Voor de zoveelste keer word ik gewezen
op de algemene voorwaarden van Facebook. Waar ik iedere keer dacht: die lees ik
morgen wel, is morgen ineens vandaag geworden. Ik buig me eindelijk over dit
klusje waar iedereen zich zo druk over maakt: onze privacy.
Volgens mij ligt ons privéleven al te grabbel sinds de intrede van de smartphone. Daar ligt dan al direct wat onbegrip aan mijn kant over het gezeur over privacy. Trouwens, het idee dat mijn smartphone beter weet waar ik de hele dag uithang dan mijn eigen man, is wel melig. Dat Facebook dat dan ook weer belangrijk vindt, vind ik zielig.
Wat
ik vervelend vind op smartphones in relatie tot privacy, zijn allerlei apps. Dan
vooral de apps in andermans telefoon. Bij het accepteren van de voorwaarden
wordt nogal eens een machtiging gegeven tot het gebruik van het adresboek. Wil
ik weten via hoeveel smarthpones mijn adresgegevens bekend zijn gemaakt bij
bedrijven die ik niet wil kennen laat staan dat ik wil dat zij mij kennen?
Waarom
hoor ik daar niemand piepen?
Terug naar de voorwaarden van
Facebook. Ik lees het eerste gedeelte… Wat ze daar allemaal schrijven? Ik hoop
dat Facebook het zelf begrijpt! Ik vraag me direct af wie van mijn vrienden ook
maar een klein blikje hebben geworpen op de voorwaarden van facebook en begrijp
ineens waarom het makkelijker is vooral te luisteren naar de hardste
schreeuwers met hun tegenstemmen.
Ik wil die schreeuwers niet blind
volgen. Ik wil mijn eigen mening vormen en zo nodig mijn eigen adviseur(s) inschakelen.
Ben ik toch getrouwd met een
meester-adviseur!
‘Marcel,
wat denk jij van al die ophef over de voorwaarden van facebook? Moet ik bang
zijn? Wil je even meekijken met een filmpje op de tijdlijn van Flipje*?’ (*Naam
is gefingeerd, iedere gelijkenis met een werkelijke persoon is pure toeval en
niet bedoeld als enige vorm van schending van iemands privacy).
Al snel haal ik opgelucht adem, want
de prof in het filmpje zegt dat het doorvorsen van de voorwaarden een
onhaalbare zaak is. Dat was mijn idee. Per direct smijt ik een email in de prullenbak
en bekijk het filmpje af.
In simpel Ireens is de grootste ophef
vooral om het volgende te doen: het zou kunnen gebeuren dat een foto waarop ik aller-charmantst
met een boor van Black&Decker een gat in de muur boor (klinkt mijzelf erg
ongeloofwaardig in de oren, maar stel), door Facebook en Black&Decker
gebruikt wordt om jou en daarbij de HELE WERELD te verleiden tot de aanschaf
van zulk gereedschap.
Wauw, zal ik via die weg dan wèl wereldberoemd
worden? Het is me met mijn boek vooralsnog niet gelukt. In dat boek staat zelfs
een blog die me naar de CIA moet leiden, heb jij de CIA al gespot? Verlink ze even
door naar mij.
Na het bestuderen van het filmpje,
bekijken Marcel en ik mijn foto’s op hun commerciële waarde. Eén foto springt er
snel uit. Mijn nicht en ik staan er op ons kerstbest op. We dragen beide een
stralende glimlach en een schitterende bril, mijn nicht ook nog haar kindje op
de rug. Gelukkig kijkt madammeke de andere kant op, dus haar privacy is
gewaarborgd door onherkenbaarheid.
'Kijk,
die zou gebruikt kunnen worden voor een Pearle reclame.'
'Als
ze dat maar uit hun hoofd laten!'
'Waarom?
Het is toch een leuke foto? '
'Oh
ja, zeker. Ik sta er zeker goed op en Cynthia ook, maar die bril komt van
Eyewish. Als iemand ook maar waagt om er verkeerde reclame mee te maken, word
ik boos! Straks gaan ze mijn kop gebruiken voor een kappersreclame ter promotie
van permanent. Dat zou een zware belediging zijn voor iedereen met puur natuurlijk,
soepel vallende krullen.’
We kijken in stilte verder naar verschillende foto’s. Er komt echt van alles voorbij, vooral vakantiekiekjes met hun leuke herinneringen. Ik droom direct weg.
'Voor
een ding hoef je zeker niet bang te zijn,' zegt Marcel ineens.
'Hoezo
klink jij zo geruststellend zeker?’
'Het
gemis van bepaalde volumes maakt dat je jezelf niet terug zal zien in reclames
van Hunkemöller!'