zaterdag 24 augustus 2013

De hond uitgelaten



Wat één statusupdate op facebook niet kan doen!
   Ik schreef: ‘Even de hond uitlaten’ en wist dat verschillende vrienden het mee zouden lezen. Mijn moeder reageerde als eerste met: ‘welke hond?’ en een vriendin leek zwaar verrast, gezien de gebruikte vraagtekens: ‘???? Hond ????’.  Ze hoopte vast dat ik het meende, ze is zelf verzot op haar twee hondjes.

Blijkbaar wist ik mensen aan het twijfelen te krijgen. Misschien omdat ik wel meer onverwachte uitspattingen doe. Ik bedoel maar: nog steeds reageren mensen verrast op  het feit dat ik gaatjes heb. Alsof ze denken: of all people, Irene?! en kijken overduidelijk links en rechts of ze er werkelijk zitten. Ja echt er zitten knopjes in mijn oren.
   Een hond kan dan blijkbaar ook een serieuze aangelegenheid zijn?

Tel daarbij op dat ik van wandelen houd.
    Vooral in het weekend willen we nog wel in de buitenlucht te vinden zijn. Doch vier keer per dag aan de wandel met zo’n mops? Mij niet gezien en Marcel is nog onzichtbaarder! Daarbij denkend aan het huidige goede hondenbeleid; van dat je de hondenuitwerpselen op moet ruimen. Helemaal goed, maar sorry, mij niet gezien. Never nooit niet.

En ik heb mijn handen te vol. Onder andere aan de kids. Weliswaar in een veranderende rol, want ze worden ouder en gelukkig eigenwijzer. Maar ook een berg hobby’s, vrijwilligerswerk en andere bezigheden en verplichtingen krijgen mijn tijd. Ik kan en wil er geen harige viervoeter bij halen die ik ook weer op moet voeden. Ik denk dat ik zelfs de hond een plezier doe om ‘m niet aan te schaffen.

Wel heel frappant trouwens, dat als ik deze vier woorden opschrijf op facebook, er mensen bereid zijn het te geloven. 364 dagen per jaar lijkt het iets wat mensen zouden durven geloven. Doch opgeschreven op die ene dag in het jaar, 1 april, had niks niemendal ook maar durven denken dat het waar is. Dat vind ik echt lollig.
   Als levende 1-april-grap (tenslotte is dat mijn verjaardag) lijkt het me geweldig leuk om de hele boel werkelijk eens in de maling te nemen. Hoe? Dat weet ik ook nog niet. Mensen zijn op hun hoede, maar weet jij iets? Laat me maar weten.

Een goede grap… Alsof ik altijd de grappenmaker wil zijn. Nee zeker niet. De mensen die dichterbij mogen komen, kennen ook mijn andere kant. Er is heus meer dan een lolbroek. Alleen hier op blogspot en ook op facebook gaat het mij om de lol, de leuk, een lach en soms een traan, een tekst, een foto. Maar schrijf ik vooral niet graag dat ik een vreselijke chagrijnbui heb, dat ik pijn heb of me rot voel. Waarom zou ik?

Dan roep ik liever naar boven en schrijf ik op facebook: ‘Even de hond uitlaten.’ Geen boe of bah klonk van boven terug. Ze zijn gewend aan onzinnige uitspraken die nergens op slaan en ik trok de deur achter me dicht.

Eerlijk is eerlijk: ik was niet te genieten. Ik gromde en grauwde, zou het liefst luid van me af blaffen. Hoe dat kwam, laat ik in het midden. Echter om mijn negatieve houding en gemopper waar ikzelf het meest last van had in te dammen, bedacht ik dat ik maar eens een luchtje moest scheppen. Even lucht geven aan het gegrom en geblaf in mij.

Het werkte!!!
   Een paar straten verderop, uitkijkend over het water, viel mijn oog op een bloem. Rustig drijvend op het water. Ze had haar zacht roze en witte bloemblaadjes helemaal open als wilde ze elke zonnestraal in zich op nemen, niets verloren laten gaan. Ik bedacht dat ik dat ook moest doen. Armen wijd open spreiden, hoofd omhoog en zo de zonnestralen opvangen op mijn huid, het licht door mijn ogen binnenlaten. De frisse wind voelen. Zo stond ik daar eventjes en voelde de warmte van de zon, het licht van haar stralen, als een sussende zoen op mijn dag.

De hond heb ik daar maar gelaten. Geen geblaf en gegrom meer gehoord.

zaterdag 17 augustus 2013

Ontploppen & opslurpen


Het zal niet snel gebeuren dat Marcel iets doet in huis, hij mág namelijk niets doen. Daar is over nagedacht. Weet je wat het is? Als ik hem vraag iets te doen, dan klinkt al snel: ‘Dat moet toch makkelijker kunnen,’ of ‘kan dit niet sneller?’ Alsof ik niet weet ik niet waar ik mee bezig ben. Ik ben hier de gediplomeerde gezinsverzorgende. Hoezo denkt hij dat het makkelijker en met minder energie ook nog eens beter kan?!

Eén ding doet hij wel: tafel afruimen. Als de beste! Alles verschuift van de tafel naar het aanrecht, waarna ik het in de vaatwasser doe, want hij ruimt die zo onzuinig in! Laat mij maar. Waar het aanrecht helemaal mijn domein is, doet hij de afzuigkap met de beste zorg en middelen. Het zit ‘m in zijn lengte. Hij kan er zo gemakkelijk bij en maakt hem blinkend schoon. Geen commentaar uit mijn strotje, maar lof!

Zo weet je de perfectionistische truttebol in mij. Heel vermoeiend hoor, om met mij samen te leven. Of eigenlijk niet, want ik doe het allemaal zelf wel. Een ander doet het toch niet goed. Hij kan lekker op de bank hangen. Daar is hij de perfectionist.

Maar laatst even niet. Onze kleinste holbewoner had een beeldhouwwerk gemaakt van een of ander ondefinieerbaar bouwmateriaal. Constant komen er stofdeeltjes af. Daarom mocht het pas naar binnen als het zo stofvrij mogelijk was en pakte manlief de stofzuiger ter hand. Dat was eigenlijk een foto waard.

Echter die stofzuiger is niet de nieuwste meer. Onze tweede en niet oud genoeg voor vervanging. De eerste stofzuiger, staat op de zaak, stamt van onze beginjaren. Een superapparaat van Philips met de naam ‘Oslo’. Na heel wat jaren was het niet meer wat ik wilde en kochten we een nieuwe. Geen Philips… Stom!

Deze nieuwe kwam als beste uit de test. Doch achteraf niet zo’n beste koop.
Met drie kleine wielen, één voor, twee achter, verwachtte ik dan ook dat deze stofvreter tegen een stootje kan? Dat ie me moeiteloos en gehoorzaam over een drempel volgt.
Daar dacht hij anders over. Al binnen een paar maanden zei één wieltje ‘krak’ en rolde mijn kant op. Dat was de linker. Om niet lang daarna de voorste te zien rollen. Veel problemen gaf het wonderwel niet, want meneer schoof netjes achter me aan. Geen krasje op mijn laminaatvloer.

Nog wat later, begaf het opslurpmechanisme van de snoer het. Je weet wel, je houdt een knop ingedrukt en de stofzuiger slurpt het snoer in. Opgeruimd staat netjes. Kon ik alle rommel in huis maar zo laten opslurpen. Nu was het mechanisme stuk en onderwierp mijn handige manneke het geheel aan een innerlijke check om te constateren dat het onherstelbaar kapot was. Zo rol ik al maanden de snoer handmatig op. Je denkt toch niet dat ik ‘m opslurp?

Ondertussen schuift ook de stang steeds uit de slang. Heel onhandig, maar heb ik zelf opgelost met een stukje crêpetape aan de buitenkant van de slang. De stang zit er weer even wat strakker omheen. Waarop nu om de haverklap de slang van de stofzuiger schiet. Ben ik net lekker bezig, vliegt de slang van links naar rechts door de kamer. Ik vond de zuigkracht al zo laag.

Maar klagen? Nee! Hij doet het toch? Hij zuigt prima, met wat aanpassingen.

Komt Marcel na het zuigen van het beeldhouwwerk chagrijnig binnen?! Gewoon beangstigend. Hij smijt met de buitendeur, ramt de trapkast open, zet de stofzuiger ruw in de kast en ploft op de bank, laptop op schoot: ‘We gaan NU op zoek naar een nieuwe stofzuiger!’ Kijkend naar bovenstaande zie ik zijn punt luid en duidelijk.

Zo werd in no time een nieuwe stofzuiger besteld en een dag later: ‘Tring’, staat Ali met een groot pak in zijn handen bij de deur. Van verre zie je al: een Philips stofzuiger. We gaan voor GOED koop. Ik volg voor één keer Marcel in zijn voetsporen en zet de boel in elkaar zonder de gebruiksaanwijzing te raadplegen. Ik weet toch wel hoe een stofzuiger werkt en zet ‘m aan.

Wow!!! Is dit wel een stofzuiger? Hij zuigt zo hard, dat ik het mondstuk niet van de vloer krijg. Volgens mij wil ie mijn hele vloer opzuigen. Wat een power! Als ik ‘m nou eens in de lucht houdt, verdwijnt dan alle stof erin? Gaaf!

Oké, de borstels worden ontplopt, want hoe noem je het als je met zo’n voetpedaaltje de stand van de borstels verandert? Na het zuigen van de kamer besef ik: het was echt behelpen met dat haperende ouwe apparaat. Die dumpen was wijs.

Oh ships, ik haper ook aan steeds meer kanten. Word ik nou binnenkort ook ruw gedumpt en vervangen? Laat ik maar even minder piepen.

zondag 11 augustus 2013

Schietpartij


Vanaf 2 mei 2014 is mijn boek ‘Vanuit mijn eierdopje’ te koop.

Deze spannende blog, waarin ik werkelijk de bangste blijk, maar het niet had gedacht, is daarin terug te vinden, samen met 25 andere blogs.

Ik garandeer je een lach, bij het lezen van elke blog hier, maar misschien wel een grotere lach bij het lezen van mijn boek. Daar zijn namelijk mijn beste blogs te vinden.

Wil je mijn boek bestellen? Klik dan op de foto van mijn boek en je komt vanzelf op de site van boekscout.

Een echte fan bestelt ‘m!

zondag 4 augustus 2013

De prinses op het frotje

Onderweg naar een zonnig oord en 27 keer luisteren naar deel 1 t/m 6 van de Efteling-luistersprookjes, zijn mijn hersenen zo gespoeld, dat ik niet anders kan dan te beginnen met:

Er was eens…

… een prinses die woonde in een prachtig kasteel. Het was precies groot genoeg voor haarzelf, haar lakei, hofdame en hofnar. Ze hoefde maar te knippen met haar vingers en daar stond meestal haar lakei voor haar klaar. Ze had alles wat haar hartje begeerde, woonde echter in een verkeerd koninkrijk.

In het rijk waar zij woonde zijn de winters lang en koud en de zomers nat en kort. Zo droomde ze van zonnige oorden en besloot te vertrekken. Ze zette haar hofdame en lakei aan de kant om zelf haar spullen in te pakken. Zij moesten hun eigen benodigdheden maar uitzoeken. Zomerjurken, zonnehoed, zonnebrand, bikini en teenslippers vonden hun weg naar de koffer en een dag later vertrok de delegatie in een door de lakei schoon en opgefriste rijtuig met daarachter een opvouwbare kasteel.

Na een paar uur bereikten ze de grens van een andere koninkrijk, betaalden netjes de tolheffing en ontvingen toestemming het land te doorkruisen. Hoe verder ze kwamen hoe kleiner de wolken en hoe feller de zon! Dit voelde als een warm welkom in dit land en zette de hofdame aan het werk: ze mocht koele lucht de ruimte in waaieren.

Eenmaal op de eindbestemming werd het kasteel uitgeklapt en een uur later genoot de prinses van haar eerste Wiener Melange sur place. Geen uitzicht over zee, maar die wist ze om de hoek. Morgen zou ze daar heen gaan.

Eerst wilde ze een spel doen. Een of ander spel dat speciaal in dit land thuishoort met ieder drie blinkende, zware ballen en één klein balletje voor het spel. De grote ballen moesten zo dicht mogelijk bij de kleine en ze smeekte haar personeel om vooral eerlijk te spelen. Ze hoeft niet perse te winnen, kon wel tegen haar verlies. Zo leed ze zes van de zeven potjes verlies. Best zielig, zo vond ze, maar huilen? Nee, dat deed ze niet, zelfs niet stiekem in bed.

Haar bed…
   Ze miste eigenlijk wel haar zachte bed van thuis. Hier lag ze nu in een slaapzak, een tweepersoons nog wel, want stiekem slaapt ze met de lakei. Niet dat het een geheim was, maar er werd ook niet over gepraat. De hofdame en hofnar vonden het maar wat mooi. Die hielden wel van deze romance. Ze waren zelf ook verliefd, niet op elkaar, nee zeg… maar wel verliefd.

Nu weet je toch dat prinsessen een zeer gevoelige huid hebben?! Teer en fijntjes als ze zijn voelen ze elk kreukel in hun bed. Heb jij ooit in een slaapzak geslapen of zelfs in een tweepersoonsslaapzak als het heet is? Dan weet je ook dat doordat de rits wat verder open is de hele boel onder je op kan frotten. Zo lag de prinses niet prinsesjesheerlijk in haar bed, maar op een frotje. Ze kon er gewoon niet van slapen.  Dit kamperen is haar niet te gek, maar slapen op een frotje, dat is een krampeer-situatie te ver. Door slechtere nachten wordt ze dan ook overdag wat luier.

Dat uit zich vooral tijdens een dagje strand. Bepakt en bezakt loopt het stel naar het strand. Ieder draagt iets, de lasten worden verdeeld om vervolgens zich te nestelen op het strand. De prinses geniet! Ze tuurt urenlang over zee, leeft mee met de anderen in de golven en ziet ze tuimelen en drijven met hun bodyboards. Ze smeken haar mee te doen en als ze zich verzekerd heeft van geen haaien en ander gespuis, raapt ze de moed bijeen en stapt in zee. Ze weet de lakei op het strand, hij beschermt haar spullen en geniet daarom extra zorgeloos van de verkoelende golven.

Helaas, moet ook zij, na een lange stranddag kasteelwaarts. De duin op en duin af en loopt stilletjes achter haar lieve lakei aan. Hij droeg een zware rugzak met uitgebreide snoepvoorraad, een luxe parasol, een helder blauwe strandstoel en sleepte een bodyboard achter zich aan waar de handdoeken en picknickkleed op een frotje lagen. Zij wilde daar zitten, als het moest zelfs op dat frotje.
   Ze keek haar geliefde lakei smekend aan, waarop hij haar liet plaatsnemen op de bodyboard. Ze kwamen echter geen centimeter vooruit. De handdoeken waren namelijk te zwaar.

Juist op dat moment kwamen er voorbijgangers langs die voor haar onverstaanbaar in hun moedertaal mompelden. De lakei sprak de taal een beetje en vertaalde wat er gezegd werd: ‘Het is toch een schande dat die man, die vrouw helemaal die heuvel af heeft moeten slepen…’

Als ze terugkijken, zien ze inderdaad in het zand vanaf de duin een heel spoor…

… en ze lachte nog heel lang en gelukkig.