Deze blog mag je alleen lezen als je
belooft hierna een reanimatiecursus te gaan volgen, tenzij je al burgerhulpverlener
bent. Deal?
Niet
klagen, ik mocht deze blog alleen schrijven als ik burgerhulpverlener werd!
Mannen!
‘Schatje, we eten om vijf uur’, deelde ik manlief mee.
Dat ik hem schatje noem blijft grappig. Hij is 28 centimeter
langer dan ik. Mini-me komt amper tot
zijn schouders. Toch klinkt schat ronduit fout uit mijn mond. Waarom weet ik
niet. Tot zo ver, het uit-mijn-nek-geklets. Oh nee, ik waarschuw je liever voor
verhittere deelsels. Ik ga los!
‘Als ik vijf uur niet red, eet je maar vast zonder mij,’ reageerde
meneer.
‘Uiteraard!
Ik verlaat dit huis niet zonder eten. Stel je voor dat ik door trek van mijn
stoel val tijdens de reanimatietraining?’, klonk ik zelfverzekerd.
‘Wel
goed opletten, want waar zet ik nou mijn handen?’ Meneer legde zijn rechterhand
op mijn linkerborst en vroeg: ‘Hier?’ Gelukkig zag hij mijn blik niet.
Ondertussen verplaatste hij zijn hand naar mijn rechterborst. ‘Of hier?’
‘Mannen!’,
zuchtte ik. ‘Oh nee, één man, jij! Weet je wat? Als ik thuis ben vertel ik je
alles in gevoelens en acties.’ Meneer draaide zich met een big smile om, wandelde richting deur, wenste me succes, zei dat ie
van me houdt en vertrok naar zijn werk. Tot zover ons stukje privacy.
Ik
tafelde nog even gezellig na met mezelf. Heerlijk genieten was dat.
Zenuwen
Eerlijk gezegd duurde dat genieten niet zo
lang. De plicht riep ook mij. Omdat er geen buitenshuise klussen in de agenda stonden,
wandelde ik even binnen bij een vroegere vrijwilligerswerkplek. Iemand van het
kernteam weet me vast te houden als schrijver en ‘relatie’ van de krant.
Heerlijk, dit warme lijntje. Het houdt me op afstand betrokken en wie weet kom
ik ooit terug?
Vervolgens
bezocht ik de nieuwe Appie. Naast de veranderde winkel, bleef alles hetzelfde. Hier
klonk een babbeltje, daar hoor je mijn praatjes. Wat echter niemand merkte was
dat in mijn onderbuik bibbers begonnen te borrelen. Zenuwen die gedurende de
dag steeds harder rilden. Die reanimatiecursus begon mijn benauwdheid te
verhogen. Het had alles te maken met mijn diepe verlegenheid en het doen van
oefeningen terwijl een hele groep mensen op mijn kont kijkt. En dat allemaal
omdat een pop wacht op zijn redding. Help! Paniek! Sleep me weg. Of nee, laat
de zenuwen verdwijnen.
Maar ik mag mezelf niet Typisch Irene noemen
als ik niet doorzet. Mijn ja is ja, ook hier.
Na
de maaltijd die startte naast manlief, waar zoonlief en een vriendin wat later
aanschoven en ik dochterlief nooit aan heb zien zitten, vertrok ik en nam een
bijna volledige zenuwinzinking mee.
Bij
aankomst telde ik een eerste meevaller: er waren maar acht deelnemers. Daarnaast
voelde ik een goede klik met iemand die zich bij de gemeente bezighoudt met
veiligheid. Iets met herkenning van onszelf in de ander. Dat bij elkaar opgeteld,
gaf deze burger wat meer hulpverleners moed.
Na
een enorm interessante theoretische uitleg en reanimatie-instructie, klonk de
vraag:
‘Wie
wil als eerste oefenen op de pop?’
Het
werd stil, akelig stil. Alsof iemand op zou springen met een luide YES ik!
Nee!
Waarschijnlijker was dat iedereen mijn gedachten hoorde: mooi niet dat ik als
eerste…
‘Laat
mij die kop er maar af hakken!’ Zoiets klonk uit mijn mond. Ik keek nog even om.
Ik wilde zeker weten dat het niet iemand anders was die dat uitkraamde. Wat mij
dreef was een gevoel van let’s-get-over-it.
Ik stapte als eerste op de pop af en ging niet voor de pop op mijn knieën om een
aanzoek te doen, wel om zijn bewustzijn te checken.
Sure! Het is een pop, natuurlijk was alle
bewustzijn afwezig! Een ademhalingscheck
volgde. Ik speelde echter vals.
Rechtshorig
Luister: ik knielde rechts van de pop. Dat was
de kant vanwaar ik op de pop af liep en daarom neerknielde. Om de ademhaling te
checken moest ik met mijn linkeroor boven zijn/haar mond hangen. Zo moest ik
die kunnen horen, voelen en zien door uitzicht op de borstkas. Die ademhaling
was er sowieso niet. Rara hoe wist ik dat?
Precies,
iets met die pop!
Daarna
gaf ik toe dat ik vals speelde. Ik ben namelijk links zo goed als doof, daarmee
zal ik nooit een ademhaling horen. In het echt zal ik links van het slachtoffer
moeten gaan zitten, want moet met mijn rechteroor de ademhaling checken.
Zei
de voorzitter van Veilig Houten, een goede bekende, die inmiddels ook
binnengewandeld was:
‘Ja
ja, links doof en rechts luister je nooit!’
Serieus
We hebben naast lol serieus gewerkt. Een top
combi. Ja, alles bij elkaar viel het me mee. Ik ben een diploma rijker en aangemeld
als burgerhulpverlener. Ik hoop nooit in te hoeven grijpen, maar als het moet,
durf ik. Dat telt! Hoe zit dat met jou?