Benjamin wil er één, een drone.
Hij wil wel meer! Gelukkig zijn
wensen, dromen en hopen toegestaan. Ervoor werken is zelfs beter en dat doet
die jongen. Met een paps die een reclamebedrijf runt, ligt werk op de loer en
zo begint de loopbaan van mijn zoon. Met elk klusje groeit zijn vermogentje en
komt de drone langzaam, heel langzaam dichterbij.
Het herinnert me aan een ander afstandbestuurbaar vliegmachientje in La
France. Die hing boven zee en kwam ook langzaam dichterbij.
Marcel en ik wandelden van onze
camping aan de rand van Collioure naar Le Racou (voor wie plaatselijk wil weten
waar we vertoefden, zoek gerust die locaties op in Maps dan schrijf ik
ondertussen verder).
Het was tegen zonsondergang wat onze tocht alleen maar mooier,
romantischer en indrukwekkender maakt. Helaas niet koeler (het bleef ’s nachts rond
30°C. Zo zweten, nacht in, nacht uit, is slecht
voor je nachtrust).
We liepen vergezeld door de
laatste zonnestralen over rotsen hoog boven zee en daalden af naar verschillende
stranden. Tot ineens out of the air een
paar rode ogen ons aanstaarden. Het was heel intens en vreemd, omdat we niet in
de donkerdere lucht de drone erin herkenden. Voor een nanoseconde geloofde ik
dat het een alien was.
Manlief weet meer van dit soort hebbedingen en wist me te vertellen dat
dit een behoorlijk dure drone moest zijn, want hij hing ijzig stil ondanks
behoorlijk harde wind. Ja, echt, terwijl we zo keken zag ik dat de flinke
windstoten wat haren van Marcels hoofd stal. Het lef! Ik zei verder niets maar hielp
zoeken naar de bestuurder van het vliegdingetje.
Hoewel we hoog boven de zee uit
torenden en neerkeken op het strand herkenden we niemand met een
bedieningspaneel in zijn hand.
Of ik die drone met die fel rode oogjes en zijn indringende look als inbreuk
op mijn privacy zie? Nee! Ik liep buiten in de Franse openbare ruimte. Ik liep
niet in mijn nakie met niks te verbergen. Ik kon net zo goed in het centrum van
ons dorp lopen.
Zonder schaamte stond ik met
armen wijd en riep:
‘Kijk hier ben ik!’
Vloog de drone ineens weg; hij
verstond me natuurlijk niet.
Terug op de camping liepen mijn lief en ik naar het sanitairgebouw om te
douchen.
Dat blijft een ding waarmee ik
bij kamperen het meest moeite heb, het gemis van mijn eigen poepdoos en douche!
Echter met mijn campingsmetvrees en toiletschoonmaakdoekjes onder de arm en doucheslippers
aan, voelde ik me bijna zo thuis, dat ik het haast op een zingen zette.
Ook de louvredeuren waarachter we douchten doen me niets meer. Je kent
ze wel, het zijn van die deuren die bestaan uit scheve latjes die elkaar half
overlappen en een kleine opening open laten. Ik dacht de eerste keer: no way dat ik daar ooit ga douchen! Iedereen
kan me zien staan. Vergeet het maar!
Het tegendeel bleek waar. Tenzij
je op de grond gaat liggen spieken, kan je niet binnenkijken in het douchehokje.
Stel dat iemand zou gaan liggen om te loeren dan blijven er twee keuzes:
Eén: je gooit een emmer (moet je
dus meenemen) water door de schrootjes over die mafketel. Lijkt me geweldig om
te doen.
Twee: je slaat een handdoek om,
opent de deur, pakt de gluurder bij zijn oren, sleept hem naar de receptie en
doet woest melding van pieppraktijken.
Maar wat is dat? Dacht ik privacy te hebben, werd ik ongegeneerd vanuit
de hoogte begluurd door een drone met twee lichtjes die in mijn richting
stonden. Het ding hing vlak onder het plafond en had net als die boven zee een
knik in elk van zijn vier pootjes.
De brutaliteit om zo belachelijk opvallend en ongegeneerd in de lucht te
hangen maakte me furieus. Soms bewoog het wat naar links, dan weer naar rechts.
Ik wachtte tot het zo dichtbij naderde dat ik ‘m uit de lucht kapot kon meppen.
Het wachten bleef onbeloond.
De volgende avond was hij daar weer. Mooi niet dat ik ging douchen! Ik
bedacht een nieuw plan, thuis ondenkbaar, maar in de vakantie mag meer: ik duik
wel in het zwembad, elke ochtend na het ontbijt, bikini aan en PLONS! Schoon
genoeg! Marcel mag thuis mijn rug wel weer wassen.
Geloof me, ik vind het zwembad absoluut geen goede vervanging van de
douche, maar alles beter dan die drone. Zolang meneer de bestuurder onvindbaar
was, kon de receptie niets doen.
Ik verkoos zelfs de gevaren van
het zwembad, want als lummel (weet je nog vorige week?) moest ik een flink
knietje tegen mijn bovenbeen, een harde elleboogstoot in mijn ooghoek en een stevige
voet in mijn buik overleven. Vul dat aan met de frustratie van lummel tot in
lengte van vakantie. Allemaal voor of door één drone.
Zei ik al een incognito drone?
(Photo made by: Instagramfriend Boubapoo - Caroline Pautim
Added red eyes by Typisch Irene)