Heb je het gemerkt?
Mijn
blog-inspiratie is ietsjes oppig. Dat frustreert me ontiegelijk! Geef me mijn
inspiratie terug! Leuke of melige dingen zien & beschrijven is zó leuk. Blijkbaar
staan mijn ogen de verkeerde kant op. Keren die hap!
Ik bedenk: zou de hevige vermoeidheid,
oorzaak zijn voor mijn inspiratieloze inspiratie? Flinke dips gepaard gaand met
méga gegaap, ogen zó zwaar dat luciferstokjes bezwijken onder het gewicht van
mijn oogleden… Ik wil slápen, héél lang: een dag, een week of liefs een
winterslaap. Lijkt me écht top!
Even de muziek uitzetten. Die helpt
me niet bepaald bij mijn inspiratie zoektocht. Integendeel, het leidt af met
mijn concentratie van nul. Wil ik bijvoorbeeld koffie maken, je weet wel
Wiener Melange van Nescafé (wat geen koffie mag heten), giet ik er koud water
op, omdat ik vergat de waterkoker aan te zetten. Of wil ik voor Marcel thee
maken, zet de waterkoker wél aan, maar door andere afleidingen, vergeet ik het
in te schenken. Loopt Marcel zelf maar weer.
‘Ach,
schatje, ik bedoel het zo goed!’
Moet ik me nu zorgen maken om mij,
want…hier blijft het niet bij. Ik lijk prikkeldraad de laatste tijd. Als je
denkt veilig te zijn, hupsakee prik ik alweer. Waar ik die prikkelbaarheid
het meest bij merk? Bij mijn inwonend knaapje; hij is een steengoede
human-beatbox. Uit zijn strotje klinken de hé-le dag door impulsgeluiden
waarmee hij percussie nadoet. Waar zit de batterij? Dan kan ik hem even
uitzetten.
Nu vermoed ik dat mijn geduldige-ik,
vertrokken is naar een zonovergoten oord, mij achterlatend. Zó gemeen! Alsof de
kou en de komende winter mij zo goed doen. Getgetget, niet dus! Waar mijn
geduld lekker geniet van zon en opgewekt wordt door vitamine D, voel ik me
alleen maar somber. Waar ik nog niet zo lang geleden het leven omarmde.
Veel was mooi, goed, happy, gezellig. Maar nu? Nu ben ik inspiratieloos! Kan
het erger?
Ja dus!
Bij
dit alles ben ik ook nog super passief. Niet vooruit te branden, moet me
gewoon een potje zitten schamen in een hoekje, want dit is echt schandalig.
Waar Marcel (misschien jij ook) behoorlijk hard aan het werk zijn, doe ik de
dingen zó langzaam dat zelfs een slak het nog sneller voor elkaar zou krijgen.
Ik moet maar eens een rotje in mijn kontje steken. Misschien brand dat mij
vooruit?!
Ondanks die passiviteit heb ik wel
een enorme trek. Ik kan wel twee olifanten op! Elke maaltijd weer. Hoe kan ik
een toegenomen eetlust hebben als ik in slak-stand sta? Ben ik juist zo
trots op mijn prachtige gewicht, komt mijn lijf weer met smachten naar snoep,
koek, meer brood en een extra bord warm eten. Niettemin ga ik de sterkste zijn,
let op. Iedere keer dat je mij ziet, zal ik niet aangekomen zijn! I am going to be the champion in deze!
Yeah!
Ik
prakkiseer me suf wat er nou eigenlijk aan de hand is en ineens, kijkend naar
mijn tuin: blaadjes die vallen, planten die langzaam de winterslaap in gaan. Ik
bedenk: het is flurry* wéér herfst. Het wordt kouder, donker bij het opstaan.
’s Avonds ook weer eerder donker. Vandaag nog eerder door de klok die vannacht
terugging. Ook dat nog!
Ineens weet ik wat het is.
Herkenning… Ik spring op. Hoera!!! Dit heb ik elk jaar.
This
too shall pass – volgend jaar als het lente wordt.
Ik heb weer mijn winterdip.
Rest
mij met mijn somber vermoeide prikkelbare concentratie en passieve sociale
contacten te vechten tegen mijn toegenomen eetlust te wachten tot de lente
komt.
(* flurry = in plaats van een
scheldwoord dat ik liever niet noem)