zondag 25 november 2012

Middelbare Leeftijd?!


Vanaf 2 mei 2014 is mijn boek ‘Vanuit mijn eierdopje’ te koop.

Deze blog, waarin ik toegeef ook een dagje ouder te worden (oh wat zijn we blij!), is daarin terug te vinden, samen met 25 andere blogs.

Ik garandeer je een lach, bij het lezen van elke blog hier, maar misschien wel een grotere lach bij het lezen van mijn boek. Daar zijn namelijk mijn beste blogs te vinden.

Wil je mijn boek bestellen? Klik dan op de foto van mijn boek en je komt vanzelf op de site van boekscout.

Een echte fan bestelt ‘m!

zondag 18 november 2012

IJsberen hier aanbellen!



Nu weet ik het zeker: ik ben geen mens vóór negenen en geen mens ná negenen. Houd daar a.u.b. rekening mee! Anders ontmoet je een…tja, wat? Een draak???

Natuurlijk niet. Ik spuw geen vuur. Soms wenste ik dat ik het kon, maar helaas.  Er zit geen vuur-spuw-vuur  in me, zo kan het  er ook niet uit.
Figuurlijk zit er natuurlijk wel een groot vuur in mijn binnenste. Die brandt voor Marcel, voor de kids en voor veel meer lieve mensen in mijn leven.

Afijn, eerdergenoemde waarschuwing geldt het meest voor onze kids. Vóór negenen ben ik geen mens, meer een zombie met haar dat alle kanten op staat. Toch is het direct na opstaan spitsuur: de een wil dit, de andere wenst dat en ik? Ik ben eigenlijk niet gebouwd op zoveel stress op de vroege ochtend.  Ik heb mijn koffie dan nog niet gehad, zou je kunnen zeggen, echter  dat heeft er niets mee te maken. Ik ben gewoon geen ochtendmens;  heb tijd nodig om wakker te worden, op te staan, iedereen de deur uit te werken en dan weer zin te maken in de dag.
Een ochtendhumeur kan ik dan ook beter verbergen.  Ken je de gevolgen als ik  ga zitten chagrijnen? De rest gaat gezellig mee mokken. Ooit ontdekt hoe het humeur van moeder-de-vrouw het hele gezin beïnvloed? Test maar!
Komen de kids echter ná negenen om mijn aandacht vragen – ben ik weer op te vegen. De drukte is voorbij,  de klus geklaard, ik doodop! Toe aan mijn bed. Kan beter zeggen: toe aan een winterslaap! Want in de winter is het allemaal véél erger, écht wel!

Zo denk ik dat ik van de ijsberen afstam.  Dat moet het zijn!

Er was eens lang gelden een dag dat Marcel op mijn “Ik heb het berekoud” reageerde met “Het is pas koud als de ijsberen hier om chocolademelk komen vragen.” En dat zegt dan iemand met zonder een enkel grammetje isolatie op zijn lijf? Hij moet weten wat BEREKOUD is. Hij moet die ijsberen al wel ‘tig’ keer hebben ontmoet, hoe kan hij het anders zeggen?

Die uitspraak vergeet ik nooit meer.
Zie al voor me hoe die ijsbeer op de hoek staat te wachten. Steeds op de klok kijkend, ongeduldig op de muur tikkend, door de brievenbus loerend, waar ik toch blijf. Tot ik de hoek om scheur en tegen hem opbots. Voel je de  zachte landing? Alle boodschappen over straat en de beer bromt de beroemde woorden: “Heb je een beker warme chocomel voor me?” Terwijl ik mijn boodschappen opraap ziet hij de melk en chocoladepoeder. Dat is een “ja” en even later likt hij zijn mond af. Een dot slagroom siert mijn bovenlip als ik vraag: “Koekje erbij? Een lekker stukje sneeuwcake of zo?”

Ondertussen ben ik gewoon jaloers op die ijsbeer. Kijk ‘m nou eens. Hij heeft die mooie, dikke, warme vacht. Geen  winterjas nodig. Zo wil ik ook tegen de vrieskou bestand zijn.  Meer nog ben ik stik jaloers op zijn winterslaap. Hé, daar had ik het eerder over… Terugspoelen!

Een winterslaap, moet heerlijk zijn!  Doe mij maar eentje van begin herfst tot begin lente elk jaar weer. Met een grote gaap sluit ik mijn ogen terwijl de koude dagen, een vat vol regen, een berg vallende bladeren, dwarrelende natte- of stuifsneeuw, vreselijke ijzel en amper weg te denken donkerte aan me voorbijgaan.  Dagenlang snurken en wakker worden als ik al bijna jarig ben. Hieperdepiep hoera! Gebak!

Zo neem ik mij nu voor. Als meneer de ijsbeer dan écht komt,  grijp ik ‘m in zijn nekvel en ga keihard onderhandelen. Hij krijgt zijn chocomel, wordt ik toch alleen maar dik van, in ruil voor zijn winterslaap. Blijkbaar gebruikt hij die niet, want hij is toch hier???
Na die winterslaap heb ik vast minder last van mijn 21.00-09.00 uur-dip.

Zie mij nu ijsberen…


(met dank aan Benjamin!)

zondag 11 november 2012

Wat eten we vandaag?



Soms word ik gek van het gedoe aan tafel.
Dan klinkt weer: “Dat lust ik niet” of hoor ik: “Wanneer eten we nou éindelijk weer eens …?”
Alsof ik het makkelijk heb… Elke dag antwoord zoekend op de vraag: “Wat gaan we vandaag eten? Hoe stel ik AL mijn gezinsleden tevreden?”

Alsof ik zo’n groot gezin heb. AL mijn gezinsleden = drie! Stelletje handenbinders! Deze schattepoepies tevreden houden is een elkdaagse uitdaging. Gelukkig koos ik voor drie holbewoners, je zou er zes hebben?!

Een geniale plan werd geboren: ieder van de drie mag één werkweek bepalen wat we eten, de rest mag dan niet klagen maar… eten! Voor ik het wist, werden me drie briefje in de hand geschoven, hoe hoopvol. We gingen aan weekmenu één:

Maandag: bami.
Effe checken:  ik heb de juiste ingrediënten. Ik heb zelfs twee zakken cassavekroepoek gekocht. Even los gaan aan kroepoep! Lekker, een maaltijd zonder problemen, dat op avond één. Niemand klaagde. Het bestaat! Dat was smakelijk opgegeten!

Dinsdag: lasagne.
Dat wordt weer smullen, zonder morren. Zeker als ik het zonder paprika maak. Eén iemand houdt daar niet van. De ander zal het toch niet missen. Bovendien, door minder groente, blijft er meer pasta over voor de lekkerbek. Zal gewaardeerd worden. Lief van me!
Dan klinkt: “Mama, wat heb je nou wéér anders gedaan?!”
Schuldbewust meld ik het gemis aan paprika. “Dat had je er in moeten doen!” zegt de één, terwijl de ander dolgelukkig is. Meer lasagne door minder groente blijkt een wrang zoethoudertje. Tijdens het gepruttel naast me, kraken mijn hersenen en besluit ik: Morgen doe ik het perfect!

Woensdag: andijviestamppot.
“Mama, je weet wel met die balletjes, uit de oven.”
Tada, waren de juiste balletjes uitverkocht en koos ik een B-keus. Zodra de ovenschotel op tafel staat, kijkt één kind alsof ik  poep gebakken heb. “Wat is er schatteke?” Teleurgesteld klinkt: “Wat zijn dat voor balletjes?” Dat het kind het ziet!?
Ik biecht op dat dit wel runderballetjes zijn, maar niet de biologische. “Dat hoef je nooit meer te kopen!” Tralala, menu nr. 3 is helemaal naar wens. NOT.

Donderdag: gekookte aardappelen met blopeté of bololo (zo noemen wij broccoli) en vega-balletjes in pindasaus. Je voelt mijn opluchting als ik voor de 100% de juiste ingrediënten heb. Alles gaat goed, ik ben blij! Doch we krijgen een gast te eten. Ik kocht wel een dubbel portie balletjes, maar niet een dubbel portie pindasaus. Normaal hou ik altijd over, waarom zou het nu niet genoeg zijn? Tot er eentje te weinig pindasaus heeft. Ik krijg zin om met pindasaus te smijten, oh ja, het is op! Zo ook ik, ik ben ook op!

Vrijdag: onze gezinsfavoriet, spaghetti.
Het begon veelbelovend: geen spaghetti in huis. Of all… Spaghetti! Komt vast door de zenuwen. Even snel naar de buurtPlus en fluitend spaghetti á la omi maken. Al snel klinkt: “Aan tafel!”
Nog amper een hap binnen, klinkt naast me: “Mama, waarom is het zo heet?” Zucht, “hoezo te heet?” Tja, het kind kan bij dit heerlijke gerecht nauwelijks wachten, wil aanvallen. Vindt het zó lekker.
Ik vraag me echter af hoe ik anders moet koken? Het heet niet voor niets ‘koken’. Moet ik het anders maar vriezen? Of koken op koudvuur? Een inloopvriezer kopen en daarin koken? Verhuizen naar Antarctica.
Ik blijf achter, terugkijkend: ik kan het écht niet goed doen. Voor straf eten we volgende week MIJN weekmenu.

Maandag: rodebieten, gekookte aardappelen en kipfilet
Dinsdag: artisjoksoep  met tijm en gedroogde tomaten gevolgd door aardappelpreischotel
Woensdag: gewokte spruitjes met aardappelschotel uit de oven
Donderdag: fluweelzachte pompoensoep met brood
Vrijdag: rodekool overschotel met gekruide rundereepjes en puree.

Het water loopt me uit de mond als het voor me staat… tot er drie oorverdovend gaan klagen!
Ik schuif per direct de geen-telefoon-aan-tafel-regel van tafel: zoek mijn Galaxy op, haal mijn oordopjes uit mijn tas en neurie hard mee met Marco Borsato’s “Droom durf doe en deel met iedereen”.
Van geklaag heb ik geen last en het eten smaakt heerlijk!

zondag 4 november 2012

Lolbroeken




Nooit geweten dat facebook ook voor andere dingen dan de laatste roddels goed kan zijn.
Ik zie daar mensen elkaar feliciteren, bemoedigen, versterken, moppen tappen, onderuithalen, beledigen, boos maken en frustreren. Je hebt filosofen, zeurpieten, lachebekken, bemoeials, fotofreaks, zeikers, mafketels, stille genieters, poëten, schilders, muziekmakers, pestkoppen, zangers, klaagmuren en lolbroeken (of ze denken het te zijn, maar zijn het eigenlijk niet). Ze zijn er allemaal op facebook, een heerlijke allegaartje.

Ik leer er dan ook mensen kennen. Ten goede of slechte. Het kan twee kanten op. Soms  halen mensen het bloed onder mijn nagels vandaag, soms schaam ik me voor de een, maar gelukkig word ik weer blij van vele anderen. Soms slik ik iets van iemand waar ik liever terug uit haal; zin ik op ‘wraak’ maar laat het achterwege. Daar is facebook in mijn ogen niet voor bedoeld.

Zo leer ik om te gaan met verschillen. Soms slikken, soms bijten. Soms dingen over slaan, soms er in te blijven steken. Soms tot steun te zijn, andere keren gesteund te worden. Door alles heen ervaar ik facebook als een feestje en geniet vooral. Het is aan mij om de mensen die me irriteren te negeren en zelfs sommige mensen daar te missen.

Ineens bleek afgelopen weken hoe facebook ook op een heel ander vlak super leuk kan zijn…. Want verschillende mensen hebben het "Superdierenboek-de lolbroeken van het dierenrijk” in huis en willen die gevuld zien. Zo ook ik. Je weet wel, zo’n boek die je kan vullen met dierenplaatjes. Deze dierenplaatjes krijg je gratis als je maar boodschappen doet bij AH. Een heerlijke actie als je van natuur en in dit geval maffe dieren houdt. Ik woon samen met een superlolbroek en kreeg met hem samen twee supergrapjassen. Deze dierenkaartjes passen daarom ook helemaal bij ons.

Als grootverbruiker bij AH, had ik het idee dat ik het wel  zou redden om op eigen kracht het boek te vullen. De in totaal 204 kaarten zou ik wel even bij elkaar sparen. Bij elke €10,- aan boodschappen kreeg ik een setje van vier kaarten. Dat zijn toch wel veel boodschappen en zo bleek het tegendeel waar. Ik had anderen nodig om mijn boek vol te krijgen. Via school ging het ‘m niet worden, want zoonlief ging maar niet vragen wie er met hem wilde ruilen. Hij vond andere dingen belangrijker.

Tot er opeens op facebook iemand over dierenplaatjes begon. Ik had niet kunnen vermoeden wat dat teweeg zou brengen. Tussen alle andere statusupdates van verjaardagen tot reacties op foto’s, van gezeur op de nieuwe kabinetsvoorstellen tot grappige plaatjes, mensen bleven superdierplaatjes vragen, aanbieden en/of ruilen. Het bleek een ware handel te zijn. Ik mengde me er met plezier in, want als ik iemand kan helpen, graag!

Het ene superdierenboekbladzij na het andere vulde zich. Dan vroeg iemand weer om een Snotolf of een Oerzon. Mooie scheldnamen eigenlijk! Ik hoor al: “Wat ben jij een Snotolf!” Klinkt altijd nog beter dan ‘…piep…’, of ‘…piep…’ of ‘…piep…’ Duidelijk hè?

Dan klonk er weer de vraag naar Axolotl of  Remora. Wat voor medicijn dat nou weer is, vroeg ik me dan af. Bleek het een superdier te zijn. Toen kwamen de Nimmerzat, Wobbegong, Doejong en Dikdik per post de brievenbus in. Die heb ik allemaal in mijn hart gesloten. Heerlijke namen…

Hoe dan ook, dankzij mijn vele boodschappen bij AH ( die moet nou toch wel onderhand binnen zijn) en dankzij facebookvrienden van Noord, Oost, Zuid en West heb ik mijn boek vol. Bedankt mensen voor het meewerken en versturen van de plaatjes!
Morgen gaat het overgebleven spul naar een facebookvriendin die het hele boeltje wel wil hebben voor haar zoon. Eerst hebben anderen nog mee mogen genieten, nu weg ermee. Gelukkig wel!

Ik kan geen lolbroek meer zien!
“Nee Marcel, nu even niet!”
Die Doejong is mij ook Nimmerzat!