zondag 20 februari 2022

Monopoly

    ,,Zullen we vanavond Monopoly spelen?”, vroeg Benjamin tijdens het eten.
    ,,Voel jij je wel lekker?”, reageerde ik, stak mijn hand uit en hield die tegen zijn voorhoofd. ,,Die is koud.”
    ,,Jouw hand niet.”
    ,,Whatever. Monopoly? Are you serious?”
    ,,Ja, ik wil een spelletje doen.”
    ,,Boy, Monopoly is een avondvullend programma - een SPEL in grote letters. Had die KANS-kaart een week eerder gegeven.”
    ,,Welke KANS-kaart?”
    ,,Die waarop staat: SCHRIJF NU ALVAST JE BLOG, ZATERDAG DOEN WE EEN SPEL. Nu wordt het een latertje.”
    ,,Of een niksertje, want je doet mee?”
    ,,Tuurlijk.”

Portemonnee
Het bord vulde al snel de tafel en de meiden telden het gulden-tijdperk-geld. Na een gevecht om de pionnen startte het spel.
    ,,Wat een heerlijk portemonnee-gedrag zie ik. De een schuift alles terzijde op een hoopje en de ander heeft zulke nette stapeltjes dat ik amper durf te niezen.”
    ,,Mama, jij bent.”
    Zoals gewoonlijk zagen we al snel de oneerlijkheid van het leven terug in het spel. De een huppelde van straat naar straat en kocht zoveel mogelijk op. De ander liep van KANS-kaart naar Algemene Fondskaart en spekte vooral de staatskas. En terwijl de derde evenzoveel rondjes over het bord liep, belande de vierde steeds weer in de gevangenis. Monopoly bewees dat je werkelijk onschuldig in de gevangenis kunt belanden. En hoe kan iemand iedere ronde de tweede plaats in de schoonheidswedstrijd winnen met het haar schots en scheef op zijn kop? Het leven slaat nergens op.

Regels

Met de verkoop van de laatste straat voelde ik de spanning stijgen. Wat betreft het straten-ruilen kom ik uit een huishouden waar ruilhandel altijd naar eer en geweten plaatsvond: de waarde van de straat bepaalde wat je kreeg. Gedurende mijn Monopoly-leven ontdekte ik dat elders het spel harder werd gespeeld.
    ,,Precies zoals het in het leven gaat,” werd mij opnieuw ingewreven.
    ,,Zoals ook de regels van het spel. Iets van zoveel huishoudens zoveel regels?” Lara greep nogal eens naar de spelregels en ontdekte met flappende oren dat we hier en daar vreselijk afweken van de Monopoly-norm. Ze accepteerde dat nieuwe leven.

Dood

Als grootgrondbezitter van mijn favoriete Kalverstraat, Leidschestraat en een berg geld om ze vol te bouwen met hotels, hoorde je mij niet klagen. Lara zuchtte bij het zien van mijn acht *****hotels. Het leven, ik bedoel het spel, zat haar niet mee. Ze hield het lang vol, te lang naar eigen wens, want vloog steeds zorgeloos over mijn straten en Start.
    ,,Weer kassa!” Het was zuur spelen voor haar. Ze wist dat ze geen schijn van kans had bij de reuzen om haar heen. Tot ze Marcels hotel aan de Zijlweg bezocht en alles bij elkaar raapte.
    ,,Voor jou.”
    ,,Nee, eerst je huizen inleveren, straten omkeren en dan zien wat je hebt.”
    ,,Ja maar ik wil dood.”
    ,,Helaas, het is nog niet jou tijd.” Een ronde later echter wel. Ze nam luid juichend de bank over en ontwierp een heuse nieuwbouwwijk. Haar hoed vond een nieuwe bestemming: het hoofd van Princes Celine. Zou die hoed haar beschermen tegen het onherroepelijk einde?
    ,,Kalverstraat,” riep Benjamin
    ,,Dat is dan 200.000 gulden,” zei ik kijkend naar zijn portemonnee. Ik dacht dat hij eraan ging.
    ,,Is dat alles?” Hij pakte zijn telefoon op en een stapel briefjes van 50.000 gulden kwam tevoorschijn. Ik ontdekte dat ook Marcel een flinke spaarpot had. Stelletje beleggers.
    ,,KANS,” riep Celine. Ze pakte een kaart en zei: ,,Ik ben dood!”
    ,,Zou je willen. Die kaart bestaat niet.”
    ,,Jawel, kijk maar.” Er gebeurden dingen tijdens dit spel, waar ik geen oog naar had.



    ,,En ik heb een testament,” vulde ze aan, waarbij ze een volgend briefje omhoog hield.


Uitgespeeld
Na opnieuw een korte stilte speelden we door, waarbij ik - mijn hotels ten spijt – al snel het loodje legde. Terwijl de mannen steeds bij elkaar op bezoek kwamen, gingen ze aan mijn chique hotels voorbij. Marcel verloor behoorlijk wat fortuin aan Benjamin terwijl Benjamin overal tussendoor sprong. Ik bezocht Marcel twee keer in zijn hotels aan de Barteljorisstraat. Je kunt wel raden dat hij genoot. Ik echter niet. Mijn dure business ging kapot aan de troephotels van meneer. Daar ging mijn poging om een imperium te bouwen. Amper alles overgedragen smeet meneer het geld al over de balk en zette mijn hotels weer neer. Het was rond 23.00 uur.
    Benjamins veilige sprongen veranderden van richting, waardoor hij keer op keer de hotels van Marcel bezocht. Tot hij tenslotte met geheven hoofd het hoekje om ging. Blij dat het spel klaar was.
    ,,Bedtijd.”

KANS-kaart
Hij wel, ik niet. Mij wachtte nachtwerk. Maar… 
    In de nacht komen de beste ideeën. Niet doorvertellen: Ik maakte een KANS-kaart: GA DIRECT NAAR DE GEVANGENIS EN KOM ER NOOIT MEER UIT. Een keer raden wat ik daar klaar heb liggen?
    Mijn laptop natuurlijk. Laat mij maar lekker zitten.