Het moet Benjamin zijn opgevallen
hoe weinig mensen lachen, want hij bedacht een actie. Hij is duidelijk mijn
zoon, want hij wil net als ik mensen zien lachen. Het is wat mijn boek zegt (ik citeer
mezelf):
‘…mijn grootste wens? Jou te
zien lachen, het liefst elke dag.’ Ik schrijft blogs, Benjamin gaat voor iets
anders.
‘Papa, kan jij grote stukken
karton meenemen?’
‘Hoe groot?’
‘Zo groot mogelijk.’ Zo komt meneer
thuis met stukken karton waar me de lach van verschiet. Nog amper binnen vonden
ze door de pui hun plek op de grasmat. Gebroederlijk werkten zoon en vader met
duct tape en ander gereedschap aan een groot kartonnen rond geval. Als laatste
werd mij gevraagd om kwasten en verf en een half uur later stond ik oog in oog
met een joekel van een smiley. Eén keer raden hoe ik terug keek.
Het opbergen was niet eenvoudig, want in de huiskamer zou hij enorm in
de weg staan en zou het lachen iedereen vergaan. Maar gelukkig kon ie nog net
door de schuurdeur en mocht daar een nachtje voluit lachen.
‘En wat is de bedoeling met die
smiley?’, vroeg ik de volgende ochtend.
‘Ik ga vanmiddag met Piet
(leuke pseudoniem dacht ik zo) naar het centrum om mensen te laten lachen.’
‘Wat een fantastisch plan! Kom
maar op met meer smiles op straat.’ Ik
werd reuze blij van het idee. Tot zoonlief thuiskwam.
‘Waar is Piet?’
‘Hij kan niet.’ Ik hoorde
onuitgesproken teleurstelling in die woorden. ‘Mama, wil jij mee?’ Klonk onverwacht
hoopvol. Nou ben ik voorstander van doe-vooral-niet-normaal-en-bovenal-gek,
maar stiekem ging dit mij te ver. Echter het troosteloze bekkie van mijn zoon
kon ik niet negeren. Deze actie zat in zijn kop, nu moest het in mijn benen
komen.
‘Oké, ik ga mee!’ Was de smile op het karton al kolosaal, die van
mijn zoon werd per direct grootser.
We trokken hem de smiley aan en vertrokken. We moesten een kilometer
lopen tot het centrum, maar even wist ik niet hoe daar te komen. Ik zag geen beren,
maar lantaarnpalen, struiken, bomen, paaltjes en brievenbussen op de weg.
Echter eenmaal de brandgangen uit kreeg ik er vertrouwen in.
Hoewel ik Benjamin niet kon
zien, zag hij alles. Hij vond al snel eigenvoetig zijn weg langs eerdergenoemde
beren. Daar waar hij dwars zijn weg moest vervolgen, hielp ik even mee, want opzij
kijken kon hij niet.
Uiteraard waren onderweg de reacties al koddig. Van het totaal willen negeren
tot mondhoeken die van laag naar hoog gingen; van vragende blikken tot
opgestoken duimen, we ontmoetten het allemaal. Om in het centrum alles van dichterbij
te ervaren.
Mensen liepen alle kanten op,
maar konden niet aan ons voorbij. De meesten werden geïnfecteerd door de smile en lachen hopelijk nu nog. Anderen
wisten niet waar te kijken. Dan klonk weer binnensmond gegrinnik, een ander
keer hard gelach. Sommigen kwamen op ons af, te nieuwsgierig om door te lopen, met
de vraag waar dit vanuit ging. Alsof we een reclamestunt uithaalden of geld
wilden voor een goed doel. Het leukst waren de mensen die op de foto wilden met
deze geniale glimlach.
Waar wij echter een gratis smiles
‘verkochten’ maakten we onverwacht ook vijanden. Het was niet in ons opgekomen
dat honden doodsbang zouden zijn. Twee hondenbaasjes raakten hun glimlach kwijt
en keken ons aan met hun donkere blik. Die van één bazinnetje was zelfs
dodelijk als het mogelijk was geweest. Even dacht ik: jammer dan. Ik ben mijn
leven lang bang voor honden. Wat is dat tegen een kwartiertje angst van hun zijde?
Een kwartiertje tegen een mensenleven…
Over een mensenleven gesproken. Ik heb even gehuiverd voor het leven van
Benjamin zelf. Niet dat een hond hem aanviel. Maar de hitte wel. Met maar één
gat, die waar zijn benen doorheen gingen, was er geen doorluchting. Bij 33
graden Celsius, werd het behoorlijk heet daar binnen. Vandaar dat meneer onderweg
al zijn shirt uit had gedaan. Hij zei:
‘Niemand ziet me, niemand kent
me, dit moet uit!’
‘Zoals ze het ook niet zouden
zien als jij in je onderbroek zou lopen. Moet je broek ook uit?’ Terwijl ik smakelijk
kon lachen om het idee van een bijna blote Benjamin in die smiley, liet hij zijn
bezwete t-shirt op de grond vallen.
Zoals ik nu door de smile val,
want wat ik hier probeer te vertellen in 792 woorden, moet je gewoon zien. Alles
onder het mom van: blogger steunt vlogger.
Zal Benjamin zeggen:
‘Mam, ik ben DIE YouTuber!’ Dat
is nou typisch Benjamin.
Enne, als je nou gelijk even abonneert op zijn kanaal, dan bezorg je hem
een dikke smile.
https://www.youtube.com/bennyproductionsofficial
ps. Met dank aan Rivka, voor het pakje sap!