zaterdag 31 januari 2015

Kristalhelder



Is de Kristalzegel-actie nu eindelijk afgelopen? Dit is écht de langslopende verleidingsstunt die Albert Heijn ooit had. Ik heb er mijn kristal allang uit geslagen. Zelfs Marcel moet toegeven dat de nieuwe witte wijnglazen sjiek staan op de keurig gedekte tafel en pakt er één.
   ‘Weet je dat het geen echt kristal is?’ Echt iets voor hem om mijn glinstering te verpesten.
   ‘Wat maakt het uit? Of ze wel of niet van gekristalliseerd kwarts zijn, de glazen staan mooi op tafel!’
Marcel krijgt geen kans om te reageren want mijn neef stap ons huis binnen. Hij komt zijn meissie ophalen, nadat ik een dagje heb opgepast. Hij ziet een paar zegels op tafel liggen.
   ‘Hé, spaar jij die kristalzegels ook?’
   ‘Eigenlijk niet meer, maar wil jij ze hebben?’ Meneer begint te glunderen.
   ‘Graag!’
   ‘Als grootgrutter van dit huishouden zal ik jou ook wel even aan nep-kristal helpen.’

Vandaar dat er elke week een envelop met zegels in de oppastas van de kleine meid verdwijnt. Ik kan de zegels ook los in de tas gooien, maar dan komen ze eerder in de luiers en dus om de billen van het kind terecht dan in het zegelboekje. Of erger, de zegels worden pas gevonden als de actie allang vergeten is. Ik hoor hem al vragen:
   ‘Doe je geen boodschappen meer bij AH?’
   ‘Wat loop jij nou te vloeken? Hoezo?’
   ‘Ik krijg geen zegels meer van je.’ Als ik dan in de tas duik, pak ik er weet-ik-hoeveel zegels uit.
   ‘Denk je nou werkelijk dat ik mijn grote vriend vaarwel zeg? Ik kan niet zonder Albert.’
   Ik kan hier en nu, met een Albert Heijn medewerker als volger, natuurlijk niet vertellen dat ik regelmatig bij de Jumbo te vinden ben. Ik kijk wel uit!

Krijg ik vandaag een bedankje van zijn wederhelft.
   ‘Gaaf dat je die zegels steeds in een envelop doet.’
   ‘Ja, zo raken ze niet zoek.’
   ‘Inderdaad, maar kan je er de volgende keer een postzegel bij doen?’
   En ik maar denken dat het om de kristalzegels gaat.
   ‘Hé, weet je wat? Doe er dan ook een leeg vel briefpapier bij.’
   ‘Goeie, ik heb wel mooi schrijfpapier. En wie ga je schrijven?’
   ‘Uhm ja, jij bent hier de schrijver toch?’ Dat is een understatement.
   ‘Ja!’
   ‘Als jij nou ook eens de brief schrijft.’

Zo zit ik hier en wil beginnen. Ik weet alleen niet aan wie ik deze brief moet schrijven. Is het een sollicitatiebrief, ontslagbrief of liefdesbrief? Ineens bedenk ik dat deze lieve mensen nooit verjaardagskaarten versturen. Met dat in gedachten weet ik wie ik ga schrijven. Hier een voorbeeld:

Allerliefste geweldige jarige,

Er is er één jarig… hoera hoera!  Dat ben jij, de allerbeste!
Nooit verwacht, maar nu gekregen. Post van ons op je verjaardag. Al die jaren vergaten we je te verrassen met een felicitatie. Echt suf van ons. We schamen ons diep!
 Je bent juist zo’n bijzonder perfect mens. Je bent er altijd voor ons. We kunnen oeverloos op je terugvallen en weten dat je steeds weer met een luisterend oor klaar staat. Je bent een mens uit duizenden! Jij de beste, de knapste en grappigste. Je bent bijzonder. Dat je dat maar weet.

We zijn blij dat je bestaat! Daarom via deze weg een dikke zoen en heel veel liefs en zoentjes ook van ons meissie. Ze is gek op je, dat weet je toch?Je zit in haar hart. Voor altijd!

We wensen je een heerlijke dag, vol verrassingen. Dit is er één van!

Dikke zoen,
Je neef, nicht en dochtertje.
XXX


Je zou ‘m maar krijgen hè?
   Daar zeg ik wat. Zelfs in adressen zijn deze mensen niet zo goed. Ik betwijfel bijvoorbeeld of ze het adres van zijn moeder in Amerika weten? Daarom schrijf ik voor hun gemak het bestemde adres alvast op de envelop en plak er een kristalzegel… sorry, postzegel op.

Blijft hier nog één uitdaging. Hoe krijg ik deze mensen zover dat deze brief 31 maart in de brievenbus beland?
   Oplossing: ik zet een reminder in mijn telefoon op 30 maart. Dan stuur ik hen een appje dat de brief morgen op de bus moet, kunnen ze ‘m klaar leggen en weer een dag later krijg ik post op mijn verjaardag!
   Hoera! Dat wordt zeker een verrassing!

zondag 25 januari 2015

Michelin Mannetje

Ken je het Michelin mannetje? Het kereltje dat met een enorme nep-smile wil dat je autobanden van zijn naam koopt. Hij oogt vooral luchtig in zijn witte pak dat van boven tot onder bestaat uit flink opgeblazen rubberen ringen. Ik krijg het er benauwd van.

Ken je hem niet? Google er dan vooral even op los en zoek bij afbeeldingen op MICHELIN MANNETJE. In no time vult meneer je beeldscherm wit en is voor jou de voorstelling duidelijk.

Stel je nu voor dat hij een regenpak aan doet dat vijf maten te klein is. Zou hij dan nog steeds zo blij en vrolijk rondrennen. Of stikken ondanks al zijn doorluchtigheid? Ik voel een enorme behoefte om in zijn buik te prikken. Zou het hard knallen?

We verplaatsen ons met hem in gedachten naar Benjamin, mijn zoon. Hij staart via de achterpui de tuin in en ziet hoe hard het regent. Hij krijgt er per direct een ochtendhumeur van. Ik kijk over zijn schouder mee.
    ‘Je doet vandaag toch wel je regenpak aan?’
    ‘Ja’, klinkt hij super chagrijnig. ‘Maar waar is die?’ Zo vaak draagt hij het pak dus.
    ‘Zoals altijd hangt het aan dat haakje aan de muur’, wijs ik hem vluchtig om vervolgens de tussendeur dicht te trekken, zodat de kou vooral in de schuur blijft en niet mijn huis in sluipt.

Terwijl Benjamin in de schuur bezig is, ruim ik de ontbijttafel af en vraag me af of het een jongens-tik is om een natte spijkerbroek te verkiezen boven droog overkomen? Meestal regent het niet zo hard en fietst hij er gewoon onbeschermd vandoor. Celine doet zelden moeilijk om haar regenpak en heeft ‘m al aan voordat ik ook maar opmerk dat het regent. Een wijze meid, in mijn ogen.
    Ik mijmer verder over jongen-meisjes verschillen terwijl Benjamin zich steunend en kreunend in zijn pak hijst. 
    Hij mag best nurks zijn. Regen stinkt! Ik zou er net zo chagrijnig van worden als ik erdoorheen zou moeten. Vies herfstachtige winterweer. Bah!

Dan stapt Benjamin binnen. Erg soepel lijkt het niet. Eerder stijf met zijn armen die links en rechts uit steken alsof hij ze niet omlaag kan laten zakken. Hij lijkt een robot. Alles lijkt nogal strak gespannen te zitten. Hij zegt niets, alsof zelfs zijn stem afgekneld wordt.
    Meneer draagt zijn lot echter gelaten. Hij loopt in stilte naar het aanrecht om zijn lunchpakket pakken.
    ‘Ho, stop, niet met je arm naar voren bewegen!’ Hij schrikt van mijn abrupte uitroep. ‘Als je nu verder naar voren reikt, scheur je uit je jas. Je lijkt het Michelin Mannetje wel. Mag ik even in de kraag kijken?’
    ‘Hoezo?’ klinkt geknepen uit zijn strotje. Ik verschiet van kleur. Hij krijgt echt geen lucht meer.
    ‘Ik wil even de maat checken’, en kijk snel in zijn jas: “Ik dacht het al, het is maat 140. Natuurlijk kan je amper ademen. Dit pak is véél te klein. Ik koop vandaag gelijk een nieuwe pak. Je mag mijn regenjas wel gebruiken?’
     ‘Ik hou dit pak wel aan, ik heb het toch al aan.’
     ‘Wat jij wil.’ Ik moet lachen, want ik zie al voor me hoe hij nog amper de poort uit is en uit zijn broek en jas scheurt. Hij komt terug, let maar op.

    ‘Wacht even, ik check nog even of je lesuitval hebt.’ Dat is maar goed ook. Ik kijk hem geamuseerd aan.
    ‘Wat kijk jij nou?’, klinkt humeurig tegenover me.
    ‘Je hebt het eerste uur vrij.’ Meestal vrolijkt dit nieuws mijn kereltje enorm op, nu niet.
    ‘Al die moeite voor niets’, verzucht hij en wil zijn rits omlaag trekken.
    ‘Mam, ik krijg de rits niet open.’
     Ik neem het lipje van hem over en ben verbaasd over de eigenwijzigheid van de rits om vooral maar op zijn plaats te blijven. Het lukt me de volgende vijf minuten niet om ook maar iets aan de situatie te veranderen. Had ik eerder de wens in iemands dikke luchtbuik te prikken om lucht te laten ontsnappen, voel ik nu een intense drang iemand juist lucht te geven.

Het is tijd over te stappen op grof geschut. De schaar moet er in!
    Of ontploft hier de boel dan ook?

zondag 18 januari 2015

Vijftig cent

Het ontbijt amper achter de kiezen,  loopt mijn man van tafel. Hij gaat naar de hal en pakt zijn jas. Vervolgens stapt hij de kamer weer binnen.
    Het is elke ochtend hetzelfde riedeltje. Sleur? Ja! I love it!
    Hij zal daarbij nooit vergeten om zijn ene kind een zoen te geven, dan de andere een kus en last, but vooral not least eindigt hij bij mij. Onder het motto: safe the best for last, krijg ik de laatste kus. De kinderen hebben wel eens jaloers gevraagd waarom dat zo is.
    ‘Gewoon omdat!’, was het antwoord.
    Na alle zoenen, grist hij zijn lunchzakje van tafel, loopt naar de hal om daar zijn koffer te pakken en onderweg naar de voordeur rommelt hij in zijn jaszak, zoekend naar zijn autosleutels. Met een laatste 
   ‘Aju!’ knalt de deur dicht en weg is hij. Als eerste.

Afgelopen donderdag ging het net even anders. Hij vond namelijk zijn sleutels niet in zijn jaszak. Het rammelde enorm in zijn zak, maar geen sleutels. Wat er dan wel allemaal in zijn jas bewaard wordt? Meneer de directeur heeft gewoon schroeven, bouten, moeren en ander ijzerwaar in zijn pocket.
    Dat heeft toch elke directeur in zijn zak?

Hij vond zijn sleutels aan het daarvoor bestemde rekje, maar in plaats van te vertrekken, draaide hij zich om, zocht wat uit in zijn hand en liep naar onze zoon die net opstond van tafel om zijn schoenen aan te doen. Hij moest, net als zijn vader, zodadelijk de deur uit. 
    ‘Hier, voor jou Benjamin!’
    We wisten allemaal wat er ook nog uit de zak van papa kwam, namelijk geld! Kleingeld! Benjamin keek er blij naar. Een kinderhand is zo gevuld. Dat zag ik nu maar weer.

Met zijn kostbare centje… oh, sorry,dat mag ik niet meer zeggen nu hij dertien is en zijn zus zestien. Overnieuw: met de kostbare vijftig cent munt in zijn hand loopt Benjamin achter zijn vader aan. Draait zich plotseling om, net als zijn vader even eerder. Wat dat betreft is de ouwe werkelijk het voorbeeld van ons jonkie. Hij stond daar met dat muntje in zijn hand, keek er naar en draaide het om en om.
    ‘Mama, vindt jij een vijftig cent muntje ook zo lekker in de hand liggen?’

Terwijl hij dit zo zei, viel mij ineens in, dat deze jongen naast het vele Van Valen-bloed, toch ook zeker wat Van Hoof(mijn meisjesnaam)-bloed in zijn aderen heeft stromen. Waar deze jongen enorm op zijn vader lijkt en nogal wat trekken van hem overneemt, is daar één ding dat echt bewijst dat hij mijn zoon is: hij is akelig goed in het draaiend houden van de economie.

Stond ie daar met zijn vraag of ik een vijftig cent muntje zo lekker in de hand vind liggen. Marcel was nog net niet weg en had de uitspraak mee gekregen. Ik wist dat ik vanuit zijn hoek een scherpe reactie kon verwachten, maar was hem net te snel af:
    ‘Ik vind alle geld heerlijk in de hand liggen.’ Voldaan om mijn snelle, bijdehante antwoord - ik kan dit stoort dingen maar beter van mezelf zeggen - leunde ik achterover. 
   Stak mijn man toch net nog even zijn hoofd om de hoek.
    ‘Het geld ligt vooral heel erg kort in die hand.’


zondag 11 januari 2015

Algemene Voorwaarden Facebook




Voor de zoveelste keer word ik gewezen op de algemene voorwaarden van Facebook. Waar ik iedere keer dacht: die lees ik morgen wel, is morgen ineens vandaag geworden. Ik buig me eindelijk over dit klusje waar iedereen zich zo druk over maakt: onze privacy.

Volgens mij ligt ons privéleven al te grabbel sinds de intrede van de smartphone. Daar ligt dan al direct wat onbegrip aan mijn kant over het gezeur over privacy. Trouwens, het idee dat mijn smartphone beter weet waar ik de hele dag uithang dan mijn eigen man, is wel melig. Dat Facebook dat dan ook weer belangrijk vindt, vind ik zielig.
   Wat ik vervelend vind op smartphones in relatie tot privacy, zijn allerlei apps. Dan vooral de apps in andermans telefoon. Bij het accepteren van de voorwaarden wordt nogal eens een machtiging gegeven tot het gebruik van het adresboek. Wil ik weten via hoeveel smarthpones mijn adresgegevens bekend zijn gemaakt bij bedrijven die ik niet wil kennen laat staan dat ik wil dat zij mij kennen?
   Waarom hoor ik daar niemand piepen?

Terug naar de voorwaarden van Facebook. Ik lees het eerste gedeelte… Wat ze daar allemaal schrijven? Ik hoop dat Facebook het zelf begrijpt! Ik vraag me direct af wie van mijn vrienden ook maar een klein blikje hebben geworpen op de voorwaarden van facebook en begrijp ineens waarom het makkelijker is vooral te luisteren naar de hardste schreeuwers met hun tegenstemmen.
   Ik wil die schreeuwers niet blind volgen. Ik wil mijn eigen mening vormen en zo nodig mijn eigen adviseur(s) inschakelen.

Ben ik toch getrouwd met een meester-adviseur!
   ‘Marcel, wat denk jij van al die ophef over de voorwaarden van facebook? Moet ik bang zijn? Wil je even meekijken met een filmpje op de tijdlijn van Flipje*?’ (*Naam is gefingeerd, iedere gelijkenis met een werkelijke persoon is pure toeval en niet bedoeld als enige vorm van schending van iemands privacy).

Al snel haal ik opgelucht adem, want de prof in het filmpje zegt dat het doorvorsen van de voorwaarden een onhaalbare zaak is. Dat was mijn idee. Per direct smijt ik een email in de prullenbak en bekijk het filmpje af.

In simpel Ireens is de grootste ophef vooral om het volgende te doen: het zou kunnen gebeuren dat een foto waarop ik aller-charmantst met een boor van Black&Decker een gat in de muur boor (klinkt mijzelf erg ongeloofwaardig in de oren, maar stel), door Facebook en Black&Decker gebruikt wordt om jou en daarbij de HELE WERELD te verleiden tot de aanschaf van zulk gereedschap.

Wauw, zal ik via die weg dan wèl wereldberoemd worden? Het is me met mijn boek vooralsnog niet gelukt. In dat boek staat zelfs een blog die me naar de CIA moet leiden, heb jij de CIA al gespot? Verlink ze even door naar mij.

Na het bestuderen van het filmpje, bekijken Marcel en ik mijn foto’s op hun commerciële waarde. Eén foto springt er snel uit. Mijn nicht en ik staan er op ons kerstbest op. We dragen beide een stralende glimlach en een schitterende bril, mijn nicht ook nog haar kindje op de rug. Gelukkig kijkt madammeke de andere kant op, dus haar privacy is gewaarborgd door onherkenbaarheid.
   'Kijk, die zou gebruikt kunnen worden voor een Pearle reclame.'
   'Als ze dat maar uit hun hoofd laten!'
   'Waarom? Het is toch een leuke foto? '
   'Oh ja, zeker. Ik sta er zeker goed op en Cynthia ook, maar die bril komt van Eyewish. Als iemand ook maar waagt om er verkeerde reclame mee te maken, word ik boos! Straks gaan ze mijn kop gebruiken voor een kappersreclame ter promotie van permanent. Dat zou een zware belediging zijn voor iedereen met puur natuurlijk, soepel vallende krullen.’

We kijken in stilte verder naar verschillende foto’s. Er komt echt van alles voorbij, vooral  vakantiekiekjes met hun leuke herinneringen. Ik droom direct weg.

   'Voor een ding hoef je zeker niet bang te zijn,' zegt Marcel ineens.
   'Hoezo klink jij zo geruststellend zeker?’
   'Het gemis van bepaalde volumes maakt dat je jezelf niet terug zal zien in reclames van Hunkemöller!'