zondag 29 mei 2011

Gadgets en ik...



Irene en gadgets, gaan niet écht samen. Het laatste van het laatste, is niet persé aan mij besteed. Marcel was ook zo’n gadgetvermijder. Maar wat als hij overstag is gegaan? Moet ik een diehard blijven in mijn anti-gadget-gedrag of mee om gaan?!

Ineens was Marcels Nokia, die hij sinds 1844 heeft, aan vervanging toe en kwam hij thuis met een Samsung Galasxy S phone. Ik weet wel, het komt door de leuke extra mogelijkheden. Vrienden slaan ons ermee om de oren.
   Zijn gewone mobieltjes eigenlijk nog wel te koop? Of wordt een super de luxe touch-screen phone je zo opgedrongen dat zelfs Marcel geen “nee” kan zeggen? Of heeft Marcel gedacht: Zo’n phone is toch wel grappig...

Of ik het ook grappig vind?! Sinds dat ding, voel ik me bijna naar een tweede plaats gebonjourd. Ik heb mijn man nog nooit zo vaak met zijn mobiele in de hand gezien als nu met zijn Galaxy S.

Zie hoe handig dat ding is als wij vier dagen een Fins meisje in huis hebben: Zeg wat je vertaald wil hebben en dat ding vertaalt het, op verzoek wordt het nog uitgesproken ook! Enige idee hoe vreemd Fins klinkt?!
   Opvallend trouwens hoe duidelijk Marcel praat tegen dat apparaat, terwijl ik met mijn slechthorendheid hem moet smeken om beter te articuleren. Voor zo’n apparaat wèl hè?!

Waar Marcel nu het meest blij is? Met de gps functie. Dat heeft echt zin!!! Hij kan nu zien waar ie zelf is. Als ie van de smartphone opkijkt en rondziet, blijkt dat het nog klopt ook! Zo ontdekte hij verrast dat hij gisteravond bij ons aan tafel zat!
   “Ja”, zegt Benjamin heel droog, “dat zien wij zonder die telefoon ook!”

Maar hé, als dat apparaat kan vertalen en uitspreken wat wij maar willen horen, kan hij dan ook mijn schoonmoeder bellen en een gesprek voeren, terwijl ik gewoon mijn werk doe?
   Kijk, dat lijkt mij wèl wat!

Komt daar nu ook een phone-verbod om de hoek zeilen? Als iemand ook maar een klein vraagje stelt, bijv.: “Wat voor weer wordt het morgen?” Staat meneer maar zo op van tafel, pakt zijn phone en tadá: direct het antwoord!
   Moest je meneer horen toen ik (way-bak) één keer maar zo van tafel opstond omdat mijn mobiele ging. Wie riep hier het hardst:
   “Dit moet niet vaker voorkomen, anders verbied ik mobieltjes aan tafel!” Hoor hem!
   Dat mobieltjes-verbod komt er nu écht niet meer, want manlief loopt nu bijna elke maaltijd van tafel, met zijn ik-wil-alles-nu-meteen-weten houding. Dag verbod!

Wat ik echter nóóit had durven vermoeden is eigenlijk nog het ergste! Hou je vast, ga er even bij zitten! Hij heeft er ook één voor mij besteld. Niet uit een soort van schuldgevoel omdat hij meer bezig is met dat ding dan met mij? Nee, hij heeft nog altijd meer oog voor mij dan voor die phone. Maar misschien hoopt hij dat ik ook zo kwijl van zo’n phone, zodat ik hem niets kan verwijten als hij mij eens niet ziet? Het enige dat we dan kunnen doen is elkaar met de Galaxies om de oren slaan? Is daar een app voor?
   Of… wil hij me aan een nieuwe verslaving hebben? Wat is erger?

Het leukst vind ik eigenlijk nog dat ik hier niet eens om heb gevraagd. Niet eens gezeurd. Het stond zéker niet op mijn verlanglijstje. Niet dat ik ooit hoef te zeuren. Best aso hoor, zonder zeuren heb ik mijn eigen auto, mijn eigen laptop, een mobieltje, bovenal: mijn eigen kinderen en ga zo maar door.
   Nu ja, blijkbaar gaat deze meid ook eindelijk eens met haar tijd mee? Zou zelfs mij dat lukken?! Met zo’n phone van het jaar...
   Oeps, ben zelfs ik overstag! Rest mij alleen nog een mobiele-Hyves-verbod al is het maar om Marcel te beschermen!?

dinsdag 10 mei 2011

Meer bewegen! Hoezo?

YES! Ik ben met stip de sportiefste hier. Naast mij is er één a(lles behalve)-sportief, vindt dat hij moet werken aan zijn conditie, maar de drempel is een onneembare vesting geworden. Ik huppel daar met gemak overheen. Lalalala…

Ach, mijn manneke. Hij opperde al dat hij zich onberispelijk(er) moet gaan gedragen (niet meer neuspeuteren; haar dat te lui is om op zijn hoofd te groeien maar elders wildgroei vertoont, netjes bij te houden), want hij is een makkelijke blog-prooi. Zie hier…

Hij wil sporten, samen met mij. Mag ik even lachen? Hij wil ALLES saampjes. Ik heb daar geen behoefte aan. Ja, wel aan dat saampjes, maar niet samen sporten. Ik schreef toch al dat ik de sportiefste ben met 5 jaar fitness op mijn naam. En dat terwijl ik mevrouw a-fitness was. Dat was iets voor mannen die spierballen willen. Die wil ik niet, lust ik niet. Yek!

Spierballen heeft Marcel trouwens écht wel! Hier in huis heerst dan ook een handjesdrukken-verbod, want ik had al nooit spierballen, vandaag de dag nog minder. Ik gun hem de eer.
Zie je Marcel? Dan zie je spieren, eigenlijk meer nog: botten. Hij heeft geen grammetje vet, dat heb ik dan weer. Blèh! Hoezo balans hier in huis.
Hij vreet zich klem aan alles wat maar lekker is. Ik zit erbij en kijk ernaar. Pitty me!
Pas nog heb ik één weekend lustig alles met hem mee geknabbeld (forbidden fruit voor mij). Gevolg: knokken om 2 kilo weg te werken. Marcel? Die snoept gewoon lustig verder. Grrr…

Trouwens, conditie heeft hij ook. Nou ja, ergens dan. Ik als mw. de crosstrainer en fietser, fiets hem er met gemak uit. Flinke ikke! Daar waar ik niet met hem ga handjesdrukken, begint hij zeker niet aan een fietssprintje met mij. No way! Gunt hij mij de eer. Maar…
Trappen beklimmen is weer zijn ding: vanwege het kantoor boven en werkplaats beneden heeft hij dagelijks het heen-en-weer. Een trap beklimmen, is piece of cake voor hem. Als ik mee ga vlaggen in Utrechtse kerktorens, staat hij stralend en schitterend boven en kom ik toch wel een beetje buiten adem boven. Klein beetje maar hoor.
Gemeen eigenlijk. Zo bedenk ik, want, wie staat er 3x per week, 3 kwartier op de crosstrainer? Door weer en wind, in warmte en kou, bij regen of zonneschijn. Wie is die diehard? Ik dus en daarom ben ik ben trots op mij!

Of Marcel trots op mij is?
Niet zo lang geleden, energieloos als ik was, wilde ik me niet laten kennen. Hup op de crosstrainer! Zuchtend en steunend zeg ik: “Ik ben nog maar drie minuten bezig, maar nu al kapot,” en benijd ondertussen mijn manneke, om zijn lichtgewicht. Hoewel ik hoop op zijn aanmoediging, respect en een flinke schouderklop, verwacht ik eerder een uitspraak als: “Tien kilometer op dat ding en je bent nog hier!?” Maar nu?!
Hij moedigt me aan. Juicht me toe. Zie hem wiebelen op zijn stoel, als staand aan de kant van de renbaan! Hij roept: “Je kan het, zet ‘m op, ga voor goud!” Wat nog ontbreekt? Een vuvuzela, of is het nou een vuzuvela, zuvuvela (onze kids gooien alle woorden in de war, nu ben ik het ook kwijt). Nog even en Marcel zoekt een aanmoedigende toeter geluid incl. applaus op in zijn pc-muziekprogramma…

Maar hé, terug naar Marcels sport-wens…
Veeg al mijn woorden van je scherm! Mijn kerel heeft een stalen conditie en een ijzeren uithoudingsvermogen. Dat kan ik weten. Waarom?

Hij houdt het al 20 jaar met mij uit. Dat is sport op zich!
Laat het zweten en zwoegen dan maar aan mij over.

Iksy Bitsy Spider II



Afijn, ik laat mij niet los…
   Dat kan je zo hebben, hè? Iets of iemand die je blijft achtervolgen, of je het nou wil of niet.

Een dag na de ontmoeting met ik in de kerk, lag ik in de tuin. In de zon, in mijn bikini om een beetje bij te bruinen. Heerlijk! Voel ik ineens een zacht gekriebel op mijn arm en vermoed een vlieg! Ik kijk even op om te zien wat voor weerzinwekkend beestje er op mijn arm loopt en denk: Jij wordt even heel snel naar een ander plekje geknetterd. Weg beest, hupsakee, ga iemand anders lastigvallen?!

Maar wie loopt daar op mijn arm?! Het is ik! Shock! Is ik nu ook al hier? Wordt ik gestalkt of zo?! Ik voel me in mijn bikini nu toch wel een beetje bloot en begluurd door ik. Wat doet ik hier?!

Snel roep ik ik ter verantwoording middels een sms. Ik moet weten dat ik mijn grenzen heb. Zomaar ineens voor mijn neus staan, terwijl ik zo alleen thuis ben en meer nog, toch wel bloterig?! Nee, dat wil ik niet. Dus vraag ik:
   “Hé, ik, wat doe jij hier? Lig ik lekker in de zon, loop jij over mijn arm. Ik dacht toch echt dat ik je in de kerk had afgeschud! Hahahaha… Pfwie weg jij!” en blaas ik van mijn arm.
   Zielig? Nee, hoor, ik blies ik in de kerk ook weg en kwam toen ook niet zo makkelijk van ik af?!

Antwoordde ik:
    “Niet tegen ‘mijn partner’ (naam verwijderd door ondergetekende) vertellen: maar ik moet nu koken (gisteren niets van gekomen) en probeerde te spieken of er bij jullie nog vlees over was…”
   Zit ik niet met de kop in de wc, dan moet ik weer koken. Het is toch wat met ik. En dat naast een drukke baan. Dan heb ik het toch helemaal niet slecht voor elkaar. Ik lig toch in de zon! Koken? Daar maak ik me nog even geen zorgen om, hoewel ik dat straks ook zeker moet doen! Zucht!

Ik wilde dus weten of ik nog vlees had. Dat ik bij ons komt spieken is niet helemaal gek. Ik wist namelijk dat een gourmetavond met de jeugd niet doorging. Ik zat dus met veel meer eten in huis, dan wij met z’n vieren op kunnen. We hadden gisteren ik en gezin al uitgenodigd om de boel mee op te eten, maar zij konden niet. Tot grote spijt van ik en ons. Uiteindelijk was de zus van ik bij ons en hebben wij lekker toch alles opgegeten. We zaten stampvol. Niet normaal meer, we rolden zowat van tafel. Maar als ik had geweten dat ik vlees nodig zou hebben, had ik uiteraard niet alles opgegeten.
   Blijft de vraag hoe ik, vermomd als spin, een bakje vlees mee naar huis had willen krijgen.

Meer nog: waar ik ik weer tegenkom. Ik word er haast bang van, temeer omdat ik gisteren tijdens het douchen oog in oog stond met een spin. Ik moest er toch even mijn bril bij pakken, om er zeker te zijn of het ik niet wéér was. Ik moet natuurlijk niet te ver gaan!? Gelukkig was het ik niet.
   Maar wacht… wie was het dan wel?