets, maar alsjeblieft geen janknummer.
***
Terug naar het gezinsleven, dat zijn weg volgde. Ik kreeg mijn handen meer vrij. Bloggen werd mijn ding en Celine ontwikkelde een stem waar ik stil van werd. In de ogen van fans vormden wij met Marcel een top combi voor deelname aan Gluren bij de Buren. We deden twee keer mee. Juist de tweede keer bezocht één gezin ons dat er qua enthousiasme bovenuit steeg. De vader van het gezin beloofde ons voor 2020 een grotere opkomst. In zijn ogen was onze act waar het bij Gluren bij de Buren om gaat: je deur openen om te laten zien wat je achter gesloten deuren met elkaar aan passie deelt. Zijn belofte voor meer publiek bezorgde mij zenuwen met de waarde van 3,8 op de schaal van Rigter.
,Schroef de onhoudbare spanning vooral op,’ antwoorde ik. De tijd verstreek. Ik vergat dit alles een beetje.
Weekkrantje Wel viel iedere week ‘t Groentje op onze deurmat. Soms ook niet, maar dat boeide me niet tot ik zelf voor die krant schreef. Het gevolg van natuurlijk weer een uitdaging die startte in het Taalhuis waar ik vrijwilliger ben. De coördinator vroeg me een stukje te schrijven over een thema-avond voor de krant. Super tof! Dacht ik, tot ik hoorde dat men me opzij zette. Ik zou te laat zijn voor de deadline waar een journalist wel op tijd kon zijn. Marcel hoorde dit.
,Je bent er die avond bij. Spreek gewoon die journalist aan en vraag hoe je binnenkomt bij de krant.’ Kort verhaal lang, zoals Willy Kruijssen zo leuk zegt. Ik antwoordde met:
,Ja, joh, dat doet deze verlegen muts wel.’ Hij stelde vaker meer vertrouwen in mij dan ikzelf. Met zijn opmerking en vooral zijn geloof in mij in mijn broekzak, stapte ik die avond op de journalist af. We kletsen wat en ik vroeg naar mijn kansen voor een plekje in de krant. Ze kon het niet zeggen. Tot ze me een paar maanden later appte en schreef: Ze zoeken schrijvers.
Impulsief als ik ben mailde ik direct de redactie, hoorde een kwartier later mijn telefoon gaan, waarna een afspraak voor vier dagen later mijn agenda sierde. Twee weken later zette ik mijn handtekening onder een contract waarmee ik mijn publicatierechten weggaf, maar alle auteursrechten behield.
Tijd voor een feestelijk nummer, Marcel en Celine?
***
Op verzoek van de redacteur kwam ik in contact met Jeroen. Hij wilde graag
vertellen over zijn werk in het Eetatelier en de invloed van corona op het personeel. Het was een super fijne ontmoeting en bleef niet zonder gevolg.
’s Avonds zei mijn telefoon PLING en stond in het scherm: Mijn vriendin hoorde jouw naam, linkte die aan je blog en aan Gluren bij de Buren. Nu weet ik waar ik je van herkende.
Het bewijst: Houten is klein! Marcel herinnerde zich dat ene enthousiaste gezin weer en zijn belofte voor meer publiek. Lang verhaal toch maar kort: na het afblazen van Gluren bij de Buren vorig jaar, staan we nu hier, in het Eetatelier.
Jeroen bedankt! Je bent een topper. Jouw enthousiasme is aanstekelijk laat niemand die ooit stelen.
Burgemeester Noemde ik Jeroen een topper, ik ken er meer. Zo is daar onze burgemeester. Ik ontmoet hem nogal eens door het werk voor de krant. Daarom bedacht Marcel een jaar of twee geleden deze uitdaging:
,Jij moet het nummer van de burgemeester zien te krijgen, zodat je beter met hem kunt overleggen over klussen.’ Hij zag me al staan met mijn armen in mijn zij:
,Zeg vriend, geef mij eens je nummer.' Slecht plan! Ik durf
never nooit niet die man om zijn nummer te vragen. Het lef! Tot ik naast Isabella stond na het maken van foto’s voor de krant.
,Stuur je mij een paar foto’s toe?’
,Prima, doe ik dat via je secretaresse?’
,Nee hoor, app ze maar, hier is mijn nummer,’ en propte zijn kaartje in mijn hand.
Mag jij raden wie ik eerst appte. Ik geef je bedenktijd in de vorm van een liedje door Celine en Marcel.
***
Blijven we nog even bij Isabella, want we hadden laatst zo iets leuks met hem. Marcel en ik zaten in de trein van Utrecht naar hier. Prompt zag ik iemand instappen die wel heel erg op Isabella leek, al was het enorm incognito. De beste man droeg een pet, zonnebril en zeer kleurrijke overhemd. Marcel zat beter in zijn zicht, ik tikte hem aan:
,Hé, is dat niet onze burgemeester?’
,Geen idee.’
,Heeft hij zijn arm in het gips?’
,Dat kan ik niet zien, maar hij appt. Stuur een appje.’ Prompt volgde ik zijn idee en schreef: Zit jij toevallig in de trein naar Houten? Drukte op verzenden en hoorde PLING. Direct draaide Isabelle zich om en zag ons enthousiast zwaaien. Zwaaien doe ik liever dan het aangaan van de uitdaging die Marcel me gaf na het krijgen van Isabella’s nummer.
‘Nu moet je een bakkie doen met de burgervader.’
,Je denkt toch niet dat ik
out of the blue, pink of purple een appje stuur met de vraag of de dorpsbaas een bakkie met me wil doen?’
VruchteloosDe uitdaging liet ik niet helemaal los. Ik nodigde de burgervader uit om hier vandaag te zijn. Door de uitdaging in deze blog te beschrijven, kan ik hier direct de koffie door de keel gieten, door hem hier te vragen een bakkie te doen.
Maar tijdens de eerste ronde was Isabella er niet.
De tweede ronde was Isabella er niet.
De derde ronde was er nog geen Isabella.
Feit blijft dat ik graag het volgende zou hebben gezegd:
,Gilbert, wat leuk dat je erbij bent. Wat denk je ervan? Nu gelijk maar eens dat bakkie doen? Marcel betaalt. O weet je wat? Dan doen we het gelijk goed, met een stukje gebak! Kunnen we gelijk even babbelen over de komende huwelijken, want ik mag toch onderhand wel weer mee?'
Afsluiter
Je raadt vast wel wie een link van deze blog krijgt. Echter niet voordat ik dit verhaal goed afsluit.
Het is door mijn werk dat ik alleen maar toffe mensen ontmoet. Zoveel dat ik namen weer vergeet, sorry daarvoor. Daarnaast kom ik op bijzondere plekken als de toren van het kerkje in Tull en ’t Waal en een ochtend lang op de pont bij Fort Honswijk. Houten is mijn wereld geworden. Het is mij groot genoeg en lekker dichtbij. Daarbij past schaamte, want al woon ik hier ruim 22 jaar, ik ontdekte pas vorig jaar het prachtige Lint- en Liniepad en de vele forten op het Eiland van Schakwijk. Het Verdronken bos ken ik dan weer langer.
Het zijn plekken die je echt moet zien. Maar niet te ver doorvertellen, anders wordt het zo druk.
Applaus
Zo zie je, door uitdagingen sloot ik Houten mijn hart. Ik weet zelfs waar ik begraven wil worden, maar eerst nog leven, leven in de brouwerij. Nee, in dit Eetatelier, maar niet zonder even te rammelen met de spaarpot, want hoewel het een gratis feestje is, kost het wel geld. Mocht je genoten hebben en volgend jaar weer willen feesten, geef dan een fooi voor de organisatie van Struinen in de Tuinen. Want after all, voor niks gaat de zon op en regent het. Over regen las ik laatst deze regel van Pauline Pisa: "Regen heeft wel iets weg van applaus".
Mag ik applaus voor Jeroen en zijn team en voor Marcel en Celine die jullie uitzwaaien met een lied.
Heb ik nog één ding te zeggen:
,Bedankt!'
Extra note: Dank aan Ivo van Struinen in de Tuinen, dankzij hem werden wij genoemd in onderstaand artikel in 't Groentje Houtens Nieuws. Tof hè?