Ik hoef vanavond niet te koken! Ik ben vrij! Keukenvrij, heerlijk!
Als Master Cheffin Ireen voelt dit vrij-zijn als een unique short break. Eentje waarvan ik
dagen van te voren kan genieten. Vooral van het unique gedeelte, want het komt niet vaak voor.
Niet dat ik het niet vaker wil, maar dan moet ik vooral een paar goede aanleidingen
bedenken.
Vaker uit eten valt af vanwege
de prijzigheid.
Misschien is staken een lekker
idee en aanleiding om op te komen voor mijn belangen. Maar ja, welke belangen? Even
denken…
… er komt niets in me op. Ik heb gewoonweg niets met staken, maar toch
hou ik het in mijn achterhoofd. Met drie eigenwijze wijsneuzen in huis word ik
wel eens over het hoofd gezien en overdenderd. Als het me te zwaar wordt kan ik
stakend de pan op zijn plaats laten liggen en afwachten wie het in mijn plaats
op een koken zet.
Nou niet denken dat man- en zoonlief de boel kunnen redden met hun
kookkunsten. In hun kookschrift vind ik nog altijd maar één gerecht. Je weet
wel, ik schreef ooit dat zij kunnen koken.
Zoals ook dochterschat met één recept op de pollepel niet erg dicht in de buurt
komt van een week-, maand- of jaarmenu. Ik noem mezelf niet voor niets Master Cheffin.
Maar vanavond kook ik niet. Dat heeft te maken met onze vriend de
kookgast. Je weet wel, die gast die alles héérlijk vindt. Hij komt weer eens aanwaaien en heeft beloofd te zullen koken.
Dat vind ik dus heerlijk! Begrijp
me niet verkeerd: ik ben graag hoofdkok. Vooral omdat ik daarmee de gerechten
bepaal en ze gratig thuisbezorg. Geen betere bezorger dan ikzelf; alles met eigen
smaak bij Appie uitgezocht, zo in de pan. I’m
loving it. Maar vanavond draag ik graag het gezag over schuimspaan, snijplank
en wok over en knoop Marcel voor mijn tafel-dek wagentje.
Zo ervaar ik eens hoe het is om na gedane arbeid op de bank te ploffen
en met de voeten hoog de geuren uit de keuken (nee, niet die van mijn voeten,
wees maar niet bang, die stinken niet) over me
heen te laten komen.
Eerder vandaag overwoog ik onze kookgast te vragen wat we vandaag gaan
eten, maar liever laat ik me overrompelen en maak ik alvast ruimte op het
aanrecht.
Ik verheug me op het moment dat
na een druk op de deurbel en het openen van onze deur, de cook-of-the-day binnendendert en zonder kooktijdverlies en met een
snelle ‘bonjour’ zijn rugtas op het aanrecht leeg kiept. Het gaat nog net niet
direct uit de tas in de pan. Ik ben gewend dat hij binnenstormt en direct de
keuken in rent alsof hij achterna gezeten wordt door een hete braadpan.
Hoor! Daar gaat de bel al. Marcel die even eerder thuiskwam en zijn
werkkleding verwisseld heeft voor zijn spijkerbroek en trui opent de deur. Let op,
daar komt het:
‘Bonjour!’
‘Bonsoir!’, is mijn antwoord,
het is tenslotte na zessen.
Relaxter dan anders doet hij zijn jas uit, zet zijn rugzak neer en
vertelt aller rustigst over zijn dag. Hij neemt landingstijd terwijl ik mijn
buik onderhand flink voel borrelen.
Mijn nieuwsgierigheid naar zijn maaltje voor ons kan ik niet meer
bedwingen.
‘En? What’s for dinner?’
‘Vertel jij dat maar, jij kookt
toch?’, zegt hij doodleuk.
‘Wat? Heb jij niets bij je?’ Ik
til zijn rugzak op, ‘die voelt inderdaad erg leeg.’
‘Irene, heb jij nog wat in huis?’,
vraagt Marcel en smult van deze situatie.
Op mijn beurt kijk ik de mannen aan en beken dat ik niets bijzonders in
huis heb en zie hoe onze vriend zich per seconde meer schaamt. Hij moet
gerustgesteld worden.
‘Ik neem aan dat jij je net als
ik enorm hebt verheugd op een avondje keukenvrij. Laten we daar samen van genieten.’
‘Je denkt toch niet dat ik ga
koken?’, klinkt Marcel ineens onzeker.
‘Nee, schatje, ik weet een heel
leuk restaurant.’ Mijn woorden amper koud, trekt onze kookgast zijn jas weer
aan. ‘We gaan naar www.thuisbezorgd.nl
en Marcel, jij dekt de tafel!’