Meivakantie. Wie?
Ik niet! Tenminste zo voelde
het toen de één in haar pyjama de kamer in wandelde en op de bank plofte waar
de ander rond een uur of elf zijn bed uit kwam en tegen me opbotste toen ik met
de wasmand boven kwam.
Ik was jaloers, want mijn weksignaal klonk al om 06.45 uur. Belachelijk
vroeg in vakantietijd. Ik lijk wel gek!
Gek op mijn man, want de reden
om zo vroeg op te staan was om samen te ontbijten met mijn lief. Daarna als hij
weg is, heb ik even de tijd aan mezelf. Heerlijk in een stil huis. Zittend aan
mijn bureau kijk ik de tuin in. Ben getuige van vogels die het luchtruim vullen
met hun lentezang, ontdek nieuwe bloemen die hun kelken openen en houd een pen
vast boven het papier. Dit is me-time
en daar sta ik graag vroeg voor op.
Laat de tegemoetkomende
puberfratsen (incl. die van mezelf) nog maar even slapen.
Pas wanneer de jongskes de huiskamerdeur binnenkomen leg ik mijn pen
neer. Ik ga erbij zitten als zij ontbijten en bespreek de dagplannen. Vaak
blijkt dat zij het ervan gaan nemen, waar ik me buig over verplichtingen. In
gedachten mijn huis doorlopend, zie ik voor me hoe ik me een dweil in de rondte
werk terwijl de jongelui lekker luieren. Of zodra ik hun medewerking vraag, ze
zeggen:
‘Nee mam, nu even niet. Ik wil
net gaan leren voor mijn examens.’
Daar trap ik niet meer in! Ook tijdens deze weken waarin leren een
belangrijke verplichting is, kan een beetje handenwapperij geen kwaad. Zeker
niet als er een stofdoek in één van die handen zit. Ik overtuig hen ervan dat
als zij zich nou ook een beetje inzetten ze 75% vakantietijd overhouden waar ik
25% procent vakantietijd win. Opgeteld is dat 100%, iedereen blij.
Dat is dus delegeren! Waar ik niet zo goed in ben. Deze dame is van het zelluf-doen
(vooral lastig voor mezelf)!
Wat me herinnert aan een schattig
licht stemmetje uit het mondje van een mensje dat minimaal een meter kleiner is
dan ik. Me aankijkt met oogjes die zeggen dat ze alles kunnen:
‘Mama, zelluf-doen!’
Blijkbaar ben ik in die kleuterfase
blijven hangen, want in mijn hoofd klinkt aldoor: zelf doen! Ik weet dat het zo
dom is. Zelfs mijn lijf heeft me dat al gezegd, maar sommige dingen leer ik moeilijk
af.
Tot vandaag. Waar zelluf-doen hun tekst niet meer is, klinkt mijn tekst
als volgt:
‘Jullie slaapkamers moeten eens
goed onder handen worden genomen en dat doen jullie deze week maar lekker zelf!
Het is hullies zooi, zelluf-doen!’ Ik verwacht een hoop tegenspraak, gevolgd
door een gespannen sfeer en smijten met borden. Wat ik krijg is een korte
overtuigende discussie en van beide een toezegging.
‘Mam, ik wil best mijn kamer
zelf doen,’ zegt Benjamin, ‘maar dan wel samen met jou. Dat is gezelliger.’
Omdat ik weet dat het vooral lachen en gieren wordt, vergeet ik even het brullen
en stem in.
‘Mam, dan wil ik het ook samen
doen,’ klinkt Celine en kijkt haar broertje dankbaar aan.
Terwijl ik de ene kant
van Benjamins kamer onder de doek neem, gooit meneertje zijn bed dicht, ruimt
zijn was op en blijft wat rommelen in zijn bed-la. Dan ineens komt hij omhoog
en staart naar een klein wil lapje van 5,8 bij 3 cm. Zijn mond staat strak, zijn
glimlach van net is verdwenen. Er verschijnen twinkels in zijn ogen.
‘Groeit er nu een traantje in je
ogen?’
Hij kijkt onafgebroken naar dat
stofje tussen zijn vingers. Ik stap dichterbij om te zien wat het is en beleef
ineens een nostalgie-momentje met mijn jongste. Ik herken een labeltje van een dierbaar
doekje. Hij had meerdere doekjes. Ze waren lange tijd onmisbaar in zijn leven.
Zonder doekje sliep meneertje niet.
Ineens bukt hij zich en zoekt
in zijn la. Achterin diept hij doekjes op, het zijn er meer dan ik dacht.
‘Mama, kijk!’ Benjamin houdt de
doekjes om de beurt omhoog. ‘Deze was van omi, deze vond ik het lekkerst en deze
mist dit labeltje. Kan je die nog aannaaien?’
‘Wauw, ik zie jou nog, een
metertje kleiner dan ik. Je kroop altijd zo heerlijk onder je dekbed. Als was
het een nestje. Met je duimpje in je mond en zo’n doekje (vooral het labeltje)
in je hand. Dat labeltje bewoog je zachtjes over je neus en bovenlip.’
Het voelt als vorige week. De
tijd ging te snel.
Echt!
Over een kleine twee weken doen
onze twee kinderen examen.