Mezelf even gegeneerd neem ik me voor van hem te leren. Ik wil hem meer
gunnen; alles delen. Nou ja, alles? Hem meer rauwkostsalade gunnen dan mezelf?
Oef, dat kost moeite, want dat lust ik rauw!
Ik vergeet nooit Mandelieu-la-Napoule aan
de Cote d’Azur in Frankrijk. Zie ons als kinderloos koppeltje – long, long time ago, op kampeervakantie.
Het was warm (vergelijk het gerust met onze huidige temperaturen)! Net aangekomen
probeerden we een temperatuurshock van 17 graden verschil te overleven. In
Nederland vertrokken met 18 graden, zuchtten we nu bij 35 graden.
Deze hittedreun kostte ons drie
dagen acclimatiseren. De eerste dag hingen we beide rondom de tent en kwamen
geen stap van de camping. De volgende dag was Marcel kompleet van de kaart, de
dag erna was ik van slag. Heel wat verkoelende drankjes gingen er doorheen.
Eén beker drinken blijft me bij. Een beker met 500 ml. inhoud van de
grote gele M. Zo’n beker delen wij altijd. Manlief slurpt de bovenste gedeelte
op waarna ik de onderste deel inclusief ijsklontjes mag wegwerken. I’m loving it!
Hij nam as we speak de tijd voor zijn helft terwijl ik smachtte, hunkerde
en snakte naar mijn deel verkoelende vocht. Tot meneer ineens uit zijn
genotmodus ontwaakte. Zijn ogen en mond vielen open van verbazing. Ik keek
verschrikt achterom en verwachte een angstaanjagend monster achter me. Er zat niets.
‘Wat is er?’, vroeg ik
geschrokken.
‘Jij wilde ook!’
‘Uhm, ja natuurlijk, zoals
altijd.’ Hij overhandigde mij de beker. Ik schudde ermee en hoorde rammelende
ijsklontjes, maar mistte geklots van vocht. Marcels gezicht vertoonde een flink
rode blos op zijn wangen. Geloof me, dat was niet van de hitte.
‘Ik heb alles opgedronken.’
‘Wat? Alles? Liet jij niets
over voor mij?’ Het is zo niet zijn manier van doen. Voor straf haalde hij
nieuw drinken!
Hierna vergat hij nooit meer te delen, hij vond het zo erg!
Hoewel, nooit meer?
Hetzelfde stel, heel wat jaartjes later, zit aan tafel met twee extra
vreters. We eten bami! Iedereen smikkelt lekker van bami-speciaal, pindasaus,
kroepoep (zoals wij dat vroeger bij ons thuis noemden) en van alles in zoetzuur.
Voorheen zette ik de kroepoep al op tafel bij het dekken, maar steeds
ging iemands grote hand richting mandje en zo werd een deel al opgegeten.
‘Hé, afblijven, dat is voor
tijdens het eten.’ Waarop meneer zich omdraaide en met een smoel van maar-ik-was-het-niet
op de bank plofte.
Vanaf dat moment opende ik de zak kroepoep pas als we aan tafel gingen.
Ieder heeft dan eerlijk de kans om zich er te buiten aan te gaan. Beter nog:
sinds kort verdeel ik de kroepoep over twee schalen. Iedere schaal is voor twee
personen. Makkelijk delen toch?
Zo eten we onze bami-speciaal en genieten van de knabbels. Mijn kroepoep-gewoonte
is dat ik aan het eind van de maaltijd toesla. Daar gaat mijn hand in de schaal,
maar moet dieper dan gedacht. Ik voel niets en pak de schaal om te zien dat er
nog maar een paar kroepoepjes in zitten.
‘Marcel, heb jij werkelijk
bijna de hele schaal leeggegeten?’ Hij pakt de schaal uit mijn hand en kijkt
deze keer zonder enige gevoel van schaamte.
‘Ik vond er al zo weinig in zitten
en dacht: snel mijn deel opeten.’
‘Weinig? Hoezo? Die schaal zat
vol.’
‘Wie heeft het dan allemaal
opgegeten?’ Hij verdenkt de kinders. Zij wijzen echter op de schaal tussen hen
in.
‘Wij hebben nog zat. Ik heb
geen reden om bij jullie te pakken.’ zegt Celine.
‘Maar wie at dan onze kroepoek
op?’
‘Jij, Marcel! Je liet amper
iets voor mij achter. Zo gedachteloos.’
Nog amper mijn woorden koud, verbergt Marcel zich achter een deksel van
de augurken en een deksel van de zilveruitjespot terwijl ik de laatste vijf
kroepoepen opeet.
De volgende keer krijgt ieder
een eigen schaaltje en houd ik mijn portie buiten bereik van manlief. Als ik
even niet kijk, zou hij maar zo de schaaltjes wisselen en er vervolgens niets
van weten.
Pak ik hem gewoon zijn salade af. Oh, daar verheug ik me nu al op!
Maar wacht, ik zie ineens het geheim
van ons huwelijk! Wij delen eerlijk, met twee porties egoïsme.