Om maar cliché te beginnen: waar zijn jouw 18 jaar heen gevlogen? Of ben ik daarom zo moe? Je bent tenslotte 18 jaar deel van mijn, nee ons (ik kijk Marcel aan) leven en dat is best lang. Daar even over nagedacht, bedenk ik ineens dat jij Benjamin zijn hele leven kent, maar hij jou niet. Is dat nou zielig of juist leuk? Ik heb hier nooit bij stil gestaan.
Celine, de 18 jaren met jou gingen in
snelheid voorbij en eerlijk, het was soms echt vermoeiend. Maar een overgroot
gevoel van YES, dat ik voor het eerst uitriep bij de woorden:
‘Het
is een meisje,’ is gebleven tot aan deze seconde. Jij was toen en bent nog
altijd een prachtig cadeau, mijn meisje... meid… vrouw! Stop, niet zo snel!
Je
hebt niet mijn krullen, geen rimpels en strakke billen. Je bent me voorbij
gegroeid in lengte, wijsheid en creativiteit. Over één dingetje (eigenlijk
twee) waarin je mij voorbij bent gestreefd, zeg ik:
‘I rest my case.’
Hoe dan ook ben je een prachtige vrouw
geworden, dat zie jij hopelijk terug in je spiegelbeeld. Ik snap Ronald wel.
Heel soms vraag ik me af waarom je zo
nodig een kloon van mij moest worden. Het beangstigt me soms echt om zoveel
detail van mezelf terug zien in jou. Werkelijk! En dan is het vooral ongelooflijk
dat je zelfs mijn wat minder fijne eigenschappen meenam. Waarom nou? Nu huist
het in het kwadraat in huize van Valen. Maar medelijden met de mannekes kennen
we niet, toch?
Toch
blijf ik erbij: je bent goed zo, zo perfect jij. Ik beleef in en met jou mijn
tweede jeugd. Vooral op onze moeder-dochteravonden. Wanneer gaan we weer?
Eerst even vluchtig 18 jaar terug
kijken en horen hoe je als drie jarige met alles wat je in je had op het strand
in Frankrijk riep:
‘Meeeauw,
pom is!’ Geen meeuw reageerde.
En
zie ik ons de basisschool in stappen. Wat was je daar aan toe zeg. Ik was van
plan thuis een one-mother-party te
bouwen, maar de brok in mijn keel ontnam me de moed. Het loslaten was begonnen.
Ik
denk aan je eerste nacht in een eigen tentje; de stap naar de middelbare school;
je eerste treinreis, naar Nijmegen nog wel.
Je
doop was een geloofssprong en keus voor Jezus. We zochten de mooiste kleding
speciaal voor je doop. Je straalde van kruin tot teennagel. Ik in jou een mooie
Zevende-dags lieverdje.
Ik
denk terug aan het telefoontje waarin je meldde:
‘Mama,
Benjamin is van zijn fiets gevallen en ik reed over hem heen. Een meneer brengt
hem nu naar het ziekenhuis.’ De vrouw die een echo maakte bij Benjamin, vond
het hilarisch en zag het als jouw perfecte pay-back-time.
Ze wist alleen niet hoe verzot jij en Benjamin op elkaar zijn. Niet dat
Benjamin dat nu laat zien met een lieve blik, nee dat past niet, wel een verfromfraaide
frons en een:
‘Mamaaa!’
Door jouw 18 jaren heen hebben we heel
wat hobby’s zien komen en gaan. Van stokpaarden tot loombandjes, van Playmobil
tot kralen. Soms klonk mijn:
‘Kan
het wat minder?’ En soms zeg ik dat nog, maar ja, een creatieveling als jij,
kan niet loslaten. Schmink, tekenen, schrijven, zingen. Vooral in dat laatste
heb je een verbluffende sprong gemaakt. Het zal wennen worden als het huis
naast ons weer bewoond is, want om 07.00 uur een stemoefening in de vorm van
LET IS GO is dan echt geen optie meer. Je komt tot hoogten of beter gezegd
volumes, die ik nooit heb weten te bereiken en sta op het punt met enorme trots
voor jou opzij te stappen in het opwekkingsteam. Je verdient die plek.
Blijf vooral zingen, schrijven en
tekenen meid, want je zult zien dat het je door leuke en minder leuke momenten
heen zal helpen. Kleur je leven, zing een lied en blijf dromen…
Ja, van een paard, want ook vandaag
stellen papa en ik je teleur en haal ik geen paard achter de schuur vandaan. Het
spijt me meis. Tenslotte snap jij ook wel dat in dit doosje geen paard past. Zelfs
niet van het opblaasbare of een hobbelpaard. Wel komt het in de buurt van een
paard, want het begint met de letter P.
Wat blijft? Een enorme felicitatie,
dikke knuffel en lieve kus.
Niet voor jou, maar voor mij:
tenslotte ben ik achttien jaar moeder!