Weet je nog dat we in oktober 2021 door de Vogelenbuurt wilden dwalen om het uiteindelijk alleen in de verte te zien liggen? We lieten ons steeds afleiden door aantrekkelijke straatjes en kwamen er nooit; sterker nog, we liepen in tegengestelde richting ervan weg. Die blog niet of vergeten te lezen?
Klik hier.
Rust Drie weken geleden, de winterdip behoorlijk aanwezig en de lucht zonloos, voelden we wel wandel-zin in de benen, maar geen zin om een nieuwe wandelplek te zoeken. Daarom besloten we te shoppen in Utrecht.
We stapten uit op station Utrecht Vaartsche Rijn, liepen via de Oosterkade de Tolsteegbrug over en wandelden via de Twijnstraat de Oudegracht op richting stadscentrum.
Op de gracht liepen we trap op trap af om daar waar het mogelijk was over de werven te wandelen. Die liggen een paar meter onder straatniveau. We liepen er niet alleen, want botsten bijna tegen een schilderachtige werf-gast op. Verder ontdekten we weinig overlast daar op waterniveau. Ik denk dat mensen weinig zin hebben in die trappen op en af, waar ik vooral denk: het is alleen maar goed voor mijn... Ja daar komt ie weer: bips!
Shoppen
Dat gezegd hebbend, liepen we de Donkere Gaard in; over de vismarkt en vervolgens de Stadhuisbrug om de Oudegracht weer op te pakken. Die gracht laat je niet zomaar los.
We stonden inmiddels midden in het centrum:
,,Weet je waar wij naar gaan kijken?"
,,Natuurlijk, een rode winterjas."
,,Jij kunt gedachten lezen, kom. Wie weet vinden we 'm in de uitverkoop." Dit was het sein om bij iedere winkel naar binnen te koekeloeren om te zien of we van buiten af iets roods zagen hangen. Met een lange man bleek deze zoektocht een goede match, want vanaf zijn hoogte kon hij beter dan ik zien of er iets interessants hing. Bij menig winkel klonk:
,,Geen rood." Waarna we doorliepen. Soms zag meneer wel iets, maar liepen we al snel weer jas-loos buiten. Het is echt heel moeilijk om een rode winterjas te vinden van echt goede kwaliteit. Online vond ik 'm ooit, wachtte er een maand op, vroeg waar die bleef en hoorde dat hij eraan kwam om twee maanden later te horen: sorry hij is toch niet leverbaar. Wat blijft? De jas lijkt nog steeds online te koop met 2-3 weken levertijd. Leugens!
Ik ben niet van winkels online zwart maken, ik zoek namelijk rood, maar het kost me moeite de naam van deze zaak niet toch te noemen. Ik slik, slik, slik, verslik me. Hoest hoest...
Oversteken
Liepen we zomaar bij de Visbrug.
,,Marcel, we steken over naar een ander plan."
,,Oh, jee, wat nu?"
,, Kom, we gaan naar de Weerdsluis. Ik heb die nooit van dichtbij bewonderd, het is daar nu tijd voor." Natuurlijk liet manlief zich hiervoor porren. We liepen via de Oudegracht we naar Nijntjepleintje en vervolgens over de Weerdbrug via de Bemuurde Weerd Oostzijde. Ergens tussendoor vond ik een leuke tekst met het leuke antwoord op de vraag: Hoe voel jij je?
,,Thanks for asking. I'm feeling peachy."
,,What?"
,,Nou, kijk, daar is de Weerdsluis. Alle reden om me peachy te voelen toch? Het uitzicht is toch gewoonweg heerlijk smakelijk." De brug op de sluis was helaas te smal om er lang te vertoeven. Steeds wilden mensen de brug oversteken.
Verderop hing een leuk cortenstalen plaat met daarop een vers over de Winde. Met het idee van ik-ben-nooit-te-oud-om-te-leren, ontdekte ik: de winde is een vis.
Molen
En door.
,,Wat nu?", vroeg ik in het besef dat we een nieuw plan nodig hadden. ,,We lopen in de schaduw van de Vogelenbuurt," zei Marcel waarop ik lachte.
,,Top, tijd om te dwalen dus. Zeg me, waar gaan we heen?"
,,Verderop is de Adelaarstraat met de molen die ik afgelopen week op de foto zette."
Dat vraag om uitleg: Marcel bedacht een tijd geleden een spelletje om mij af en toe midden op de dag uit te dagen. Hij stuurt me dan een foto van een plek met de vraag: waar? Aan mij het kunstje om te ontdekken waar hij is en een buitenklus uitvoerde. Vorige week kreeg ik dus een foto van de molen uit de Adelaarstraat. Die wilde ik nu natuurlijk zien, met eigen ogen. Al bleef ik tussendoor staan bij deze leuke tekst van Cruijf.
We liepen voor de molen langs het parkje in en bewonderden de krokussen die verlegen in de zon baadden. De zon was er af en toe, al was het kort en genoot ik vluchtig van haar stralen op mijn snoet.
Aan het eind van het parkje zagen we nog een paar sluisjes, speurden op waterspiegelingen en wandelden een bruggetje over naar het Zwartewater. wat klinkt als de titel voor een film, vind je niet? In dit geval was het een straat waar ik nog nooit van hoorde.
We dwaalden de straat in naar links, waar ik het gevoel kreeg dat ik het ooit eerder zag. Jaren geleden fietste ik eens over de brug aan het eind. Ik was onderweg van Fort aan de Klop naar Houten. Van A naar B weet ik niet altijd de straten waar ik doorheen raas. Toen wist ik wel dat het plaatje dat ik zag de lente in al haar kunsten toonde. Er stond zoveel in bloei rondom de brug aan de Lauwerecht. Nu mistte het volle lente-gloren, al zag het er zonder lentebloesem nog altijd prachtig uit.
Aan de andere kant ontdekten we de knusse Jan van Lingtuin. Ik zie me mijzelf daar wel een keer verstoppen. Over het water keken we uit op de Zeedijk.
,,Hé, we zijn aan de Zeedijk. Dat ligt in Amsterdam," zei Marcel.
,,Oh echt? Dan hebben we flink gewandeld."
Rondje om de kerk
De tuin weer uit, stapten we de Bemuurde Weerd Oostzijde weer op tot de Flieruilensteeg ons trok. We liepen een stukje die straat in en zagen de achterkant van een kerk.
,,Daar wil ik zo heen, maar eerst links, naar het water." Het trekt altijd weer. Kwamen we uit op de Keizersgracht.
,,Kijk nou! Je hebt gelijk, we zijn in Amsterdam."
,,Mooi hoor hier in Amsterdam."
,,Zeker," riep ik toen ik een bankje ontdekte met boeken. Altijd leuk zo'n stilleven in een straat. Als het warmer was, zag je me zitten met een boek in mijn hand. We liepen door, de Gruttersdijk op, de kerk vergeten.
Tot ik door een poort glurend de achterkant weer zag en we daarom die poort onderdoor liepen. Het leidde over een parkeerplaats naar een ander poortje en zo stonden we wéér op de Bemuurde Weerd Oostzijde. It's a small world, ik bedoel, walk in Utrecht. Nog een keer rechts en tada: de kerk!
We besloten terug te lopen naar de Weerdbrug, maar deze niet over te steken. Marcel bedacht namelijk een nieuwe uitdaging.
,,Zullen we de Slangenmuur zoeken?" Hij pakte zijn telefoon en zei al snel: ,,Oh, die ligt aan de andere kant van het centrum." Ik keek met hem mee.
,,Als we nou via de singel naar de Schalkwijkstraat wandelen, dan pakken we een mooi stukje stad en na de Slangenmuur de trein weer naar huis."
,,Dat is nog best een eind lopen."
,,Ja en? Wij zijn geen watjes, kom!"
,,Dat is ook zo." Daar gingen we, kilometervreten. Tot we in de Schalkwijkstraat deze deur zagen en ons afvroegen of we er wel in mochten.
,,Zal ik de klink dan maar omlaag duwen?" zei ik en duwde de deur open. Wat we toen zagen moet jij ook zien, eigenlijk met eigen ogen, maar ik overtuig je graag:
Prullenmuur
Dit was in Utrecht hè, niet vergeten. Niks Amsterdam, dit is ons Statsie! Sta je dus eens op de Schalkwijkstraat 67? Schroom niet, je mag er in. Durf je niet? Zoek dan aan de andere kant een poortje, dat leidt evengoed naar de Slangenmuur. Dan kom je eerst langs de muur met prullen en schutting vol bordjes.
Wij verlieten de hof weer en wandelden naar de trein. In het plotselinge besef, dat we wat betreft de Vogelenbuurt eigenlijk maar één straat bezochten: de Aderlaarstraat. Dat is toch in ieder geval één straat meer dan de vorige keer.
Verzuchtte ik: ,,Moeten we wéér een keer." Voor deze keer sloot ik echter de deur.