zaterdag 1 december 2018

Smoesjes


Voor alle lezers die het oudste kind zijn, heb ik deze vraag: Ga jij altijd after dinner naar het toilet? Ik vraag verder niet naar de boodschap die je daar achterlaat. Dat boeit me niet.

Wat jullie (de oudste der kinderen) betreft valt me iets op.
    Voor wie mij niet zo persoonlijk kent: ik ben niet de oudste maar juist de baby van de familie - als in de jongste van drie. Gelukkig word ik tegenwoordig serieuzer genomen, ietsjes, en trouwde op mijn tijd met een man die de oudste van twee is.
    Weet je wat mijn oudste zus en manlief nou beide doen? Zij gaan na het eten naar het toilet. Ik vraag me heus niet af waarom, maar toch. 

Bedenk ik dat ik mezelf in de problemen schrijf: Celine, mijn oudste kind en dochter gaat juist niet standaard na het eten naar de kleine kamer. Logisch, zeg jij, die is bezet! Boven maakt ze evenmin gebruik van de badkamer. Gaandeweg deze blog, kom ik hopelijk achter de reden waarom zij de afwijking van mijn theorie is.

Daar gaat Marcel weer, de gevulde wrap nog maar net doorgeslikt en afgemaakt met vanillevla-extra-verlekkerd, aan de wandel, opent de tussendeur, stapt in de hal en laat mij achter aan tafel. Weg zijn de voeten waar ik de mijne aan opwarmde.
    Me achterlatend met herinneringen aan mijn oudste zus. Zij bezocht dat mini-hokje standaard wanneer het haar beurt was om de tafel af te ruimen of af te wassen. Volgens mijn memories was slagroom zelfs haar ergste smoes. Ik vermoed dat het nu de naam lactose-intolerantie draagt en weg is ze. Mijn middelste zus en mij achterlatend, met dit voordeel dat ik mijn voeten kon blijven warmen. Het voordeel van drie!
    Madam-oudste bleef zo lang weg, dat de achtergestelde meiden besloten op te ruimen zonder haar. Deze grap kostte anders teveel van onze vrije tijd. Kwam madam de keuken in, was alles klaar. Zo slim!

Ik geef meteen toe dat mijn herinneringen enigszins vertroebeld en verkleurd worden door de tijd en daarmee onwaar kunnen zijn. Mijn moeder zou toch niet toestaan dat mijn oudste zus elke dag zo handelde? Dat ik het zo ervoer blijft. Het van me af schrijven voelt als therapie.

Misschien werkt het net zo bevrijdend als ik Marcels toiletgang van me af schrijf. Met die mazzel (voor hem) dat ik de rommel op tafel direct achter zijn bips opruim, terwijl hij zich ontlast. Niksen is tijdverspilling als in de avond leuke activiteiten op het menu staan. Stapt hij dan eindelijk weer binnen, sluit ik net het zeepbakje van de vaatwasser, stel de knoppen in en klap de deur dicht.
    ‘Ben je al klaar?’

Ik zeg verder niks, want eergisteren liep het behalve bovenstaande toiletbezoek helemaal anders. De deurbel klonk, terwijl meneer in de kleine kamer zat. Ik voelde me gedwongen de rommel op tafel en aanrecht achter te laten en bedacht welk lef deze vreemde heeft om mij ongevraagd af te leiden met zijn irritant verkooppraatje.

Ik open de deur, kijk vluchtig van de ogen van de aanbeller naar het naamplaatje. Zie je wel? Een man, hij is er eentje van NUON. Ik had de bel kunnen negeren - moeten doen of ik doof ben.
    Ondertussen weet ik mijn lieverd een meter bij me vandaan, weliswaar gescheiden door een muur, op de toiletbril, terwijl ik op de deurmat sta. Wat een heerlijk romantisch idee hè? Het geeft me in ieder geval de kracht om te denken: Irene laat beide mannen eens een poeppie ruiken.

    ‘Dag meneer.’
    ‘Goedenavond mevrouw. Wat heeft u een ontzettend leuk deurbord.’ Zo  beginnen ze allemaal, de kruiperds.
    ‘Ja, leuk spandoekje hè?’
    ‘De tekst op uw deur is net zo bijzonder.’
    ‘Inderdaad meneer, maar kom ter zake.’
    ‘Heeft u haast?’
    ‘Ik sta hier zeker niet voor mijn lol. Ik zie daar,’ ik wijs op zijn naambordje, 'NUON staan. Geloof me, ik heb geen interesse, ga lekker naar de volgende deurbel en bespaar mij en jezelf tijd.’
    ‘Wilt u dan niet minder betalen voor uw energie?’
    ‘Nee, eigenlijk niet!’
    ‘U wilt niet goedkoper uit zijn?’
    ‘Dat zei ik. Wat ik wel wil is dat u weg gaat.’
    ‘Mag ik nog één vraag stellen?’
    ‘Serieus?’
    ‘Bij welke energieleverancier bent u aangesloten?’
    ‘Meneer dat gaat u helemaal niets aan. Toedeloe!’
    ‘Maar...’ BAM, ik smijt de deur dicht.

Met het dicht gooien van de voordeur, opende zich een andere. Waarmee bewezen werd dat wanneer de ene deur zich sluit een andere open gaat. Het gebeurde waar ik bij stond!
    Marcel stapte uit het kleine kamertje, liet zijn hand op mijn schouder vallen en zei:
    ‘Wauw, wat ben ik trots op je. Je hebt die man echt goed afgepoeierd.’
    ‘Dat verdient een beloning hè?’
    ‘Zekersteweten!’
    ‘Ruim jij dan even de tafel af en de keuken op?’