zaterdag 31 oktober 2020

Waterpark Lankheet

Even op adem komen, tot onszelf, weg van alle verplichtingen. Zo dacht Marcel een paar weken geleden toen hij opmerkte dat ik een beetje doordraaide. Hij kent mijn behoefte aan rust en ruimte tegen zijn wensen van alles-samen-doen in. Hij gunt mij die ruimte en tijd. Het valt van maandag tot vrijdag ongeveer tussen 07.30 en 17.00 uur, wanneer hij werkt en mij thuis achterlaat. Zo heeft hij geen last van mijn alleen-willen-zijnerig-heid en ben ik bij thuiskomst weer helemaal het, ofwel zijn vrouwtje.
    Tot corona de wereld en mijn kinderen stil zette en één van hen fulltime thuis zit en werkt aan zijn thuisstage en YouTubekanaal. De andere is zeker vijf dagen per week thuis, dus… zoek ik mijn plekje in een huis vol leven. Waar?
    Buiten! De tijd van alleen thuis zijn, blijkt echt voorbij te zijn.
    Heeft iemand een zakdoekje?

Vakantiehuisje
Terwijl ik mijn tranen droog, zoekt manlief een vakantiehuisje. Hij vraagt al snel:
    ‘Wil je liever naar Zuid Limburg of zee?’
    ‘Pfoe, zee vind ik wel leuk, maar de herfstkleuren snuiven in Zuid Limburg lijkt me fantastisch.’
    ‘Goed, we gaan naar Enter.’
    ‘Waar?’
    ‘Dat ligt bij Almelo.’
    ‘Oké, logisch na je eerste vraag. Als er maar wel een openhaard is.’
    ‘Meid, jij krijgt er een sauna bij.’
    ‘Jippie wanneer gaan we?’
    ‘Dit weekend!’ Zie me zitten in huisje 1 op Landal Landgoed De Elsgraven. Eens wat anders dan huisje 1420.

Zonnig
Ondertussen weten we dat de Elsgraven een riviertje is. Ik wandelde er al twee keer rondom. Gisteravond samen en vanochtend na het wakker worden alleen, koeien en schapen begroetend.
    Om vanmiddag in navolging van de blog van instagrammers Westphilwandelt naar Waterpark Lankheet en de Oostenpolder Watermolen te rijden. Hun blog toonde zulke mooie plaatjes, die wilde ik eigen-oogig zien. Het begon al goed met een volle parkeerplaats. Logisch, want voor de rest van het weekend klaagt iedereen hetzelfde liedje: regen, regen, regen. Met vandaag als beste dag, is iedereen buiten. Ik moet die weermuppets eens omkopen en vragen slecht weer te voorspellen op een prachtige dag. Lijkt me heerlijk dan ergens alleen te zijn.

Vliegenzwam
Afijn, we parkeren de auto vlakbij de Watermolen, waar de route iets vandaan ligt. Boeit het of we nou 9 of 12 kilometer lopen? Nope, het gaat om wandelen. Wel heel vervelend dat mijn rugpijn niet weggaat ondanks een flinke dosis pijnstillers. Ik spreek mezelf toe:
    'Niet zeuren, lopen.' Gelukkig incasseer ik al bij het beginpunt verrassing nummer 1. Eindelijk vond ik een wanneer-vind-ik-nou-eens-een-rood-met-witte-stippen-paddenstoel. Allerlei andere vind ik bij bosjes, nu eindelijk deze en in verschillende gedaantes ook nog.

Schoten
Ik blij! Voor even, want wat jij mist is dat al vanaf het begin van de wandeling er onafgebroken schoten klinken. Omdat we niet alleen zijn in het bos, ben ik niet zo bang, hoewel het soms wel dreigend dichtblij klinkt en ik toch vooral mijn afscheidsspeech voorbereidde. Die vindt je onderaan de blog. En weer klonken schoten:
    ‘Marcel? Ligt hier een militair oefenterrein?’
    ‘Geen idee.’
    ‘Hebben ze hier een vogelplaag?’
    ‘Zou het niet weten.’
    ‘Waarom denk jij eigenlijk dat ze hier schieten?’
    ‘Hoe moet ik dat weten?’
    ‘Omdat jij altijd alles beter weet. Waarom nu niet?’

Superwoman
Even verderop, de zon vol in ons gezicht, mijn jas open en mijn das af zien we een bankje in de zon onder een kalende boom. Echt een plek voor ons. Ik ga zitten waarbij ik een kreetje van pijn uitkraam.
    ‘Je moet even gaan hangen.’ Marcel hangt wel eens aan de stijlen in het trapgat, daarmee maakt hij (volgens eigen wijsheid, denk ik) ruimte tussen zijn wervels en heeft hij minder rugpijn, als hij het al heeft.
    ‘En waar denk jij dat ik wil hangen?’
    ‘Aan deze boom.’ Er hangt inderdaad een tak mooi over het bankje heen.
    ‘Til jij me dan even op, dan ga ik hangen.’ Op het moment dat hij me optilt en ik de tak beetpak voel ik een pijnscheut in mijn schouder. Ik brokkel af. 
    ‘Dit is geen goed plan, zet me maar neer.’ Meneer de sportbabe geeft niet op.
    ‘Je moet de Quad Superman doen.’ Hij wil maar dat ik ruimte creeer in mijn rug.
    ‘Jij ziet me al met mijn redelijke nieuwe broek op handen en voeten in de hei staan?’
    ‘Nee, op het bankje. Die is schoon.’ Hij legt alles opzij. Daar ga ik!
    ‘Quad Superwoman in opleiding,’ roep ik uit. Alles ten spijt. Het helpt geen moer.

Fazant
We lopen verder onder het blijvende geluid van schoten.
    ‘Even GoogleMaps checken op een militair oefenterrein.’ Waarbij Marcel duidelijk ergens anders is met zijn gedachten:
    ‘Aangezien het eten hier niet uit de lucht komt vallen: wat eten we vanavond?’
    ‘Tja, wat denk je van…’ Schot, pfiew, boem!
    ‘Valt daar nou zo een fazant voor onze voeten? Het eten valt hier wel uit de lucht.’
    ‘Wacht ik zoek zo even op hoe ik fazant lekker maak, eerst dat militaire oefenter… Oh het is een kleiduiven vereniging. Waar ligt die fazant?’ Marcel bukt en raapt iets op.
    ‘Oh wacht het is een schoteltje.’
    ‘Was een vliegend schoteltje!’

Nieuwsflits
    Ben ik zomaar op 841 woorden. Ik moet schrappen, maar heb juist nog meer te vertellen. Is dit einde blog?
    Ja, voor wie er genoeg van heeft.
    Nee, voor de diehards, de echte fans, de meegenieters. Kom, we wandelen verder. Het is niet ver meer.

Getetter

Ondertussen zijn we ver over de helft. Ik verheug me steeds meer op het steppingstonepad dat ergens in deze tocht verstopt zit. Zo ongeduldig als ik word, liggen ze daar ineens aan onze voeten. Zei ik al dat het druk was? Oh ja de P was vol. Nou, iedereen, vooral twee gezinnen, zijn hier waar wij zijn. Jammer, want soms kom ik op een magische plek waar ik heel graag even helemaal alleen ben. Dan wil ik ronddraaien, kijken en genieten van de verrassing en geen last hebben van tetterende kleine kinderen aan de ene kant en een gillend doerakkie aan de andere kant.
    Soms heb ik gewoon geen zin in kleine kindjes. Ik heb niet voor niets grote!

Turnarounder
We vervolgen ons pad en komen bij een brug met één zeer nadrukkelijke regel: Fietsers afstappen. Ik wandel relaxed over de brug en bekijk aan de overkant de reflecties in het water. Ik hou van reflecteren. Nee, niet op mezelf, dat brengt me nergens. Ik zie graag wat het water toont aan turnarouders, wat mijn insta- en facebookvolgers al weten.
    Precies op het moment dat ik een foto wil maken, racet een wielrenner zo snel de brug over dat mijn:
    ‘Afstappen!’ door niemand anders wordt gehoord dan Marcel en mij.
    ‘Jij zou natuurlijk afstappen,’ zegt mij lief zelfvoldaan. Hij kent mij.
    ‘Nee!’ Weg zelfvoldaanheid.
    ‘Dan zijn we nu gezakt als perfecte koppel.’
    ‘Hoe dat zo?’
    ‘Nou, in de Libelle…,’
    ‘Lees jij de Libelle?’
    ‘Ja, als ik een interessant artikel zie. Deze ging over de beste relaties.’
    ‘Gewonnen! Dat zijn wij natuurlijk.’
    ‘Ja, want blijkbaar zijn de mensen die veel knuffelen het meest gelukkig met elkaar.’
    ‘Kom hier, dat ik je knuffel!’
    ‘Nee, want ineens blijkt dat ik je niet genoeg ken. Ik zou toch durven wedden dat jij van je fiets afstapt bij zo’n bordje.’
    ‘Ach schatje, zo braaf was ik vroeger. Alleen met ander gespuis op de brug zou ik afstappen. Waarom anders?’ Mijn man kijkt sip.
    ‘Dus jij zit in het criminele circuit? Jij beland nog eens in de goot.’
    ‘Ja, schatje, elke nacht beland ik in de goot tussen jouw en mijn matras.’

Geweren
Om even verderop gewandeld, mannen te ontmoeten met geweren aan hun armen.
    ‘Goedemiddag!’, spreek ik ze vriendelijk aan. Eerder op onze wandeling werden we vriendelijk begroet door een heel stel jongeren. We waren daarvan onder de indruk, mooi niet dat aan de rand van de Randstad jongeren ons oudjes begroeten in het bos. Hier in Twente wel. Nu begroet ik deze mannen, wat ik nooit zou doen als Marcel er niet bij was. Wie weet is er een enge bij.
    ‘Goedemiddag,’ groeten ze terug.
    ‘Zijn jullie de mannen die al dat geschiet veroorzaakten?’
    ‘Nee, mevrouwtje, hoe komt u daar nu bij?’, zegt er een en drukt zijn geweer wat steviger in zijn elleboog. Ik geloof er niets van.
    ‘Oh, goed dan. Fijne dag verder.’ We lopen snel door en Marcel merkt op:
    ‘Geloof jij ze?’
    ‘Nee, natuurlijk niet. Ik ben wel blond, maar niet gek.’
    ‘Schatje, je wordt grijs.’
    ‘Ja boeie. Ik vind ze stom, ze konden op een foto in mijn blog. Maar ja, zij schoten niet.’
    Klinkt er ineens een schot achter ons!

Afsluiter
Het bleek de inleiding naar mijn laatste shot, want bijna aan het eind van de wandeling komen we bij een waterboog. Een kunstwerk, maar wat een cadeau. Moet je zien, hoe de zon van achter de wolken precies in die boog ons gedag zegt.
    Zeg ik het bij deze ook. Gedag!