Is de Kristalzegel-actie
nu eindelijk afgelopen? Dit is écht de langslopende verleidingsstunt die Albert
Heijn ooit had. Ik heb er mijn kristal allang uit geslagen. Zelfs Marcel moet
toegeven dat de nieuwe witte wijnglazen sjiek staan op de keurig gedekte tafel
en pakt er één.
‘Weet je dat het geen echt kristal is?’ Echt iets
voor hem om mijn glinstering te verpesten.
‘Wat maakt het uit? Of ze wel of niet van gekristalliseerd
kwarts zijn, de glazen staan mooi op tafel!’
Marcel krijgt geen
kans om te reageren want mijn neef stap ons huis binnen. Hij komt zijn meissie
ophalen, nadat ik een dagje heb opgepast. Hij ziet een paar zegels op tafel
liggen.
‘Hé, spaar jij die kristalzegels ook?’
‘Eigenlijk niet meer, maar wil jij ze hebben?’ Meneer
begint te glunderen.
‘Graag!’
‘Als grootgrutter van dit huishouden zal ik jou
ook wel even aan nep-kristal helpen.’
Vandaar dat er elke
week een envelop met zegels in de oppastas van de kleine meid verdwijnt. Ik kan
de zegels ook los in de tas gooien, maar dan komen ze eerder in de luiers en
dus om de billen van het kind terecht dan in het zegelboekje. Of erger, de
zegels worden pas gevonden als de actie allang vergeten is. Ik hoor hem al
vragen:
‘Doe je geen boodschappen meer bij AH?’
‘Wat loop jij nou te vloeken? Hoezo?’
‘Ik krijg geen zegels meer van je.’ Als ik
dan in de tas duik, pak ik er weet-ik-hoeveel zegels uit.
‘Denk je nou werkelijk dat ik mijn grote
vriend vaarwel zeg? Ik kan niet zonder Albert.’
Ik kan hier en nu, met een Albert Heijn
medewerker als volger, natuurlijk niet vertellen dat ik regelmatig bij de Jumbo
te vinden ben. Ik kijk wel uit!
Krijg ik vandaag
een bedankje van zijn wederhelft.
‘Gaaf dat je die zegels steeds in een envelop
doet.’
‘Ja, zo raken ze niet zoek.’
‘Inderdaad, maar kan je er de volgende keer een
postzegel bij doen?’
En ik maar denken dat het om de kristalzegels
gaat.
‘Hé, weet je wat? Doe er dan ook een leeg vel
briefpapier bij.’
‘Goeie, ik heb wel mooi schrijfpapier. En wie
ga je schrijven?’
‘Uhm ja, jij bent hier de schrijver toch?’ Dat
is een understatement.
‘Ja!’
‘Als jij nou ook eens de brief schrijft.’
Zo zit ik hier en wil
beginnen. Ik weet alleen niet aan wie ik deze brief moet schrijven. Is het een sollicitatiebrief,
ontslagbrief of liefdesbrief? Ineens bedenk ik dat deze lieve mensen nooit
verjaardagskaarten versturen. Met dat in gedachten weet ik wie ik ga schrijven.
Hier een voorbeeld:
Allerliefste
geweldige jarige,
Er
is er één jarig… hoera hoera! Dat ben
jij, de allerbeste!
Nooit
verwacht, maar nu gekregen. Post van ons op je verjaardag. Al die jaren vergaten
we je te verrassen met een felicitatie. Echt suf van ons. We schamen ons diep!
Je bent juist zo’n bijzonder perfect mens. Je
bent er altijd voor ons. We kunnen oeverloos op je terugvallen en weten dat je steeds
weer met een luisterend oor klaar staat. Je bent een mens uit duizenden! Jij de
beste, de knapste en grappigste. Je bent bijzonder. Dat je dat maar weet.
We
zijn blij dat je bestaat! Daarom via deze weg een dikke zoen en heel veel liefs
en zoentjes ook van ons meissie. Ze is gek op je, dat weet je toch?Je zit in
haar hart. Voor altijd!
We
wensen je een heerlijke dag, vol verrassingen. Dit is er één van!
Dikke
zoen,
Je
neef, nicht en dochtertje.
XXX
Je zou ‘m maar
krijgen hè?
Daar zeg ik wat. Zelfs in adressen zijn deze
mensen niet zo goed. Ik betwijfel bijvoorbeeld of ze het adres van zijn moeder
in Amerika weten? Daarom schrijf ik voor hun gemak het bestemde adres alvast op de
envelop en plak er een kristalzegel… sorry, postzegel op.
Blijft hier nog één
uitdaging. Hoe krijg ik deze mensen zover dat deze brief 31 maart in de brievenbus
beland?
Oplossing: ik zet een reminder in mijn telefoon
op 30 maart. Dan stuur ik hen een appje dat de brief morgen op de bus moet,
kunnen ze ‘m klaar leggen en weer een dag later krijg ik post op mijn
verjaardag!
Hoera! Dat wordt zeker een verrassing!