Voor wie twijfelt: Mijn auto was geen seconde te
koop. De tekst ‘Te koop’ (zie vorige blog) was zelfs niet uitgesneden. Deze
foto was nep, bewerkt in Coreldraw. Wat me bepaald bij de vraag: hoeveel foto’s
die we zien zijn gefotoshopt?
Daarmee is niet gezegd dat er niet één auto de deur
uit gaat. De baas wil namelijk een nieuwe auto. Dat wordt dan zijn vierde
bedrijfsauto. Na een Citroën Berlingo, die ik na drie dagen in elkaar reed,
kwam een Fiat Doblo, die een grote miskoop bleek met zijn mankementen. Daarom
werd die opgevolgd door een Volkswagen Caddy Combi en nu is de wens een
Volkswagen Caddy – Combi - Maxi. Een nóg
langere auto (+ 40 cm.)!
Mij wordt niets gevraagd. Meer omdat Marcel mijn
mening toch wel kent. Als ik het voor het zeggen had, werd het deze niet!!! Dan
werd het een Fiat 500, zo schattig.
Als straf dat mijn mening niet telt, heb ik de eerste
bedrijfsauto na 3 dagen in een kettingbotsing stilgezet. Mijn boodschap tijdens
de eerste rit was:
“Deze auto
is me te groot. Ik voel me zo verloren. Ik zie de voorkant niet eens en heb
geen idee waar de achterkant eindigt.” Boem is “ho” kon ik altijd leuk zeggen,
maar dat die boem zo snel kwam en de “ho” te laat. Dat was nooit mijn wens.
Gelukkig kon de auto gerepareerd worden, waardoor
meneer er al snel weer mee rond reed. Ik nam liever plaats op de passagiersplek
en liet me voortaan rijden. Als in een taxi, zo voel ik me het meest happy.
En zo gaat meneer directeur voor de Maxi en krijg ik
weer minder grip op mijn dip, eh, auto.
Hoewel ik
me toch één ding afvraag. Komt ie er wel?
Eenmaal bij
de dealer stuit Marcel op een onwillige verkoper. In tijden van crisis zou je
denken dat deze man zou staan te popelen, rennen en vliegen om een auto te
verkopen; Marcel al slijmend voorzien van een natje en droogje. Zijn jas netjes
aannemen en hem vervolgens meetronen naar zijn kantoor. Daar al kwijlend een
prachtige computerprogramma openen en even klip en klaar alle mogelijkheden
laat zien, alle poespas berekenend.
Blijkbaar hebben ze bij Volkswagen genoeg geld! De verkopen
leek geen verkoop-zin te hebben. Er was geen auto aanwezig om te bekijken en
hij kon NIETS over deze auto zeggen. Wist hij wel van het bestaan van deze
auto? Moest die man nog één of andere opleiding doen?
O ja, hij printte
wel een folder uit (geplukt van internet, konden we zelf ook wel). Marcel had al
helemaal geen zin meer om met deze zaak in zee te gaan, kwam gefrustreerd
thuis!!!
De dealer zou over drie dagen bellen zodat Marcel de
Maxi in de showroom kon bekijken. Wat inhield dat Marcel anderhalve week later
zelf maar belde. Bleek die auto er al een week te staan, hadden we dat moeten
ruiken?
Ik stel me direct voor hoe
manlief de dealer flink laat zweten aan een offerte om na 1 ½ uur te zeggen:
“Meneer, bedankt, maar ik wil ‘m niet!” en dan weg lopen. Gewoon om te pesten.
Gnagna…
Ach, die auto komt er wel. Daarbij ook de onthulling
van het nieuwe RitsRatsReklame logo, want op deze nieuwe auto ook een nieuw
logo is natuurlijk keigaaf.
Voor mij
geldt opnieuw: ik neem géén zitting op de bestuurdersstoel. Enige uitzondering zijn
de tolwegen in Frankrijk. Met het oog op het eindpunt gericht beloof ik deze
auto niet in de file te parkeren zoals de eerste, want file-parkeren gaat me
met deze vrachtauto écht te ver. Boem is “ho” door de parkeer-sensor-gevallen…
Hopelijk zal ik die dan wel horen?