zaterdag 27 augustus 2016

Smile

Kijk eens om je heen als je buiten bent. Zie je ook zo weinig smiles (glimlachs)?
    Het moet Benjamin zijn opgevallen hoe weinig mensen lachen, want hij bedacht een actie. Hij is duidelijk mijn zoon, want hij wil net als ik mensen zien lachen. Het is wat mijn boek zegt (ik citeer mezelf):
    ‘…mijn grootste wens? Jou te zien lachen, het liefst elke dag.’ Ik schrijft blogs, Benjamin gaat voor iets anders.

    ‘Papa, kan jij grote stukken karton meenemen?’
    ‘Hoe groot?’
    ‘Zo groot mogelijk.’ Zo komt meneer thuis met stukken karton waar me de lach van verschiet. Nog amper binnen vonden ze door de pui hun plek op de grasmat. Gebroederlijk werkten zoon en vader met duct tape en ander gereedschap aan een groot kartonnen rond geval. Als laatste werd mij gevraagd om kwasten en verf en een half uur later stond ik oog in oog met een joekel van een smiley. Eén keer raden hoe ik terug keek.

Het opbergen was niet eenvoudig, want in de huiskamer zou hij enorm in de weg staan en zou het lachen iedereen vergaan. Maar gelukkig kon ie nog net door de schuurdeur en mocht daar een nachtje voluit lachen.

    ‘En wat is de bedoeling met die smiley?’, vroeg ik de volgende ochtend.
    ‘Ik ga vanmiddag met Piet (leuke pseudoniem dacht ik zo) naar het centrum om mensen te laten lachen.’
    ‘Wat een fantastisch plan! Kom maar op met meer smiles op straat.’ Ik werd reuze blij van het idee. Tot zoonlief thuiskwam.
    ‘Waar is Piet?’
    ‘Hij kan niet.’ Ik hoorde onuitgesproken teleurstelling in die woorden. ‘Mama, wil jij mee?’ Klonk onverwacht hoopvol. Nou ben ik voorstander van doe-vooral-niet-normaal-en-bovenal-gek, maar stiekem ging dit mij te ver. Echter het troosteloze bekkie van mijn zoon kon ik niet negeren. Deze actie zat in zijn kop, nu moest het in mijn benen komen.
    ‘Oké, ik ga mee!’ Was de smile op het karton al kolosaal, die van mijn zoon werd per direct grootser.

We trokken hem de smiley aan en vertrokken. We moesten een kilometer lopen tot het centrum, maar even wist ik niet hoe daar te komen. Ik zag geen beren, maar lantaarnpalen, struiken, bomen, paaltjes en brievenbussen op de weg. Echter eenmaal de brandgangen uit kreeg ik er vertrouwen in.
    Hoewel ik Benjamin niet kon zien, zag hij alles. Hij vond al snel eigenvoetig zijn weg langs eerdergenoemde beren. Daar waar hij dwars zijn weg moest vervolgen, hielp ik even mee, want opzij kijken kon hij niet.

Uiteraard waren onderweg de reacties al koddig. Van het totaal willen negeren tot mondhoeken die van laag naar hoog gingen; van vragende blikken tot opgestoken duimen, we ontmoetten het allemaal. Om in het centrum alles van dichterbij te ervaren.
    Mensen liepen alle kanten op, maar konden niet aan ons voorbij. De meesten werden geïnfecteerd door de smile en lachen hopelijk nu nog. Anderen wisten niet waar te kijken. Dan klonk weer binnensmond gegrinnik, een ander keer hard gelach. Sommigen kwamen op ons af, te nieuwsgierig om door te lopen, met de vraag waar dit vanuit ging. Alsof we een reclamestunt uithaalden of geld wilden voor een goed doel. Het leukst waren de mensen die op de foto wilden met deze geniale glimlach.

Waar wij echter een gratis smiles ‘verkochten’ maakten we onverwacht ook vijanden. Het was niet in ons opgekomen dat honden doodsbang zouden zijn. Twee hondenbaasjes raakten hun glimlach kwijt en keken ons aan met hun donkere blik. Die van één bazinnetje was zelfs dodelijk als het mogelijk was geweest. Even dacht ik: jammer dan. Ik ben mijn leven lang bang voor honden. Wat is dat tegen een kwartiertje angst van hun zijde? Een kwartiertje tegen een mensenleven…

Over een mensenleven gesproken. Ik heb even gehuiverd voor het leven van Benjamin zelf. Niet dat een hond hem aanviel. Maar de hitte wel. Met maar één gat, die waar zijn benen doorheen gingen, was er geen doorluchting. Bij 33 graden Celsius, werd het behoorlijk heet daar binnen. Vandaar dat meneer onderweg al zijn shirt uit had gedaan. Hij zei:
    ‘Niemand ziet me, niemand kent me, dit moet uit!’
    ‘Zoals ze het ook niet zouden zien als jij in je onderbroek zou lopen. Moet je broek ook uit?’ Terwijl ik smakelijk kon lachen om het idee van een bijna blote Benjamin in die smiley, liet hij zijn bezwete t-shirt op de grond vallen.

Zoals ik nu door de smile val, want wat ik hier probeer te vertellen in 792 woorden, moet je gewoon zien. Alles onder het mom van: blogger steunt vlogger.
    Zal Benjamin zeggen:
    ‘Mam, ik ben DIE YouTuber!’ Dat is nou typisch Benjamin.




Enne, als je nou gelijk even abonneert op zijn kanaal, dan bezorg je hem een dikke smile.
https://www.youtube.com/bennyproductionsofficial

ps. Met dank aan Rivka, voor het pakje sap!