Soms zie je iets zo vreselijks, zo misselijkmakend, dat je direct hebt gegeten en gedronken, terwijl je vlak daarvoor nog dacht: ik heb wel zin in iets. Weg zin!
Nou heb ik het niet over een ernstig ongeluk dat vlak voor je plaats vindt. Ik heb het ook niet over een vreselijke valpartij tijdens de Tour de France. Het verbaast me dat het niet vaker mis gaat. Man man, wat fietsen ze dicht op elkaar zeg. Over een horrorfilm heb ik het al evenmin, want daar kijk ik sowieso niet naar.
Waar ik in deze van gruwel is van een heel andere orde. Hoogstwaarschijnlijk ga jij er totaal aan voorbij, maar tenminste één iemand in mijn huishouden snapt me.
‘Niet links kijken!’, zeg ik ineens als we samen shoppen. Natuurlijk kijkt ze toch.
‘Mam!,’ klinkt ze geschokt en verbouwereerd.
‘Ik zei toch: Niet kijken! Dan moet je NIET kijken!’
Geloof me, een bouwvakkersdecolleté vind ik echt niet om aan te zien. Oh wacht, heb je nooit van een bouwvakkersdecolleté gehoord? Ik ook niet tot eergisteren. Celine kwam hiermee. Ze heeft het vast van één van haar pubervrienden. Die kennen wel meer van die zielige, ik bedoel zalige uitspraken.
Wat het nou is? Er is sprake van een bouwvakkersdecolleté wanneer bij een man de bilspleet boven de broek uit komt, in plaats van de broek boven de bilspleet. Het uitleggen maakt me eigenlijk al wat misselijk, maar toch gaat het me in het begin van deze blog om iets veel ergers.
Misselijker word ik als ik naar een openbaar toilet moet. Dat was gisteren nog. Zo’n dagje uit kan een behoorlijke domper krijgen als ik eerst voorbij de mannentoiletten moet lopen en van die hangende piesbakken zie. Dat vind op zich al schokkend, laat staan als er een manspersoon bij staat. Hij hoeft niet eens ook nog een bouwvakkersdecolleté te vertonen.
Waar is een emmertje?
Blijft daar één ding: het ergste, echt heftig! Al het voorgaande is een plakje cake (piece of cake) bij dat waar ik echt onpasselijk, misselijk en helemaal de weg van kwijtraak. Ik raak er helemaal van ondersteboven. Erover schrijven is eigenlijk al te zwaar.
Echt, als ik het nu zou zien, zou ik maar zo de laptop van mijn schoot laten vallen en alle inspiratie voor de komende zes weken kwijt raken. Het is zo ingrijpend dat als ik aan het schilderen zou zijn, ik de kwast per direct laat vallen, waarbij die via het doek op de grond valt. Natuurlijk daarbij mijn schilderwerk verpest. Twaalf uur werk voor niets.
De kans bestaat dat ik flauwval en geen lucht meer krijg. Ik ga compleet stuk, zou Celine zeggen en ben alleen te redden met mond op mond beademing. Van Marcel dan wel.
Over Marcel gesproken. Op één van onze eerste ontmoetingen heb ik hem echt streng toe moeten spreken. Ik wist dat ik veel van hem zou kunnen hebben, bijvoorbeeld dat hij snurkt, kaal wordt en andere onhebbelijkheden die hij onderwijl is gaan vertonen. Maar één ding, heb ik er direct met de paplepel uitgesmeten!
Eén ding zou ervoor kunnen zorgen dat ik morgen een door mijn vriendin opgelegde scheidverbod aan de kant smijt. Eén ding zou maken dat ik naar het gemeentehuis ga en scheidingspapieren aanvraag.
Ik zou heus weg kunnen kijken als hij met een bouwvakkersdecolleté staat te plassen bij piesbakken of tegen een boom (heeft bij mij hetzelfde effect).
Het is echter einde huwelijk als Marcel net als die man, die Celine en ik tijdens het shoppen zagen, zijn sokken hoog opgetrokken draagt. Wie doet dat nou, de sokken helemaal optrekken tot op de kuit onder een korte broek? Werkelijk mannen! Dat kan echt niet. Ik vind het echt vreselijk om te zien. Geef hier dat emmertje! Of duw snel die sokken omlaag.
Heb ik toch even één probleem: ik heb een foto nodig voor deze blog.
‘Marcel? Wil jij even model staan?’