zaterdag 26 februari 2022

Contact met mijn baas

Ik: Hallo Typisch Irene
    Ty: Hey Irene, hoe is het?
Ik: Nou, eigenlijk niet. Ik ben ziek, daarom bel ik.
    Ty: Jij ziek? Bestaat dat?
Ik: Blijkbaar...
    Ty: (denkt: vlak na de proeftijd begint de ellende. Lekker bezig die meid) Och jee, wat vervelend
Ik: Ja, ik baal er ook van. Marcel kan je vertellen dat ik me eigenlijk zelden ziek meld.
    Ty: Wie?
Ik: Mijn man.
    Ty: Oh, ja, ik weet al veel te veel van hem. Iets met snurken, kaal...
Ik: Nou, kaal nog niet hoor. Ik word sneller grijs dan hij kaal en over dat snurken. Nee, laat maar, ik zeg niks. Maar even hè, je bent al net zo goed in het gesprek een andere kant op sturen als ik. Ik meld me dus ziek, dat je het even weet.
    Ty: Natuurlijk, daarom belde je. Hou me inderdaad scherp. Net als jij kan ik maar zo 800 woorden door de telefoonlijn proppen en niets gezegd hebben.
Ik: Daarom greep ik in. Ik lig liever languit op de bank dan al die woorden te tellen.
    Ty: Snap ik wel. Dank voor je eerlijkheid. Eerder deze week was je nog niet ziek hè? Toen zat je aan tafel bij Prins Carnaval  in 't Goy; wandelde je naar de zolder waar ze een modelspoorbaan bouwen en je bezocht een 60 jaar getrouwd echtpaar met de wethouder. Lekker dan, het werk voor Houtens Nieuws gaat door en mij laat je zitten?
Ik: Uhm ja, sorry. Ik raas ook liever gewoon door, maar het lukt gewoonweg niet meer.
    Ty: Je hebt toch geen corona hè? Je wordt toch gillend gek bij die dagenlange quarantaine.
Ik: Nee, gelukkig geen corona en gillend gek ben ik sowieso.
    Ty: (lacht hard) Daar staan we dan samen in. Ik bedenk ineens, dat er eigenlijk niets aan de hand is. Al vind ik het sneu dat je ziek bent. Maar in het weekend werk je toch niet voor mij, dus waar hebben we het eigenlijk over?
Ik: Are you serious? We hebben het over jouw blog?
    Ty: Oh oei, ja, we hebben het wel degelijk ergens over. Moeten we echt jouw blog nu missen? 
Ik: (Baal er nog harder van) Ja.
    Ty: Aan de andere kant; je verdient er geen broodkruimel mee. Sla lekker over en denk om jezelf.
Ik: Daar zeg je wat. Die broodkruimel mag best een brood worden hoor. Of een broodje Carpaccio. Ik krijg daar spontaan zin in. Zullen we daar eens over babbelen?
    Ty: (zucht hoorbaar en veegt ongezien zweetdruppels van haar voorhoofd) Ja best, maar je bent ziek, daarom praten we maar even nergens over. Die blog schrijf je volgende week maar.
Ik: Dat wilde ik al voorstellen.
    Ty: Waar zou de blog van vandaag eigenlijk over gaan?
Ik: Ik zat nog in dubio: over toiletrollen of over de Vogelenbuurt.
    Ty: De Vogelenbuurt? Daar wandelde je toch al eens?
Ik: Ja, nou nee dus. Zeg, lees jij mij blog wel?
    Ty: Ja, wat denk jij? Wie doet de laatste drie checks?
Ik: Oh ja, sorry. Dan ben je vandaag snel kaar. Dat je sommige blogs vergeet snap ik wel. Met al dat schrijfwerk van jou, vergeet je soms gewoon waar de blog van vorige week over ging. Maar we wilden dwalen door de Vogelenbuurt, het liep, nee wij liepen echter anders.
    Ty: En nu dan?
Ik: Dat zeg ik natuurlijk niet.
    Ty: Zoals je natuurlijk ook geen sluier oplicht over de toiletrollen.
Ik: Precies dat. Bovendien moet mijn plan nog maar lukken, dus die blog is sowieso nog in uitvoering.
    Ty: Nou goed, we overleven een week zonder blog wel, al zullen we het missen. En ondertussen ga ik toch eens bedenken wat jij nou te schrijven hebt over toiletrollen. Jou kennende, is het iets wat wij niet verwachten. Jij dulle griet.
Ik: Doe je best maar, ik ga languit op de bank. Warme kruik in mijn rug, coldpack op mijn borstbeen.
    Ty: Klinkt tegenstrijdig, maar je weet vast wat je doet.
Ik: Jazeker: ontsteking killen en spanning verlichten.
    Ty: Ik vraag maar niet verder, maar beterschap meid. Enne, als je besluit volgende week weer te gaan werken: vergeet die afspraak woensdag niet. Ben benieuwd of je daar een klus uit haalt. Oh wacht, dat is mijn werk. Al goed... het loopt ineens enorm door elkaar.
Ik: Heb ik ook soms last van. Maar hé, Typisch Irene, dank je wel hè. Geniet jij lekker van je weekend?
    Ty: Eerlijk?
Ik: Altijd hè?
    Ty: Ik ben ook ziek en sluit af. Bye bye.
Ik: Toedels! Jij dan ook beterschap. Tot volgende week.
    Ty: Houdoe!

zondag 20 februari 2022

Monopoly

    ,,Zullen we vanavond Monopoly spelen?”, vroeg Benjamin tijdens het eten.
    ,,Voel jij je wel lekker?”, reageerde ik, stak mijn hand uit en hield die tegen zijn voorhoofd. ,,Die is koud.”
    ,,Jouw hand niet.”
    ,,Whatever. Monopoly? Are you serious?”
    ,,Ja, ik wil een spelletje doen.”
    ,,Boy, Monopoly is een avondvullend programma - een SPEL in grote letters. Had die KANS-kaart een week eerder gegeven.”
    ,,Welke KANS-kaart?”
    ,,Die waarop staat: SCHRIJF NU ALVAST JE BLOG, ZATERDAG DOEN WE EEN SPEL. Nu wordt het een latertje.”
    ,,Of een niksertje, want je doet mee?”
    ,,Tuurlijk.”

Portemonnee
Het bord vulde al snel de tafel en de meiden telden het gulden-tijdperk-geld. Na een gevecht om de pionnen startte het spel.
    ,,Wat een heerlijk portemonnee-gedrag zie ik. De een schuift alles terzijde op een hoopje en de ander heeft zulke nette stapeltjes dat ik amper durf te niezen.”
    ,,Mama, jij bent.”
    Zoals gewoonlijk zagen we al snel de oneerlijkheid van het leven terug in het spel. De een huppelde van straat naar straat en kocht zoveel mogelijk op. De ander liep van KANS-kaart naar Algemene Fondskaart en spekte vooral de staatskas. En terwijl de derde evenzoveel rondjes over het bord liep, belande de vierde steeds weer in de gevangenis. Monopoly bewees dat je werkelijk onschuldig in de gevangenis kunt belanden. En hoe kan iemand iedere ronde de tweede plaats in de schoonheidswedstrijd winnen met het haar schots en scheef op zijn kop? Het leven slaat nergens op.

Regels

Met de verkoop van de laatste straat voelde ik de spanning stijgen. Wat betreft het straten-ruilen kom ik uit een huishouden waar ruilhandel altijd naar eer en geweten plaatsvond: de waarde van de straat bepaalde wat je kreeg. Gedurende mijn Monopoly-leven ontdekte ik dat elders het spel harder werd gespeeld.
    ,,Precies zoals het in het leven gaat,” werd mij opnieuw ingewreven.
    ,,Zoals ook de regels van het spel. Iets van zoveel huishoudens zoveel regels?” Lara greep nogal eens naar de spelregels en ontdekte met flappende oren dat we hier en daar vreselijk afweken van de Monopoly-norm. Ze accepteerde dat nieuwe leven.

Dood

Als grootgrondbezitter van mijn favoriete Kalverstraat, Leidschestraat en een berg geld om ze vol te bouwen met hotels, hoorde je mij niet klagen. Lara zuchtte bij het zien van mijn acht *****hotels. Het leven, ik bedoel het spel, zat haar niet mee. Ze hield het lang vol, te lang naar eigen wens, want vloog steeds zorgeloos over mijn straten en Start.
    ,,Weer kassa!” Het was zuur spelen voor haar. Ze wist dat ze geen schijn van kans had bij de reuzen om haar heen. Tot ze Marcels hotel aan de Zijlweg bezocht en alles bij elkaar raapte.
    ,,Voor jou.”
    ,,Nee, eerst je huizen inleveren, straten omkeren en dan zien wat je hebt.”
    ,,Ja maar ik wil dood.”
    ,,Helaas, het is nog niet jou tijd.” Een ronde later echter wel. Ze nam luid juichend de bank over en ontwierp een heuse nieuwbouwwijk. Haar hoed vond een nieuwe bestemming: het hoofd van Princes Celine. Zou die hoed haar beschermen tegen het onherroepelijk einde?
    ,,Kalverstraat,” riep Benjamin
    ,,Dat is dan 200.000 gulden,” zei ik kijkend naar zijn portemonnee. Ik dacht dat hij eraan ging.
    ,,Is dat alles?” Hij pakte zijn telefoon op en een stapel briefjes van 50.000 gulden kwam tevoorschijn. Ik ontdekte dat ook Marcel een flinke spaarpot had. Stelletje beleggers.
    ,,KANS,” riep Celine. Ze pakte een kaart en zei: ,,Ik ben dood!”
    ,,Zou je willen. Die kaart bestaat niet.”
    ,,Jawel, kijk maar.” Er gebeurden dingen tijdens dit spel, waar ik geen oog naar had.



    ,,En ik heb een testament,” vulde ze aan, waarbij ze een volgend briefje omhoog hield.


Uitgespeeld
Na opnieuw een korte stilte speelden we door, waarbij ik - mijn hotels ten spijt – al snel het loodje legde. Terwijl de mannen steeds bij elkaar op bezoek kwamen, gingen ze aan mijn chique hotels voorbij. Marcel verloor behoorlijk wat fortuin aan Benjamin terwijl Benjamin overal tussendoor sprong. Ik bezocht Marcel twee keer in zijn hotels aan de Barteljorisstraat. Je kunt wel raden dat hij genoot. Ik echter niet. Mijn dure business ging kapot aan de troephotels van meneer. Daar ging mijn poging om een imperium te bouwen. Amper alles overgedragen smeet meneer het geld al over de balk en zette mijn hotels weer neer. Het was rond 23.00 uur.
    Benjamins veilige sprongen veranderden van richting, waardoor hij keer op keer de hotels van Marcel bezocht. Tot hij tenslotte met geheven hoofd het hoekje om ging. Blij dat het spel klaar was.
    ,,Bedtijd.”

KANS-kaart
Hij wel, ik niet. Mij wachtte nachtwerk. Maar… 
    In de nacht komen de beste ideeën. Niet doorvertellen: Ik maakte een KANS-kaart: GA DIRECT NAAR DE GEVANGENIS EN KOM ER NOOIT MEER UIT. Een keer raden wat ik daar klaar heb liggen?
    Mijn laptop natuurlijk. Laat mij maar lekker zitten.

zondag 13 februari 2022

Food, Fashion & Design tour Rotterdam

Bij het verlaten van de parkeergarage, glansden de ramen ons tegemoet. De wolken leken in tweevoud voorbij te drijven door de weerkaatsing in het glas. Het was vooral de hoogte van de gebouwen die mijn ogen naar boven dwongen te kijken. Wat hoog.
    Wat een gebouwengeweld bij het verlaten van Parkeergarage Weena - ons startpunt voor de Rotterdamse Food, Fashion & Design tour. Hier te vinden vanaf bladzijde 13. Wij zeggen in duet:
    ,,Loop deze route vooral een keer." Al erken ik dat wij deze tocht twee keer liepen. De eerste keer vorig jaar mei, de tweede keer afgelopen december. We proefden twee keer de sfeer zodat ik die kon beschrijven in deze blog. En tada!
    Hou er rekening mee dat dit verhaal een combi is van beide keren. Foto's waarop de zon de boel verlicht maakte ik in mei en daar waar wolken de lucht vullen en de straten nat zijn, spreken we over december.

Verrassend
Rotterdam in een woord: verrassend.
In twee woorden: onverwacht anders.
In drie woorden: we komen terug.
In vier woorden: door kunstzinnige uitspattingen gekleurd.  
In meer woorden: lees dan gewoon dit hele verhaal.
    De waarheid is dat Rotterdam ons niet lonkte. We dachten dat het gemis aan oude vooroorlogse gebouwen en huizen ons tegen zou vallen en het moderne karakter ons hart niet zou raken. We ontdekten echter een stad met bijzondere verrassingen, kunst aan alle kanten en oud en nieuw naast elkaar. Bovenal zag ik een aantal plekken die ik nooit met eigen ogen zag. Eindelijk!

Afwijken
Amper de eerst hoek om, weken we al af van de route. Een kunstwerk en daarna een auto die door het raam schoot trokken ons weg van de juiste route. Het kunstwerk leek gemaakt te zijn van vliegtuig onderdelen, al ben ik alles behalve onderdelenkenner. Ik stelde me voor dat met dat materiaal dit te maken was.
    Wat betreft die auto? Tja, als je die niet op de handrem zet, rijdt ie zichzelf de garage uit. Ziet er top uit, zolang je er niet zelf in bungelt. Ik zeg:
    ,,Neem nog een paar lesjes als jij je auto vaker zo aantreft na parkeren." Je zou toch gek staan kijken.

Kunst centraal
Met deze start raakte ik benieuwd naar de rest. De tour-route werd leidend en stuurde ons in de richting van een kleurrijke pui. Ik was blij, hoopte daar al op en anders werd het een volgende eigen-weg.
    We liepen onder de pui door, lazen de teksten op de grond en wandelden de Biergarten op; een plein  overladen met kunstzinnige uitspattingen. Er was zoveel te zien; niet perse mooi, wel leuk apart en kleurrijk. Dan heb je me.


 

 

Yellow road
Na deze overweldiging aan indrukken - toen al – namen we de gele trap omhoog en betraden daarmee de Luchtsingel. Ik herkende het van een tv-commercial, maar weet niet welke. Jij wel? Je ziet daarin een man over de Luchtsingel fietsen.
    Ik vond het leuk dit van die commercial te herkennen en nu met eigen ogen te zien. Wist jij dat we dit in Nederland hadden? Eenmaal de eerste trap op zei de route dat we een daktuin konden bezoeken.
    Niet dus, door de coronamaatregelen was de deur naar boven gesloten, we zagen daarom geen daktuin. Of die er is? Ik kan ook wel zeggen dat wij een Jacuzzi op zolder hebben staan en je dan niet binnen laten. Al goed, de daktuin niet gezien... even huilen en door.
    Verderlopend op de Luchtsingel moesten wij naar Station Hofplein (die ken ik van Monopoly, leuk!). Wij zagen echter rechts voorbij de Luchtbrug een stalen constructie in de vorm van een poort.
    ,,Dat moeten we even van dichtbij bekijken, kom."
    Waarna we terug liepen richting Luchtpark Hofbogen. Dit park ligt op Station Hofplein, zo grappig, lopen over het station in het groen. In mei was het begroeid in december gesloten. Mijn wens is eens midden in de zomer daar te lopen. Ik wil het in volle bloei zien staan.





De Rotte
Weer op straatniveau vervolgden we de route en ontdekten een tot restaurant omgebouwde treinwagon. We hadden geen trek, maar het idee om daar te eten leek ons niet gek. De tuin met daarin gekleurde tafels en stoeltjes en alles omringd door een wildernis aan planten lonkte sfeervol gezellig en uitnodigend in zijn wanorde.
    Verder lopend door straten en over bruggen vonden we het volgende gedeelte van de route niet bijster bijzonder. We waren niet geïnteresseerd in restaurants en winkels al maakten ze de naam van de route waar. Wij liepen stevig door tot aan rivier de Rotte.
    ,,Aha, daar komt de naam Rotterdam vandaan.” Heerlijk, die momenten dat je een antwoord krijgt op een vraag die je niet stelde. We liepen tot het eind langs de Rotte om daar tot mijn verrassing toch twee oudere pandjes te ontdekken.
    Overigens liepen we de route in mei zoals het moest, in december kozen we voor de andere oever. Daarmee zagen we andere opvallendheden en beseften dat een stadswandeling anders bewandelen echt een andere kijk biedt.






Schrik
Tot we via de Meent en Oppert bij de Grote Kerk kwamen. Kerken intrigeren altijd, ik wilde naar binnen, maar die deuren? Met de boodschap van dood en verderf erop wilde ik niet meer binnen. Ik bedoel, iemands kop wordt afgehakt en een ander wordt in elkaar geslagen. Daar heb ik één woord voor: walgelijk! En dat op een kerkdeur. Welkom?
    Ik bekeek het Grote Kerkplein wat uitgebreider terwijl Marcel vanaf een stoeltje over het plein uitkeek. Ik ontdekte dat ze tegenover de kerk aan het bouwen waren. Waarom ik er uitgebreid naar keek, weet ik eigenlijk ook niet. Voor een bouwput hoef ik niet naar Rotterdam, dan kan ik net zo goed 200 meter verderop in mijn woonwijk even koekeloeren hoe ver ze zijn met de bouw van woningen. Iedere week is de look van de inprikker (de weg de wijk in) anders.



Kubuswoningen
We vervolgden onze route en staken de Binnenrotte over om te ontdekken dat het volgende gedeelte opnieuw niet erg interessant of fotogeniek was. Tot we terug op de Binnenrotte de Markthal in het vizier kregen. Opnieuw een gebouw waarvan ik vaak foto's van anderen zie, maar er zelf nooit een stap zette. Nu was het mijn beurt.
    Buiten ontdekten we een gebouw waarbij ik even aan Pompidou Parijs dacht, maar dat er totaal niet op lijkt. Het was de tekst die me trok: 'Heel de aarde is je vaderland'. Eens, helemaal mee eens. En door naar...
    ,,Marcel, zijn dat ze? Zie ik daar eindelijk die vierkante huizen in het echt?" We liepen er op af en ik schrok. Was het werkelijk maar een rijtje? Tot we dichterbij kwamen en we bovenaan de trap een heel ander beeld kregen. Wat een heerlijk straatje en hoe zou dat wonen? Helaas was de museumwoning gesloten. Weer een reden om terug te gaan. Kom maar door met die versoepelingen.







Haven
Van de Kubuswoningen stuurde de route ons naar de oude haven waar we een hele poos bleven dralen. We bewonderden boten, genoten van het water, aten ons fruit, dronken wat fris op en wilden niet meer weg. En een foto's gemaakt! Oh boy, ik moet kiezen.
    Later liepen we de hoek om over de Wijnhaven, waar net als in de Oude Haven oud en nieuw elkaar ontmoetten. Het contrast was enorm en misschien juist daarom zo gaaf. Aan het eind liepen we over de Kraneschipbrug naar de Museumhaven. Een plek waar je ogen te kort komt. Industrie kwam hier tot leven naast kunst in de open lucht. Heerlijk! Ik ademde alles in.

 







Laatste loodjes

Van daar liepen we het centrum weer in. In mei liepen we de wandeling volgens de route, in december kozen we een andere weg. We ontdekten via beide routes, mooie en grappige plekjes. Van Fikkie het hondje met zijn poepie tot een leuke tekst op de stoep, van de koopgoot tot een oude zuivelwinkel.
    En verderop het gemeentehuis en oude postkantoor. Prachtige gebouwen en verbazende rust daarachter. Ik vond zelfs mijn privé kantoortje in een uitbouwtje aan het immense gebouw. Echt een plek voor mij.
    Om ineens de groene tegels van een gebouw te herkennen.
    ,,Och kijk, het politiebureau dat we vaker in het nieuws zien. Hier staat ie dus." En door via de Kruiskade en het Stadhuisplein om uit te komen op het Schouwburgplein met veel te grote en aparte bouwsels om te fotograferen, eindigden we bij het station. Het laatste stukje was de Fashion gedeelte van de route. het boeide ons niet zo, maar toch, het was er.
    Voor ons was het een mooi punt om naar huis te gaan.

 


 

 

Hebben we maar zo Rotterdam ook in ons hart gesloten.
    Tot de volgende tocht.