zondag 19 januari 2020

Metamorfose


    ‘Wil je me vanaf nu waarschuwen als je gaat zeuren?’, zuchte Marcel.
    ‘Waarom zou ik dat doen?’
    ‘Dan kan ik maatregelen nemen.’
    ‘Alsof ik vooraf weet dat ik ga zeuren. Wat een gezever. Het is juist waarom ik jou heb; om tegenaan te praten. Boeien dat jij het zeuren noemt. Bovendien kan ik beter tegen jou piepen dan tegen de buurvrouw, postbezorger of een opgezette hertenkop. Wat zullen zij wel niet van me denken?’

Etalagepop
Het lijkt me trouwens geweldig om eens tegen zo’n kartonnen figuur of een etalagepop aan te zeuren. Ik ben niet goed in het ter plekke bedenken van een smeuïg verhaal over de buurman van mijn zus en daar de moeder van waarvan de tante haar zwager en daar de schoonmoeders ex bla bla bla…
    Bedenk ik dat ik maar zo mijn lief op een idee breng. Komt meneer de baas van een reclamebusiness maandag aan met een kartonnen figuur van zichzelf en zet die voor me neer.
    ‘Tada, je zeurmaatje.’
    ‘Wat heb ik daar nou aan?’
    ‘Kun je tegenaan zeuren. Hij is geduldig als een dooie mier.’
    ‘Waarom denk je dat ik zo graag tegen jou praat?’
    ‘Nu je het vraagt, waarom?’
    ‘Jij luistert.’
    ‘Dat bewijst mijn gave: doen alsof ik luister.’
    ‘Wat? Doen alsof? Je knikt ja en zegt nee op het goede moment.’
    ‘Ja, goed hè?’
    ‘Dus eigenlijk luistert de huisarts beter dan jij?’
    ‘Maak gelijk een afspraak, kan hij gelijk even naar je vinger kijken.’

Winterdip
Dus stak ik een dag later mijn middelvinger op naar een vervangende huisarts. Nee, ik stak ‘m niet op zoals jij nu denkt. Ik stak zijn vier buurtjes mee op, waarop de arts beaamde dat de middelste niet normaal oogde. Iets met een ontsteking. Ze schoot er een recept met een ontstekingsremmer op af. Ik slik het maar gelaten.
    Even bedacht ik: hier zit een vrouwelijke arts, zal ik nog even doorzeuren? Ik besloot van stoel te steken.
    ‘Ik wil nog even delen dat het allemaal niet echt kaas en hagelslag is - mijn buitenkant loopt niet synchroon met de binnenkant. Samengevat: ik verloor ergens onderweg mijn sparkle.’ Ik vergat te vermelden dat een deel van mijn mineur, zo’n 50%, winterdipgevoelig is. Ondanks vele wandelstappen zakt de bewolking dagelijks in mijn psyche, waardoor ik niet persé en overtuigd verfrister thuis de drempel over stap. Het bewijs landde toen ik afgelopen week een uur in de zon wandelde. Ik voelde zowaar de schittering van mijn vervlogen sparkle een beetje woelen. Zo wist ik dat ze er nog is, echter diep weggestopt onder een bedekking van zonafwezigheid.
    Weerafhankelijkheid stinkt!

Megamorfose
Blijft 50% tranendal over. Daarvoor zocht ik bevestiging van de arts. Ik vertelde over emotionaliteiten die het plafond raken; een lontje dat niet kort, maar volledig verdwenen is en opvliegendheid die zelfs mij beangstigt. Nee, ik bedoel niet de opvliegers die me te pas en te onpas oververhitten. Dit gaat over onherkenbare boosheid die onredelijk en buitenproportioneel onverwacht hard ontploft. Waar komt dit vandaan? Wie ben ik? Ik vind mij zo niet leuk. Geef mij mijn mij terug!

Meelijwekkend
Zo zat ik afgelopen week met emoties tot het bovenste wolkendek.
    ‘Mam, het geeft niet, je zit in je metamorfose,’ klonk Benjamin meelijdend.
    ‘Pubertijd 2.0 is net als pubertijd 1.0 één brok ellende. Ga ik echt op herhaling als brok chagrijn, nu opgeteld met boosheid, gefrustreerdheid en het legen van overlopende emotievolle emmers?’
    ‘Ach Irene, deze megamorfose gaat voorbij’ zei manlief en aaide me op mijn rug.
    ‘Mega is het, mega niks. Ik wil mijn glans terug!’
    ‘Mama, droog je tranen maar even,’ troostte Celine me met een zakdoekje.
    ‘Stomme hormonen! Beginnend bij pubertijd 1.0 met de jarenlange maandelijkse maandverbandparty tot gevolg. Dat loopt over in de hormooncrisis en kraamtranendagen rondom zwangerschap en bevalling, waarna ik mezelf maanden kwijt was om weer goed en wel hersteld voor een tweede te gaan. Rol ik nu met mijn 45+ de volgende hormonencircus in; pubertijd 2.0. En waar zit ik naast? Een midlifecrisis!’
    ‘Mam, neem alsjeblief de hele tissuedoos!’, zei Celine.

Zeurwaarschuwing
Zo ontstond bij manlief de vraag:
    ‘Wil je me de volgende keer waarschuwen als je gaat zeuren?’
    ‘Als ik je waarschuw, wat doe jij dan?’
    ‘Dan ga ik muziek luisteren.’
    ‘Maar dan luister je niet naar mij!’
    ‘Ik doe alsof en zeg af en toe ja, schud nee of hum een beetje.’
    ‘Heel geloofwaardig.’
    ‘Gelijk even testen?’ vroeg Marcel terwijl hij zijn oortjes in deed. Hij luisterde naar Waylon. Ik vertelde hoe zot ik manlief en zijn idee vond en stelde vragen als: hoor je me? Is de muziek leuk? Wat voor weer krijgen we morgen? Wil jij vanavond koken? Toen ik mijn mond niet meer bewoog, vroeg Marcel:
    ‘Ben je uit gezeurd?’
    ‘Ja, het hielp me enorm.’
    ‘Oh? Hoezo?’
    ‘Ik vroeg of jij gaat koken.’
    ‘Oh.’
    ‘Je zei ja.’