Waarom schreef ik ook maar iets over de afwas (zie vorige blog)? Onherroepelijk
volgde de vraag hoe de afwasregels in huize van Valen dan zijn? Iets terloops
schrijven is gevaarlijk. Stom stom stom. Men verwacht een antwoord. Alsof die
interessant kan zijn?
Wat mij vooral lonkt is bewijzen dat de Consumentengids een leugen
schrijft in hun nummer 9, september 2017, blz. 33. Ik las het gisteren:
“EEN VAATWASSER ZOU SLECHT ZIJN
VOOR RELATIES: RUZIE OVER HET INRUIMEN EN GEEN GOEDE GESPREKKEN MEER TIJDENS DE
AFWAS. DAT KAN NIET DE BEDOELING ZIJN.”
Waar hebben ze het over? Ruzie
over het inruimen hebben we hier nooit en goede gesprekken tijdens de afwas? Bedoelen
ze dat ik die met mezelf moet voeren? Is dat goed dan?
Het is tijd om de consumentenbond tegen te spreken en mijn afwasregels onder
handen te nemen in deze blog.
Die afwasregels heb ik door de
jaren heen uit de theedoek geschud als gevolg van jarenlang onderzoek van de bergen
vaat op het aanrecht. En of ik bergen kan verzetten.
Hou je vast, ik doe de praktische regels uit de vaatdoek.
Regel 1 begint bij de ontruimde
tafel. Wat blijft zijn gedruppelde sausvlekken, opgewaaide slablaadjes en
afgedwaalde tuinerwtjes. Ik stroop mijn mouwen op en hup daar gaat de vaatdoek,
onder de stromende kraan, in de handwringer, even uitkloppen om vervolgens in
de hand te draperen en over de tafel te wrijven van links naar rechts en rechts
naar links. Alle onhebbelijkheden verdwijnen onder de doek. Niks geks toch so far? Hoewel, de beschreven gedetailleerdheid
mee weggeveegd mag worden. Hupsakee, van de tafel in mijn hand en zo naar de laatste
rustplaats (de prullenbak).
Moet je Benjamin zien als ik hem vraag de tafel af te vegen. Hij kijkt alsof
de broodkruimels samenscholen en hem elk moment gaan aanvallen en ziet in een gemorst
sinaasappelsapdruppeltje een plasje urine.
Net als ik vroeger, verstopt
hij zich moeiteloos achter de keukendoek bij het zien van de opgepropte en
verwaterde etensresten die na het voorspoelen van de vieze borden en pannen in
de afvoer vastzitten. Ieuw, jak, getsie, bah! Daar riep ik vroeger:
‘Mama! Vieze prut!’ Ze kwam zonder te verbleken de keuken in en diepte de troep uit de gootsteen op. Mijn reddende
voorbeeld, want als in rewind hoor ik
mijn zoon roepen. Het leven is één grote herhaling.
Maar nu fast forward. De boel
voorgespoeld, wordt het verstoppen van alles in de afwasmachine de uitdaging. Het
is mindful precisiewerk als je het mij vraagt. Vooral in de bestek-la ben ik heel
bewust van het nu: mesje mesje, vorkje vorkje, lepeltje lepeltje vind alles
zijn plek links of rechts in de bestek-rek bovenin onze vaatwasmachine. Het
moet kloppen.
Eerder genoemd doekje vind nog
even snel zijn weg over alle randen van de machinedeur en -rand. Een schepje wasmiddel
valt in het bakje; ik druk wat knoppen in en kan weer een deur sluiten.
Wat blijft? De handafwas. Dingen die niet in de vaatwasser mogen, gaan
vergezeld door een muziekje uit de boxen en een dansje in mijn benen door het
sop. Af laten druipen, afdrogen en klaar is Irene nog niet!
Er is elke avond meerwerk. De glazen
afzuigkap, het gasfornuis en de ovendeur moeten streeploos ontdaan zijn van vette
vinger-, kook- en handafdrukken. Als ik dan toch bezig ben kan ik gelijk alle
kastjes afnemen, wat met greep- en randjesloze kastdeuren een fluitje van een
sopje is. Zwiep zoef, de keuken oogt schoon.
Ik eindig met een stevig uitgewrongen vochtige vaatdoek in de hand om als
laatste het aanrecht mee droog te wrijven.
Een laatste check volgt. Zelfs ik sta er blinkend bij en gooi even later
vaatdoek, keuken- en handdoek in de wasmachine. Dit alles is hoe het hoort.
Kwam jij trouwens Marcel in dit verhaal tegenkwam?
Hoorde je me klagen over onvoorgespoelde
vaat, waardoor het binnenwerk van de vaatwasser vaker gecheckt moet worden? Zeurde ik over een onvoordelige inruimwijze,
waardoor ik ’s avonds (onder grootse gapen) dingen moet herschikken om de
laatste bekers nog te kunnen plaatsen? Klaagde ik over een schaal die over een
pan hangt, alsof dat schoon kan worden? Zuchtte ik over de zeef die ik weer kwijt
was, want een ander heeft uitgeruimd. Oh ja, het ligt bij de pannen.
Heb je mij horen klagen? Heb ik ruzie gemaakt of gezocht?
Ik zou niet durven, want ik
krijg direct te horen dat ik het de volgende keer zelf maar doe. Bij nader inzien is dat de enige regel.