Verslaafd
De relatie tussen puzzelen en mij begon tijdens de eerste lockdown. Met iets meer vrije tijd en behoefte aan alleenigheid, ontdekte ik pure ontspanning en vergeterigheid in het staren naar kleurtjes, vormpjes en het aan elkaar passen van alles. Het werd een verslaving. Zodra ik er aan begon was ik niet te stoppen. Vergat alles; daarom aten we soms wat laat; ik vergat tijdelijk mijn bed en de bom kon vallen. Ik zou niet eens merken dood te zijn.
Gek als ik ben deed ik mezelf een paar puzzels cadeau. Nog beter was dat ik ze kreeg op mijn verjaardag en met kerst. Ik heb een voorraad! Afkicken hoeft niet!
Onsorteerbaar Nu is het de Soft watch met-een-lange-naam van Salvador Dalí, die ik wil vervolmaken. Ik ontdekte een paar weken na aankoop de tekst: Smart Cut technology. Beter kijkend naar dat tekstje, zag ik twee hele rare vormpjes in elkaar. Ik opende vliegensvlug nieuwsgierig de doos om tot mijn verrassing heel vreemd gevormde stukjes aan te treffen.
‘Dit wordt een uitdaging!’, zei ik tegen Marcel, die languit op de bank lag.
‘Hoezo?’
‘Deze puzzel bestaat uit hele rare stukjes. Kijk!’ Ik gooide de nog gesloten zak op zijn benen.
‘Hé, ja, wat grappig,’ zei hij na inspectie.
‘Sorteren op stukjes wordt ‘m niet. Alleen op kleur, maar daar houdt het op.’
‘Gelukkig hou jij van uitdagingen en puzzels, succes.’
Rand
Na opening van de zak begon ik vorige week vrijdagavond met opsnorren van alle randstukjes. Tot mijn schrik ontdekte ik, na een heleboel kantjes in vreemde vormen, maar met ten minste één rechte kant, dat sommige rechte stukken niet bij de rand hoorden en andere stukjes nog misten. Pas na twee avonden was de rand klaar op één onvindbaar stukje na. Ik besloot pas naar bed te gaan nadat die gevonden was. Het kon niet lang duren, zo dacht ik.
Ik lag om half twee in bed, het stukje niet gevonden.
Onvindbaar
Gedurende een paar momenten in de week werkte ik door en liet daarbij het onvindbare stukje achterwege tot gisteravond. Celine keek mee en zei:
‘Mam, misschien zijn het wel twee stukjes.’
‘Op dat kleine stukje? Nee toch?’ Een poosje later vond ik stom toevallig een stukje dat qua aftekening moest passen, maar niet aan twee kanten. Dat kon toch niet kloppen? Ik paste het en warempel, het klopte met één kant. Nu moest ik nog langer zoeken naar weer één klein raar stukje.
‘Ik ga door tot ik die vind.’
‘Welterusten,’ zei Marcel. Ik volgde een uur later, het was half twaalf - stukje gevonden. Puzzelen is slecht voor de gezondheid! Ik lach er echter om, ik geniet deadlineloos van deze hobby.
Helpverbod
Kwam Marcel vandaag bij me en nam plaats naast me.
‘Dit is míjn puzzel, je mag niet helpen.’
‘Echt niet? Want ik zie iets.’
‘Dat denk ik steeds en het past zelden.’
‘Deze past daar.’
‘Marcel?’
‘Ik leg ‘m niet neer, ik wijs alleen.’
‘Dat mag niet!’ Ik pakte het stukje om te bewijzen dat het niet paste. ‘Poep, hij past! Moet jij niet gaan slapen?’
‘Nee.’ Terwijl ik me verloor in mijn eigen stukjes, pakte hij er eentje; ever later nog één en ongezien een derde. Hoe ik dat weet? Ineens zei hij:
‘Ik heb niks klaargelegd hoor.’ Ik keek hem vragend aan en volgde zijn hand wijzend naar de tafel. Voor me lagen een paar bij elkaar horende stukjes vlak naast elkaar. ‘Ik heb niet gepuzzeld toch?’ Ik keek naar de klok aan de muur.
‘Ja! Bedtijd! Ga jij maar vast.’ Hij begreep de hint.
Blikvolgend
Kwam Celine binnen. Zij dacht net als haar vader, het bloed kruipt dezelfde weg, dat ze mee mocht doen.
‘Celine, je mag niet helpen.’
‘Oh, maar ik denk...’
‘Bemoei je niet! Ik ben in deze lekker egoïstisch.’
‘Best goed mam, eindelijk denk jij eens aan jezelf. Maar doe dat ergens anders, niet bij puzzelen. Ik zie namelijk een stukje dat…’
‘Nee, ga weg!’
‘Maar mama, kijk!’ Ik volgde haar blik naar een stukje dat vrij lag van de rest. ‘Die past daar!’ Opnieuw volgde ik haar blik en legde het stukje daar waar ze keek. ‘Ja, hij past, goed hè mam, ik deed niks!’
Het is dat ik niet opnieuw wilde beginnen met deze puzzelklus, anders zou ik terplekke iemand met de puzzel om de oren slaan.
Na opening van de zak begon ik vorige week vrijdagavond met opsnorren van alle randstukjes. Tot mijn schrik ontdekte ik, na een heleboel kantjes in vreemde vormen, maar met ten minste één rechte kant, dat sommige rechte stukken niet bij de rand hoorden en andere stukjes nog misten. Pas na twee avonden was de rand klaar op één onvindbaar stukje na. Ik besloot pas naar bed te gaan nadat die gevonden was. Het kon niet lang duren, zo dacht ik.
Ik lag om half twee in bed, het stukje niet gevonden.
Onvindbaar
Gedurende een paar momenten in de week werkte ik door en liet daarbij het onvindbare stukje achterwege tot gisteravond. Celine keek mee en zei:
‘Mam, misschien zijn het wel twee stukjes.’
‘Op dat kleine stukje? Nee toch?’ Een poosje later vond ik stom toevallig een stukje dat qua aftekening moest passen, maar niet aan twee kanten. Dat kon toch niet kloppen? Ik paste het en warempel, het klopte met één kant. Nu moest ik nog langer zoeken naar weer één klein raar stukje.
‘Ik ga door tot ik die vind.’
‘Welterusten,’ zei Marcel. Ik volgde een uur later, het was half twaalf - stukje gevonden. Puzzelen is slecht voor de gezondheid! Ik lach er echter om, ik geniet deadlineloos van deze hobby.
Helpverbod
Kwam Marcel vandaag bij me en nam plaats naast me.
‘Dit is míjn puzzel, je mag niet helpen.’
‘Echt niet? Want ik zie iets.’
‘Dat denk ik steeds en het past zelden.’
‘Deze past daar.’
‘Marcel?’
‘Ik leg ‘m niet neer, ik wijs alleen.’
‘Dat mag niet!’ Ik pakte het stukje om te bewijzen dat het niet paste. ‘Poep, hij past! Moet jij niet gaan slapen?’
‘Nee.’ Terwijl ik me verloor in mijn eigen stukjes, pakte hij er eentje; ever later nog één en ongezien een derde. Hoe ik dat weet? Ineens zei hij:
‘Ik heb niks klaargelegd hoor.’ Ik keek hem vragend aan en volgde zijn hand wijzend naar de tafel. Voor me lagen een paar bij elkaar horende stukjes vlak naast elkaar. ‘Ik heb niet gepuzzeld toch?’ Ik keek naar de klok aan de muur.
‘Ja! Bedtijd! Ga jij maar vast.’ Hij begreep de hint.
Blikvolgend
Kwam Celine binnen. Zij dacht net als haar vader, het bloed kruipt dezelfde weg, dat ze mee mocht doen.
‘Celine, je mag niet helpen.’
‘Oh, maar ik denk...’
‘Bemoei je niet! Ik ben in deze lekker egoïstisch.’
‘Best goed mam, eindelijk denk jij eens aan jezelf. Maar doe dat ergens anders, niet bij puzzelen. Ik zie namelijk een stukje dat…’
‘Nee, ga weg!’
‘Maar mama, kijk!’ Ik volgde haar blik naar een stukje dat vrij lag van de rest. ‘Die past daar!’ Opnieuw volgde ik haar blik en legde het stukje daar waar ze keek. ‘Ja, hij past, goed hè mam, ik deed niks!’
Het is dat ik niet opnieuw wilde beginnen met deze puzzelklus, anders zou ik terplekke iemand met de puzzel om de oren slaan.
Oh wacht, de doos kan wel tegen een stootje. Nee, ik ga voor een harde stoot! BAM!