zaterdag 27 maart 2021

Wiet-baas

Wat? Werkt mijn dochter bij een wietdealer?
    Ineens begrijp ik waarom het wat beter met haar gaat. Ik dacht dat het te maken had met haar medicatie, niets blijkt minder waar. Het is de schuld van haar baas*. Ik twijfel ineens of ik nog wel zo blij ben met haar contract. Zij steekt er haar tong bij uit:
    ‘Mama, ik ben meerderjarig en daarom eigen baas.’
    ‘Oh ja? Zal ik jou wat zeggen? In mijn huis gelden mijn regels of je meerderjarig bent of niet.’
    ‘Oh ja? Noem eens zo’n regel?’, daagt madam mij uit.
    ‘Wiet is verboden in mijn huis! Laat ik het niet vinden, want ik zet je mijn huis uit.’ Ze valt direct stil. Mijn boodschap komt over, al staat ze achter de toonbank op haar werk.

Loyaliteit
Dat is wonderlijk, want sinds zij een baan heeft, kent ze een loyaliteits-split. Die speelt overigens alleen op momenten wanneer zij werkt en ik als klant langs wandel. Er ontstaan dan van die situaties waarbij ze moet bepalen naar wie ze luistert: haar baas* of mama. De plek waar ze dan staat kan letterlijk bepalend zijn - staat ze aan mijn kant als klant of zijn kant als verkoper. De toonbank is de enige die zeker is van zijn rol. Trouwens: als verkoper mag ze niet aan mij verkopen; ze zou me eens matsen. Ik zeg verder even niet wie me het meest matst.

Kippie
Afijn, madam kakelt soms behoorlijk aan de ander kant van de toonbank, met oren die hangen naar haar baas*. Ik bedenk steeds vaker of ik niet beter direct mijn weg naar de Appie vervolg:
    ‘Ton! Wilma! Sylvia! Ik kom er aan!’ Met die twee tegen mij? Oh boy, daar is geen kalkoen tegen opgewassen. Dreigen met:
    ‘Ik ga naar Kippie!’, werkt niet. Dan zit madam ’s avonds:
    ‘Mam de kip is niet te eten!’
    ‘Wiet dan wel?

Wegmoffelen

Het was een stapeltje doosjes dat mijn alarmbellen deed afgaan. Het stond weggemoffeld achter een plantje in een pot.
    ‘René, wat ligt daar nou in jouw space?’
    ‘Waar?’
    ‘Daar!’, wees ik.
    ‘Dat is een plant.’
    ‘Ja, duh. Wat verstop je daar achter?’ Meneer keek niet eens!
    ‘Oh dat is niks.’
    ‘Dat zou ik ook zeggen als ik verstop wat onzichtbaar moet blijven. Celine, goed dat jij aan die kant staat. Kijk jij eens, wat daar ligt?’ Ze pakte het stapeltje, bekeek het en gaf het aan mij. ‘Dus dit stapeltje doosjes is niks?’, vervolgde ik.
    ‘Ja,’ zei Celine’s baas*. Hoorde ik wat schuldbewustheid?
    ‘Maar deze niks heeft wel volume. Dat maakt het toch echt iets. Hé, wacht even, staat er cake op?’ Celine stond ondertussen naast me, aan mijn kant van de toonbank dus.
    ‘Mama, dat is wiet!’
    ‘Wacht even, wiet in de space van jouw baas*?’
    ‘Ja, wat is daar mee?’, vroeg hij.
    ‘Celine eet hier wel eens cake hè?’
    ‘Tuurlijk mama, het is nog lekker ook.’
    ‘Ja, natuurlijk! Jij eet space-cake!’ Ik begon als een kip zonder kop te ijsberen. Daarmee was ik niet de enige. De hele vitrine lag vol met kippen zonder kop.
    ‘Mama, geen zorgen. Jouw cake is lekkerder.’
    Sure? Ben je niet stiekem een beetje erg afhankelijk van de cake in deze kippenhut?’
    ‘Nu je het zegt…’

Instorten
En ik maar denken dat Celine’s medicatie werkte. Daarmee is het tijd eerlijk te vertellen dat de coronacrisis er ook behoorlijk in hakt in huize Typisch Irene. Corona heeft ons nog niet geraakt, maar psychisch gaan Celine en ik er flink doorheen. We krabbelen wel op, al heeft de één een pittigere weg te gaan, waar de ander haar tijd uit moet zitten. De een kreeg medicatie via een psychiater, de ander vroeg de huisarts om in ieder geval één lichamelijke kwaal aan te pakken, zodat slapen weer beter wordt en daarmee de dagen beter hanteerbaar zijn. Bij beiden moet het middel een week of vier inwerken. Daarmee begon met de eerste tablet het aftellen.

Herstel
Na één week leefde Celine al wat op en twee weken later zagen we steeds vaker de Celine die we
kennen. Ze zingt, lacht en kwebbelt meer. Ze is zelfs vaker ondeugend. Het verklaart de noodzaak van het medicijn of... Is het de schuld van haar baas* en de doosjes die ik in handen heb? Mijn vertwijfeling was compleet. Is mijn kind verslaafd? Ineens snapte ik waarom ze vaker kakelt over meer werken zodra haar lijf zich beter voelt. Het is zekerweten de schuld van haar baas*. Van de bazen moet je het hebben hè? Tot hij mij uit mijn frustratie haalt:
    ‘Irene, dit is trassi.’
    ‘Watti? Oh wacht, dat lusten we ook niet!’
    ‘Weet je wat ik niet lust?
    'Nou?'
    'Dat je mij al die tijd baas* noemt.’
    ‘Niet zeuren jij, ik wilde dat onderaan de blog met een *baas bekend maken.’ Bij deze gedaan.

zaterdag 20 maart 2021

Geslijm

Ze schuift de achterdeur open, leunt ietsjes naar buiten en wacht op de:
    ‘Goede middag mag ik uw bestelling?’
    ‘Ja natuurlijk. Ik wil graag een BigMacMenu met frietsaus en bosvruchtenthee.’
    ‘Oké, een BigMacMenu. Een groot of medium menu?’
    ‘Groot.’
    'Wat wilt u erbij drinken?’
    ‘Oh, bosvruchtenthee.’
    ‘Bosvruchtenthee.’ Een stilte valt. Thee, is blijkbaar ingewikkelder dan de gebruikelijke cola. ‘We hebben geen bosvruchten thee, wel rooibos of forestfruit.’ Celine fronst haar wenkbrauwen en kijkt me lacherig aan.
    ‘Forestfruit.’ De muppet aan de andere kant van de bestel-hot-line weet duidelijk niet dat bos en forest hetzelfde zijn.
    ‘Oké, wilt u er frietsaus bij?’
    ‘Ja.’ We luisteren allemaal in stilte mee, benieuwd naar hoe dit af gaat lopen.

Dutje

    ‘Anders nog iets?’ Oei, nog maar one down; we zijn met vijf! Marcel die achter het stuur zit, zakt wat onderuit, legt zijn hoofd tegen het hoofdsteun, sluit zijn ogen en fluistert:
    ‘Maak mij maar wakker als ze klaar zijn.’
    ‘Ja, ik wil nog een BigMacMenu, maar nu met cola en geen frietsaus en…’
    ‘Een BigMacMenu, groot of medium?
    ‘Groot.’
    ‘Wat wilt u erbij drinken?’
    ‘Cola,’ klinkt Celine ineens relaxed. Ze past zich horenderoren (de zus van zienderogen) aan. Ze begrijpt ineens het systeem van vraag en antwoord.
    ‘Frietsaus?’
    ‘Nee.’
    ‘Anders nog iets?’
    ‘Ja, de BigMacMenu moet zonder kaas.’
    ‘Zonder kaas.’
    ‘Zonder saus.’
    ‘Zonder saus.’
    ‘En geen augurk.’
    ‘Geen augurk. Anders nog iets?’
    Het vervolg van de bestelling verloopt smoother. Dank aan de gezinsleden die rare fratsen achterwege laten.
    ‘Marcel, wakker worden we kunnen weer,’ zeg ik ondersteund door een por in zijn zij.

Hamburgèr
Wat mij betreft missen we de easy-order-zuilen. Die zijn zo gemakkelijk; vooral in Frankrijk, want tijdens onze vakanties en vóór het easy-order-tijdperk, schoof men mij vooruit om de bestellingen live te plaatsen. De rest van mijn gezin was te jong of verlegen. Stond ik daar met mijn Frans die niet verder gaat dan une baguette, bonjour et bon soiree… Gelukkig heten de producten daar hetzelfde als bij ons, hooguit omgedraaid, bijvoorbeeld de Filet ‘o Fish. Spreek ze wat Franser uit en het komt goed. Tot de verkoper iets onbegrijpelijks vroeg. Oh boy, dan keek ik de ander wollig aan en vroeg mijn escape:
    ‘Marcel wat vraagt hij?’ Waarop Marcel antwoorde, alles redde en onze bestelling klaargemaakt werd. Meestal klopte het ook nog. Zo niet, dan ging ik niet terug.

Aanpassingen
Het werd pas echt lastig toen Benjamin de hamburger ontdekte, maar dan wel alleen het broodje en de burger. Het viel me nog mee dat hij het broodje en de burger wilde, anders kregen we alleen nog zout. Boy, hoe moest ik die bestelling nou in het Frans doen? Dat klonk ongeveer zo:
    Un, of is het une, hamburgèr sans sauce et sans augurk, uhm wat is augurk in het Frans? Oh ja, cornichon, sans cornichon.’ Dat ze me daarbij aankeken als was ik een Hollandse alien in eigen persoon? Boy, snap ik dat! Ik ben altijd een alien in La France.

Gepiep
Terug naar nu: Hebben we eindelijk de bestelling, met alle aanpassingen, zet Benjamin het nog even op een piepen!
    ‘Tjonge jonge!’, klinkt meneertje van 1.86. ‘Ligt die burger wéér scheef.’ Het is iedere keer hetzelfde liedje. Hij heeft wel gelijk, zo moeilijk kan het toch niet zijn om een burger recht op het broodje te leggen. Deze burger hangt ook niet half uit bed tijdens het slapen.
    Tot Lara Benjamins klacht overtrof:
    ‘Ik mis de MaestroBurger.’ Ze veegt haar ogen droog.
    ‘Ja, inderdaad, die mis ik ook!’, klinken Marcel en Celine in koor. Geloof het of niet, in vervolg op mijn blog over luistervink Google, blijken de afluisterpraktijken verder te gaan dan we dachten. Het is werkelijk véél erger. Mister McDonalds luistert gebroederlijk mee, want prompt, een paar dagen na Lara’s huilbui, stuit ik op een reclame van de Mac en wat verkopen ze? Jawel, de MaestroBurger.
    Toen ik Lara, met haar grote ogen, hier gisteravond van vertelde, werden diezelfde ogen groot als QuaterPounders. Om haar geluk compleet te maken zei ik:
    ‘Weet je wat? De afgelopen weken koos ieder van ons een keer waar we onze zondagse-patat vandaan haalden of lieten het bezorgen. Ik koos laatst voor de Friet-Fabriek, want boy, verkoopt Gordi een heerlijke patat zeg. Nog lekkerder dan oma’s friet.’ Daarmee zet ik even die man en zijn maat in de spotlight, verdienen ze. ‘Marcel kiest altijd Kwalitaria, want ja, baas Frans is nou eenmaal onze vaste-pré-corona-uitbraak-zondagsvriend. En Benjamin? Die kiest altijd de Mac. Nu mag jij.’ Lara zat prompt rechtop, haar handjes hield ze gelukzalig als knuistjes voor haar mond, haar oogjes keken smekend als een hondje en fluisterend klonk:
    ‘De Mac.’ Waarna ze de beschrijving van de MaestroBurger hardop oplas. Dat klonk zo sexy... Nu zet zelfs ik er het liefst mijn tanden in, zoals een ander in een grote M&M.

Extension
Oeps! Daarmee bereikte ik de 800 woorden en vertelde nog niet eens over de vorige keer bij de Mac, of
eigenlijk wat eraan vooraf ging. Weet je wat? Voor de geoefende lezer en fan, ga ik de 800 voorbij. Daarbij moet je weten: Marcel en ik vinden de Mac af en toe best lekker, maar liever zeg ik dit:
    ‘We moeten de lokale ondersteuner ondernemen.’ Je snapt het.
    Toch gingen we vorige maand naar de Mac. De kids blij! Ze deden nog net geen ronde dansje, want voelen zich er vast te oud voor. Een week daarna werd mij gevraagd:
    ‘Mammie, gaan we naar de Mac?’
    ‘Weer? Dan moet je papa overtuigen.’
    'Oké!' Ik schreef al over Lara’s prachtige hondenoogjes. Ik zag ze niet, maar ze zette ze vast op terwijl ze naast Benjamin en Celine bij Marcel stond. Of Marcel hiervoor zou vallen? Ik volgde het gesprek ongezien vanuit de gang. Zij waren in de huiskamer.
    ‘Papa, wij willen naar de Mac,’ zei Benjamin
    ‘Oh?’
    ‘Ja, want het is heel erg lekker.’
    ‘En we kunnen er lekker makkelijk naartoe rijden en dan door de drive,’ vulde Celine aan. Ik zag voor me hoe Lara tussen beide kinderen stond.
    ‘En samen in de auto is altijd lachen’, versterkte Benjamin zuslief. Zo heerlijk als zij samenspannen.
    ‘Onzin, het makkelijkste is vanaf de bank online bestellen. Het eten komt dan naar me toe,’ zei Marcel, legde zijn voeten op de bank en pakte de tablet erbij.
    ‘Maar papa, we hebben beweging nodig,’ probeerde Celine.
    ‘Ja pap, dat is goed voor ons.’
    ‘Die wandeling naar de auto? Dat is 20 meter,’ zei Marcel. ‘Wij lopen er vanmiddag negen, ga maar mee.’
    ‘Papa, is ben helemaal depressief van dat binnen zitten. Als we nu even naar buiten gaan is er licht aan het eind van mijn tunnel.’
    ‘Haha, jij gaat voor patat aan het einde van de Mac Drive,’ lach ik hard bij het binnenlopen.
    ‘Maar papa, heeft geen idee. Hij komt iedere dag nog buiten, hij gaat naar zijn werk. Ik zit hier maar binnen,’ zegt Benjamin. Hij moet uitkijken anders stuurt Marcel hem lopend naar de McWalkthrough.
    ‘Papa, we willen gewoon een uitje. Wij zijn met ons drieën in de meerderheid, langer en zwaarder dan jullie samen,’ probeert Celine nog een laatste poging. Tot ik ingrijp:
    ‘Stelletje slijmballen. Kom Marcel we gaan naar de Mac.’
    ‘Oké prima. Ik wilde sowieso al vanaf de eerste seconde. Ik wilde hen alleen zien zweten.’




zaterdag 13 maart 2021

Mondkapje

Afgelopen week wees men me twee keer op mijn leeftijd of de afwezigheid daarvan, zou ik bijna zeggen. Dat kan echter niet hè? We kunnen ons geslacht willen negeren, bij onze leeftijd is dat echt onmogelijk. Of je moet jezelf graag voor de gek houden, net als ik:
    ‘Ik ben 38!’ Waarop mijn lijf antwoordt met:
    'Kraak, piep, kreun',  en weer een vlieg-opper.

Peoples
Genderneutraliteit past mij niet, ik snap het zelfs niet. Maar oké, ieder zijn ding. Daarom zeg ik trots zonder iemand tegen de borst, of de afwezigheid daarvan, te willen stoten: ik ben trots vrouw te zijn. Niet dat ik soms liever man ben. Die piepels (met een p van peoples) hebben voordelen, zoals iets met bomen en plassen. Daartegenover blijft de ongelijkheid zo enorm stinken.
    Ondanks dat sta ik voor mijn geslacht, waarbij meespeelt dat ik de vrouwelijke rondingen mooier vindt dan mannelijk vierkant. Zo, dat lucht op.

Wandelschoenen

Hoe ik hierbij kom?
    Nou, mijn wandelschoenen waren versleten. Door de sluiting van winkels en de huidige maatregelen, had ik echter niet zo’n zin in shoppen. Ik bestelde net zo lief precies dezelfde online. Als deze lekker zitten, dan de nieuwe variant ook, toch? Zeker toen ik fel rode wandelschoenen ontdekte, was ik verkocht. Die kleuren lekker bij mijn jas. Tot ik ze niet in mijn maat vond en bijna de zoektocht opgaf.

Geduld
    Wel opletten hè? Ik schreef bijna. Vorige week overwoog ik bijna mijn laatste blog te schrijven. Ik deed het echter niet. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Bijna is hierin bepalend, want Marcel zocht mee. Hij vond die rode wandelmuiltjes wel en stuurde mij de link. Ik zette het om in een bestelling en las dat ik vier dagen op de deurmat kon wachten. Een waarschuwing van Marcel volgde:
    ‘Verheug je niet op die bezorgdag. Alles loop achter.’
    ‘Goeie, ik verheug me een dag langer, oké?’
    Tot ik een dag vóór bezorging las dat de schoenen uitverkocht waren.
    ‘Aaarggghhh…!’ Nog één keer doorzocht ik het weerzinwekkende wilde web om te eindigen met een appje naar Lowa met de vraag of de schoenen nog bestaan. Hun antwoord:
    ‘Nee, dat model is uit 2018.’ Dubbel aaarggghhh…!! Mijn zoektocht eindigde direct. Ik zocht opnieuw en vond paarse wandelschoenen. Ook mooi, maar still in the making. Of ik geduld heb? Ik glij meer over straat dan dat ik loop. Nee!

Leeftijd
Ik besloot het anders te doen. Met een open view plande ik een afspraak bij Bever en wandelde een dag later de winkel binnen.
    ‘Mevrouw u bent voor dit tijdblok de laatste klant, alleen de luxe fauteuil is nog vrij,’ zei de verkoper.
    ‘Wat heerlijk om me de queen-of-the-shop te voelen. Kom je de schoenen dan ook brengen?’, vroeg ik met een glimlach vanachter mijn mondkapje.
    ‘Ja,’ zei hij, ‘maar eerst een voetscan.’ Werd daar mijn voet van alle kanten bekeken zeg. Zo kon meneer direct bepalen welk schoenen sowieso afvielen. Natuurlijk werd mijn on-maat ontdekt. Ik draag wel meer on-maten, maar die zijn alleen belangrijk bij Hunkemöller. ‘Wilt u de uitkomst van de scan via mail ontvangen?’
    ‘Graag.’
    ‘Dan voer ik wat gegevens in.’ Na het noemen van naam en dergelijk, vroeg hij: ‘U bent vrouw. Oh wacht, ik zie meer mogelijkheden. Dat is nieuw, u kunt ook neutraal zijn of het niet willen zeggen.’
    ‘Kan ik ook kiezen: weet ik niet?’, lachte ik. ‘Meneer kijk nou zelf. Ik draag een rok! Hoeveel trots op vrouw-zijn laat ik daarmee zien?’ Hij wist mijn antwoord.
    ‘Ik durf het bijna niet te vragen, maar bent u tussen de 45 en 55 jaar?’
    ‘Ho, wacht! Echt? Je bent de eerste die me op mijn waarde, leeftijdswaarde, schat.’ Hang de slingers op, blaas ballonnen op en geef die man een sticker. Oh nee, niet! Hoezo is hij hier zo confronterend goed in? It striked me.

Mondkapje

Natuurlijk is alles de schuld van het gezicht-ontsierende mondkapje. Die man zag alleen mijn ogen met wallen en rippels omlijst. Hoor mijn derde:
    ‘Aaaarggghhh…!!!”, en kijk die uitroeptekens. Zonder dat gezicht-bedervende mondkapje schatte hij me vast begin 40. Net als iedereen. Een after-interview gesprek met een kledingverkoopster bewees dat. Wij spraken elkaar zonder mondkapje.
    Ik beloofde binnenkort shirts te komen neuzen.
    ‘Wat zoek je?’
    ‘Niet al te synthetisch kleding, want dat matcht niet met vlieg-oppers.’ Ze schrok.
    ‘Hoe oud ben jij dan!’ Gelukkig stapte ze niet over op ge-u.
    ‘48.’
    ‘Dat gaf ik je niet.’ Daarmee bevestigend wat ik al dacht, dat de mondkapjes ons ontsieren.

Sprankelend
Marcel beaamde dit:
    ‘Zonder jouw full-face experience, missen we je guitige, gezellige smile, wat bepalend is in hoe jij overkomt.’ Ik sprankelde weer. Door hem durf ik geloven dat ik, zelfs als ik eenmaal vijftig ben, nog steeds niet op waarde word geschat. Zo klinkt geen vierde aaarggghhh…!!!! Maar een hele harde: YES!!!!!


zaterdag 6 maart 2021

Seks in mei

    ‘In mei wordt niet gesekst,’ zei Marcel bij het binnenkomen terwijl Celine en ik relaxed fröbelden aan de eettafel. Zijn entree haalde ons ruw uit onze inspiratie. We keken hem verbluft aan.
    ‘Gaan jullie het echt hier over hebben?’, vroeg Celine.
    ‘Blijkbaar,’ antwoorde ik en keek Celine aan met verbazing. ‘Eigenlijk kan ik er wel mee leven hoor, wat papa zegt.’ Celine kreeg een blik in haar ogen van: ik doe of ik hier niet ben en staar recht voor me uit naar de kast. Waarschijnlijk telde ze de lades van de kast. Iets met ik focus me op iets anders en vroeg hardop:
    ‘Zal ik maar gaan?’
    ‘Nee, blijf! Wie weet wat je hiervan leert,’ antwoorde ik Celine. ‘Al is het maar dat we willen weten waarom mijn man met zo’n uitspraak binnen dendert. Ben jij niet benieuwd?’
    ‘Eigenlijk wel.’

Kalender

Marcel plofte met een grote glimlach op de bank, waarna ik vroeg:
    ‘Waarom seksen wij niet in mei?’
    ‘Dat zei ik niet.’ Terugkijkend moest ik dat toegeven.
    ‘Waar komt die onverwacht rare uitspraak dan vandaan?’
    ‘Die komt uit het toilet.’
    ‘Wat is dat nou voor raar antwoord. Heb je het opgediept uit de toiletpot? Verklaar je nader.’
    ‘Nou kijk,’ zei mijn man. ‘Ik keek op de kalender…’
    ‘Oh help! We leven al een week in de maand maart en mijn kalender staat nog op februari. Ik moet verjaardagen vergeten zijn.’ Ik schoof onverwacht snel mijn stoel naar achter, sprong op van die stoel, holde naar het toilet en zag wat ik al dacht. Ik draaide snel februari weg en zag tot mijn geluk dat ik precies op tijd was om snel een kaart te regelen voor een jarige op dinsdag. ‘Ik ben zo blij met jouw opmerkzaamheid, Marcel. Thanks.’

Nageslacht
    ‘Nou, mam, je hebt je laten afleiden van de vraag: wat dat nou is met seks en mei?’
    ‘Nou kijk, in februari kennen wij blijkbaar geen jarigen. Reken je negen maanden terug, dan kom je uit op mei,' verklaarde Marcel.
    ‘Ach zo. Het maakt voor ons dan sowieso niets uit, al seksen we een heel jaar niet. Mijn vlieg oppers laten al maanden weten dat wij niet meer gaan zorgen voor namen op de verjaardagskalender.’ Marcel en ik kijken prompt naar Celine.
    ‘Wat?’, vroeg ze ongemakkelijk.
    ‘Gelukkig heb jij nageslacht beloofd.’ Celine legde ongekend snel haar handen over haar oren en zong er hard een lied bij. Tot ze zag dat onze monden niet meer bewogen. Ze liet haar handen zakken.
    ‘Ik verheug me op de dag dat jij de statistieken op de kalende omhoog krikt. Niet vergeten: plan mei in als seks-maand.’
    ‘Mama!’

Lentekriebels
    ‘Anders moeten we Postbus 51 even bellen,’ redde Marcel onze dochter. Zijn idee was dat via een commercial van algemeen belang, alsof mijn kalender van algemeen belang is, het seksen in mei bevorderd.
    Ik bedacht vooral dat wij (mensen) duidelijk los zijn van de natuurlijke cyclus. Mei is juist de maand die bekend staat om vogels en hun eieren. Alle nesten liggen vol, waarom niet de nesten van mensen? Wat is er mis met het leven dichtbij of met de natuur? Die vogels zijn zo gek nog niet. Zij hebben heerlijke lentekriebels en geboortegolven op het juiste moment.
    Ik vroeg me ineens af wanneer de week van de lentekriebels is en raadpleegde betweter Google even.
    ‘Oh, van 15 t/m 19 maart is die week. Dat moet uitgesteld worden.’

Verplaatsing
Wie spreken we daarop aan? Wie heeft de macht om zo’n week van de lentekriebels te verplaatsen? Complotdenkers zijn vast goed in het bedenken van een nepverhaal waar mensen in trappen en hup: verplaatst. Of willen we vertrouwen op de regering en hun macht om zo’n belangrijke week zomaar uit te stellen. We kunnen overwegen om een extra stofje in het coronavaccin te doen, waardoor iedereen in mei… Laat maar, slecht idee.
    Het makkelijkst is die week te veranderen in het kwartaal van de lentekriebels.

Kamperen
Tot ik ineens bedacht:
    ‘Marcel, mei is de maand van vrije weekenden en de meivakantie.’
    ‘Ja? Wat hebben die hier mee te maken?’
    ‘Alles! Luister! Ieder jaar gaan duizenden mensen met Hemelvaart en Pinksteren op pad, zeg maar 
massaal naar de camping. En wat doet niemand op de camping?’
    ‘Nou, vertel?’
    ‘Niemand op de camping sekst. Natuurlijk verschijnen er negen maanden later geen baby’s. Het idee; seks op de camping.'
    ‘Ik weet de oplossing.’
    ‘Wat dan?’
    ‘Alle tentkampeerders die nog in de leeftijd zitten van kroost, moeten vakantie vieren in hotels of appartementen. Geen tentdoek die hen weerhoudt om te seksen.’
    ‘Oh, was ik nog maar van die leeftijd.’
    ‘Hoezo?’
    ‘Hallo, wat denk jij?’
    ‘Dat je wilde seksen in mei.’
    ‘Ik? Hè bah. Nee zeg, het idee. Hoe komt je daar nou weer bij? Ik wil mijn meivakantie doorbrengen in overheerlijke luxe.’