Ineens staat ie daar, onze nieuwe schuur. Het lijkt alsof het met een
simsalaboor, hokus pokus pilatus beton en ti ta schroefmachine ineens klaar is
en staat te pronken in de achtertuin. Drie weken geleden begon het werk en nu staat
het daar. Klaar voor het binnenwerk.
De aannemer heeft amper ‘houdoe’ gezegd of Marcel komt met een kruiwagen
vol gereedschap de tuin in.
‘Zo, jij hebt er zin in.’ Ik
kijk naar alles wat hij in de kruiwagen meezeult.
‘Ja, jij toch ook?’
‘Hoezo ik?’
‘Jij gaat mij helpen!’ Dit is
geen vraag, toch? Ik sta verteld. Hoe komt die man erbij? Ik, madam-linkerhand
in tweevoud die het verschil tussen een schroefmachine en boor niet eens ziet,
moet mijn mouwen opstropen voor klussen? Er zit een boutje los bij mijn man.
‘Ik? Helpen?’ Ik schrik zelf van
de piep in mijn stem. Marcel zet ondertussen de zaagmachine op zijn plek.
‘Natuurlijk, jij gaat balken
zagen.’
‘Oh, dan pak ik eerst de
EHBOtas.’ Voordat meneer iets kan zeggen ben ik binnenshuis en kom buiten met een
fel rode linnen tas. Ik leg een verbandje, schaar en leukopor klaar en steek de
telefoon in mijn broekzak; zo is 112 veilig dichtbij.
Ondertussen heeft Marcel zoveel elektrisch spul klaargezet dat mijn a-sympathie
alleen maar groeit. Al dat gereedschap beweegt zo snel, maakt zo’n herrie en kan
in mijn handen alleen maar levensgevaarlijk zijn. Dat weet ik gewoon heel zeker. Toch vind ik
mezelf terug naast mijn man de klusser. Hij gelooft in mij. Misschien moet ik
hem een kans geven om mij te bewijzen.
‘Vertel mij eens, wat verwacht
je nou serieus van me?’
‘Dat je de balken zaagt. Dat
zei ik toch.’
‘Dat meende je dus.’
‘Ja.’ Hij legt meteen de
werkwijze uit: met een druk op de knop gaat een klep open en verschijnt de
zaagschijf. Door op nog een knop te drukken gaat ie heel snel draaien. Dan
omlaag en ‘krrrrrr’ (maar dan vele decibellen harder) is de balk doormidden.
‘Dat kan je heus wel. Je moet
gewoon gevoel krijgen voor gereedschap.’
‘Gevoel? Praat me daar niet
van. Maar dat combineren met gereedschap?’
Hij stapt opzij. Tijd voor de
eerste balk. Meten, neerleggen, druk op de ene knop, zorgen dat ik op de goede
plek zit, druk op de andere knop en ‘krrrrrr’...
De balk is te lang.
Natuurlijk, alle begin is
moeilijk, er moet een klein stukje af. Is ie nog te lang. Nog een klein
stukje...
Blijkt ie te kort, maar past wel op een andere plek. Gelukkig maar.
Volgende balk!
Het duurt een paar balken, maar
dan heb ik toch met zekerheid door waar de zaag ten opzichte van het streepje
moet staan. Vanaf dat moment klopt mijn zaagwerk en begin ik in mezelf te
geloven. Klussen blijkt goed voor me.
Ondertussen heb ik daarbij de functie van gereedschapskist aangenomen.
Omdat meneer alles achter zich laat slingeren (en steeds kwijt is), heb ik de
rolmaat aan mijn ene broekzak, een potlood in de andere en hou, als ik niet aan
het zagen ben, een schroefmachine in mijn linkerhand en een paar schroeven in de
andere. Vervolgens geef ik hem, voordat ik de schuur uitloop met de balk onder
mijn arm, de schroefmachine en schroeven en kom precies op tijd terug met een
afgezaagde balk om de schroefmachine weer aan te nemen.
Om 22.00 uur staan we in de schuur en bewonderen het werk dat gedaan is.
Het raamwerk voor het plaatsen van isolatie en gipsplaten is klaar. De tijd is door
de hamerslagen gegleden.
‘Had je gedacht vanavond zo ver
te komen?, vraag ik mijn wederhelft.
‘Nee.’
Ik koester me in het idee dat het allemaal te maken heeft met mijn geweldige hulp en sta trots naast hem. Eigenlijk verwacht ik een box tegen de schouder zoals mannen onder elkaar doen. Die blijft echter uit.
Ik koester me in het idee dat het allemaal te maken heeft met mijn geweldige hulp en sta trots naast hem. Eigenlijk verwacht ik een box tegen de schouder zoals mannen onder elkaar doen. Die blijft echter uit.
‘Ja, schat je hebt altijd
gelijk!’
‘Daarom zal ik je gelijk
uitleggen hoe je isolatiemateriaal moet plaatsen en gipsplaten moet bevestigen, dan kan jij dat morgen allemaal
zelf doen en is het klaar als ik thuiskom!'
Had ik nou maar niet zo mijn
best gedaan!