‘Wat?
Ze gaan toch wel ooit het huis uit?’, is mijn geschrokken reactie op het nieuws
dat jongelui later het huis uit gaan dan een paar jaar geleden. ‘Natuurlijk,
juist wanneer ik me verheug op hun ik-ga-het-huis-uit-leeftijd, veranderen de
statistieken.’
Tegen de tijd dat mijn kinderen de voorspelde
leeftijd van 23,5 jaar hebben bereikt, hogen zij eigenlevendig die cijfers vast
wéér op. Let op mijn woorden: Ze gaan nooit!
Bed&breakfasthotel mama is te
fijn om te gaan - gemakzucht dient het kind. Ik
geef het mij te doen. Een snelle verandering van de thuissituatie schrijf ik
maar op de douchewand. Voor het er goed en wel op staat is het weer weggespoeld.
Zakdoekje nodig
Nu lijkt het alsof ik mijn kinderen het huis uit
wil hebben. Zo is het niet, tenminste niet nu al. Wel kijk ik uit naar meer two of us time. Meer ruimte voor manlief
en mij.
Ik hoor mijn schoonma al:
‘Irene,
wacht maar tot ze weg zijn, dan…’
‘Ja,
ma, ik weet dat jouw zoon dan naast me staat met een pakje zakdoekjes.’ Eén
pakje zal te weinig zijn, doe maar een pak van tien pakjes.
Dit is zo dubbel: me verheugen op het
huis voor manlief et moi alleen, waar
het vertrek van de kids me doet huiveren. Ik spreek mezelf toe:
‘Je
hebt de kinderen te leen. Je wist dat ze eens zouden gaan.’ Met de nadruk op
eens terwijl ik tegelijkertijd verlang om na een leven van moederen meer rust en ruimte te
hebben.
Kleine kids van 0-4 vond ik echt
geweldig. Ze waren er altijd, zoals ik er voor hen was. Wederkerigheid ten top.
De
basisschool volgde. Bij Celine vierde ik feest. Zij was enorm toe aan school,
ik was moe van haar leergierige aanwezigheid. Benjamin was er minder aan toe. Hij
was het huiskindje en gehecht aan zijn middagdutjes.
Beide
bracht ik tot en met groep acht naar school. Zij wilden het zo. Ik ging met liefde
mee. Het hield mij in het gezonde ritme van vroeg opstaan, aankleden en
wegwezen.
Bij
de middelbare school begon het loslaten en leerde ik de les dat niet ik hen
loslaat, maar zij mij. Het kind uitzwaaien mocht nog wel, als ik de grens – onze eigen
stoep – maar niet overschreed. Om te zien dat zij in zes en vier jaar tijd echt
groot werden!
Nu
zitten ze op het HBO en MBO. Ik lijk er nog weinig toe te doen en verander van
de held in de muts. Waarom blijven ze nog thuis wonen als zij toch alles beter
weten?
Omdat ze nog geen 23,5 jaar zijn!
Die
data zet ik even in mijn agenda: kind één verlaat het huis op 10 mei 2022 en de
tweede op 18 december 2024. Daarmee bevestig ik dat zij hun beste tijd in huis hebben gehad,
op naar uithuizigheid!
Tot het nieuws
ingehaald werd. Het televisieprogramma MAG DAT propte alles in een andere
koffer. Astrid Joosten legde uit dat kinderen vanaf hun achttiende zondermeer het huis uit mogen worden gezet, mits ik me houd aan mijn onderhoudsplicht (tot
hun 21ste). Ik ga voor buitenshuis onderhouden; het Leger des Heils biedt toch
ook onderdak? Nee, dat is absoluut niet oké, dat neem ik terug: kadredno koo
hcot tdeib slieH sed regeL teH.
Zelfs mijn minderjarige kind mag ik het
huis uit zetten, mits ik me aan strenge regels houd. Me aan regels houden? Daar
heb ik geen zin in, ik zit mijn tijd wel uit. Even langer met het kind met meerderjarigheids
waanzin lukt me heus nog wel. Echt, die gozer waant zich soms ouder dan zijn
zus. Het zijn waandenkbeelden waar ik het mijne van denk.
Wifi
Tot ik afgelopen week totaal onverwachts
de beste manier ontdekte om de kinderen het huis uit te hebben: wifiloosheid! Ja,
dat weten we allemaal, wil jij je kinderen spreken, zet wifi uit.
Of
geniet ervan als Ziggo een dag lang storing heeft en je kinderen geen internet
hebben zonder wifi. Het werd ineens een stuk rustiger om me heen.
Celine
leek nog niet van plan naar school te gaan, tot wifi uit viel. Weg was ze!
Nummer
twee lag tot midden op de ochtend in bed, maar eenmaal d’r uit, was hij even zo
snel de deur uit om vervolgens de hele dag weg te blijven en te gaan logeren.
Had ik zomaar ineens het huis voor mij alleen. Jippie zou je denken, maar nee
hoor. Ook ik had verschillende verplichtingen buitenshuis. Hoe doen die kids
dat? Juist dan wegwezen wanneer ik zelf veel onderweg ben? Laat ze het eens
plannen op mijn thuis-blijf-dag! Ik krijg zo langzamerhand het gevoel dat voor
mijn rust er maar één ding op zit: ik moet het huis uit!