zondag 29 april 2018

Koningsdag

Tjonge, dat ik mijn kop nou eens even eerder gebruikt had zeg! Loop ik na zo’n uur of twee over de kindervrijmarkt op huis aan om net dan te bedenken dat mevrouw Sufmuppet juist daar woordenboeken Nederlands had kunnen vinden.

Het komt allemaal door het vroege opstaan. Normaal staan we om 06.45 uur op, maar op Koningsdag een kwartier eerder! Een kwartier! Zoveel vroeger maakt dat ik de rest van de ochtend wat in slaap blijf hangen.

Waarom zo vroeg? Omdat we moesten vlaggen (de Nederlandse vlag uithangen in twee kerktorens in Utrecht). Het is vaste prik op 27 april, 4 en 5 mei en 15 augustus. Ik ga lang niet altijd mee en soms besteedt zelfs manlief het uit, maar Koningsdag 2018 wilde ik mee.

Deze keer heb ik geteld: we maakten een klim van 315 treden (beide torens) en dat weer naar beneden en ’s avonds in de herhaling. Hierna is een bezoek aan de sportschool niet nodig, hoewel ik bij het laatste nooit zoveel spierpijn kreeg als ik nu heb. Hopelijk kom ik morgen mijn bed nog uit, de tweede dag is spierpijn toch het ergst?
   Zegt mijn lief:
   ‘Watje!’

Eigenlijk heeft ie gelijk. Je had me moeten horen hijgen toen ik de luidzolder betrad waar hij op zijn gemakje zat te wachten op een bankje. Manlief spurt altijd als eerste naar boven.
   Een luidzolder is een ‘verdieping’ in de toren, waar je jezelf kan herpakken en uit de draai van de wenteltrap stapt (vlaggen kan behoorlijk draaierig maken). Even niet meer rechtsrond, maar gewoon je eigen kant op.
   Op die luidzolder hangen vier touwen uit het torenhoge plafond omlaag. Waag het niet aan zo’n touw te hangen, want half Utrecht zal opschrikken bij het slaan van een klok om 07.26 uur.
   Hier hangen regelmatig mannen met hun hele lichaam in de touwen om de klokken in beweging te zetten zodat iedereen in de omgeving weet hoe laat het is: Bevrijdingsdag!
   Tot zover mijn Typisch Ireense uitleg. Ga gerust voor meer serieuziteit naar mr. Google. Dag en nacht bereikbaar, ik niet!

Zie mij die luidzolder op strompelen met mijn tong op de buik en mezelf ontdoen van mijn vest. Wat een zweetklus! Kijkt mijn man me aan met een blik van: hè hè, ben je daar eindelijk?
   Door mijn interesse in alles in die toren, druk in de weer met camera en licht, hoor ik niet dat meneer zelf ook naar adem hapt.

Niet veel later zetten we de klim voort om bovenop de toren de vlaggen uit te hangen en Utrecht vanuit de hoogte te bewonderen. Het blijft heel bijzonder om op die plek te staan en het leven van bovenaf te zien, horen en voelen. Muziek, zang, gelach, schoonmaakwagens, een berg rotzooi, een chaos aan bouwstijlen en wind komt ons tegemoet. Ik zou graag zoveel langer blijven...

… als de wind niet zo koud was en de kinderen niet ongeduldig wachtten tot we terug zouden zijn. Ze wilden naar de kindervrijmarkt! Nog altijd, want dat doen we tenslotte toch elk jaar?
   Inderdaad, na een bakkie en tomsoesjes.
   Terwijl wij even bijkwamen, hees zoonlief zich in zijn Dinopak. Hij hoopte de blits te gaan maken, maar niet eerder dan na mijn strenge waarschuwing dat hij geen enkel kind een dinotrauma mocht bezorgen. Ik herinnerde hem met pijn aan zijn eigen angst. Hij sloeg en schopte mij van alle kanten bij het zien van een mens in vogelpak. Banger dan toen was hij zelden.

Op een enkel huilend kind en blaffende hond na, vond onze zoon vooral fans. Hij koesterde zich in lachende gezichten; werd nooit eerder door zoveel mensen ‘gezien’. Hij had de dag van zijn leven. Eén keer hebben we hem zelfs terug het publiek in gestuurd, omdat op het manifestatieterrein teveel kinderen aan zijn pak, staart en handen trokken of zijn pak steeds harder schopten.
   Zo dwongen we vooral respect af; zo’n dino is behoorlijk oud hoor, eeuwenoud!

Soms verloren we Dino uit het oog (wat eigenlijk onmogelijk was met zijn lengte) en bekeken wat er zoal te koop was.
   ‘Ken jij het gevoel van plaatsvervangend schaamte?’
   ‘Je bedoelt bij alle zooi die hier uitgestald ligt? ‘
   ‘Precies dat! Mij krijg je niet op een kleedje met afgedankte stuf om met smeekoogjes de meuk te verkopen. Het past me niet!’
   ‘Bedoel je zoiets als die kentekenplaat?’ Marcel wijst naar de grond.
   ‘Precies die zocht ik nou net!’ Hallo!!! Wie verkoopt er nou een kentekenplaat?

Tot ik bedacht hoe dom het was dat ik niet eerder op het idee kwam om hier vijf woordenboeken Nederlands te zoeken. Misschien heb jij er één over en mag ik die laten verknipscheurplakken tijdens een workshop, dan hoor ik dat graag.
   Het wat en hoe vertel ik liever niet, jij zou maar zo last kunnen krijgen van plaatsvervangend schaamte.



ps. toen verschenen onze kinderen in dit filmpje! Bedankt Omroep Houten!

zondag 22 april 2018

Filmpraatjes


Boodschappen doen is werkelijk een hobby van me. Ik neem er graag de tijd voor. Hoeveel tijd bepaal ik nooit van te voren. Het hangt af van wie ik onderweg tegenkom. Het begint bij Ton en eindigt bij Sylvia, maar daartussenin passen heel wat luchtige praatjes.
    Toch bewees ik laatst (een week of wat geleden) dat ik wel degelijk van de snelle kan zijn. Tussen het draaihekje IN en het draaihekje UIT zat precies een half uur!

Nog maar net het draaihekje UIT achter me, bedacht ik hoe thuis het gesprek met Benjamin zou gaan:
    ‘Ben je nu al thuis? Ik had mee moeten gaan!’
    ‘Tja, dat moet dan maar de volgende keer, gezellig!’
    ‘Nee, want dan klets jij weer van begin tot eind de winkel bij elkaar en ik sta er maar bij. Waarom ben je eigenlijk zo snel terug?’
    ‘Omdat ik haast heb.’
    ‘Mam, ben je ziek? Jij? Haast?’
    ‘Ik wil wandelen, kijk buiten! Het is heerlijk!’

Die haast werd trouwens eerder opgemerkt door Peter van de Sterpoelier toen ik het overdekte winkelcentrum inliep. Mijn groet was van de korte, mede omdat hij in gesprek was met een klant.
    Je kan veel van me zeggen; ik dender hier en daar iemands leven in (onverwacht of verwacht), maar ik duw mezelf niet zomaar in een gesprek tussen Peter en een klant. Ik zwaai en met een ‘Goedemorgen!’ zet ik ons praatje voor de volgende keer op de agenda. Kletst prima!

Terug het winkelcentrum uit, loop ik met de boodschappenkar naar de fiets en zie een meter of twintig verderop Peter staan met zijn neus naar het raam gericht. Hij bestudeert vast en zeker het filmprogramma van de bioscoop.
    Een week eerder stond ik net zo. Ik had eindelijk de moed, tijd en zin om naar StarWars-de-zoveelste te gaan, draait ie niet meer. Films zijn er tegenwoordig wel erg snel doorheen gedraaid. Ik baalde ervan.

Eigenlijk maak je me niet blij met een bioscoop bezoekje. Het beeld is intens groot, het geluid enorm hard en 3D is niet te bekijken. Wil je mij ziek meemaken? Neem me mee naar een 3D movie en sleep me even later weg met een emmertje onder mijn kin. Dat is waarom ik wacht op platte 2D versies. Bleek ik helaas te laat voor de film waarvan zoonlief zegt:
    ‘Het is de beste Star Wars film ever.’

Over films gesproken. Vorig jaar wilde ik graag naar PARIS CAN WAIT. Met het woordje Paris in de titel ben ik al glansrijk verkocht. Tijdens het zien van de trailer kwamen Cannes en andere herkenbare plekken voorbij. Het moest gewoon een super leuke Irene-proof movie zijn. Kom maar op met die RomKom, zo dacht ik.
    Het kwam er echter gewoon niet van om die in de bios te kijken. Wel heb ik ‘m thuis gezien en zo mooi het leek, zo’n flop bleek het. Ik vond de film flauw en saai en de plaatselijke herkenningspunten konden dat niet goedmaken. Het enige leuke was dat de hoofdrolspeelster overal foto’s van maakt. Daarmee kan ik me dan weer heel goed identificeren.

Ondertussen staat Peter nog steeds het bioscoopprogramma te checken. Ik prop de boodschappen in mijn fietstassen en zie meneer zich omdraaien in mijn richting. Hij ziet mij en beantwoord mijn glimlach met een smile! Als hij dichtbij genoeg is vraag ik:
    ‘Is er een film voor ons bij?’
    ‘Nee, er is geen horror,’ klinkt sip.
    ‘We gaan toch zeker niet naar horror!’
    ‘Ik ga in ieder geval niet naar zo’n kleffe film.’
    ‘Draait die dan?’
    ‘Nee.’
    ‘Waar maak jij je dan druk om? Het is overduidelijk: samen een filmpje pakken wordt ‘m niet. Jij met je horror, wat een griezelig idee.’
    ‘Nu we het daar over hebben.’
    ‘Wil je er echt over praten, over horror?’ Ik zet me schrap tegen mijn fiets.
    ‘Ja! Ik kan veel hebben, maar die clown in IT, daar kreeg zelfs ik rillingen bij!’, hij trilt er nog van.
‘Die hand die ineens opduikelt uit die put.’
    ‘Hallo! Dit is te veel horror voor mij.’
    ‘Dat zeg ik! Dat ging echt te ver. Doe mij die films met mannen en hun kettingzaag. Ken je die film waarbij die man iedereen in stukken zaagt?’
    ‘Peter, please.’
    ‘Nee, luister. Hij zaagt niet alleen de persoon door, maar ook het bed waar die in ligt. Later in de film gaat hij richting een kinderkamp. Nou meid, je kan het wel raden…’
    ‘Genoeg nu!’, schreeuw ik uit. ‘Wat jij nu allemaal even tussendoor vertelt is way to much horror. Ga jij even heel snel naar je zaak terug, er staat vast een klant te wachten.’
    ‘Oh ja, natuurlijk! Maar kom jij wel goed thuis? Je ziet wat bleek. Gaat het wel?’
    ‘Geen zorgen om mij. Ik ga naar huis.’
    ‘Wat ga je doen?’
    Winnie the Pooh kijken!’


zaterdag 14 april 2018

Witte legging


Is de legging dit jaar opnieuw een verboden kledingstuk? Het ene jaar mag het wel, een volgend jaar weer niet. Het is desondanks een kledingstuk aan mijn been.
Ik ben vrij ongevoelig voor wat wel en niet mag in de ogen van anderen. Iets met leeftijd en wellicht eigen wijsheid. Daarom zeg ik: draag lekker een legging, maar nooit in plaats van of als een lange broek en al zekersteweten niet met je T-shirt er in.
Jullie mannen, moeten er nog verderder van blijven. Net als hoog opgetrokken sokken (in sandalen) onder een korte broek. Please, doe mijn ogen dat niet aan!
 
Terug naar de legging. Geen roze, groene, rode of paarse, maar een witte legging!
Een lieflijk licht roze legging zou perfect zijn, maar die is onvindbaarder dan een witte. Wel loop ik tegen donker blauwe, grijze en zwarte leggings op. Hallo! Het is lente! Weg met die donkere kleuren! Het wordt warmer, de donkere maanden zijn verdwenen in mijn verleden. Toedeloe!
Vraag ik me onwillekeurig af waarom we in de winter sowieso donkere kleuren dragen? Alsof winter al niet donker genoeg is, maken ze onze kleding net zo troosteloos.

Volgend winterseizoen gaan we voor kleur en fleur. Volg mijn voorbeeld van de rode winterjas en banjer lekker kleurrijk en warmpjes mee tussen alle zwart, bruin en donkerblauw.
Hoewel na drie winterseizoenen mijn mooie rode jas rijp is voor de afvalcontainer. In het najaar moet ik op nieuwe-jas-jacht. Ga ik weer voor rood? Misschien paars?

Eerst een witte legging. Toch weer even genoemd, anders vergeet ik ‘m nog.
Het is een vreselijk vuilgevoelige kleur (geen kleur, ik weet het) om te dragen. Zwart verbergt vooral alle vetrollen door schaduwen die onzichtbaar zijn. Terwijl bij een witte legging elk sinaasappelhuidblubbertje extra aangedikt lijkt te worden. Toch draag ik weleens een witte legging, want bij lagere zomertemperaturen hullen mijn pootjes zich graag in een legging. Vooral onder die ene jurk waar alleen wit goed bij staat. Gelukkig valt die jurk precies over te verstoppen bovenbeenvetblubbers. Zo valt er niets te zeuren over de witte legging.
Behalve dat ie bij temperaturen boven de (gokje) 23 graden zijn weg uit vindt!

Dat ik die witte legging zo vaak noem is trouwens tactiek!
De hele week klonk geneuzel over meekijkers achter Facebook en zo. We worden stiekem massaal afgeluisterd, bekeken en gevolgd. Alles wat we doen op het Wurmige Wijdse Web wordt gespot om vervolgens reclame op onze tijdlijnen gepropt te krijgen. Het klinkt alsof achter elk internetdelend apparaat een mannetje of vrouwtje zit (dat is nog eens werkgelegenheid), die de hele tijd meekijkt naar de interessante dingen die wij doen, zoeken en zelfs zeggen.
Zullen we massaal wachten op 5D internet? Dan kunnen ze zelfs mee ruiken en proeven. Eens zien hoeveel Checkmuppets dan verdwijnen!

Tegen de stroom in zeg ik: het is niet waar en dat bewijs ik door de witte legging.
Het werkt niet, want ik zocht een witte legging en bezocht vruchteloos vier winkels. Ik appte mijn dochter via WhatsApp en vroeg of zij er één heeft; ik heb mijn zus gevraagd via Instagram en er één in mijn Instaverhaal genoemd. Ik heb met Marcel, in bijzijn van mijn Phone, gepraat over een witte legging. Hij bleek vooral ongeïnteresseerd (de telefoon). Ik heb op Twitter gereageerd bij @wittelegging dat het wel mag, alleen onder mijn jurk. Alles om die Muppet achter mijn surfgedrag wakker te schudden en me te helpen aan een advertentie.
Hoeveel advertenties werden op mijn scherm gepropt? Nul! Zo zeg ik: er zijn geen meekijkers achter mijn maffe surfgedrag!

Tot ik donderdag op weg ging naar de HEMA. Ik moest daarbij “toevallig” omlopen en belande op de weekmarkt. Wat schetste mijn verbazing? Ik bumpte maar zo into een kousenkraam en wat stond daar te stralen?
Benen van paspoppen (ondersteboven dan wel - blij dat ik geen model ben) met leggings aan en jawel, witte!

Dat beangstigde me dus! Facebook bleef reclameloos, maar volgens mij was Mark Zuikerberg himself in de buurt. Die omweg die ik moest lopen is vast zijn idee geweest. Wij denken dat de gemeente een projectontwikkelaar in de arm nam, maar nee, Mark Zuikerpotje zit er achter. Hij beheert daarnaast ook alle marktkooplui en leidt alles. Niks surfgedrag, het is real life. De ene dag werd Markje geïnterviewd door Amerikaanse sufkoppies die eigenlijk geen idee hebben van wat Facebook is, de andere dag achtervolgt hij mij ongezien over de markt. Die Suikerklont leidt de zaken! Hij heeft Facebook niet nodig, hij dirigeert alles waar je bij loopt!

Blijft het vreemd dat ik na alles over de witte legging nu allemaal jurken zie verschijnen in reclameblokken. Blijkbaar bekeek Spiekmuppet mijn leuke profielfoto en dacht: een witte legging? Echt niet, een zonnige jurk staat jou veel leuker! En geloof me, mijn Spookmuppet heeft smaak!