De hitte is me werkelijk naar de kop gestegen. In
plaats van lekker relaxt op de bank rustdag houden, gingen Marcel en ik met 33°C
wandelen. Tenslotte raadde RTV Utrecht aan het bos op te zoeken.
Gekken!
Wij zochten een bos uit, vulden flesjes en stapten
ruim zes kilometer onder de bomen tegemoet. Wat je niet kan lezen, is dat het
druipt van (zou bijna zweet zeggen) cynisme. Bos was er, inclusief volle zon. De naam het
Leersumse Veld werd verklaard in de laatste twee kilometer.
Even hè, ik heb haat aan winter, maar heb nooit gezegd
dat ik slingers ophang bij 33°C. Piepzeuren doe ik liever net zo min, daar
krijg ik het alleen heter van. Feit is dat ik voor geen graadje tegen hoge
temperaturen kan. Daar waar het aankomt op moeten kiezen, stem ik vóór
zwetend in de tuin liggen boven de bibbers ondanks een dikke winterjas, wollen das
en winddichte handschoenen. Ik verkies schaarse kledij boven het Michelinvrouwtje-gevoel
en beperkte bewegingsvrijheid.
Wedstrijd
Hitte en ik is als ...
De vandaagse
hitte ontneemt mijn hoofd inspiratie voor een goede metafoor. Had ik vanmiddag
maar gekozen voor voetjes op de bank, waterkan en glas binnen handbereik, een emmertje
water op de grond om de voeten af en toe te koelen en de EVA (mijn favoriete
tijdschrift) op schoot. Zoveel beter dan wandelen bij 33°C.
Serieus, wie mij na hitte en activiteit aantreft schrikt
zich een opvlieger. Bij een wedstrijdje wie de roodste kop heeft, win ik het
van een aardbei. Wat blijft na het wegtrekken van de kleur? Een knallende
koppijn. Het is mijn huidige omstandigheid.
Daarom vraag
ik vooraf vergeving voor alle onzin die volgt. De hitte maakt me ontoerekeningsvatbaar.
Waar ik anders volledig toerekeningsvatbaar ben, dat weet je toch?
Zo val ik met de warmte binnen en vertel gewoonweg dat
Celine aan het daten is geslagen. Blijkbaar is ze het vrijgezellige leven zat
en kiest het liefjespad.
Terwijl zij die
weg neemt, vorm ik mijn eigen gedachtespinsels. Denk aan doorslaande successen
of complete rampenplannen.
Ik zie voor me hoe madam valt voor een jongen die nog
erger ADHD’er is dan zijzelf en voorzie hoe dat samen ons huis in stuitert. Ik neem
me alvast voor hen vaker in de zomer dan ’s winters te inviten. Door de drukte naar buiten te verhuizen, krijgen alle bewegingen,
gekwebbel en stuiter ruimte en lucht, kijk maar omhoog - zoveel space. Binnenshuis komt alles op me af.
ADHD
Afijn, ik ken ADHD. Beter gezegd, Celine’s ADHD is mij
niet vreemd. Ik dacht dat ik het zelfs gewend was. Nu blijkt anders. Waarschijnlijk
omdat ik me vaker wil concentreren op het werk en dan ontsnap. Laptop onder de
arm en hup naar de bieb, Joinn of een werkruimte bij Van Houten&Co.
Kijk, die dochter van me is geweldig. Vaak vol leven. Haar
knopje staat altijd aan, meestal zingend. Ze zingt de nachtegalen de boom uit
en waar de beste zangers uitgezongen zijn, gaat zij onvermoeibaar door.
Als ze dan eens
stil is, maakt ze geluid in een hoest, kuch, zucht, tikkende voet of een wind. Door
dan te vluchten, kan Celine vrij zichzelf zijn en ik ongestoord werken. Two happy people.
Vluchtgedrag
Moet je nagaan dat ik daarmee mijn heilige der heilige ontvlucht. Alsof die
spot ineens minder verheven is. Het
is de enige plek in huis die 100% van mij is, daar waar mijn bureau en schildershoek zijn (in de serre). Niemand mag daar zonder mijn toestemming rondneuzen.
Woensdag weigerde ik weg te gaan. Ik was aan het werk en Celine wilde
beneden hardop lezend leren.
‘Mooi niet! Ik werk nu en wil me volledig
concentreren.’
‘Ik moet ook werken.’
‘Dat kan in jouw kamer.’
‘Jij kan ook naar jouw kamer.’
‘Dit is mijn kamer!’ Ik wijs met gestrekte
arm naar de serre.
‘De huiskamer is ook mijn kamer.’
‘Niet voor hardop huiswerk, jij
hebt je slaapkamer.’
‘Die heb jij ook.’
‘Staat daar mijn bureau? Trouwens,
betaal jij huur?’
‘Nee!’
‘Mooi, nu betalen, anders heb jij
niets te zeggen. Zolang jij niet betaalt, ben ik hier de baas en klinkt alleen
het kraken van mijn hersenen en mijn geram op het toetsenbord.’ Bam! Einde
discussie.
Kleinkindertjes
Stel ik me ineens Celine voor, met haar super ADHD
vriend. Zij krijgen vast ooit mijn kleinkindertjes.
‘Mama,
wil je oppassen?’
‘Hoe
vaak?’
‘Drie
dagen in de week en oh ja, we krijgen een drieling.’
‘Wauw,
dat is ADHD in drievoud. I love erfelijkheid.’
Komt onze kindervriend Benjamin de kamer in.
‘Hij kan oppas worden.’
‘Ik? Oppassen?
Op wie?’
‘Op mijn
drieling.’
‘Op jouw
drieling? Ben jij zwanger dan?’
‘Nee, maar
stel dat.’
‘Prima, ik weet alleen niet of jij je kinderen dan levend terugkrijgt.’
‘Dat wordt het
OPPASSEN OP EIGEN RISICO. Deal!’
Zeker deal, daar ben ik mooi onderuit gekomen. Rust!
ps. Het bekijken van deze video is geheel op eigen risico. Het geluid moet hard om het onzichtbare te horen. Ik schrok: wat ben ik streng! En dan die laatst seconde. Hahaha...