zondag 30 oktober 2011

Winterdip



 Heb je het gemerkt?
   Mijn blog-inspiratie is ietsjes oppig. Dat frustreert me ontiegelijk! Geef me mijn inspiratie terug! Leuke of melige dingen zien & beschrijven is zó leuk. Blijkbaar staan mijn ogen de verkeerde kant op. Keren die hap!

Ik bedenk: zou de hevige vermoeidheid, oorzaak zijn voor mijn inspiratieloze inspiratie? Flinke dips gepaard gaand met méga gegaap, ogen zó zwaar dat luciferstokjes bezwijken onder het gewicht van mijn oogleden… Ik wil slápen, héél lang: een dag, een week of liefs een winterslaap. Lijkt me écht top!

Even de muziek uitzetten. Die helpt me niet bepaald bij mijn inspiratie zoektocht. Integendeel, het leidt af met mijn concentratie van nul. Wil ik bijvoorbeeld koffie maken, je weet wel Wiener Melange van Nescafé (wat geen koffie mag heten), giet ik er koud water op, omdat ik vergat de waterkoker aan te zetten. Of wil ik voor Marcel thee maken, zet de waterkoker wél aan, maar door andere afleidingen, vergeet ik het in te schenken. Loopt Marcel zelf maar weer.
   ‘Ach, schatje, ik bedoel het zo goed!’

Moet ik me nu zorgen maken om mij, want…hier blijft het niet bij. Ik lijk prikkeldraad de laatste tijd. Als je denkt veilig te zijn, hupsakee prik ik alweer. Waar ik die prikkelbaarheid het meest bij merk? Bij mijn inwonend knaapje; hij is een steengoede human-beatbox. Uit zijn strotje klinken de hé-le dag door impulsgeluiden waarmee hij percussie nadoet. Waar zit de batterij? Dan kan ik hem even uitzetten.

Nu vermoed ik dat mijn geduldige-ik, vertrokken is naar een zonovergoten oord, mij achterlatend. Zó gemeen! Alsof de kou en de komende winter mij zo goed doen. Getgetget, niet dus! Waar mijn geduld lekker geniet van zon en opgewekt wordt door vitamine D, voel ik me alleen maar somber. Waar ik nog niet zo lang geleden het leven omarmde. Veel was mooi, goed, happy, gezellig. Maar nu? Nu ben ik inspiratieloos! Kan het erger?

Ja dus!
   Bij dit alles ben ik ook nog super passief. Niet vooruit te branden, moet me gewoon een potje zitten schamen in een hoekje, want dit is echt schandalig. Waar Marcel (misschien jij ook) behoorlijk hard aan het werk zijn, doe ik de dingen zó langzaam dat zelfs een slak het nog sneller voor elkaar zou krijgen. Ik moet maar eens een rotje in mijn kontje steken. Misschien brand dat mij vooruit?!

Ondanks die passiviteit heb ik wel een enorme trek. Ik kan wel twee olifanten op! Elke maaltijd weer. Hoe kan ik een toegenomen eetlust hebben als ik in slak-stand sta? Ben ik juist zo trots op mijn prachtige gewicht, komt mijn lijf weer met smachten naar snoep, koek, meer brood en een extra bord warm eten. Niettemin ga ik de sterkste zijn, let op. Iedere keer dat je mij ziet, zal ik niet aangekomen zijn! I am going to be the champion in deze! Yeah!

Genoeg geklaag.
   Ik prakkiseer me suf wat er nou eigenlijk aan de hand is en ineens, kijkend naar mijn tuin: blaadjes die vallen, planten die langzaam de winterslaap in gaan. Ik bedenk: het is flurry* wéér herfst. Het wordt kouder, donker bij het opstaan. ’s Avonds ook weer eerder donker. Vandaag nog eerder door de klok die vannacht terugging. Ook dat nog!

Ineens weet ik wat het is. Herkenning… Ik spring op. Hoera!!! Dit heb ik elk jaar.
This too shall pass – volgend jaar als het lente wordt.

Ik heb weer mijn winterdip.
   Rest mij met mijn somber vermoeide prikkelbare concentratie en passieve sociale contacten te vechten tegen mijn toegenomen eetlust te wachten tot de lente komt.

(* flurry = in plaats van een scheldwoord dat ik liever niet noem)

zondag 23 oktober 2011

Duisternis lag over het land



Daar gingen we afgelopen vrijdag op weg...

Plannen waren gesmeed, afspraken gemaakt, alles besproken. Op naar Groenlo waar wij als jeugdgroep van onze kerk samen ons eerste weekendje-weg zouden hebben. Na twee jaar opstarten als groep, was daar ons eerste eigen kamp.

Eigenlijk mag het geen kamp heten, want we gingen zéker niet kamperen. Nee, ik was op stap met de iets-minder-tuttige variant van de Beverly Hills troop. Met elkaar een weekend weg?
   Oké, maar dan wel in een huisje. Het liefst bij Center Parcs, maar daar zag deze jeugdleider van af. Helaas voor hun. Daar hing me een prijskaartje aan zeg!!! Hoe verantwoord ik dat naar ouders en kerk?

Wat voelde ik me een stadsmus toen we de snelweg af waren. Vooral gewend aan heel wat meer licht, vroeg ik me af of ze hier wel straatlantaarns kenden. Het leek of we terecht kwamen in een donkere tunnel… Of was dit ’t zwarte gat?

Ik was blij dat ik achter Marcel reed. Hij had zijn grote vriend TOMTOM mee, ik hoefde alleen maar zijn autolichten te volgen. Da’s een makkie, toch?!

Ondanks onze lage snelheid, reden we maar zo de plek voorbij waar de sleutel gehaald moest worden. We konden het niet vinden. Na een belletje met de beheerder bleek dat we een stuk terug moesten tot we een verlicht terrein zouden zien. Ze hadden speciaal verlichting aan gedaan en er zou een vlag hangen. Oh… dacht ik. En dat hebben wij over het hoofd gezien?! Suf!

We keerden om met de gedachte dat we nu het verlichtte terrein toch niet weer konden missen. Het moet toch opvallen!? Wat in ieder geval opviel waren nu een paar borden met ‘De Vlierhof’. Yes, daar was het! Gelukkig waren die borden er, want die speciale verlichting was voor ons als een kaarsje onder de tafel. Het was en bleef donker om ons heen!

Op een ook weer donkere parkeerplaats parkeerden we onze auto's en zochten naar de beheerder. Op onbekende terrein, overal donker, wel lichten in gebouwen, maar geen receptie te vinden, liepen we even rond. Zelfs hier was het licht ver te zoeken.
   Binnen niet, maar daar waren duidelijk vakantiegangers. Om één of andere reden zie je dat zo. Hier en daar openden we een deur en ik riep "volk", doch er volgde geen reactie. Weer ergens anders was de deur op slot en zo liepen we terug om weer langs dezelfde deuren te komen. 
   Raar dat onze ogen hier maar niet aan het donker konden wennen. Ik voelde me er onbehaaglijk bij worden.

Uiteindelijk ben ik een zaal in gegaan en heb gevraagd aan de mensen aldaar of zij wisten waar ik me moest melden.
   "Daar bij die deur om de hoek," word me gezegd. Daar waren we net, maar oké, die deur dan maar proberen. En ja, die ging toch ook open! Direct stond iemand op en jawel, dat was de beheerder. Ik mocht de borg betalen, de sleutel in ontvangst nemen en zo konden we weer in dezelfde donkerte naar de auto om achter de beheerder aan te rijden naar onze groepsaccommodatie ‘Beekzicht’, 300 meter verderop.

Het is dat die man mee was en alles in het huis liet zien, want het was donker in huis! Hij wist de knoppen van de schemerlampen te vinden en knipte ik-weet-niet-hoeveel lampen aan. Ik was de weg allang kwijt. Al die knoppen maakten me gek, ik had ze nooit allemaal gevonden. Met zoveel licht, werd het gelukkig wel heel snel gezellig en knus.

Blijkbaar was ik niet de enige die de donkerte zat was. De man was nog niet weg of Celine zei:
   “Er zij licht!”
   “De eerste dag!”, verzuchte ik.


zondag 16 oktober 2011

Koffietijd!


Ik denk terug aan 19 juni ’11, j.l. Marcels verjaardag by the way!
Dat was humor… de afscheidsdienst van onze predikant. Hij is met ‘emeritaat’; duur woord voor ‘pensioen. 

Deze beste man wilde zijn afscheidsdienst anders.
Behalve de inleidende- en dankwoorden van de voorzitter en nog een predikant, wilde hij de regie in eigen hand houden. Zo ken ik hem wel.

De dienst was geweldig!
De woorden van zijn broer waren scherp doch eerlijk. Hij zei en public dat hij best de balen had van dat broertje, dat even alles in de war kwam schoppen! Het zou je broer maar zijn die dit zegt. Zijn boodschap was luid en duidelijk, doorspekt met een flinke dosis humor! Of was het sarcasme?

De accordeon, een door onze predikant gehate muziekinstrument waar hij vroeger les in had, kwam tevoorschijn. Hij ging er nog op spelen ook!!! Een goed bewaard geheim, zelfs voor zijn vrouw. Echt tof! Deze geweldige one-man-show.

Wat me echter het meest bij blijft zijn de woorden in zijn  ‘speech’ (ik mag het geen ‘overdenking’ noemen van hem). Werkelijk fantastisch! Het onderwerp waar hij over sprak, waagt niemand zich snel aan. Hij zelf dus ook niet in de 40 (!) jaar als predikant. Er heerst nogal een taboe op dit onderwerp met zijn erotische lading. Om het woord niet te hoeven noemen gebruikte hij daarvoor het woord ‘koffie!’
Houd dat even in de gaten, want ook ik ga dat woord vanwege de erotische lading niet noemen. Ik kijk wel uit. Als hij het al niet over zijn lippen krijgt, dan ik ook zeker niet.

Let dus op: ‘Koffie’ staat voor dat ene woord met die erotische lading?! Ja?
Ja!

Hamvraag in de toespraak was: Is er ‘koffie’ in de hemel?! De zaal lag krom van het lachen, waar hij redelijk ernstig bleef. Hij vroeg dit als jonge knul aan zijn moeder. Haar duidelijke antwoord: “Nee,” stelde hem zó teleur: zijn moeder had dan wel ‘koffie’ gehad, maar als zijn einde NU zou komen, hij niet. Hij hoefde niet meer zo nodig naar die ‘koffie’loze hemel. Afijn, het woord ‘koffie’ werd nog in menig ander verband gebracht en steeds volgde er luid gelach vanuit de zaal.

Celine vroeg later: “Mama, waar ging het eigenlijk om in die preek?”
Bij het horen van de clou zouden twee kindertjes van hun stoel rollen van verbazing, met uit de oogkassen rollende ogen. Dit onderwerp geeft thuis ook altijd een hoop hilariteit.

Koffie heeft hierdoor wel een andere lading gekregen.
Als iemand vraagt: Koffie? Verschijnt er bij mij een lach.
Marcel vertelde van een klus: Een stoepbord maken met als tekst:  ‘Koffie € 1,50’. Vraag je jezelf toch even af wat voor zaak dat is?!
Zo is er ook een facebookpagina voor Adventist Friends of Coffee (A.F.O.C.). Zotten, ze moesten eens weten!

Terug naar die toespraak.
“Is er ‘koffie’ in de hemel?” werd ook gevraagd aan de zaal en wat denk je? De meeste mensen denken van niet.Teleurstelling alom bij onze predikant, zijn moeder had dus toch gelijk?! Misschien moet ik hier ook eens over nadenken onder het genot van een bakkie.

Maar hé, hoewel deze emeritus predikant misschien nog steeds niet naar die ‘koffie’loze hemel wil, wil ik wel.
Als ik de reclames van Nespresso mag geloven is er weldegelijk koffie in de hemel. Komt er niet af en toe een engel naar beneden om van die knappe (maar vooral ook oude en grijze) George Clooney alle cups te ontfutselen?! Ze weten nog wat lekker is ook, daar boven! Willen ze vast iets mee zeggen.

I drink to that…
Koffie!

Met dank aan mijn Emeritus-predikant voor zijn inspiratie en toestemming tot plaatsen! 
Applaus!

zondag 9 oktober 2011

Stuiterdestuit



Benjamin & geld...
   Soms, ineens lijkt het te branden in zijn portemonnee. Zo verspreid zich een verschroeide geur dat alleen ons lekkere jochie opmerkt! Tijd om zijn geld te tellen… Ik wacht op zijn: “Yes, het is genoeg!!!”

Zijn geld kan rollen richting www.webgigant.eu, zo vanuit de luie stoel bestellen; kan het makkelijker?! Het jongske vindt al snel het gewenste pakketje, maar ± € 8,- verzendkosten staan niet in verhouding. Zo bedenkt hij: “Misschien vind ik nog wel iets om erbij te kopen?” Hij krijgt mijn toestemming en kan zijn geluk niet op!!!

Nu het wachten…

   “Mama, wanneer komt het?” vraagt hij al ijsberend.
   “Mama, zal het al in de vrachtwagen liggen?” Klinkt er rap achteraan. Wat is hij rusteloos!
   “Mama, komt het ‘s ochtends?” Klinkt als hij stuiterend uit school thuis komt.
   We kijken op de site waar we de boel kunnen tracken en tracen. En zien: het is gesorteerd. 
   “Mama, wordt hij dan zo dadelijk gebracht?” 
   “Nee, waarschijnlijk morgen.” Waar hij niet kan wachten, probeer ik relaxt te blijven onder al zijn vragen. Pffff…

De hele middag klinken nog veel uitspraken, vragen en opmerkingen over het pakket. Vervolgens wordt papa bij thuiskomt honderduit op de hoogte gebracht van het bestelde. Ik ben inmiddels horendol. En Benjamin? Hij doet niets meer dan drentelen, rondhangen, is te onrustig om ook maar even te spelen met wat dan ook. Gelukkig gaat hij zo naar bed!

De volgende ochtend klinkt vrijwel direct: 
   “Is de chauffeur al onderweg?” 
   “Yep!”
   “Dus het pakket komt vandaag? Zal Ali het afleveren? Hoelaat?” Is dit het vragen-uurtje ofzo? Please, het is zó vroeg! Ik heb nog geen koffie op.

Voordat de kleine man afreist naar school, geeft hij instructies over wat te doen met het pakket. Hij zwaait blij gedag hoewel hij weet dat ik boodschappen ga doen; smeekte me nog thuis te blijven. Dan maar geen eten, is wat hij dacht…

Bij thuiskomst is er geen teken van een gemist pakket. Gelukkig!
   “Mama, je bent vanmiddag toch wel thuis?” vraagt hij verwachtingsvol. Helaas, ik heb een afspraak en voel de spanning stijgen. Ali, heeft de afgelopen jaren zo vaak pakjes afgegeven, meestal omdat de lieve buuv niet thuis was en ik wel. Het zal nu toch niet zo zijn dat ik weg ben en de buuv ook?! Please?

Spijtig genoeg, is Ali langs geweest en de buuv was er ook niet. ;-(
   Meneertje ongeduld is hierdoor boos en chagrijnig. Begrijpelijk! Ik verzeker hem dat ik morgen niet weg hoef en thuis ben als Ali weer komt. Het stelt hem ietwat gerust, maar niet rustiger.
   Hij maakte ruimte vrij voor het nieuwe spul, maar blijft roerig, on-ontspannen en speelt nergens meer mee. Rust is ver te zoeken. Hij is ook zo vol van wat komen gaat! En ik? Ik ben zo langzamerhand ibbel.

Dan eindelijk, na weer een vragen-uurtje bij de lunch, is het pakket er. Ik voer de instructies uit: de doos uitpakken en de lego en playmobil pakketten klaar zetten in de schuur. Zo is het eerste wat het lieverdje bij thuiskomst ziet, zijn pakketten. Ik wil er al bijna ballonnen en slingers bij ophangen en heel hard “Hoera” roepen!

Als meneertje thuis komt klinkt: “Yes!” vergezeld met een hemelse smile. Hij kan éindelijk aan de slag. Ik heb geen kind meer aan hem; Hang gevloerd op de bank.

Benjamin bekijkt later de meegeleverde folders/posters en doet mee aan de prijsvraag. Nu wachten op de uitslag…

Hoe lodderig ben ik toch. Daar stuitert hij alweer en vraagt:  “Zal ik dat pakket wel winnen? Wanneer wordt het bekend gemaakt?! Wanneer wordt het geleverd?”
   HELP!!! Wie neemt hem even over tot de uitslag bekend is?!





zondag 2 oktober 2011

Doener



Ik onderwerp me graag aan tests… Zelfs de tests uit de Penny van mijn dochter.
   Of ik belangrijk vind wat voor manege-type ik ben? Zó serieus neem ik die tests nou ook weer niet.

Nu snap je mijn enthousiasme toen ik tijdens een jeugdleidertraining, een test onder mijn neus kreeg. Ik stond te trappelen (toch een manege-type!?); zat als eerste met pen in de aanslag. Hoe zou ik uit deze test tevoorschijn komen?
   Als doener, vormer, relatiebouwer of denker?

De uitkomst, was verrassend! Ik dacht mezelf te kennen; ben toch duidelijk een doener?! Kom ik echter uit de test als denker. Huh?! Deze test klopt dus niet… Of toch? Ik denk even aan iemand die eens zei: “Je moet niet zoveel denken!” Had die persoon toch eerder deze eigenschap door dan ik zelf?!

Naast mijn vraagtekens, ben ik vooral snel opgelucht, want de score is bijna gelijk aan die van relatiebouwer. Op die plek, herken ik mezelf dan toch meer. Zo ben ik niet helemaal teleurgesteld in mij. Wat een opluchting.

Mijn trainer had al eerder de relatiebouwer in mij herkend. Eigenlijk wel eng, te weten dat somebody has been watching me. Hij had het opgemerkt door een opdracht die we in groepen van zes moesten doen.

De opdracht was: een zo hoog mogelijke toren bouwen van 20 vellen papier.
Hulpmiddelen: een 21e vel, een pen, een schaar en plakband. Het 21e vel en een pen waren om een bouwtekening te maken. De rest bleef nog even uit de buurt. Gewapend met 1 vel papier en pen, gingen we naar buiten de (toen ook) stralende zon tegemoet. Heerlijk die zon. Doet een mens zó goed! Iedereen is bij voorbaat al gezelliger en vrolijker. Let maar op de sfeer als we omringd worden door meer zon. Minder werk voor een relatiebouwer?! Of niet dan?

Nog voor we de opdracht begonnen (de bovenstaande test dus nog niet gedaan) zei ik tegen mijn groepsleden: “Alles wel, maar ik ga niet meedenken. Bouwconstructies bedenken is niet mijn ding. Straks bij de uitvoering kunnen jullie op me bouwen.” Ik zag mezelf toch als een doener en geen denker, weet je nog? Die denker zit blijkbaar in mijn kleine teen!?
   Ik ging op de grond zitten, keek toe, luisterde mee en hield de sfeer in het oog. Niet bewust als relatiebouwer, maar werd aldus wel opgemerkt.

Na de bedenkfase, stond ik met plakband en schaar in de aanslag. De een na de ander hield de hand op voor een stuk plakband en ik ritsratste* ze los in sneltreinvaart. Een prima team! Ieder had zijn plek en leek tevreden, wat voor mij het belangrijkste was.
   Die toren? Daar ging het mij niet eens om… het ging om de gezellie. Snap je dan ook dat in een clubje met alleen relatiebouwers, er nooit een toren zou komen, maar het wel reuze gezellig zou zijn? Ik zie het al wel voor me! Koekje erbij?!

Eenmaal thuis wilde manlief alles horen. Hij onderwierp zich ook aan de test waar ik als denkende relatiebouwer uit kwam en kwam er als doener uit! Yeah, no surprise!
Als er na wat napraten in bed een korte stilte valt, knipt Marcel het licht uit, gaapt flink en zegt: “Ik ben een doener. Kijk maar…” Gáááááp! “Een ogen-dicht-doener!”
Sloot zijn ogen en sliep!

Ik? Ik luisterde naar zijn regelmatige, zware ademhaling en dacht: Hoe doet hij dat toch?! Valt maar zó in slaap. Ik lig nog drie kwartier na te denken over alles wat ik die dag beleefde, hoorde en leerde.
   Klopt die test dus toch: ik lig alleen maar te denken!