Wees een gewaarschuwd mens… Deze blog zal verlopen zoals in
mijn hoofd – van de hak op de tak. Er zit even geen lijn in mijn koppie, zo ook
niet in mijn bloggie.
Zo verzuchtte ik vrijdag: “Blogtijd komt er aan en ik ben
inspiratieloos. Mijn hoofd staat er niet naar.” Het was one-of-those-weeks.
Niet gewoon dus.
Ik zou van me af kunnen schrijven over het telefoontje dat
ons maandag- op dinsdagnacht uit ons bed deed opschrikken? Aan de andere kant
van de lijn mijn vriendin die zich verontschuldigde dat ze me wakker belde. Met
een schok waren we wakker bij het horen dat haar vader een ernstig
bedrijfsongeluk had gehad en elk moment zou overlijden. Daarover schrijven is
ondenkbaar, terwijl het wel de hele week met me mee ging.
Ineens denk ik aan het kinderverhaal in de kerk. Het ging
over knuffelberen en de predikant maakte een switch naar ons mensen als zijn
wij allemaal Gods knuffelberen. Hij wil ons vertroetelen, knuffelen en hoe hard
hebben sommige mensen dat nu niet nodig? Geloof me, na de kerkdienst werd er
oogverblindend veel geknuffeld, want niet alleen mijn vriendin, maar ook haar moeder,
broer en zus waren in de kerk. Met hun verdriet om het grote verlies van man en
vader, waren zij daar en wisten zich omringd door allemaal knuffelberen. Ik ben
blij bij zo’n kerk te horen.
Nu weet ik zeker dat er een blog moet komen. Dit is met
zekerheid wat bovengenoemde vriendin me zeker zou vragen te doen? Haar vader is
overleden, verdriet is aanwezig. Ik heb via telefoon, in berichten en life
mogen steunen… maar het leven gaat ook door?! Daarom, omdat zij doorgaat met het
leven, zal ik doorschrijven. Met een bezwaard hart; die lieve meid in gedachten
en uit respect hoe zij hier mee omgaat, ga ik een blog á la Irene produceren. De
clown uithangen terwijl mijn hart zich stiekem anders voelt?
Zo fietste ik met Celine mee naar paardrijden. Ze is écht te
oud om door mama gebracht te worden, maar vind het zo gezellig. Net als onze
groep 8ter, Benjamin. Hij wil nog elke dag naar school gebracht worden. Voor de
gezelligheid. Ik doe het in de wetensschap dat het niet lang meer duurt en ik
wel degelijk aan de kant wordt gezet: “Je denkt toch niet dat ik met jou gezien
wil worden?”
Dat kan er ook wel bij. Ben ik dan niet meer om aan te zien?
Was dat het mama-zijn? Ben ik niet meer nodig? Heeft iemand hier een zakdoekje?
Oh wacht, ik verlies mezelf in iets wat nog moet komen. Ik
ben op de fiets onderweg naar paardrijden, dit is NU. Gezellig hè?
Dan ineens fietsen we langs dat ‘ding’, gebouw, bouwwerk. Een
rond gebouw, dat een blikvanger is door zijn lelijkheid. Het heeft inmiddels
een aluminium glimmend omhulsel. Een poosje leek het een soort van grote ton, waardoor
ik dacht aan een regenwater-opvangreservoir. Zo zou er voldoende water zijn
voor de planten in de naastgelegen kassen.
Tot er een dak op kwam. Alsof daar nog regenwater in kan
komen.
Ik prakkiseer me weer suf wat het is. Het staat daar in het landschap: groots en
verfoeilijk. Ik kan niet uitstaan dat ik niet weet wat het is en bedenk
verschillende opties. Dat is eigenlijk best leuk. De gekste ideeën komen in me
op: een vuilverbrander, dropvermaler, wol-verpulverraar (vanwege de schapen die
blaten in het naastgelegen veldje). Een opslagplaats voor dat wat in de kassen
wordt verbouwd. of en dat vond ik ook
erg aannemelijk een kersen pers.
Er vlakbij ligt een kersenboomgaard. Als die geplukt zijn,
wordt uiteraard een deel van de kersen verkocht aan de weg. Dan staat er een
bord langs de weg waarop staat: “Hier kersen eten aardbeien.”Ooit kersen aardbeien
zien eten? Dat is vast iets Hollands, kijk maar, de vlag hangt er bij! Ik ga volgend
jaar toch maar eens naar die kersen kijken.
Al bijna het doel van dat afzichtelijke geval vergetend, is
het me ineens klip en klaar duidelijk. Ik viel bijna van mijn fiets van
blijdschap, Celine zag het ook. Er komt namelijk stoom uit de aangesloten
schoorsteen: het is natuurlijk een pompoensoepkoker!
Dat ik dat niet eerder doorhad! Kijk: