donderdag 1 januari 2015

Vuurwerkleed



    ‘I had een droom’, zei de jonge kerel een week of twee geleden en keek me aan met zijn kipfiletoogjes*. Hij plofte naast me op de bank. Zo zaten we, samen in onze pyjama’s met onze haren alle kanten op. Zo gaat dat met krullen! Het enige verschil: mijn handen omringden een dampende beker Zitronentheegetränk.
    ‘Ook goede morgen! Vertel eens? Was het een nachtmerrie?’
    ‘Nee, een gewone droom…’, het blijft even stil.
    ‘Je kijkt er anders wel teleurgesteld bij.’
    ‘Ja, één ding klopte niet.’
    ‘Hum, dat kan met dromen. De meeste dromen zijn bedrog, zelfs Marco Borsato weet dat. Maar wat klopte er niet dan?’
    ‘Jij stak vuurwerk af.’ Hij gniffelt erbij.
    ‘Dat is inderdaad some dream. Die is bedrog. Ik snap je desillusie.’
    ‘Ja, want jij durft geen vuurwerk af te steken!’ Zelfvoldaan en met een uitdagende glimlach keek hij me aan. Die houding! Het is waar dat ik geen vuurwerk af durf te steken. Maar die houding erbij stond me niet aan. Alles aan hem zei: Zo ben jij! Een softie, een watje, een suffe angsthaas. En ik? Ik durf dat, ik ben stoer en cool!
    Hij wel!

Die zelfde nacht had ik een droom: die waarin ik mijn zoon eens een rotje liet schrikken. Dat rotje stak ik zelf wel even aan. Om de volgende ochtend serieus te overwegen of ik mezelf ga bewijzen om het onmogelijke (in zijn ogen) te doen. I’ll make crazy dreams come true!

Afgelopen maandag babbelden we over het vuurwerk dat Benjamin had aangeschaft. Het lag helemaal uitgestald, netjes op volgorde van maat en kleur, op de kamervloer. Grappig om te zien dat deze jongen zeker ook zo zijn neuroses heeft. Ondertussen mocht ik drie dagen kijken naar dat vuurwerk zooi? Het ligt heus niet in de weg hoor!
    Met zijn dertien jaar, heeft hij eigenlijk best wel veel gekocht, vind ik. De eerlijkheid gebied daarbij te zeggen dat ik één vuurpijl al teveel vind. Het ergste is dat hij vergezeld werd door mijn man. En het gesprek, vooral tussen de mannen, gaat voort:
    ‘Benjamin, wat zullen we eens laten ontploffen?’
    Ik verslik me ernstig in de bonbon die ik zojuist opeet.
    ‘Een sneeuwpop!’ is het antwoord.
    ‘Dat wordt een probleem. De voorspellingen zijn erop gespitst dat het gaat dooien.’  Ik voel een vlaag van opluchting bij mijn eigen wijsheid.
    ‘Dan eten we toch de hele vriezer leeg en proppen we die vol sneeuw. Maken we eerst op oudejaarsavond een sneeuwpop en BAM!’ Mijn man schittert als een sterretje bij zijn eigen idee.
    Let it snow, let it snow, let it snow,’ zing ik er achteraan.
    ‘Maar ik heb ook dingen die veel harder knallen dan rotjes. Ik heb ook twisters. Lijkt me leuk om daarmee te gaan golfen. Of we kijken wat er gebeurt als we iets in de wasmachine doen?’ Benjamin raakt helemaal enthousiast. Waar ik steeds meer huiver, maar ook gefrustreerd raak!
    ‘Ik dacht dat ik een bondgenoot had aan jou Marcel. Ik koesterde me in het feit dat ik en mijn gezin altijd veilig zouden blijven. Weg van vuurwerk en knallen. Al die jaren, zo’n 23 jaar waren we samen tégen vuurwerk. Ik was trots op ons. En nu? Eén zoon en mijn leven staat op zijn kop!’
    Schuldbewust kijkt mijn echtgenoot me aan. Ik zie in zijn ogen dat hij bang is mij kwijt te raken.
    ‘We kunnen ook het schuurtje achter in de tuin opblazen. Die moet toch weg.’
    ‘Mag ik toch hopen dat je in alle rook van het vuurwerk het goede schuurtje uit de wijk vaagt. Die van de buren lijkt erg op die van ons.’

Het zijn toch wel zotte dromen die hier voorbij komen. Wat bleef is één serieuze angstdroom. Die waarin ik om vijf over zes, op de eerste hulp sta. Man en zoon, liggend op de EHBO. Mijn oudejaarsdag was nooit eerder zo gespannen. Ik zat zo in de rats. En de mannen in de rits. Mijn enige vraag: komt het goed vannacht?
    Nooit eerder heb ik zo verlangd naar 02.05 uur in het nieuwe jaar. Het eindsein voor het afsteken van vuurwerk. Alles is goed gegaan, iedereen veilig! Ik kon gerust gaan slapen.
    Ik huiver echter nu al voor oudejaarsavond 2015. Mijn zoon weer een jaar ouder, vast meer vuurwerk. Deze dromen worden daarmee vast elk jaar erger, die angstdromen. Leuk hoor, oud & nieuw!



*kipfiletoogjes = zijn ogen waarin na een nacht slapen van dat prut zit.
    Maar hé, beter kipfilet dan vuurwerk, toch? Ik hef mijn glas piratenbubbels en zeg:
‘Op een veilig 2015!’