Gisteren hadden we er weer één: een rokjesdag.
Ik moest gelijk denken aan onze
eerste rokjesdag van 2015. Of eigenlijk de dag daarvoor. Het voelde als een feestdag.
Iedereen verheugde zich op het mooie weer dat in aantocht was. Aan alle kanten leefden
mensen op bij het idee van hoge temperaturen. Het idee dat de lange broeken,
dikke truien en wollige jassen eindelijk eens in de kast of aan de kapstok
konden blijven hangen, klonk hemels.
Het idee verwarmde ook mij, terwijl ik met mijn zus door Deventer
wandelde. Eigenlijk was het die dag al prachtig weer. Het begon wel bewolkt,
maar klaarde naarmate de ochtend verstreek verrassend op. De spijkerbroek kon verruild
worden voor een rokje; die ik niet bij me had. Wel had ik een regenjas in de
rugzak, zegt de pessimist.
De volgende keer moet er een
rokje bij.
Door een sandwichbord vóór een winkelpand die schreeuwde: bijna rokjesdag,
besefte ik dat er werkelijk beter weer op komst was. De boodschap dat ik dan
ook bij die winkel die rokjes moest kopen, liet ik van me afglijden. Ik hing nu
de toerist uit. Neem van mij aan: zou je ook eens moeten doen in Deventer. Wat
een stad!
Dat bord en de verrassing van mooi weer dat op komst was, bepaalde me er
bij dat ik way back besloten had niet
meer te vertrouwen op de weersvoorspellingen van wie dan ook.
Dat vind zijn oorsprong in
Frankrijk (2011). Elke dag, tegen de tijd dat mijn man weer bij de wereld der
wakkeren was, had ik allang geproefd van de buitenlucht: bewolkt!
Hij tuurde slaperig en beduusd
naar zijn telefoon, bekeek de weersvoorspellingen en vertelde me vervolgens dat
het een bewolkte dag zou zijn. Het ergste was dat die boodschap zich de
volgende tweeënhalve week dagelijks herhaalde. Sterker nog, elke dag klonk er
achteraan:
‘Over drie dagen wordt het
beter.’ Ik vraag me nu af of hij weleens op het knopje VERNIEUWEN heeft gedrukt.
Die vakantie bleven de rokjes akelig netjes in de koffer gestapeld en
moest ik er zelfs een broek bij kopen. Al die jaren dat ik op vakantie ging, bleef
de enige meegenomen broek onaangeroerd in de koffer, maar nu moest ik er één extra
kopen. De enige die ik had, moest toch echt gewassen worden, maar een rokje dragen
was veel te koud!
Sinds die vakantie pak ik elk
jaar twee spijkerbroeken in en de verhalen van de weermensen vertrouw ik voor
geen cent meer. Hun ‘over drie dagen wordt het beter,’ heb ik namelijk nooit gezien!
Ook tijdens een kampeerweekend in Zuid-Limburg liet Marcel zich in de
luren leggen door de weersvoorspellingen van weer.nl. Ik keek buiten de tent en
trok mijn eigen conclusie. Mijn weersvoorspelling zijn elke dag deze: we zien
wel wat het wordt.
Ik zeg maar zo: regent het, dan
word je nat. Schijnt de zon, dan droog je op. Soms komt na regen zonneschijn en
heb je na zonneschijn ineens de regenjas nodig. Wat blijft? Een regenjas en nu
ook een rokje in mijn rugzak. Vroeger zeiden ze toch: een slimme meid is op de toekomst
voorbereid.
Wat mij betreft bereid een slimme meid zich voor op komende rokjesdagen.
Hoewel mij een vorige keer op rokjesdag
opviel dat vooral mannen er het hoogste woord over hadden. Alsof zij de rokjes dragen!
En ik mag me druk maken met het scheren van mijn benen en mezelf voor de kop
slaan, want ik ben weer eens een zonnebankkuur vergeten. Heb je mijn witte
benen weleens gezien? Wat mij betreft noemen we rokjesdag voorlopig eerst maar zonnebrillendag.
Maar erger nog. Ik dacht altijd
dat het om de rokjes ging. Rokjesdag! Ik zocht steeds met alle plezier de
leukste rokjes uit. Blijkt het daar helemaal niet om te gaan!
Het gaat om de benen.