zaterdag 25 januari 2014

Rectificatie

Met het schaamrood op mijn gezicht, geloof me, vuurrood is die en gaat van oor tot oor, begin ik aan deze blog. Marcel heeft me namelijk afgelopen zondag hard op de vingers getikt. Ik voel het nu nog.
   Kan je nagaan, geeft hij eerst toestemming tot plaatsing (zonder zijn goedkeuring geen blog), roept ie me ’s avonds op het matje. Lekker dan! Hij beticht me van een leugentje en vraagt om een keiharde rectificatie.

Waar te beginnen?
   Misschien met de officiële bekendmaking: niet alles wat ik schreef, schrijf en zal schrijven is 100% waar. Dat is toch wel duidelijk? Of dacht je echt dat alles waar is?
   Blijft voor jou de vraag: Wat is zo nep als een gefotoshopte foto en wat is echt? Je denkt toch niet dat ik dat per blog uit ga leggen?
   Weet wel dat zaken waarvan jij denkt dat die niet waar kunnen zijn, juist wel een hoog waarheidsgehalte kunnen bevatten en andersom. Dat is alleen maar mogelijk omdat ik zo gek kan zijn als een deur. Met dat in gedachten, raak ik soms zelf de weg even kwijt en geloof net zo hard in mijn verhalen als jij.

Welnu wat correcties.  
   Toen ik Marcel vertelde van de leuke reacties op mijn blog, zei hij: ‘Moet je nagaan, iedereen gelooft dat jij aquanotes hebt gekregen, maar ik weet nergens van, ik ken die dingen niet eens.’
   Was mijn reactie: ‘Lachen toch! Je weet wanneer ik jarig ben en nu weet iedereen alvast wat ik voor mijn verjaardag krijg!’

Of niet, want Marcel gniffelde en keek me boosaardig aan : ‘Behalve dat jij die aquanotes niet hebt gekregen, doe ik ook nooit boodschappen.’
   ‘Dat weet ik ook wel, en iedereen die jou kent, weet dat met mij. Jij en boodschappen doen is als mij een auto laten repareren. Niet wijs! Daarom sjouw ik in mijn enige uppie twee keer per week, meestal per fiets al jouw chips, drop, koek, bonbons en ook wat vitamientjes in de vorm van fruit, groente en ander good-stuf naar huis? De vitamientjes zou jij zeker vergeten.’ Hij zou alles met gemopper meezeulen, waar ik boodschappen doen echt leuk, zelfs inspirerend vind. Hiermee heb ik de tweede leugen bekend. Zijn er meer?

Uhm, ja.
   Je schrikt toch niet al te erg als je hoort dat ik echt niet allerlei onnozele teksten sta te zingen in de douche? Ik zing graag, echt wel, maar kan echt geen liedjes maken van rare en onsamenhangende  gedachtekronkels. Daar is mijn dochter vele malen beter in. Wel doe ik in de douchecabine geweldige ideeën op, die ik echt evenzo snel weer kwijt raak. Dat is voor geen nanometertje gelogen. Zo! Kan je me niet beschuldigen van alleen maar gejokkebrok.

Waarom dan toch nog die boze blik van die man naast me? Zachtjes klinkt mijn: ‘Lieverd, ik heb zoveel opgebiecht. Ik geef toe, ik ben zo in mijn eigen verhaal gaan geloven, ik wist niet dat het bestond. Ik zie inmiddels ook in, dat er weinig van waar is.’ 
   Fluisterend en angstig vervolg ik: ‘Krijg ik nou straf?’

Zegt hij onvermurwbaar: ‘Je bent nog helemaal niet klaar!’
   De ergste leugen van allemaal moet nog gefixt. De (eventueel) verstrekkende gevolgen zijn voor mij en dit opbiechten is gênant! Ik hoop op vertrouwen van, ja van wie? Van Appie? En dat na al deze ontboezemingen.

Weet je nog, bij de betaalzuil van Albert Heijn? De rode lamp ging branden, wat een check inhoudt. Vijf willekeurige boodschappen werden herscand. Wat bleek? Eén boodschap had ik niet opgenomen in mijn handscanner. Oeps, was ik toch bijna een dief?!
   Alles moest uitgepakt worden en opnieuw bekeken. Wat voelde ik me rot!!! Dit wilde ik NIET! Ik wil eerlijk zijn en betrouwbaar. En dan dit.
   Ik koesterde me in het feit dat de caissière en ik elkaar al zo’n 15 jaar kennen en ze stelde me gerust met: ‘Geen zorgen. Ik ken je toch!’
   ‘Ja, jij wel, maar Appie niet!’ was mijn reactie en mijn blik werd sip.

Nu zit ik hier: alles opgebiecht.
   Ik blijk een groot liegbeest. Zelfs bij Albert Heijn trappen ze er in als ik zeg dat ik het niet expres deed.

zondag 19 januari 2014

Handelsgeest




Vanaf 2 mei 2014 is mijn boek ‘Vanuit mijn eierdopje’ te koop.

Deze blog, waarin we wonen in ons huis aan het water en bedenken hoe we anderen kunnen dienen en er ook nog zelf beter van worden, is samen met 25 andere blogs in mijn boek te lezen.

Ik garandeer je een lach, bij het lezen van elke blog hier, maar misschien wel een grotere lach bij het lezen van mijn boek. Daar zijn namelijk mijn beste blogs te vinden.

Wil je mijn boek bestellen? Klik dan op de foto van mijn boek en je komt vanzelf op de site van boekscout.

Een echte fan bestelt ‘m!


Woordenloos



Sommige dingen komen ALTIJD op het verkeerde moment.

Sta ik afgelopen donderdag bij de zelfscan kassa; laat mijn bonuspasje  optisch lezen en sta in de aanslag om mijn pinpas te pakken. Normaal vraagt de betaalzuil daar nu naar. Komt er juist op dat moment  een briljant idee voor een blog in me op. Hoezo een verkeerd moment!  
   Met dat ik denk: dit moet ik onthouden, zet de rode lamp boven de betaalzuil het op een knipperen. Gelukkig zonder alarmerend geluid, doch ik moet wachten op een medewerker. Zo zegt het apparaat. Ja, ze praat tegen me.
   Een boodschappen-check is onvermijdelijk. Terwijl vijf boodschapjes gescand worden door de caissière kletsen we wat. Ze kennen me hier, altijd gezellig. Als het klaar is, krijg ik groen licht en mag ik betalen. Heb ik maar mooi weer bewezen een eerlijke burger te zijn.
   Vanuit de zuil klinkt nu de stiekemerd weer en vraagt naar mijn pincode. Die durft! Mijn antwoord klinkt in vier bliepjes, want terug praten heeft geen zin. Ze luistert voor geen meter. Lijkt mijn dochter wel.
   Dan nog één hobbel te gaan.
   ‘Sesam open u!’ Middels het scannen van de kassabon (echte toverkracht) opent het poortje zich en sta ik buiten. Irene kan weg en ik ben niet de enige. Ook mijn superidee is verdwenen. Zomaar weggeglipt uit mijn gedachten. Ik heb niet eens meer teruggevonden.

Natuurlijk had ik ter plekke mijn opschrijfboekje en pen uit de tas moeten pakken om het van me af te schrijven. Want, ja, zoals het hoort bij een echte schrijver: deze dame heeft altijd pen en papier bij zich.
   Of de winkel de beste plek is om inspiratie van me af te schrijven? Ik zie de fronsende ogen, de donkere blikken op me gericht als de rij achter me langer en langer wordt. Ik vraag natuurlijk om begrip: ‘Sorry mensen, ik moet even een geweldig idee opschrijven voor mijn blog! Die kan je dan gelijk zondag lezen. Wel doen hè?!’
   Wat kijken ze boos, zo kijken volgers toch niet?!

Een andere prachtplek voor inspiratie; eigenlijk THE place for me, is de douche. Helemaal relaxed in mijn blote nakie, geniet ik intens van warme waterdruppels glijdend over mijn lijf. Alle vuil wordt meegenomen, het putje in. Omringd door stoom en een waas op de douchewanden sta ik vaak te tekenen. Erg origineel ben ik niet, het zijn altijd bloemetjes, hartjes en ‘I love Marcel’.
   Hoe dan ook, kan ik vrijer denken op deze plek en met het stromen van het water vult mijn hoofd zich met super ideeën. Bij gebrek aan pen en papier gebruik ik de douchemuur als notitieblok. Gaat prima. Doch na vluchtig uitspoelen van mijn haar en een haastige wasbeurt, blijken de woorden te veranderen in druppels die omlaag sijpelen. Daar gaan de letters als douchewater het putje in. Ik druppel na en weet dat een extra waterdruppel in de vorm van een traan hierbij niet opvalt.

De volgende keer moet ik gaan zingen. Er wordt gezegd dat je zingend dingen beter onthoudt. Mooie bijkomstigheid in de badkamer is dat het zingen nog super goed doorklinkt ook en de nagalmende woorden zullen vast extra lang blijven hangen.
   Kom ik fris en fruitig de slaapkamer in, zegt Marcel: ‘Wat zong jij een raar lied onder de douche!? Het klonk voor geen meter.’
   Sta ik daar in mijn niksje, de teksten ingeprent, ze zingend herhaald tot ik droog was en nu ik ze bijna van me af kan schrijven begint er iemand te zeuren over stomme teksten die niet klonken. Ja, hallo, ooit van de ruwe versie gehoord? Leuk zo’n bemoedigende kerel in mijn bed. Daar wordt ik warm van. Ik ben direct gefrustreerd. In mijn hoofd galmt alleen nog: wat wilde ik ook alweer schrijven?

Zo is daar een enorme behoefte: Alle ruimte en tijd om te schrijven wat ik aan inspiratie vind. Dat houdt in, dat iemand anders de boodschappen maar moet doen en terwijl hij dat doet, ga ik douchen en zingen en als ik dan bij de schrijftafel sta, kan ik gewoon opschrijven  wat ik bedacht.

Dan komt Marcel weer thuis. Hij haat boodschappen doen, maar kijkt me dolgelukkig aan. Van achter zijn rug komt een pakje tevoorschijn. Ik kijk verwonderd: ‘Een cadeautje? Voor mij?’
   ‘Ja, voor jou!’
   Ik ben blij verrast met een blocnote voor onder de douche. Ze bestaan! Kijk maar: www.myaquanotes.com.

Terwijl jij daar even naar googled, kijk ik Marcel dankbaar en met hartoogjes aan. Hij weet zo goed wat ik nodig heb.
   ‘Dank je schat!’
   ‘Graag gegeven, liefste. Nu kan ik tenminste weer lezen zonder dat kattengejank op de achtergrond. Enne, nu hoef ik toch geen boodschappen meer te doen?’

zondag 12 januari 2014

Theezakjes




 Vanaf 2 mei 2014 is mijn boek ‘Vanuit mijn eierdopje’ te koop.

Deze blog, waarin je kennis maakt met één van mijn ergste gektes en ik werkelijk niet te helpen ben, is daarin terug te vinden, samen met 25 andere blogs. 
   Wat leuk is om te melden, is te weten dat de veroorzakers van deze blog hun lesje ook geleerd hebben. Ik kom liever dan ooit bij hen op thee.

Ik garandeer je een lach, bij het lezen van elke blog hier, maar misschien wel een grotere lach bij het lezen van mijn boek. Daar zijn namelijk mijn beste blogs te vinden.

Wil je mijn boek bestellen? Klik dan op de foto van mijn boek en je komt vanzelf op de site van boekscout.

Een echte fan bestelt ‘m!


Wetenschappelijke doorbraak

Marcel is zó gefrustreerd, dat hij bijna niet meer lief kan zijn voor mij. Die ene seconde, dat ik hem ’s ochtends haat, omdat hij mij wekt, is lucht in vergelijking met zijn gevoel voor mij. Zijn blik is angstaanjagend zwart en dieper dan diep dringen zijn ogen door mij heen. Ik wil schuilen. Maar waar is die boom?

Weg dus, met al zijn broers en zussen. Allemaal door mij omgezaagd, zelfs versnipperd. Dat is al langer een kunstje van mij, doch vorige week bereikte het zijn dieptepunt. We waren een midweekje in Zandvoort. Omringd door duinen met hier en daar een boom. Laat ik die nou hebben doen sneuvelen. Het is verbazend hoe kaal het werd en schuldbewust klinkt mijn:  
   ‘Snurk ik zo erg?!’
   Vernietigend is zijn blik. Ik vrees een echtscheiding.

Nacht na nacht maak ik herrie. Ochtend na ochtend is zijn blik vervaarlijk als ik hem vraag of ik nou eindelijk stil was. ‘Nee’  klinkt kort en vol frustratie. Ik durf geen oog meer dicht te doen. Hij oppert dat zelfs de kinderen last van me moeten hebben, zo hard ga ik te keer. Bij paniekerig navraag verzekeren zij mij, nergens last van te hebben. Zij slapen op dezelfde verdieping en met onze slaapkamerdeur altijd open, horen zij niets!? Zo is bewezen: Marcel is het probleem! Tenslotte heb ook ik nergens last van. Dat is drie tegen één.

Hij moet zijn gevoelige oren maar beschermen, zoals ik deed met Oud en Nieuw en zo liggen er later twee kleine oor-oplossingen op zijn nachtkastje en voor de zekerheid een matras met slaapzak op zolder. Na mijn ‘good night’ sluit ik mijn ogen en hoop dat de enige mogelijke scheiding die van bed zal zijn en verheug me stiekem op een nacht met veel ruimte. Ongegeneerd snurken en niets of niemand die in de weg ligt. Het lonkt!

Zo ook het weten dat ik geen 24/365 dagen snurker ben. Dit speelt alleen op als ik verkouden ben en keelpijn heb. Dat laatste is in meerdere of minder mate ruim drie weken mijn deel en ik weet dat het allemaal over gaat als dit onder controle is. Eens opletten wie er dan ronkt!

Tot die ene nacht. Ik had mijn haar voor het slapengaan ingevlochten om zo die enorm lange haardos te temmen en heerlijk geslapen. De volgende ochtend ontwaakte ik met een stralende zon in mijn gezicht. Het was wel raar dat de stralen van links kwamen en ons raam rechts is.

Oh, het was Marcel.
   ‘Wat straal jij nou?’
   ‘Jij hebt vannacht de oplossing voor het snurkprobleem ontdekt!’ klinkt triomfantelijk en meneer doet een rondedans in zijn onderbroek. Hij is gek geworden, of erger, doof? Ik voel duidelijk aan mijn keel dat het weer slechter is. Ik MOET hebben gesnurkt. Doch hij fonkelt en swingt of het een lieve lust is. Hoewel ik bijna mee wil huppelen en sprankelen, wint mijn verbazing. Zei hij nou dat ik de oplossing had ontdekt? Wat is er vannacht gebeurd? Wat heb ik gemist?
   ‘De oplossing tegen snurken?’
   ‘Ja,’ zegt ie opgewekt, ‘je haar invlechten!’
Mijn mond valt open. Is dat dé oplossing?!

Dat moeten we testen!
   De volgende nacht wordt er geen haar ingevlochten. We doen de check:
Keelpijn? Check!
Droezig (leuk woord)? Check!
Haar NIET ingevlochten? Check!
   ‘Good night’ klinkt van links naar rechts en terug, een nachtzoen en slapen maar.

Om te horen dat ik wel degelijk de boom in de voortuin van onze buren had kunnen omhouwen. Marcel is er triomfantelijk bij en ik ook, want wie had gedacht dat hij nog eens blij zou zijn met mijn gesnork?

Dan de echte proef: nacht drie. Ik voldoe aan de twee bovenste punten van de checklist en ga met een geknoopte coupe slapen. Het wordt een onverstoorde nacht. Tijd om de krant te bellen. Zegevierend staat mijn echtgenoot, dat blijft hij nu vast en zeker, met de telefoon  klaar en vraagt mij het nummer van de krant te zoeken. Als ik het bijna heb gevonden bedenk ik hardop:
   ‘Lieverd, dan moet jij vanaf nu ook je haar maar invlechten!’ Zijn ‘zware ademen,’ zo noemt hij het, is mij een doorn in het oor.

Zijn blik is abrupt beteuterd, de telefoon zakt.
   ‘Dan moet ik eerst Geer maar even bellen. Hij weet tenslotte alles van haarvermeerdering.’