zondag 28 oktober 2018

Uitroeptekens(s)



Geloof het (of niet), maar in huize Typisch Irene ben ik de minst creatieve. Volg mijn kinderen op Instagram en zie dat ik niet lieg! Hoor je mijn grote trots? Ik schreef niet dat ik niet creatief ben. Ik zeg alleen dat ik met drie ultra creatieve breinen in één huis woon. Daarmee ligt voor elk probleem een creatieve oplossing op de bank, waarbij één creatieve geest er uit springt.
    Dat is natuurlijk mijn lief, Marcel! Hij is vaak de ontknoper van een gesprek, die ik later in de week herschrijf en wanneer hij als editor de boel leest zijn eigen grap op scherm ziet. De herkenning is zo leuk!!!

Over creatief gesproken. Laatst vertelde ik Celine dat mijn blog CONDOOM INCOGNITO de kijkcijfers een ongelooflijke zwieper naar boven had bezorgd.
    ‘Mam, voor nog meer kijksmurfen moet je voor SEX gaan!’
    ‘Ja, daag! Er zijn dingen waar ik mijn laptop niet voor open!’ Daarover schrijven is mijn privéwereld op m’n kop gooien. Wat een weinig creatief idee!!!

Beter was de samenwerking aan een facebook-post van een tijd geleden. Ik wilde een foto plaatsen bij een bericht over een themadienst in onze kerk. Het thema was: ONDERSTEBOVEN. We keerden het programma letterlijk om. Inspiratie voor een geschikte foto bleef uit.
    De kerkzaalstoelen op de kop zetten en vereeuwigen was niet onhaalbaar, echter gezien het aantal stoelen (300) in de zaal een behoorlijk fout plan! Tijd om mijn creatieve brein in te zetten:
    ‘Schatje,’ mijn man dus, ‘help me alsjeblieft aan een goed uitvoerbaar idee!’
    ‘Schrijf het in je agenda met de tijden erbij, maak een screenshot en zet die op z’n kop bij het bericht.’

Hij schudde het zo uit zijn broekspijp.
    ‘Fout plan, er staan drie afspraken te popelen. Die verwijderen en opnieuw invoegen gaat vast mis, ik vergeet maar zo een date. Hoe is jouw agenda?’
    ‘Net zo vol, want ik deel jouw agenda in de mijne, weet je nog? Wat plan jij eigenlijk allemaal achter mijn rug om?’
    ‘Niets! Jij vult het zelfs aan. Wacht, ik pak mijn papieren agenda. Die loopt standaard achter alle afspraken aan!!!
    ‘Heb jij nog een papieren agenda?’
    ‘Ja, want ik hou van krabbels, doodles, de spreuk van de week en noteer er graag uitspraken in. Dat allemaal dagdromend aan mijn bureau. Niets van dat kan in de saaie Google agenda,’ zeg ik terwijl ik met mijn Samsung door de lucht zwaai. ‘En ik mis stickers plakken!!!’

Eigenlijk hoefde niemand dat te weten, want het verplicht me tot toegeven dat ik gewoon te speels ben voor de digitale agenda.
    ‘Ja, ik mis kleurtjes en stickertjes.’
    ‘Je kan toch stickers op je smartphone plakken!?’

Terwijl ik de kerk-afspraak in de papieren agenda schrijf, gluurt mijn wederhelft even bij Google:
    ‘Er bestaat vast een PIMP JE GOOGLE AGENDA app waarmee jij los kan met kleurtjes, vlindertjes, teksten, schrijven en je drie uitroeptekens.’
    ‘Dat is het!!! Misschien mis ik die wel het meest.’
    ‘Je eigen handschrift?’
    ‘Nee, die kan ik af en toe zelf niet lezen. Ik heb trouwens ontdekt dat het te maken heeft met mijn mood. Hoe beter moi in mijn vel zit, hoe netter mijn handschrift is. Maar ja, dat maakt niets uit in de Google Agenda. Ik mis die drie uitroeptekens.’ Zit ik weer met tranen in mijn ogen in de serre.

Die uitroeptekens gebruikte ik altijd bij belangrijke afspraken, zaken of uitspreeksels. Lekker extra groot. Daarmee dikte ik een afspraak aan. Terugkijkend stond achter alles drie uitroeptekens. En Marcel vond dat stom, wat ik weer stom vond, want het staat in MIJN agenda, wat maakt dat zijn agenda uit? Tot ik mijn agenda deelde en mijn uitroeptekens bij een afspraak achterliet.

Sowieso leerde ik dingen af bij het schrijven van een boek. Daar was ze, mijn corrector. Die kon hijgen in mijn nek!!! Ze leerde me veel, maar ook af. Waaronder het gebruik van, jawel, de drie uitroeptekens. Het mag gewoonweg niet. Gewoonweg, ha!!! Ik ben niet gewoonweg! Ik ben niet gewoon en niet weg! Het is stom! Wel hield ik me aan die regel. In ruil voor een andere die ik weigerde te accepteren. Engelse woorden in een Nederlands boek mag niet. Ik wilde het toch!!! Zo werd bedacht dat het alleen dan mocht als ik alle woorden in andere talen dan het Nederlands cursief schreef. Dat doe ik tot de dag van today! Als ode aan mijn New Zealandse roots kon ik het Engels niet skippen. Het moet hier en daar klinken.

Zo verdwenen de drie uitroeptekens uit mijn boek en Google agenda.
    Gelukkig blijft er altijd één plekje waar ik eigenwijs mijn eigen weg mag gaan. Waar ik baas ben over eigen tekst.
    Vraag jij nou werkelijk waar?
    HIER!!! Hier ben ik compleet vrij, ja, zelfs te schrijven over sex. Maar liever eindig ik met… !!!


zaterdag 20 oktober 2018

Toverspreuk


Alle gewandel vraagt soms om creatieve ideeën of is het andersom? Creatieve ideeën vragen om een wandeling? Best leuk om hier over na te denken. Ik blijf hangen bij het laatste.

Ik kan maar zo opstaan (niet dat het zo gemakkelijk gaat), vervolgens zorgen voor ons gezinsontbijt en als iedereen klaar is zelf de badkamer in duiken om eenmaal opgesmukt te bedenken: ik heb schrikbarend zin in een Caffè Mocha van Starbucks. Voor de juiste schrijfwijze vroeg ik Google om raad. Krijg ik er ongevraagd way too much information bij! Blijkt het ineens een Koffie Verkeerd!
    Alsof ze (wie ze zijn?) me willen beschermen, verpesten ze pardoes mijn plezier in zo’n hemelse bak koffie. Kijk gerust hier mee, terwijl ik de andere kant op kijk.

Het is gemeen hoe zoiets lekkers zo huge fout wordt - een beker vol dikmakers en daarmee slecht voor de goedgebouwde figuren onder ons, plus een prijskaartje dat er evenmin om liegt.
    Conclusie: nooit een Starbucks in ons stadse dorp.

Ik zou ik niet zijn als ik niet toch een enorm sterke reden bedenk om die massa calorieën naar binnen te mogen werken. Een smoes die werkt is die waarin ik mezelf mag belonen!
    Zo bedenk ik: als ik nou eerst wat vet verwandel, mezelf daarvoor beloon en daarna de nieuw verworven calorieovervloed er weer af loop, is er niets aan het lijfje? Dit is de perfecte vereniging van het noodzakelijke (bewegen) met het zalige (koffie).

Valt het al op dat ik ontegenzeglijk goed ben in het verzinnen van smoezen voor een feestje? Beter nog, ik weet waar ik moet zijn als ik inspiratieleeg voor me uit staar. Dan leun ik op MONA en haar toetje.
    Zij deelt op elk afsluitend folietje een feestreden. Ze kauwt het gewoon voor. Zelf hou ik niet van die toetjes, maar iemand anders wel. Eens kijken wat op het bakje in de koelkast staat:


 Komt MONA natuurlijk precies nu met een verkeerd voorbeeld voorbij. Skippen!

Mijn zin in Caffè Mocha skipt echter niet. Sterker nog, ik besluit naar het station te lopen en de trein te pakken. Ik stap omwille van het bewegen een station te vroeg uit en maak via de werven en grachten een mooie tocht door de Utrechtse binnenstad. Eindpunt: Starbucks.
    Klinkt als een sterk en super maf plan. So me! Oké, niet sterk, wel knettergek!

Krijgt manlief lucht van mijn alternatieve wandeling en appt me. Hij weet dat ik niet sterk ben en wat hij daarom van me kan verlangen. Ik ben benieuwd, jij ook? Daar komt het appje:
    Hij: Als je naar Station Vaartsche Rijn gaat, kun je dan iets opmeten?
    Moi: Ja
    Hij: Onder het station is een parkeergarage daar hangen blauwe bordjes ergens

Wauw! Dat is by far het langste appje dat ik ooit van hem kreeg. Hij versterkt zijn vraag met twee foto’s, zodat ik weet waar ik naar moet zoeken. Wacht, hij typt nog een appje
    Hij: ik heb de afmetingen van het bord nodig en van het witte vlakje
    Moi: ga ik het meteen doen als ik daar ben

Even een rolmaat zoeken.
    Dat blijkt niet zomaar gedaan, want gemeenschappelijke spullen liggen natuurlijk precies wanneer ik het nodig heb, niet waar het hoort. Als het van mij alleen was, dan kon ik het zo vinden. Mijn spullen liggen op een vaste plek in mijn bureau. Diezelfde plek is verklaard tot verboden terrein. Het is mijn-stilte-en-blijf-weg-gebied. Alleen met toestemming mag je daar iets pakken of lezen. Anders moet je wegwezen!

Oh, daar volgt nog een appje van mijn lief:
    Hij:
      




 
 Lief hè, nog niets gedaan en hij vindt me nu al top!

Tijd om te gaan, ik ruik Caffè Mocha.
    Eerste halte: station Vaartsche Rijn. Ik zoek even naar de ingang van de garage. Al snel volgt een appje naar manlief:


     Hij: Belletje drukken en zeggen dat je van RitsRats bent en moet meten.
    Moi: Oké (tjonge, ik kan ook kort van stof zijn! Ik ben nog nooit zo kortaf geweest. Hoera ik kan het!)
    Hij: *stuurt me de naam van de opdrachtgever* zodat als iemand moeilijk doet je met namen kan smijten. Zal vast en zeker helpen.

Ik druk op het belletje en bedenk even: zal ik wegrennen? Te laat! Er klinkt een mannenstem.
    ‘Goedemorgen, waarmee kan ik u helpen?’
    ‘Ook goedemorgen meneer, ik moet even iets opmeten.’
    ‘Ja, en?’
    ‘Nou, ik kan de parkeergarage niet in, maar mijn man vroeg me iets op te meten.’
    ‘En uw man is?’ Ik wil bijna antwoorden met: hij is heel lief. Daar heeft die onbekende in het luidsprekertje vast geen boodschap aan.
    ‘Dat is RitsRatsReklame.’

‘Prrrrrr’ klinkt; ik kan naar binnen. Ik ben gigantisch verbaasd. Ik heb nooit geweten dat RitsRatsReklame een toverspreuk is! Vanaf nu weet ik wat ik moet zeggen als ik ergens binnen wil komen!

zondag 14 oktober 2018

ADHD


Van de één op de andere dag besefte ik dat ik me niet meer kon verschuilen achter de uitspraak: COFFEE MADE ME DO IT  (vertaling à la moi: het is allemaal de schuld van koffie). Hoewel ik werkelijk ga stuiteren na een stoot cafeïne, blijkt de oorzaak achter alle gespring elders te kunnen liggen.

Alles begon met een psychiater die mij vroeg:
    ‘Wie van jullie heeft ADHD? U of uw man?’
     ‘Wat? Heeft nu ineens mijn man of ik ADHD?’

Ik voelde dezelfde frustratie boven komen, die ik beleefde toen mijn KNO-arts zo’n 13 jaar geleden in alle rust, vanaf zijn veilige kant van het bureau, aan mij vroeg:
    ‘Ben jij een perfectionist?’
    Ik kookte van binnen! Het liefst had ik hem achter zijn perfect opgeruimde bureau vandaan getrokken en hem laten zien hoe perfect ik hem alle hoeken van de ruimte kon laten zien. Wat ik toen niet wist, maar tijdens dat gesprek hoorde, is dat veel Ménière patiënten perfectionisten zijn.

Daar vloog Irene, in een nieuw hokje, die van de perfectionisten. Geloof me, ik haat hokjes. Doe mij een spinloze hoek. Daar kom ik tenminste nog uit als mijn straftijd voorbij is. Wat betreft dat perfectionisten-hokje; daar is geen uitkomen aan.
    Stond ik vervolgens ineens op het punt om in een hokje met de naam ADHD gepusht te worden.

Eerder genoemde psychiater wachtte ondertussen op antwoord.
    ‘Geen idee wie van ons twee ADHD heeft. Wij hebben nooit die diagnose gekregen.’
     In onze tijd bestond ADHD niet. Je was gewoon een druk kind, maar ik was geen actief kind. Mijn moeder benadrukt juist altijd dat ik zo’n rustig kind was. Ik speelde graag in mijn uppie achter de bank met mijn poppen of zat in mijn ieniemienie kamertje rommel te maken met papier, schaar en lijm.

ADHD kan daarom niet op mij slaan. Op Marcel dan? Als er één relaxed, beheerst en geweldig goed is in niets doen, is hij het. Ik kan maar moeilijk stil zitten, tenzij ik er iets bij doe, terwijl hij gewoon nikserig voor zich uit kan staren.
    Klink ik jaloers? Ja?
    Dat ben ik!

Terug naar de psychiater en de plek waar we waren; ADHD Centraal. Daar kreeg Celine (alweer een jaar geleden de diagnose ADHD). Ze moest 18 worden om dat te horen.
    Hoe hadden we dat kunnen vermoeden? Ja, ze is een stuiter en levendig. Evengoed kon ze anderhalf uur stilletjes naar TIJGETJES FILM kijken. Kwetteren kan ze dan weer als de beste, vooral als ze blij is.

Klonk eerder op die dag deze vraag:
    ‘Praat Celine altijd zoveel?’
    ‘Nu je zegt. Eigenlijk vind ik het soms zo ontzettend vermoeiend.’ Ik besefte pas daar dat het getetter me regelmatig teveel was.

Bleef ik na die hele dag bij ADHD Centraal zitten met één vraag en stelde die ’s avonds aan Marcel:
    ‘Heeft één van ons ADHD? Alleen heel drukke mensen hebben dat toch? Jij bent zeker niet druk en mij kan je hooguit gezellig actief noemen!’
    ‘Irene, ik kan één ding zeggen: ik heb zekersteweten geen ADHD.’ Hij keek van mij naar onze lieve dochter en terug, lachte en vulde aan met: ‘Als één van ons twee het dan echt moet hebben, dan weet ik wel wie!’
    Bam! Ben ik voor de tweede keer in een hokje gedumpt. Sorry Celine, het hoort allemaal bij je erfenis.

Liepen we een paar dagen na de diagnose de passage in om even naar Appie te gaan en maakten de gebruikelijke tussenstop bij de welbekende poelier.
    ‘Hey Peter!’
    ‘Wat lijken jullie toch op elkaar!’, zei hij.
    ‘Dat kan jij zeggen, maar wij zien het niet hoor.’ We bewonderden ons uiterlijk even in de weerspiegeling van het raam aan de overkant.
    ‘Luister dames, jullie komen binnen stuiteren onder luid gelach en evenzoveel energie.’
    ‘Oh, bedoel je ons gedrag? Echt? Is daar iets mis mee?’
    ‘Je zou een volgende keer eerst even kunnen bellen. Dan kan ik iedereen hier op de hoogte brengen van jullie komst. Merk je niet dat jullie een enorme energieveld binnenbrengen?’
    ‘Ga jij nou zeggen dat wij druk zijn?’
    ‘Nee joh, hooguit dat alle lichten ineens feller schijnen!’
    ‘Zal ik jou wat zeggen? Wij zijn helemaal niet druk. Mensen met ADHD zijn druk. Wij zijn gewoon onuitputtelijk levendig.’
    ‘Mam, wij kunnen lekker druk doen en hebben een smoes,’ mengt Celine zich ineens in het geklets.
    ‘Hé ja, ADHD, kunnen wij niets aan doen! Doei Peter, hou je rustig!’

ADHD, ik geef me over. Waar Celine de oren van de kop praat (kan ik even goed, alleen gunt ze mij die ruimt niet), neem ik mijn plek schrijvend in. Ik ‘klets’ graag van me af, weet al timmerend op het toetsenbord niet van ophouden.
    Waarmee in ineens mijn eigen grens van 800 woorden per blog begrijp. Die MOET daar liggen, anders zou ik maar door ratelen.

zaterdag 6 oktober 2018

Gluren bij de Buren


    ‘Volgens mij zijn wij de enige amateurs!’ Ik schrok bij het zien van het programma. 
    ‘Mama, echt niet! Jij schreef een boek! Jij bent auteur!’ Heerlijk hoe Celine me zo hoog schat, waar ik altijd anderen hoger acht.

    Een vaste volgster propte er een dosis zelfvertrouwen bovenop:
    ‘Jullie doen mee aan Gluren bij de Buren. Leuk!'
    ‘Help! Waar beginnen we aan als amateurs.’
    ‘Amateurs? Ik heb je boek en je schrijft al zo lang verhaaltjes. Laat ze een poeppie horen!’
    Ze heeft gelijk! Wij zijn buren, we kunnen dit!

Gluren doe ikzelf trouwens graag. Wandelend door Houten; het liefst in het donker naast mijn lief en dan daar of hier binnenkijken. Stiekempjes andermans leven bewonderen en zien hoe zij hun huis opvrolijkten. Jammer dat van koekeloeren weinig terecht komt - we bewonderen bovenal gesloten gordijnen.

Waarom bewaken jullie het binnenhuisse leven zo angstvallig? Ja jullie! Bij ons kan je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat getuige zijn van alle gekte. Niet dat wij zo exhibitionistisch zijn. Nee zeg! Er zijn ruimten waar de boel dicht gaat. Zelfs wij willen soms privacy. Daar is de bovenverdieping voor bedacht!
    Om beneden zichtbaar te blijven. Check het gerust. Het liefst met een heleboel tegelijk. Wees getuige van mijn lief die vanaf zijn plekje van de bank opspringt en bijna bovenop mij weer op de bank ploft om me te overladen met zoenen, terwijl ik angstig naar buiten wijs:
    ‘Heel Houten ziet ons, hou je in!’
    ‘Iedereen mag zien dat ik van je hou!’ Valt niets tegen in te brengen!

Toch moet ik opletten, want ik trek maar zo beneden mijn jurk omhoog, om mijn legging vervolgens op te hijsen (stomme afzakgevallen). Waarom naar boven lopen om het goed te doen, als het achter het aanrecht kan? Ziet niemand toch? Behalve de achterbuur sinds we de serre hebben.

De achterbuur - ik moet uitkijken hoe ik dit schrijf, want alles wat ik op het Wereldlijke Woelige Web slinger kan tegen me gebruikt worden. Erger dan buren die gluren is burenruzie.
    In de negentien jaar dat wij hier wonen, bleven zij onze achterburen. Verder is er veel huizengedanst.
    De achterbuurvrouw heb ik wel eens “gluurder” genoemd. Zo stout, ik ga even in de hoek. Een liedje lang, Celine zing maar!


De achterbuuf gluurde echter niet. Gluren is stiekem van achter een gordijnhoekje of met één vingertje één luxaflextlatje omlaag drukken en er dan doorheen pieken? Dat deed zij niet. Zij stond gewoon open en bloot te kijken. Bloot als in zichtbaar voor iedereen. Zo’n oplettende buur, is uitermate geschikt voor de WhatsApp Buurtpreventie.

Al dat praten over gluren en dat je bij ons binnen mag kijken is gemakkelijk gezegd. Aan ons fietspad komt weinig volk voorbij. Wellicht zou het anders zijn als ik bij het theater woonde. Daar is leven, lopen meer mensen aan je huis voorbij. Kijk ze gluren naar je inboedel. Waarschijnlijk zou ik binnen een paar dagen weten waar en voor welk bedrag ik gordijnen zou kopen of matfolie regelen via manlief. Einde buurgegluur.

Vorig jaar kregen wij plompverloren te maken met een rasgluurderbuur.
    Hij nam zijn pap, mam en babyzusje mee en was razend nieuwsgierig naar die nieuwe buren. Wij net zo. Elkaar in de gaten houden was belachelijk makkelijk, want de tuinafscheiding tussen hen en ons was weggehaald. Zo stak het buurmanneke af en toe zijn koppie om het hoekje van onze serre en hoorde ik:
    ‘Niet zo kijken!’

Tot de schutting kwam. Ons klein buurmanneke hielp zelfs mee de boel voor te bereiden en bij het plaatsen. Alles onder vrolijk gekwebbel. Hij deed wat hij kon tot de schutting ineens de tuinen van elkaar scheidden. Daar verdween het dagelijkse babbeltje en begon het gluren door de stijlen van de schutting. Al gauw volgde een whatsappje van de buurmama:
    ‘Meneertje denkt dat jullie ons niet mogen, want jullie maakten de tuin dicht.’
    ‘Wat? Hoe maak ik dit ooit goed?’
    ‘Geen zorgen, we hebben gezegd dat de hond nu ook naar buiten kan, zonder dat hij jullie tuin omwoelt.’

De band tussen de buurjongen en ons werd pas echt goed toen ik hem onze huissleutel overhandigde om op ons huis te passen tijdens onze vakantie. Hij glom van trots, deed het met liefde en bewonderde alle huiskamerkanten. Eenmaal terug moest ik het een en ander uitleggen.
    Dat ging voorbij gluren; dat was de drempel over.

Net zoals jij binnen bent en het geen gluren mag heten. Het is sfeer proeven, Dolce Gusto ruiken, onze huiskamer bekijken, de stoffen voelen en onze stemmen horen. Wil je er een koekje bij? Of liever een liedje? Prima!

Wil je volgend jaar weer gluren? Geef dan alsjeblieft dit varkentje iets voor zijn binnenste. Dan kan alles volgend jaar in de herhaling. Voor nu voel ik me lang genoeg bekeken. Celine sluit jij muzikaal af?!