zaterdag 29 juli 2017

NPV fotoshoot

Ondanks dat ik ver buiten de gevraagde leeftijdscategorieën val en geen maatje-perfect heb ging mijn vinger naar de knop VERZENDEN. Hiermee melde ik me aan voor een fotoshoot van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).
    Hun reactie volgde snel: Je hebt een mooi gezicht, dus welkom!
    They made my day. Blijkbaar heb ik een mini-X-factortje.

Allerlei informatie volgde, maar bij het belletje van de styliste voelde ik opkomende stress. De dresscode was duidelijk, maar de rest?
    ‘Wat doe ik met mijn coupe-de-krul?’
    ‘Daar moet je niets mee doen.’
    ‘Wat? Moet ik antipluis overslaan?’ Gelukkig werd die verschrikte reactie niet vereeuwigd.
    ‘Inderdaad, make-up mag ook niet. Ik style het, en ik beloof je dat ik er geen schaar in zet.’

Een dag later was ik opvallend snel klaar met mijn ochtendritueel. Met ontcoupte kop en zonder make-up de deur uit, scheelde me een half uur tutten. Hoewel mijn in een elastiekje gepropte coupe-out-of-bed niet toonbaar was, vond ik alles los laten hangen een groter gevaar. Mede weggebruikers van de A12 zouden zich verschrikt afvragen wie die ontplofte bezem in dat rode karretje is. Boem! Geen confetti maar rondvliegend glas als gevolg.
    Incognito de weg op lukte evenmin, want met groot reclame op mijn wagentje en een vlindertuin die mee vliegt, is schuilen nooit mogelijk.

Gelukkig bereikte ik zonder kijkfile mijn bestemming en maakte ongekend snel kennis met allemaal onbekenden. Verlegenheid slaan we over, want een andere vrouw en ik moesten gestyled worden voor het eerste fotomoment. Een dikke laag plamuur bleef uit, zoals ook mijn haar redelijk á la moi bleef.
 
Daarmee was het tijd om naar een fantastische locatie aan de Neder-Rijn te gaan. Men zocht naar de beste plek, licht, ruimte en achtergrond, terwijl de stylist onze kleding recht trok, een tas over mijn schouder deed en wat frunnikte aan mijn collega-model. We waren er klaar voor om te doen alsof we vriendinnen waren en een serieus gesprek voerden. De ontstane gezelligheid moest even wijken.

Al gauw klikte de camera zich een rikketik. Alles bij elkaar waren we hier zo’n drie kwartier en mochten het resultaat bekijken. Kijk ons staan, kijkend in de verte en in de hoek van de foto een boomtakje dat alles een serene sfeer gaf.
    Niet dat er een boom stond. Wat er wel stond? Iemand die een bloesemtakje vasthield maar buiten beeld bleef. Een geweldig sfeeridee!

Het was 17 mei en 29°C en zou een zonovergoten dag worden. Toch wachtten we regelmatig op voorbij drijvende wolken en juist toen het weer mijn beurt was, vielen flinke spetters op onze hoofden. De winkel waar we bij in de buurt waren, werd onze schuilplaats.
    Ik zat net op dat moment in een rolstoel, want figureerde als rolstoelafhankelijke hulpvrager, en had een tas vol boodschappen op schoot. Nou ja, vol boodschappen? Zo schuilend voor de regen kon ik mooi checken wat ik eigenlijk had gekocht. Komkommer, koekjes, krentenbollen (lekker voor de lunch), thee en hé, een opgerolde jas. Slim, de producten suggereerden een volle tas, maar ondertussen.

Het wachten tot de bui voorbij was, duurde langer dan verwacht. Daar stonden we bij de plantenafdeling. Ik zat prima terwijl de rest ongeduldig op de benen wiebelde.

Tot de regen ophield en de rolstoelduwer me zo van de stoep wilde duwen.
    'Ho, stop! Daar (ik wees er bij) is een roelstoelvriendelijkere plek.' Ik zag al voor me hoe ik uit de rolstoel werd gekatapulteerd en dat ding akelig nodig zou blijken. Mijn duw-ervaring redde me.
    Na herhaald stoep op en af, ik lui geworden van het zitten en de duwer met vermoeide armen, was het voor mij even klaar. Ik had pauze.

Pas later in de middag werd ik verwacht om als adviseur te modelleren.
    Op een lichte plek in het gebouw werd een tafel omgetoverd tot bureau. Wat een laptop, telefoon en andere bureau accessoires al niet doen. De laptop maakte het tot een flexibele werkplek. Zo van: bent u klaar met werken? Sta op, neem uw spullen op en wandel.
    Nu klonk mijn opdracht: ga maar zitten. Ik plofte op de bureaustoel, zakte flink onderuit, gooide mijn benen op tafel en nam de telefoon op:
    ‘Wat mot je?’ Dat moment werd helaas door de fotograaf gemist. Die foto had ik juist zo graag willen hebben.

Al snel zat ik met beide benen op de grond, de telefoon aan mijn (dove) oor en in mijn andere hand een pen. Ik moest zogenaamd aantekeningen maken. Alsof een schrijver kan doen alsof - een schrijver weet altijd iets te schrijven. Niemand had iets door, tot ik het briefje overhandigde.

‘Lieve mensen,
Bedankt voor deze leuke dag.
Ik heb enorm genoten!
Lieve groet,
Irene

Wat bleef? Nog één fotomoment met iemand anders en mijn portretfoto. Ik was de afsluiter van een fantastische dag. Ik voelde moeheid vermengd met enorme voldoening. Het was een mooie dag, maar thuis lonkte.

Daar was manlief die me opwachtte met pen en papier.
    ‘Mag ik een handtekening?’
    ‘Hoezo?’
    ‘Je bent nu toch een beroemde fotomodel?’
    ‘Er werd wel meer gesuggereerd vandaag, die handtekening kan er ook wel bij.’


zaterdag 22 juli 2017

Landjepik



Tuinieren is écht ons ding (geworden). Gelukkig maar, want ik schrijf over twee tuinen die goed zijn voor 104²m. Dat is een overdosis vierkante tuinfun en -werk.
    Gelukkig bleek hovenieren een ‘hobby’, ondanks ons verregend verstand er van. We volgen vooral ons gevoel en met een houding van we-doen-maar-wat, is de tuin geworden tot wat ie nu is.

Even terugblikken:
    Voordat we in dit huis woonden, leefden we in een knus flatje met balkon. Al op Balkonia waren we elk voorjaar druk in de weer om met bloemen van verschillende kleur-, geur- en fleurstoffen ons ‘tuintje’ te veraangenamen.
    Toen wij dit huis kochten (met voor- en achtertuin) kochten we een zandbak met daartegenaan een doorgeschoten grasmat en rondom uit de kluiten gewassen gewassen.
    Na het gras eerst handmatig en daarna met een grasmaaier gekortwiekt te hebben, vond menig plant met een zwieper zijn weg naar de groene kliko. Soms zelfs sierplanten. Hun geur en look stonden ons niet aan.

Zo was daar de citroenplant die me deed gruwelen. Het herinnerde mij aan een homeopathisch middel (Pethadolor) dat mijn moeder me gaf bij mijn pubertijdse migraine aanvallen. De geur van die plant bezorgde me opnieuw hoofdpijn. Weg met die associatie.

Niet altijd zijn we het eens over het verwijderen van planten, maar daar is het spel LANDJEPIK. Het is mijn favoriete tuinspel. Marcel wil nooit mee doen, daarom speel ik het alleen en het liefst als manlief druk is met loungebank-hangen.

Dit gaat over een bodembedekker die in zijn kruiperigheid te prominent aanwezig is en andere kruipertjes de ademruimte ontneemt. Manlief vindt het prachtig kruipgewas en lijkt gehecht. Hoe kan je houden van iets zo verstikkend?
    Ik haal daarom steeds een beetje weg en geef daarmee bewegingsvrijheid aan vriendelijkere plantjes. Komt meneer er net aan.
    ‘Hé, heb je weer wat van mijn kruiper achterover gedrukt? Landjepikker!’ Hoor ik nou een snik in zijn stem?
    ‘Ach nee joh, dat lijkt maar zo. Moet je kijken hoe de tuin erbij staat.’
    ‘Jij staat er stralend bij, dat is niet pluis.’
    ‘Ik ben dan ook zo lekker bezig geweest. Ik kreeg trouwens een compliment van onze buurman.’
    ‘Wat zei hij dan?’
    ‘Hij zei dat hij onze tuin de mooiste is van de straat. Eén keer raden wie naast haar schepje ging graven. Daarom groei en bloei ik nog even na.’

Of die buurman er nog zo over denkt?
    Onze buren, ja die nieuwe (hoelang moet je ergens wonen om niet meer als nieuw te worden bestempeld?), hebben hun voortuin onder handen genomen met verbluffend resultaat. De hele straat is ervan opgekikkerd.

Afgelopen zondag, bij het zien van mijn achtertuin verdween alle trots. Het gras stond twee bakstenen hoog; onkruid leek rondom opgeschoten; de laurier en krulwilg riepen het hardst om een knipbeurt. Alsof ze Marcel volgden. Hij was een paar dagen eerder gesnoeid door een prof. Het staat hem weer goed, die coupe-kort.

En zo maak je kennis met onze afgebakende tuinrollen: ik ben van het priegelwerk (zie hier de perfectionier) en wurm mini-onkruidjes uit moederaarde, peuter onhebbelijke plantjes uit de terrasvoegen en verzorg de plantenbakken. Meneer klimt in het grove werk. Hij graaft planten uit, snoeit struiken en plaatst de schutting. Eind van het liedje: ik de vieze nagels, hij de schaven en schrammen.

Oh nee, hij moest nog snoeien. Daar klom hij met snoeischaar en zaag de boomhut in om de krulwilg te ontkroezen. Terwijl hij knipte ving ik de takken op uit de lucht. Het leek wel een onderdeel uit de vroegere Honeymoonquiz. Er viel echter niets te winnen.
    Of toch wel. Door de takken op te vangen, bleven de Aliums gespaard.

Ineens klonk van bovenaf:
    ‘Steken er nog sprieten of takken uit?’ Waarop ik wat afstand nam van de boom en manlief wees op wat laatste uitschieters. De schaar ging er flink in.
    ‘En?’, vroeg mijn privé-hovenier en stak zijn hoofd uit de hut.
    ‘Heel goed. De boom is goed kaal! Wauw, schat! Ik zie wel enige gelijkheid. Kaalheid².’



zaterdag 15 juli 2017

Mc Burger



Zo, daar ben ik weer. Een McFlurry dikker en voor morgen balansen op de agenda gezet. Zoiets als: na iets in de buik moet er wat uit de buik. Daarom morgen geen Flurry.

Hoewel ik het bij die Flurry hield, wilde Benjamin een McMaestro burger menu.
    Ken je de McMaestro? Zo ja, oké! Zo niet, dan stel ik ‘m hierbij aan je voor: deze burger bevat twee 100% Angus (ja, die koeien) Beef burgers met bacon, natuurlijk gerijpte cheddarkaas (zou het niet stiekem toch onnatuurlijk gerijpt zijn en hoe gaat dat?), rode uienringen, batavia sla, ketchup en Wild Mustard saus op een speciaal sesam- en maanzaadbroodje.

Ze noemen het dé burger voor échte burgerliefhebbers!
    En of ik van burgers hou. Ik ken er een heleboel in Nederland, een paar in Amerika, een paar Nieuw Zeelanders, een Française of twee en zo zijn er nog meer burgers van over the World. I’m loving them!
    Of mijn zoon zo’n burgerliefhebber is? Hij denkt van wel, maar als je weet wat hij doet met die McMaestro burger, ben je blij dat het zo’n  soort burger is.

Bijzaakje is dat wij tegenwoordig onze bestelling doen aan een EASY ORDER paal. Heel gemakkelijk en op ons gemak kan ieder zijn of haar eigen bestelling aanklikken en zo nodig wijzigen. Voor ons mogen de balies opgeheven worden - de afhaalbalie uitgesloten.

Daar ging Benjamin aan de knoppen. Hij klikte op de Maestro Burger Menu, koos er cola en Franse frietjes bij en geen frietsaus. Heel slecht allemaal, dat weet ik. Vervolgens klikte hij op de burger om die aan te passen en liet het één en ander er af halen. Wat overbleef? Twee 100% Angus Beef burgers met bacon (varkensvlees), natuurlijk gerijpte cheddarkaas, rode uienringen, batavia sla, ketchup en Wild Mustard saus op een speciaal sesam- en maanzaadbroodje.
    Over uitkleden gesproken. Die burger had niet veel meer aan. Gelukkig was het een McBurger.

Vroeger bij de hamburger ging het als volgt: burger van rundvlees met ketchup, mosterd, uitjes, augurk en zout op hamburgerbroodje. Ik noemde het een McBlootje. Meneertje was er echter stralend blij mee.
    We willen eigenlijk altijd nog een hamburger bestellen en dan alles wegvinken behalve het zout. Zou er een hoopje zout in een hamburgerpapiertje op het dienblad verschijnen?

Afijn, we gingen voor een McFlurry en eindigden met een dienblad vol eten. Benjamin kon niet wachten tot hij de boel kan verorberen. Alsof hij nooit te eten krijgt, werden zijn ogen groot bij het zien van zoveel lekkers.
    Oh nee, toch niet. Zijn mondhoeken zakten tot lage diepte en zijn wenkbrauwen fronsten heel dicht bij elkaar.
    ‘Wat is er? Zit er toch een augurkje op je burger?’
    ‘Nee, de burger ligt alweer helemaal scheef op het broodje. Dat is altijd.’

Hij heeft gelijk, let maar eens op. Hoe getraind ze mogen lijken in die McKeuken, elke McBurger ligt nooit recht op zijn broodje. Bij eerder genoemd McBlootje was het geen probleem. Blootje open, burger oppakken en verleggen. Vanwege geen saus, kaas of ander gespuis was het zo gepiept.
    Heb je echter een McFishFilet dan vergaat je de verplaatszin compleet.
    Waag je toch die poging, reken dan op een gevecht met de kaas. Dat is het lijmmiddel tussen broodje en burger. Pak je de burger, dan komt de kaas ongevraagd mee en neemt op zijn rug het broodje mee. Het broodjes scheurt er van. Het is gewoon alles bij elkaar onverplaatsbaar.
    Wil ik toch van de Mac weten waarom de burgers nooit recht op het broodje liggen?

Antwoord of niet, ik genoot van mijn McFlurry waar mijn lijn er minder plezier aan beleefde.
    Die lijn is een gemene verrader om rekening mee te houden. Dat doe ik de volgende keer dan wel weer. Dan vink ik bij de Easy Order het Softijs en de M&M’s Pinda’s gewoon weg.




McFlurry



Smaken verschillen, smaken verbazen!
    Hoe is het mogelijk dat onze zoon, drager van onze genen, zo gek is op het restaurant met de grote M? Af en toe daar eten is oké, maar dan wil madam een McFlurry M&M’s toe. Die genoemd, krijg ik er pardoes zin in.
    Ik kijk mijn gezinsleden aan - zij hebben er net als ik heel veel zin in! Hup in de auto, op naar een McCalorie. Misschien slurp ik er onverwachte inspiratie bij op!
    Daarom lieve beeldschermlezers: ik ben even Flurryhappen. Bloggen wacht maar even...