Kan jij slapen zonder een nachtzoen? Ik wel… of eigenlijk stiekem toch
niet!
Toen ik achttien jaar oud was en
net één dag uit huis, moest ik ontdekken dat ik heus zonder nachtzoen van mijn
vader kon slapen. Het moest toch? Tot dan toe haalde ik die zoen elke avond op.
Gewoon omdat het mocht.
Eén van mijn kinderen (nog geen achttien en veilige thuis) is erger. Waar
ik die zoen haalde, wil deze de nachtzoen bezorgd krijgen. Ik geef er met
plezier gehoor aan; koester dit moeder-kind momentje zoveel mogelijk.
Steeds vaker valt het midden in een film. Lastig, maar het went. Het
kind komt dan de deur om sneaken, geeft
pap een kus en loopt terug naar de deur om vlak voordat de deur gesloten wordt,
zich om te keren en me smekend aan te kijken; hopend dat ik nog even boven kom.
Sinds onze nieuwe hoekbank, wordt het verleidelijk dit af te bouwen. Bankhangen
en film kijken is zoveel relaxter geworden. Heerlijk hoor, languit met een
deken over de benen. Opstaan is zoveel zwaarder.
Ik overweeg de nachtzoen in een
pakje te stoppen en vervolgens met een drone
boven te laten bezorgen.
Marcel denkt er al langer het zijne van.
‘Waarom doe je dit nog?’
‘Omdat het heus niet lang meer
duurt dat het over is met de nachtzoenen. Dan blijk ik niet meer nodig en zit
ik hier op de bank, met al mij liefde…’ Er verschijnen tranen in mijn ogen; brok
in mijn keel.
‘Maar ik wil heus nog wel
nachtzoenen!’
‘Bel je moeder maar,’zeg ik
geïrriteerd. Hij durft wel zeg, mij te storen tijdens de film.
Verder kijken hoeft niet, want daar staat mijn kind alweer. Ik moet me
losmaken van de bank en mijn man. Die twee hebben sterke handjes!
Als ik me ontworsteld heb en naar boven gestrompeld ben, beland ik even
later naast het kind. Dit is het meest ultieme dat ik kan doen. Er begint direct
iemand te stralen als de volle maan in donkere nacht. Niet alleen boven komen
voor de zoen, maar ook even bij het kind liggen.
We zeggen niet veel. In de
stilte ligt onze band; in er zijn.
Soms testen we welk geluid er
bij de ander uit komt als we op elkaars neus drukken. Een andere keer neuriet
de één (met mond dicht) het Wilhelmus terwijl de andere in het juiste ritme in
de neus knijpt van de neurievogel. Moet je ook eens doen. Is echt lachwekkend.
Een variant is te raden welk
liedje de ander neuriet, terwijl de één in de neus moet knijpen. Dat gaat
compleet fout, want hoe weet je het juister ritme? Rare fratsen, maar het smeed
onze band.
Gisteravond ging het net zo en staarde ik uiteindelijk gedachteloos naar
het plafond. Ineens schrok ik op.
‘O, ik moet gaan!’, en maakte
aanstalten te vertrekken.
‘Nee, je moet blijven!’ Smekende
ogen keken me aan, handen hielden me tegen, lippen gingen in
teleurstelling-stand.
‘Ik wíl niet weg, maar kijk naar
het plafond! Het schreeuwt!’
Je moet weten, dat sinds dit kind niet ’s avonds maar ’s ochtends wil
douchen, het sneller moet reageren op mijn wake
up call. Dat valt echter niet mee. Net als ik staat dit kind niet stante
pede naast het bed en roept: ‘Hoera! Het is
vandaag!’
Aan inventiviteit mist hier
niets, want het kind bedacht een manier om zichzelf te herinneren aan sneller
opstaan.
‘Werkt dat idee nou echt?’
‘Ja!’
‘Dan moet ik dat overnemen.’
Een snelle nachtzoen volgde en weg was ik. Ik pakte mijn jas,
autosleutels en mobiele en bracht mijn man een afscheidszoen. Hij schrok op!
‘Waar ga jij heen?’
‘Verf kopen. Zoek jij even een
flinke kwast, haal ons bed van zijn plek en zet een trapje klaar. Jij bent hier
de schilder. Oh, vergeet je oude kleren niet aan te trekken!’
‘Verf, kwast, bed, kleren?’
‘Vertrouw me maar gewoon…’ en
weg was ik. Ik wist heus wel dat hij zou doen wat ik zei. Anders kon hij gewoon
zijn nachtzoen vergeten!
Een uur later, mijn man had blind mijn instructies opgevolgd, bleek het
resultaat verbluffend. Opstaan kan nooit meer een probleem zijn, want net als
bij mijn kind, schreeuwt één woord me luid toe vanaf het plafond:
Eruit!